| |
| |
| |
Ole Lund Kirkegaard
door Nel Teeuwen-Opheij
Ole Lund Kirkegaard werd geboren op 29 juli 1940 in Aarhus, Denemarken. Na zijn eindexamen middelbare school (1959) werkte hij enige tijd op een tanker die op Zuid-Amerika voer. Zeeziekte dwong hem weer aan land te gaan. Een half jaar verving hij een leraar op een school in Borring. Dit beviel hem zo goed dat hij weer ging studeren. In 1962 behaalde hij zijn leraarsdiploma aan het Aarhus Seminarium. Omdat hij een hekel had aan grote instituten en scholen solliciteerde hij naar een betrekking op het platteland. Hij kwam terecht op een kleine school in Oue bij Mariagen en later in een plaatsje bij Hedensted. Uit het lesgeven aan deze dorpskinderen is zijn werk ontstaan. Hij was ondertussen getrouwd en vader geworden.
Kirkegaard debuteerde in 1966 met het verhaal ‘Dragen’ (De draken). Hij won met dit verhaal de eerste prijs bij een wedstrijd die was uitgeschreven door het blad Politiken. Het verhaal werd een jaar later opgenomen in Lutje Giel. Dat was het begin van zijn schrijversloopbaan. Tussen 1966 en 1978 verschenen zeven boeken van zijn hand. Kirkegaard richt zich op de leeftijdsgroep van acht tot twaalf jaar. Hij illustreert zijn boeken zelf.
Verschillende boeken zijn gedramatiseerd en opgevoerd, door onder andere het Odense theater en door Filuren in Aarhus. Orla de kikkerslikker (1980), Pudding Tarzan (1981), Otto is een neushoorn (1982) en Hodja uit Pjort (1984) werden verfilmd.
In 1969 kreeg Kirkegaard de Deense kinderboekenprijs voor Albert, en in 1970 de Soren Gyldendalprijs voor zijn hele oeuvre. Orla de kikkerslikker en Otto is een neushoorn hebben op de erelijst gestaan van de internationale jeugdboekenprijs.
Kirkegaard stierf in maart 1979 in Juelsminde op 39-jarige leeftijd.
| |
Werk
het werk van Ole Lund Kirkegaard past in de anti-autoritaire pedagogische stroming die de jeugdliteratuur in de jaren zestig sterk heeft beïnvloed. Meer dan in enig ander westers land hebben de pedagogen zich in Denemarken meester gemaakt van de jeugdliteratuur. Ole Lund Kirkegaard moet daardoor beïnvloed zijn geweest. Uit het karakter van zijn boeken is deze invloed duidelijk te merken.
Kirkegaard heeft echter niets van
| |
| |
het drammerige dat veel boeken van die tijd kenmerkt. Door zijn humoristische aanpak en het relativeringsvermogen van zijn hoofdpersonen is de thematiek nergens belerend. Zijn personen verzetten zich tegen de conventionele gedragsregels, maar niet uit opstandige motieven: ze kunnen niet anders. Om deze reden worden zijn boeken waarschijnlijk nogal eens vergeleken met de Pippie Langkous- en Emiel-boeken van Astrid Lindgren.
Zijn eerste boeken, Lutje Giel en Albert, zijn verhalen over jongens van ongeveer tien jaar, die de nodige kwajongensstreken uithalen en daardoor in botsing komen met de volwassenen. Hun wereld is die van het eenvoudige dorpsleven waarin alles zijn vaste tijd en plaats heeft.
Lutje Giel is een humoristisch verhaal over een jongen die zonder ouders in een kippenhok woont, samen met een haan die maar één poot heeft. Hij weet zich uitstekend te redden, is zeer vindingrijk in het bedenken van kwajongensstreken en geniet van zijn vrijheid.
Deze vindingrijkheid en vrijheidsdrang komt ook in zijn latere boeken tot uiting. De thematiek van zijn werk is de wijze waarop de zwakkeren (de kinderen) zich kunnen handhaven in een boze, domme wereld van de volwassenen.
In Albert geeft de schrijver, door middel van de zakkenroller Rapallo, aan dat volwassenen door hun hebzucht geneigd zijn tot bedrog en geweld. Albert is hem echter te slim af.
In Orla de kikkerslikker en in Pudding Tarzan is de hoofdpersoon naast overwinnaar ook slachtoffer. Hij heeft het zwaar te verduren. In Orla de kikkerslikker kan hij door eigen vindingrijkheid de pestkop weerstaan. In Pudding Tarzan heeft hij de hulp nodig van een heks om in ieder geval één dag de heldenrol te kunnen spelen. Ook in Hodja van Pjort en Otto is een neushoorn komen toverkrachten de hoofdpersonen te hulp. In Otto is een neushoorn en in zijn laatste boek - zijn enige prentenboek - worden mensen geconfronteerd met een groteske, absurde situatie. Daardoor worden ze gedwongen zich in elkaars problemen te verplaatsen en een manier van samenwerking en acceptatie te vinden. In beide boeken is er hoop dat tegenstrijdige werelden elkaar kunnen ontmoeten en zich kunnen verenigen.
De auteur hanteert met veel plezier het stijlmiddel van de overdrijving. Daardoor krijgen zijn illustraties het karakter van een karikatuur die de lachlust opwekt.
Kirkegaard schrijft in heldere, korte zinnen in een eenvoudig taalgebruik. Door deze schrijfwijze en de uitwerking van de verhalen zijn ze zeer toegankelijk voor minder ervaren of begaafde lezers. Uit het feit dat zijn boeken zijn gedramatiseerd of
| |
| |
verfilmd, kan worden geconcludeerd dat ze zeer beeldend zijn.
Jacob Gormsen schreef een ‘In Memoriam’ bij de dood van Ole Lund Kirkegaard. Hij zegt daarin: ‘Het is onbegrijpelijk en onverdragelijk dat de Deense kinderliteratuur in een tijdsbestek van enkele dagen twee van zijn meest markante persoonlijkheden moest missen. Leiff Esper Andersen en Ole Lund Kirkegaard. De twee provo's van de kinderliteratuur, altijd strijdend voor een meer tolerante en rechtvaardige wereld ten behoeve van degenen waar zij voor schreven. Maar beiden waren ook bezorgde en zoekende naturen, die hun schrijverschap uiterst serieus namen, zo serieus dat zij het als moeilijk ervoeren precies dat te zeggen wat ze moesten zeggen. Ole Lund Kirkegaard werd steeds zwijgzamer, en zijn boeken werden steeds dunner. Ole Lund Kirkegaard vond het ongehoord moeilijk om te schrijven en hij ervoer de claim die men op hem legde om produktief te zijn, als een enorme fysieke en psychische belasting. Niet in het minst omdat hij een van de weinige, echt internationale schrijvers was. Zijn boeken zijn vertaald in een twintigtal talen, waaronder Japans en een aantal Afrikaanse talen.’
| |
Waardering
Over het algemeen werden Kirkegaards boeken als verfrissend, humoristisch en fantasievol beschouwd. John Verhallen schreef in nrc Handelsblad bij het verschijnen van de verzamelbundel Lutje Giel en andere verhalen: ‘Het is verheugend dat uitgeverij Kosmos vier van de oorspronkelijke uitgaven in een gebonden boek uitbrengt. Een boek dat nergens mag ontbreken bij ongeveer tienjarigen.’
Albert, het enige boek dat bekroond werd, kreeg in Nederland de meeste kritiek. Vooral het feit dat er in het verhaal een kromsprekende buitenlander aan het woord komt, stoorde veel recensenten. De recensent van het nblc schreef: ‘Door een tekort aan fantasie maakt de auteur gebruik van de op de draad versleten humor van kromsprekende buitenlanders. Vergeleken bij Astrid Lindgrens Michiel kan aan dit verhaal nauwelijks een voldoende worden toegekend.’ Andere recensenten lieten zich minder negatief uit, maar stoorden zich ook aan deze kromsprekende buitenlander.
Mevrouw E. de Jong-de Wilde schreef in haar lovende recensie voor de Amersfoortse Courant over Albert: ‘De kolderverhalen spreken stellig tot de verbeelding van ongeveer 6-10 jarige kinderen en de verrukkelijke onmogelijkheden uit de wereld van Albert zullen door hen zonder meer aanvaard worden, vooral door Ole Lund Kirkegaards overtuigende verteltrant en fantasierijke artistieke vormgeving.’ Bij de prijsuitreiking van de jeugdboekenprijs in 1969
| |
| |
haalde de voorzitter een citaat aan van de recensente Eva Glistrup: ‘Er zijn maar weinig humoristische talenten, in het bijzonder talenten die zich zo kunnen inleven in het spel, de taal en de gedachtenwereld van het kind.’ Waarna hij toevoegde: ‘Maar hier hebben we een voorbeeld van het zuiverste water.’
| |
Pudding Tarzan
Iwan Olsen, door zijn vader Pudding Tarzan genoemd, is volgens zijn ouders en zijn klasgenoten een jongen die tot niets in staat is. Hij kan niet lezen, niet voetballen, niet vechten, niet in bomen klimmen. Zijn vader, een vurig bewonderaar van Tarzan, geeft hem steeds op zijn kop, zijn moeder zucht alleen maar en zijn klasgenoten pesten hem op een gruwelijke manier. Door tussenkomst van een heks krijgt hij de kans om één dag te zijn zoals zijn omgeving wil dat hij is: een stoere flinke jongen die voor niets en niemand bang is.
Op humoristische wijze en in eenvoudige bewoordingen wordt in Pudding Tarzan het beeld geschetst van een underdog. Iwan beantwoordt duidelijk niet aan de verwachtingen van zijn ouders. Bij de leeftijdsgenoten telt hij niet mee, omdat hij in alles onder de maat is.
Pudding Tarzan is de enige die een kritische kijk heeft op de personen uit zijn omgeving, hoewel hij het wel betreurt dat hij niet geaccepteerd wordt
Illustratie van Ole Lund Kirkegaard uit Pudding Tarzan
zoals hij is. Als hij dan de kans krijgt om zich waar te maken, vervalt hij in het patroon waarvan hij zelf een slachtoffer is.
Ook al zijn de beschreven situaties sterk overdreven, veel kinderen zullen in de persoon van Pudding Tarzan iets van zich zelf of van iemand uit hun omgeving herkennen. Het boek is dan ook zeer geliefd bij kinderen in achterstandsituaties. Het heeft het vignet ‘Makkelijk Lezen’ gekregen.
Jacob Gormsen ziet Pudding Tarzan als een vlucht uit de werkelijkheid in een dagdroom en in gelaten berusting. Volgens hem is het boek niet af - er ontbreken waarschijnlijk een paar hoofdstukken - of moet Kirkegaard een vervolg in gedachten hebben gehad.
Veel van Iwan Olsens onmacht en
| |
| |
berusting zou gebaseerd zijn op ervaringen van Kirkegaard zelf. Ook hij had het op vele manieren eindeloos moeilijk. Pudding Tarzan laat zien waarom sommigen altijd outsiders in een onvriendelijke wereld blijven, of ze dat nu willen of niet.
Joke Linders schreef in haar recensie in Algemeen Dagblad: ‘De Deense schrijver Ole Lund Kirkegaard heeft met zijn Pudding Tarzan een figuur geschapen die een troost is voor ieder kind dat het moeilijk heeft.’
De illustraties werden niet door iedereen gewaardeerd. Jos van Leeuwen noemde de illustraties ‘verbijsterend stupide’ (De Tijd). Maar over het algemeen werd er enthousiast gereageerd op dit boek. Vooral het gegeven dat het geschikt is voor moeilijk lezende kinderen werd door iedere recensent als waardevol beschouwd.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
Lille Virgil (1967): Lutje Giel. Vertaald door Niels Brouwer. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Van Goor, 1972. (Herdruk: Amsterdam, Kosmos, 1975 en in 4 dln in één band: Amsterdam, Kosmos, 1981). |
Albert (1968): Albert. Vertaald door M. van Oers-Jörgensen en J. Vonk. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Kosmos, 1973. (4 dln in één band: Amsterdam, Kosmos, 1981). |
Orla Frøsnapper (1969): Orla de kikkerslikker. Vertaald door Niels Brouwer. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Kosmos, 1973. (4 dln. in één band: Amsterdam, Kosmos, 1981.) |
Hodja fra Pjort (1970): Hodja van Pjort. Vertaald door Niels Brouwer. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Kosmos, 1974. (4 dln in één band: Amsterdam, Kosmos, 1981.) |
Otto er et naesehorn (1972): Otto is een neushoorn. Vertaald door Niels Brouwer. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Kosmos, 1975. |
Gummi Tarzan (1975): Pudding Tarzan. Vertaald door Niels Brouwer. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Kosmos, 1976. Herdruk: Amsterdam, Bert Bakker, 1985; Amsterdam, Van Goor, 1988. Vignet: Makkelijk Lezen.) |
En flodhest i huset (1978): Niet vertaald in het Nederlands. |
Over Lund Kirkegaard
|
Gunvar Bjerre-Christensen, Børnebogsprisen 1968: Kinderboekenprijs 1968. Vertaald uit het Deens door Joke Thiel-Schoonebeek. Oorspronkelijke verschenen in: Børn og Bøger 21 (1969), nr. 8, blz. 135-138. |
Ole Lund Kirkegaard: Orla Frø-Snapper. In: Bookbird (1972), nr. 2, blz. 20. (Engelse recensie n.a.v. de Hans Christian Andersenprijs. Kirkegaard stond op de Honourlist vermeld.) |
Kirkegaard, Ole Lund. Schreiben und Illustrieren. In: Gibt uns Bücher, gebt uns Flügel: Almanach, 1973. Hamburg, Oetinger, 1973, blz. 71-74. |
Sybe Vibeke, Realistiske skildringer fortaellinger et realistisk miljø. In: Fra Askepot til Asterix, Copenhagen, Munksgaard 1974, blz. 190. |
Kirkegaard, Ole Lund. In: Jugendbuchautoren aus aller Welt II; hrsg. von Lucia Binder. Wien, Internationalen Institut für Jugendliteratur und Leseforschung, 1975, blz. 86-89. |
Birgit Lund, Ole Lund Kirkegaards forfatterskab: personskildring-motiv-stil. In: De översätts för barn. Bibliothekstjanst, 1977, blz. 227-237. |
Herman Kakebeeke, Pudding Tarzan. In:
|
| |
| |
KRO-Luisterwijzer (1978), nr. 6. |
Ole Lund Kirkegaard. In: Jacob Gormsen, Elleve nordiske børnebogsfofattere. Copenhagen, Gyldendal, 1979, blz. 215-233. |
Jacob Gormsen, Ved Ole Lund Kirkegaard død: Bij de dood van Ole Lund Kirkegaard. Vertaald uit het Deens door Joke Thiel-Schoonebeek. Oorspronkelijk verschenen in: Børn o Bøgger 32 (1979, nr. 4, blz. 184-186. |
In Memoriam. In: En nu over jeugdliteratuur, jaargang 6 (1979), nr. 5. |
Pudding Tarzan. In: Het kinderboek vanuit een andere hoek 3. Den Haag, 1979, blz. 48. |
Documentatiemap auteurs en illustratoren van jeugdboeken, jaargang 13, nr. 8, Den Haag, NBLC, 1989. |
29 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1992
|
|