Werk
Constant de Kinder was een volkse verteller die zich graag liet inspireren door de geschiedenis en door oude sprookjes, sagen en legenden. Dat blijkt ook uit het boek waardoor hij is blijven voortleven. In het manuscript droeg Jan Zonder Vrees oorspronkelijk de ondertitel ‘Een Antwerpsch sprookje’, wat door de auteur zelf werd gewijzigd in ‘Een XVe eeuwsche vertelling’. Het gaat inderdaad om een historisch verhaal (een avonturenverhaal in een historisch kader) dat uitgaat van sprookjesmotieven.
De held, Jan Zonder Vrees, is ijzersterk en van niets bang. Als hij op het kerkhof een spook ontmoet, smakt hij het tegen de kerkhofmuur. Dit is een variatie op het volkssprookje ‘Jan zonder Vrees’, nummer 326 in de sprookjesindex van Aarne en Thompson (zie: volkssprookjes). Maar het spook blijkt een jongen uit de buurt te zijn, en hij heeft de smak niet overleefd. Om aan arrestatie te ontsnappen vlucht Jan al zwemmend de Schelde over, en beleeft dan een hele reeks avonturen waarbij de lezer kennis maakt met allerlei aspecten van de middeleeuwse samenleving: de feodale uitbuiting, de heksen- en jodenvervolging, het ridderleven. Jan is een verlichte geest met een groot rechtvaardigheidsgevoel, en met zijn sprookjesachtige kracht neemt hij het overal op voor de zwakken en de verdrukten. Uiteindelijk redt hij zelfs de hertog van Bourgondië, zijn naamgenoot, en met eer overladen en welgesteld keert hij naar Antwerpen terug, waar hij duidelijk maakt dat hij helemaal niet schuldig is aan moord.