| |
| |
| |
Annet Kossen
door Julienne van den Heuvel
Annet Kossen is op 28 mei 1938 geboren in Alkmaar, waar zij tot haar negentiende woonde. Al vroeg hield ze van tekenen; ze had daarvoor een speciaal schrift, dat tot haar spijt is zoekgeraakt. Na de mulo volgde ze een opleiding bij Schoevers. Ze vond het er vreselijk, maar haar ouders waren van mening dat ze een vak moest leren. Dankzij deze opleiding kreeg ze wel interessant werk, onder meer bij Carré en uitgeverij Querido. Ze woonde daarna een tijd in New York. Daar behartigde ze het werk van vooraanstaande, jonge Amerikaanse illustratoren en leidde ze acht jaar een bloeiend bedrijf. Tijdens deze periode bezocht ze de School of Visual Arts, waar ze zich toelegde op schilderen. Dat is nog altijd haar liefste bezigheid: ‘Want als je schildert kun je helemaal zelf bepalen hoe je iets wilt hebben, je doet wat in je opkomt en er is niemand die op je vingers kijkt.’ (Leesplein).
In 1973 keerde ze terug naar Nederland en vestigde zich in Amsterdam. Naar aanleiding van haar werk bezoekt ze scholen en bibliotheken en geeft daar onder meer voorstellingen met handpoppen. Ze geniet van het directe contact met haar jonge publiek en de verrassende reacties van de kinderen, die elk optreden weer anders maken.
| |
Werk
Annet Kossen is autodidact: ‘[-] ik vind met wat kwastjes en verf werken het heerlijkste wat er is. Het is heel spannend om tussen de regels van een verhaal door te scharrelen op zoek naar beelden die je misschien kunt gebruiken en die niet altijd letterlijk in de tekst beschreven worden. Toen ik wat meer naar andere illustratoren ging kijken, ontdekte ik dat die het ook leuk vinden om onverwachte speelse dingen te doen,’ zei ze in een interview ter gelegenheid van de tentoonstelling Staan er plaatjes in (1980). Haar eerste contact
| |
| |
met kinderboeken verliep via sprookjesboeken geïllustreerd door Jiŕí Trnka en Eva Bednàŕova. Later zocht zij haar voorbeelden in het werk van Janosch, William Steig, Maurice Sendak, Binette Schroeder, Friedrich Karl Waechter, Edward Ardizzone en Arnold Lobel. ‘Ik moet nog ontzettend veel leren. Maar dat maakt het werk juist zo boeiend.’
Kossen begon met illustreren nadat een bevriende New Yorkse uitgeefster haar had gevraagd om zwartwit tekeningen voor een kookboek. Daarna illustreerde ze voor het tijdschrift Puffin Post. Eenmaal terug in Nederland legde ze een map met tekeningen aan om daarmee langs uitgevers te gaan. Bij Lemniscaat kreeg ze het aanbod illustraties te maken voor het prentenboekje Repelsteeltje (1977), een reclame-uitgave van de uitgeverij met Grimms sprookje over de wanhopige molenaarsdochter die goud uit stro moet spinnen.
Haar contact met Herman van Veen, die rondliep met het idee iets voor kinderen te doen, bracht haar verder. Voor hem vertaalde ze Drake's Tail van Andrew Laing, waarmee de beroemde eend Alfred Jodocus Kwak was geboren: ‘Ik heb toen ergens een oud sprookje opgediept en ben zomaar begonnen. Ik moest wel heel wat angsten overwinnen. Altijd weer dat gevoel: ik heb geen opleiding, ik kan het niet’ (Staan er plaatjes in). De eerste serie tekeningen is voor de grammofoonplaat van Alfred J. Kwak gebruikt. Toen de plaat succes had, verscheen een prentenboek met meer tekeningen. Daarna maakte ze boekomslagen voor kinderboeken, beeldverhalen in kindertijdschriften als Okki en het voormalige Ezelsoor, een kinderpostzegel en kinderkaarten. Een bijzondere opdracht was het maken van kinderprenten naar oud voorbeeld; Kossen werd gevraagd dit genre nieuw leven in te blazen. In beperkte oplage werd door Rinus de Vringer in 1992 op de handpers De prinses van Swammerdamdije gedrukt, een genummerd en gesigneerd beeldverhaal met twintig prentjes van 7 × 7 centimeter.
Voor Sesamstraat, de populaire Nederlandse televisieserie voor kleuters, maakte Annet Kossen illustraties over het duo Egel en Muis. Haar echtgenoot Rob Crispijn schreef er liedteksten bij. De avonturen van Egel en Muis verschenen als strip in het kindertijdschrift Okki en werden later gebundeld. In Egel en Muis worden vrienden (1993) raakt Egel dakloos, waarop Muis hem aan een nieuw onderkomen helpt en zij buren worden. In het tweede stripalbum Egel en Muis in Afrika (1993) reist het tweetal per luchtballon naar dit zuidelijke werelddeel. In gags van steeds een pagina beleven zij allerlei avonturen. Zo komen ze onder meer op de rug van een krokodil terecht. Net op tijd, vlak voor een gevaarlijke waterval, worden ze daar door apen vanaf geplukt. Daarna beleven ze
| |
| |
Uit Alfred Jodocus Kwak van Herman van Veen
avonturen met olifanten, beren en circusdieren. In Egel en Muis in het circus (1995) reizen de beide vrienden met een circus terug naar huis. Onderweg maakt het bonte reisgezelschap, waaronder Aap, Papegaai, Slang en de draken Mo en Ko, kennis met een soort dino.
Kossen schreef, tekende en kleurde haar albums zelf in. Doordat elk boek ruim 200 plaatjes bevat, zat zij per uitgave meer dan een jaar achter de tekentafel. Na drie albums hield ze het voor gezien. Door het maken van de stripboeken ontdekte ze echter wel dat schrijven haar makkelijker afging dan illustreren. Daarom besloot ze een prentenboek over het duo te maken: De gestolen prinses (2002). Naast Egel en Muis spelen daarin prinses Mol, drie rovers (ratten), de roverhoofdman (vos) en een heuse draak een rol.
Annet Kossen werkt altijd eerst in het klein. Van een aantal schetsjes met pen en wat kleur vergroot ze de
| |
| |
beste uit. Ze schildert met waterverf in zachte harmonieuze kleuren en geeft haar figuren pit door enigszins bibberige, dunne zwarte contourlijnen. De tinten blauw en groen verlenen de achtergronden en landschappen in haar tekeningen een bijzonder sfeer. De houding die zij haar dieren geeft, drukken hun karakter en gevoelens uit. Haar teksten zijn bondig en zitten vol humor. In haar strips zorgt ze dat elk laatste plaatje van een pagina een hoogtepunt vormt. Zo weet ze van veel pagina's een verhaaltje op zich te maken.
| |
De gestolen prinses
In de prentvertelling De gestolen prinses zien Egel en Muis hoe prinses Mol wordt ontvoerd door woeste rovers. Het tweetal weet haar te bevrijden, waarop een spannende tocht begint met een prinses die gewend is aan ontbijtjes met warme broodjes. In hun kielzog volgen de rovers. Wanneer er een draak ten tonele verschijnt, schiet de roverhoofdman te hulp: prinses Mol valt als een blok voor hem. Zo is het, anders dan Egel en muis dachten, eind goed al goed.
Kossen weet in het uiterlijk en de houding van de dieren hun karakter feilloos tot uitdrukking te brengen. Zo kunnen de slungelig neergezette ratten niets anders zijn dan rovers en is de prinses een echte (aanvankelijk verwende) sprookjesprinses. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Egel en Muis. Zij zijn op vrijwel elke prent zichtbaar en gluren steeds vanonder de tekstregels mee. De humorrijke tekst en de met zorg gemaakte royale illustraties, ingekleurd met zacht aquarel, vullen elkaar goed aan. Bovendien geven de illustraties extra informatie. Was de prinses aanvankelijk te beroerd om haar handjes vuil te maken, later is te zien hoe zij haar steentje bijdraagt om aan de rovers te ontsnappen.
| |
Waardering
De weinige kinderboeken die Annet Kossen heeft gepubliceerd, zijn uiterst zorgvuldig en duidelijk met hart en ziel gemaakt. Dat geldt ook voor de (boek)illustraties die zij voor anderen maakte. Met name de strips en het prentenboek over Egel en Muis zijn goed ontvangen: ‘Ook van het prentenboek Egel en Muis; de gestolen prinses heb ik genoten. [-] Het is een boek van flink formaat waarin de verhouding prent-tekst voorbeeldig is en de luchtige letters goed passen bij de transparante aquarellen. Het is een boek dat voorbestemd is om favoriet te worden bij heel veel kleuters, daarvoor heeft de vertelling alles in zich’ (De Stem). ‘Egel en Muis zijn heel aparte figuren [-]. Het is mooi getekend en de tekst is ronduit komisch. Prachtige kleuren ook’ (Enkhuizer Courant). Over de stripboeken: ‘Het zijn heel avontuurlijke verhalen, met veel humor getekend en verteld. [-] De tekeningen, met veel details en vrolijke, maar nooit echt harde kleuren, zijn ju-
| |
| |
Uit De gestolen prinses
| |
| |
weeltjes’ (Brabants Dagblad). ‘De figuren zijn goed getekend. Ook op heel klein formaat heeft Kossen de uitdrukkingen en houdingen mooi getroffen’ (De Stem).
| |
Bibliografie
Door Annet Kossen geïllustreerd en geschreven
|
De prinses van Swammerdamdije: kinderprenten. Bussum, Moon Press, 1992. |
De kikkerkoning: kinderprenten (naar Grimm). Bussum, Moon Press, 1993. |
Egel en Muis in Afrika. Doornik/Dronten, Casterman, 1993. |
Egel en Muis worden vrienden. Doornik/Dronten, Casterman, 1993. |
Egel en Muis in het circus. Doornik/Dronten, Casterman, 1995. |
De gestolen prinses. Amsterdam, Hillen, 2002. |
Geïllustreerd door Annet Kossen (selectie)
|
Repelsteeltje: naar een sprookje van Grimm. Rotterdam, Lemniscaat, 1977. |
Jan Procházka, Jitka. Den Haag, Leopold, 1978. |
Herman van Veen, Alfred Jodocus Kwak: een oud sprookje. Westbroek, Harlekijn, 1979. |
Jan Procházka, De oude man en de duiven. Den Haag, Leopold, 1983. (Omslag) |
Ton Koopman, Kerstliedjes om te zingen en te spelen. Westbroek, Harlekijn, 1983. |
Henri Van Daele, De zevende lente van Alexander, clown. Westbroek, Harlekijn, 1988. |
Rob Crispijn, De tovervis. Bussum, Moon Press, 1995. |
Herman Kakebeeke (samenst.), Jan en alleman en ook zijn zusje: gedichten over lezen en schrijven. Den Haag, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1995. |
Over Annet Kossen
|
Interview bij de tentoonstelling Staan er plaatjes in. (Lankamp en Brinkman, maart 1980) |
Jan Smeekens, Kinderprenten voor verzamelaars. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 24-11-1992. |
Ruud Kamphoven en Yvonne Stiekema, Over pinguïns, egels, en kinderen. In: Brabants Dagblad, 16-11-1993. |
[Anoniem], Annet houdt van Egel en Muis. In: Enkhuizer Courant, 11-12-1993. |
Muriël Boll, Goed tegen gejengel op de achterbank. In: De Stem, 15-7-1994. |
Willem Wilmink, Ali Baba en de veertig tekenaars. Amsterdam, De Bijenkorf, 1995. |
Jant van der Weg, Prentenboeken zijn bijzondere kunst. In: Friesch Dagblad, 21-8-2002. |
Muriël Boll, Dierenwerelden. In: De Stem, 13-9-2002. |
Websites
|
www.leesplein.nl |
www.hillenboeken.nl |
72 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2006
|
|