| |
| |
| |
Lars Klinting
door Noortje Geertsma-van Gijs
Lars Klinting is op 25 april 1948 in Stockholm geboren. Als kind was hij al geïnteresseerd in de natuur. Hij groeide op in een villawijk buiten Stockholm, waar hij een ‘eigen’ moeras had. Daar bestudeerde hij kikkers en andere kleine dieren. Zijn belangstelling voor vogels begon in de zomervakantie van 1968, toen hij op een vogelrijk Stockholms kerkhof werkte.
Na zijn schooltijd volgde hij een driejarige opleiding tot meubelmaker, maar op dat gebied was voor hem geen werk te vinden. In zijn vrije tijd leerde hij zichzelf teken- en schildertechnieken aan. Na zijn diensttijd werkte hij drie jaar als technisch tekenaar. Toen dat te saai werd, was hij vijf jaar leraar handvaardigheid op een volkshogeschool in Stockholm. Uiteindelijk beviel ook dit werk hem niet goed; hij had het gevoel alleen te geven en niets te ontvangen. In 1980 besloot hij in een wilde bui ontslag te nemen.
Thuis aan de keukentafel werkte hij een idee uit waar hij al een tijdje mee rondliep: een prentenboek over een adelaar met hoogtevrees. Tot zijn verbazing wilde de bekende uitgever Rabén & Sjögren het uitgeven.
Na zijn volgende twee prentenboeken werd hij ook door andere uitgeverijen ontdekt en kreeg hij veel illustratieopdrachten. Van zijn debuutboek Örjan, den höjdrädda örnen werd in Zweden een theatervoorstelling gemaakt.
Klinting ontving in 1987 voor zijn hele werk de belangrijkste Zweedse onderscheiding voor illustratoren van kinderboeken, de Elsa Beskow-plaquette. Zijn illustraties in De reis
| |
| |
van Niels Holgersson kwamen op de ibby Honourlist 1990. De kleine bomengids en De kleine insektengids werden vermeld op de Vlag en Wimpellijst van respectievelijk 1992 en 1993.
In zijn vrije tijd is Lars Klinting altijd met zijn verrekijker op stap om vogels te observeren. Ook maakt hij verre reizen om elders vogels en andere dieren te bestuderen en te tekenen. Hij woont samen met de illustratrice Lena Anderson in Stockholm.
| |
Werk
Lars Klinting debuteerde met het prentenboek Örjan, den höjdrädda örnen (Örjan, de adelaar met hoogtevrees). Het boek viel op door de mooie natuuraquarellen in zachte heldere kleuren, de in de illustraties aanwezige humor en niet in de laatste plaats door het hartveroverende verhaal over een adelaar met hoogtevrees. Op slimme wijze helpt een heel klein vogeltje, een goudhaantje, hem van deze kwaal af. Achter in het boek geeft Klinting zakelijke informatie over de adelaar en het goudhaantje.
De tekst in Pärlsork (De parelveldmuis) was ook van zijn hand, net als die in Vårdträdet (De zorgboom). Verder illustreerde hij jarenlang werk van anderen. Meestal ging het om boeken met de natuur als onderwerp: paddestoelen, het weer, het eerste moestuintje.
Zijn illustraties zijn vaak informatief; zo tekent hij dwarsdoorsneden en schemaatjes, maar ook maakt hij sfeervolle illustraties die de informatieve verhalen ondersteunen. Zijn zachte vriendelijke stijl doet denken aan de illustraties van Lena Anderson in de Ik houd van...-reeks en de Maja-boeken.
In Vårdträdet beschrijft en tekent Klinting de geschiedenis van een oude boerderij op het Zweedse eiland Gotland. Hij laat een oude eik vertellen over de mensen die er in de loop der eeuwen hebben gewoond en wat hun gewoontes en gebruiken waren. Het mooie kleurgebruik laat duidelijk de overgang tussen de verschillende jaargetijden zien.
Een aparte plaats in het werk van Lars Klinting wordt ingenomen door zijn illustraties in de vier delen met verhalen van Rudyard Kipling: fabels waarin verteld wordt hoe dieren aan hun uiterlijke kenmerken zijn gekomen. Vooral het deeltje Hur valen fick sitt trånga svalg (Hoe de walvis zijn nauwe keelgat kreeg) valt op door het bijzondere en verrassende kleurgebruik. Het verhaal speelt grotendeels in de oceaan en Klinting gebruikte in zijn illustraties een scala van groene, blauwe en aquamarijne tinten. Het blauw wordt doorbroken door het felle rood van de baard van de Ierse zeeman die in de eveneens rode ingewanden van de walvis terechtkomt.
Samen met Görel Kristina Näslund maakte hij Pepijn de planter. Pepijn leert van zijn buurvrouw Bea hoe je een eigen moestuintje kunt
| |
| |
Uit De reis van Nils Holgersson van Selma Lagerlöf
| |
| |
Uit Pepijn de planter van Görel Kristina Näslund en Lars Klinting
verzorgen. De zachte aquarellen hebben een ‘lieve’ uitstraling en dienen ook hier zowel ter ondersteuning van het verhaal als ter verduidelijking van de tekst.
Een grote en bijzondere opdracht voor Klinting was het illustreren van De reis van Niels Holgersson, een bewerking van Selma Lagerlöfs beroemde boek Niels Holgerssons wonderbare reis. Op de sfeervolle illustraties komen vooral de verschillende landschappen en dieren goed tot hun recht in de zachte aquareltechniek.
Na vele boeken van anderen te hebben geïllustreerd, kreeg hij het verlangen naar iets dat weer echt van hemzelf was. Zo ontstond het idee voor De kleine vogelgids. Hij wilde informatie geven over alledaagse, in Zweden voorkomende dieren, op een manier die voor kinderen aantrekkelijk en begrijpelijk is. Er volgden nog drie deeltjes in deze serie.
Voor jonge kinderen maakte Klinting enkele eenvoudige en speels informatieve boeken over jonge (huis)dieren, bijvoorbeeld De kleine zeehond en andere jonge dieren en Lilla kultingen (Het kleine biggetje). Op de luchtige aquarellen toont hij op de linkerpagina het bewuste dier in zijn natuurlijke omgeving, maar zó dat goed gekeken moet worden voordat het wordt ontdekt. Op de rechterpagina staat het dier groot en duidelijk afgebeeld. De begeleidende tekst bevat informatie over de leefwijze van het dier.
| |
De kleine vogelgids en andere natuurgidsjes
In De kleine vogelgids worden ongeveer veertig vogels besproken. In de inleiding vertelt Klinting over de skeletbouw van vogels, over vogeltrek, vogelzang en vogelveren. Vervolgens geeft hij op elke bladzijde één vogel nauwkeurig weer en beschrijft hij het uiterlijk en de gewoontes. De andere deeltjes, De kleine bomengids, De kleine insektengids en het niet in het Nederlands vertaalde Första djurboken (Het eerste dieren- | |
| |
boek) zijn op identieke wijze opgezet. De serie ziet er zeer verzorgd uit. De moeilijkheidsgraad verschilt per deeltje. De illustraties in De kleine bomengids zijn opvallend gedetailleerd; de insekten in De kleine insektengids zijn minutieus weergegeven. In Första djurboken worden ruim dertig soorten van in Zweden levende dieren besproken.
In elk deeltje geeft Klinting enthousiast makende informatie over het bestuderen van de natuur, met allerlei praktische tips, zoals voor het aanleggen van een ringband voor vogelveren of het maken van een insektenval. De aquarellen in de deeltjes dragen bij aan de ongedwongen sfeer. Zelfs in de kantlijn wemelt het van de dieren, bomen en kleine landschapjes, die speels maar altijd duidelijk zijn weergegeven.
| |
Waardering
De Zweedse critici zijn enthousiast over de kwaliteit van de boeken van Lars Klinting. Over de illustraties in De reis van Niels Holgersson werd gezegd dat ze ‘vol van licht, lucht en beweging’ zijn. Recensenten bewonderen Klintings nauwkeurige wijze van werken en vinden het knap hoe hij sfeer brengt in informatieve boeken. Ook is er waardering voor de humor in zijn illustraties en dierenverhalen. Deze komt vaak tot uiting in de gezichtsuitdrukking en lichaamstaal van de dieren. De natuurgidsjes, zoals De kleine vogelgids, worden als zeer bruikbaar beschouwd.
Ook in Nederland zijn de critici over het algemeen te spreken over het werk van Klinting. Men vindt zijn tekeningen duidelijk en de informatie in zijn informatieve boeken interessant. De eenheid van tekst en illustraties, vooral in de natuurgidsjes, wordt bewonderd. Verschillende recensenten vonden De kleine zeehond en andere jonge dieren wat te eenvoudig voor de doelgroep. Els de Jong-van Gurp in het Nederlands Dagblad: ‘Deze kennis is goed te begrijpen voor jonge kinderen, kleuters, hoewel ik me ook (aardig wat) kinderen kan voorstellen wiens weetgierigheid verder gaat.’ Waar ze aan toevoegt: ‘De illustraties, aquarellen, zien er mooi uit. Ze zijn realistisch en herkenbaar, maar ook speels van opzet.’
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet vertaalde boeken met illustraties van Lars Klinting
|
Örjan-den höjdrädda örnen (1982), Pärlsork (1983), Trollsmör och trattkantarell (met tekst van Görel Kristina Näslund, 1984), Vårdträdet (1984), Håll stövlarna leriga (met tekst van Ulf Svedberg, 1985), Hur armadillerna kom till (met tekst van Rudyard Kipling, 1986), Hur valen fick sitt trånga svalg (met tekst van Rudyard Kipling, 1986), Första djurboken (1993), Leopold (1994). |
Keuze uit de in het Nederlands verschenen boeken met illustraties van Lars Klinting
|
Anton i trädgårdslandet (1988): Pepijn de planter. Met tekst van Görel Kristina Näslund. Vertaald door Marijke Haagsma. Amsterdam, Ploegsma, 1988. |
| |
| |
Första fågelboken (1988): De kleine vogelgids. Vertaald door Marijke Haagsma. Amsterdam, Ploegsma, i.s.m. met de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, 1990. |
Nils Holgerssons underbara resa genom Sverige (1989): De reis van Niels Holgersson. Met tekst van Selma Lagerlöf. Vertaald door Emmy Weehuizen en bewerkt door Marijke Reesink. Rotterdam, Lemniscaat, 1990. |
Första trädboken (1990): De kleine bomengids. Vertaald door Mariyet Senders. Amsterdam, Ploegsma, i.s.m. de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, 1991. |
Första insektboken: (1991): De kleine insektengids. Vertaald door Mariyet Senders. Amsterdam, Ploegsma, i.s.m. de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, 1992. |
Lilla kuten och andra ungar i naturen (1992): De kleine zeehond en andere jonge dieren. Vertaald door Sabien Stols. Amsterdam, Ploegsma, i.s.m. met de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, 1992. |
Over Lars Klinting
|
Lars Klinting, Författarporträtt. In: Svensk Bokhandeln 1982, blz. 20. |
Inga Borg, Birgitta Fransson, Lars Klinting, Mitt Afrika. In: Opsis Kalopsis, jaargang 2 (1987), nr. 4, blz. 14-18. |
Birgitta Fransson, Fågelskådare i tid och otid. In: Opsis Kalopsis, jaargang 3 (1988), nr. 3, blz. 40-42. (Interview) |
Joke Linders, Goed gelezen. In: Leesgoed, jaargang 15 (1988), nr. 4, blz. 181. (Over Pepijn de planter) |
Kerstin Auraldsson, Lars Klinting. In: De skriver och tecknar för barn och ungdom. Nutida svenska och utländska illustratörer A-L. Lund, Bibliotekstjänst, 1991. |
Els de Jong-van Gurp, Dieren met een hoge ‘aaibaarheidsfactor’ populair in jeugdboeken. In: Nederlands Dagblad, 25-8-1992. (Over De kleine zeehond en andere jonge dieren) |
39 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1995
|
|