Illustratie van Waldemar Andrzejewski uit Koning Matthijsje de Eerste
maken met het koningschap. Hij laat zich niet meer de wet voorschrijven, maar komt zelf met initiatieven. Matthijsje wil een samenleving tot stand brengen waarin kinderen dezelfde rechten hebben als volwassenen. Een wereld waarin geen verschil is tussen blanke, zwarte of gele mensen, tussen arm en rijk, tussen jongens en meisjes, tussen volwassenen en kinderen. Ondanks zijn goede plannen gaat het mis in zijn land. Er heerst chaos. Matthijsje wordt van alle kanten bedrogen, niet alleen door de volwassenen maar ook door de kinderen. Op het einde van het boek wordt Matthijsje ter dood veroordeeld. De veroordeling wordt echter op het nippertje omgezet in een verbanning.
In het tweede deel, Matthijsje op het onbewoonde eiland, heeft hij de tijd om over zijn mislukking na te denken. Wanneer zijn hulp wordt gevraagd bij een dreigende hongersnood van de zwarte kinderen ontvlucht hij het eiland. Hij redt de zwarte kinderen van de dood. Na zijn bevrijding uit een nieuwe gevangenschap duikt hij onder bij gewone mensen en gaat naar school. Overal waar hij verschijnt, valt hij echter op door een ander gedrag. Elke situatie wil hij namelijk ten goede veranderen, niet door macht uit te oefenen, maar door inzet. Hij wil geen koning meer zijn, maar hij kiest ervoor onder het volk te leven als fabrieksarbeider. In zijn vrije tijd schrijft hij sprookjes waarin nog wel hoop is voor een betere wereld. Terwijl hij denkt aan zijn laatste sprookje krijgt hij een ongeluk in de fabriek en sterft.
De wereld die Korczak in zijn jeugdboeken beschrijft is hard, corrupt en meedogenloos. Matthijsje ondervindt weinig liefde. Zijn inzet voor een betere wereld wordt niet geaccepteerd. Hij is en blijft een eenling. Matthijsje straalt net als Korczak een kracht uit, een onversaagdheid, die bewondering oproept. Ondanks de droevige afloop van zijn verhalen laat Korczak zien dat hij geen doemdenker was. Hij blijft geloven in een nieu-