| |
| |
| |
Rudyard Kipling
door Roel Siegers
Joseph Rudyard Kipling werd op 30 december 1865 in Bombay geboren. Zijn vader was John Lockwood Kipling, schrijver en illustrator. Zijn moeder Alice was de schoonzuster van de schilder Edward Burne-Jones. In 1871 brachten zijn ouders hem naar Engeland, waar hij vijf ongelukkige jaren doorbracht in een kostgezin in Southsea, samen met zijn jongere zus Alice. Deze periode behoort tot de bitterste in zijn leven. Hij kreeg als bijnaam ‘gigger’ (van Gig-lamps; koplampen) vanwege zijn dikke brilleglazen. De vakanties bij zijn oom en tante Burne-Jones waren steeds weer een verademing en deden hem denken aan zijn gelukkige jeugd in India.
In 1878 bezocht hij het United Services College in Westward Ho! in Noord-Devon. In deze periode begon hij poëzie te schrijven. Van 1882-1889 werkte hij als journalist in India en publiceerde veel korte verhalen en gedichten in kranten en tijdschriften en voor de Indian Railway Library, die later gebundeld werden in Plain tales from the hills.
Toen hij in 1889 in Engeland terugkeerde, was hij al een nationale beroemdheid. In 1892 werd The Barrack-Room Ballads, een verzameling gedichten, uitgegeven. Datzelfde jaar trouwde hij met de Amerikaanse Caroline Balestier, de zuster van zijn literaire agent Wolcott Balestier. Van 1892-1896 woonde Kipling in Brattleboro, Vermont (usa) waar hij onder andere The Jungle books schreef.
In 1896 keerde het gezin voor een korte periode terug naar Engeland, waar één jaar later John werd geboren. Er volgden nu lange reizen naar China, Japan en Zuid-Afrika. In 1899 werd Kipling op reis naar New York
| |
| |
Illustratie van Rudyard Kipling uit Just so stories
ernstig ziek en zijn dochtertje Josephine overleed op zesjarige leeftijd. Na zijn herstel vestigde het gezin zich op het landgoed Bateman's in Sussex, maar de familie bleef reizen. In Zuid-Afrika was Kipling als oorlogscorrespondent getuige van de Boerenoorlog. Kim (1901) en de Just so stories (1902) verschijnen. In 1907 kreeg hij als eerste Engelse schrijver de Nobelprijs voor literatuur. In de Eerste Wereldoorlog bezocht hij het oorlogsfront in Frankrijk en moet hier een nieuwe persoonlijke slag verwerken: zijn zoon John, soldaat, werd als vermist opgegeven.
Kipling stierf in 1936. Hij werd bijgezet in de Poet's Corner van Westminster Abbey. Een jaar na zijn dood verscheen zijn niet voltooide autobiografie Something of myself.
| |
Werk
Kiplings grootste kracht ligt in het vertellen van verhalen. Hij was dol op kinderen en las ze veel voor. De Just so stories en vooral The Jungle books zijn nog steeds erg populair. Kingsley Amis maakt een kritische opmerking over de verhalen in zijn biografie. Hij heeft het over ‘paraded wisdom’ en vindt het echt boeken die ouders voor hun kinderen kopen.
Kipling heeft een bloemrijk en ritmisch taalgebruik. Hij spreekt in de Just so stories zijn lezerspubliek toe met: ‘O, my best beloved’, gebruikt veel bijvoeglijke naamwoorden, alliteraties en herhalingen. De twaalf verhalen, afgewisseld door twaalf gedichten, zijn zeer geschikt om voorgelezen te worden. Ze hebben als thema de oorsprong van de verschillende eigenschappen van dieren en ook vertellen ze waar menselijke vaardigheden uit voortvloeien. Het olifantsjong is wel het bekendste verhaal uit de bundel: het beschrijft waarom olifanten een slurf hebben. Het zijn allemaal ‘waarom’-verhalen, die in de oorspronkelijke versie door Kipling zelf geïllustreerd zijn.
The Jungle books bestaan uit twee delen. Dit is zijn beroemdste werk. Veel padvinders kregen het in de ja-
| |
| |
Illustratie van Hans Bishoff uit Zó zit dat
ren vijftig cadeau toen de boy-scout-beweging bloeide. Mowgli, een mensenkind, wordt in de jungle van India opgevoed door een wolvenhorde en beleeft spannende avonturen met Balloo, de beer, Kaa, de slang en de panter Bagheera. De ‘Law’, de ongeschreven wet van de wildernis bepaalt het doen en laten van mens en dier en het belangrijkste gebod is gehoorzaamheid. Ongehoorzaamheid wordt met de dood bestraft. Het zijn verhalen, ook weer afgewisseld door gedichten, waarin machtsverhoudingen en gevoelens van haat een grote rol spelen. In 1942 filmde Zoltan Korda Rudyard Kipling's Jungle book met het Indiase jongetje Sabu in een sterrol. In 1936 speelde Sabu al in Elephant Boy, een verhaal uit het Jungle book. Walt Disney maakte in 1967 een succesvolle versie.
Captains Courageous is een boek waarin geen dieren centraal staan. Toen Kipling in Vermont woonde, leerde hij Dr. James Conland kennen, die als jongen op een vissersvloot had gevaren. Naar aanleiding van zijn avonturen schreef Kipling het verhaal van de verwende miljonairszoon Harvey Cheyne, die als schipbreukeling wordt opgepikt door een vissersboot en door het harde leven aan boord een volwassen flinke kerel wordt met gevoel voor verantwoordelijkheid. Kameraadschap is een belangrijk thema in dit boek, dat in 1937 werd verfilmd.
| |
Kim
De kroon op Kiplings werk is Kim. Dit boek is geschikt voor zowel jonge als volwassen lezers. In zijn autobiografie maakt Kipling een vaak geciteerde opmerking over de ver- | |
| |
schillende niveau's waarop hij schreef: ‘since the tales had to be read by children, before people realised that they were meant for grown-ups... I worked the material in three or four overlaid tints and textures, which might or might not reveal themselves according to the shifting light of sex, youth and experience.’ Toen hij Kim had voltooid, klaagde hij erover dat hij nooit een echte roman had geschreven. Kim telde voor hem niet mee: hij vond het een ‘picaresque and plotless story’. Juist dit boek maakte hem wereldberoemd. Het geeft een prachtig, sfeervol beeld van India, het land en zijn bewoners. Allerlei aspecten van het Indiase leven, de geuren, geluiden, de levensgewoonten, de kleding, het eten, de manier van reizen worden zeer gedetailleerd en met grote liefde beschreven. Kimball O'Hara, een wees van een soldaat van een Iers regiment, brengt zijn kindertijd als vagebond door in Lahore, todat hij een oudere lama uit Tibet ontmoet en hem begeleidt op zijn reizen. De jonge lezer zal niet in de gaten hebben, dat Kim, die tussen twee werelden staat, met zijn enorme kennis van het land er toch mee instemt, dat het land India onder Engels bestuur blijft.
| |
Waardering
Toen Kipling zich in 1902 in Engeland vestigde, was de helft van zijn leven voorbij en waren de belangrijkste werken geschreven. Zijn jeugd in India en zijn verblijf in Zuid-Afrika waren van grote invloed op zijn werk. In Kaapstad leerde hij Cecil Rhodes kennen, de stichter van Rhodesië, en Lord Baden-Powell, de inspirator van de padvindersbeweging, die hij zeer bewonderde. Op politiek gebied had Kipling een duidelijke mening: hij was overtuigd antiboer en vond dat de blanke mens de enig juiste was om de ‘white man's burden’ te dragen, omdat de inheemse bevolking onmachtig was het land zelf te besturen. Zijn imperialistische idealen en moralistische ideeën vonden steeds minder gehoor en zijn positie werd nog geïsoleerder toen de rechtervleugel van de Conservatieve partij viel. Kipling bleef geloven in de beschavende invloed van het Westen en hij pleitte voor imperialistische expansie.
Pas in de jaren zeventig kreeg zijn werk weer meer belangstelling. Er verschenen enkele gedegen biografieën: Martin Fido (1974), Kingsley Amis (1976), Angus Wilson (1977) en Lord Birkenhead (1978). Vijftig jaar na zijn dood werd het grootste deel van zijn oeuvre opnieuw uitgegeven.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
The light that failed (1891), Plain tales from the hills (1888), Debits and Credits (1926), Something of myself (1937). |
| |
| |
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde kinderboeken
|
Wee, Willie Winkie and other stories (1888), Stalky and Co. (1899), Puck of Pook's Hill (1906), Rewards and Fairies (1910). |
In het Nederlands vertaalde kinderboeken
|
The Jungle books (1895): Het Jungleboek. Vertaald door J. en M. Duyvewaert. Met illustraties van Pavel Major. Amsterdam, H.J.W. Becht, 1982. |
Captains Courageous (1897): Kapitein Courageous. Vertaald door Theo Horsten. Bussum, De Boer, 1979. |
Just so stories (1902): Hoe het luipaard zijn vlekken kreeg, en andere verhalen. Vertaald door G. Andriessen-Van de Zande. Met illustraties van Wim Bijmoer. Baarn, Hollandia, 1974. |
The Elephant's child: Het olifantsjong. Vertaald door Frans Kellendonk. Met illustraties van F. Corona. Utrecht/Antwerpen, Bruna, 1976. |
Just so stories (1902): Zó zit dat. Vertaald en bewerkt door Annie M.G. Schmidt en Han G. Hoekstra. Met illustraties van Hans Bishoff. Amsterdam, Becht, 1985. |
Voor oudere jeugd
|
Kim (1901): Kim. Vertaald door R. Slootjes. Amsterdam/Antwerpen, 1970. |
Over Kipling
|
Cornelia Meigs e.a., A critical history of Children's literature. London, The Macmillan Company, 1969, blz. 310-317. |
John Rowe Townsend, Written for children. Harmondsworth, Penguin Books, 1974, blz. 118, 119 en 124-128. |
Kingsley Amis, Rudyard Kipling and his world. London, Thames and Hudson, 1975. |
Angus Wilson, The strange ride of Rudyard Kipling. London, Secker and Warburg, 1977. |
Lord Birkenhead, Rudyard Kipling. London, Weidenfeld and Nicholson, 1978. |
Doeschka Meijsing, Rudyard Kipling: padvinder en weesjongen. In: Vrij Nederland, 29-4-1978. |
Norman Page, A Kipling Companion. London, Macmillan Press, 1984. |
Charles Carrington, Rudyard Kipling: His life and work. Harmondsworth, Penguin Books, 1987. |
15 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1987
|
|