| |
| |
| |
Yvonne Keuls
door Hilly Appel
Foto: Pan Sok
Yvonne Keuls is op 17 december 1931 als Yvonne Bamberg geboren in Batavia, Nederlands-Indië. Toen ze zeven jaar was kwam het gezin naar Nederland. Na een opleiding hbs-b aan het Grotius Lyceum in Den Haag studeerde ze voor onderwijzeres. Ze stond tweeënhalf jaar voor de klas. In 1954 trouwde ze met Rob Keuls en werd ze, zoals toen gebruikelijk was, ontslagen.
Ze begon te schrijven. Na jaren lukte het haar wat toneelstukken te publiceren; onder de naam Yvonne Bamberg debuteerde ze met het toneelstuk Foei toch, Frances! Ze kreeg een vaste rubriek in Het Vaderland en bij de vara- en avro-radio. Ook schreef ze cursiefjes over haar gezin. Op verzoek van de ncrv maakte ze televisiescenario's van De boeken der kleine zielen van Couperus, De koperen tuin van Vestdijk en Klaaglied om Agnes van Marnix Gijsen.
Na een inzinking wilde Yvonne Keuls niet meer schrijven. Via lezingen op scholen en via haar drie dochters kwam ze in contact met kinderen met problemen. Samen met anderen zette ze een opvanghuis voor jongeren op. Haar ervaringen in dit opvangcentrum voor verslaafde en weggelopen jongeren verwerkte ze in de roman Jan Rap en z'n maat (1977). De toneelbewerking hiervan door de schrijfster zelf had veel succes. Het boek is ook verfilmd. Eenmaal in aanraking gekomen met de wereld van drugverslaafden, verdiepte Yvonne Keuls zich in de problemen van hun ouders en schreef De moeder van David S., geb. 3 juli 1959 (1980).
Inmiddels was ze door het grote
| |
| |
succes van haar romans bekend geworden en werd ze regelmatig benaderd door kinderen en volwassenen in probleemsituaties. Zo dienden onderwerpen voor nieuwe romans zich aan en werd Yvonne Keuls schrijfster tegen onrecht.
Betrokken als ze is bij de problemen waar ze over schrijft, houdt de auteur veel lezingen op scholen en zet ze zich daadwerkelijk in om daklozen, drugverslaafden en andere underdogs te helpen.
Vanaf 1992 stond ze enkele seizoenen in het theater met het programma Het land van mijn moeder, waarin ze verhalen vertelde uit haar jeugd.
De toneelproductie Jan Rap en z'n maat is in 1978 bekroond met de Prijs van de Kritiek van de Kring van Nederlandse theatercritici en in 1979 met het Zilveren CJP van de Vereniging Cultureel Jongeren Paspoort. In 1992 kreeg ze voor haar gehele oeuvre de Floortje Bloem Prijs, vernoemd naar de hoofdpersoon van haar eigen boek Het verrotte leven van Floortje Bloem.
Het werk van Yvonne Keuls wordt in vele talen vertaald.
| |
Werk
Hoewel Yvonne Keuls al sinds 1962 publiceert en verhalen, hoorspelen, toneelstukken en kinderboeken heeft geschreven, is ze vooral bekend door haar romans over sociale problemen, zoals Jan Rap en z'n maat en De moeder van David S., geb. 3 juli 1959.
In deze boeken schrijft ze in een eenvoudige stijl over jongeren aan de zelfkant van de maatschappij: zwervers, drugverslaafden, prostituées. De romans zijn weliswaar niet uitgegeven als jeugdromans, maar worden veel gelezen door middelbare scholieren, die zich makkelijk kunnen identificeren met de jeugdige personages.
Personen en situaties in de boeken van Yvonne Keuls zijn geënt op de werkelijkheid; ‘Al mijn boeken zijn op feiten gebaseerd,’ zegt ze zelf, ‘feiten die ik tot op de bodem uitgezocht heb, anders had ik wel twintig Kort Gedingen aan mijn broek gekregen.’
De schrijfster heeft de nadrukkelijke bedoeling haar boeken te gebruiken als wapen tegen onrechtvaardige situaties. Zo verwerkte ze in Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel (1985) het waargebeurde verhaal over een kinderrechter die pedofiele relaties onderhield met aan zijn zorg toevertrouwde jongens. De publicatie van dit in de doofpot gestopte gegeven is haar zeer kwalijk genomen door de rechterlijke macht. Het werd een gevecht via de media dat veel van de schrijfster vergde.
In een daarop volgende periode van bezinning schreef Yvonne Keuls twee autobiografisch getinte boeken: Daniel Maandag (1988), waarin haar oorlogsherinneringen een rol spelen, en De tocht van het kind (1990), over haar vroegste jeugd in Indië.
| |
| |
Deze boeken zijn anders van karakter dan de eerdere romans, korter, soberder. Formulering en opbouw zijn zorgvuldiger.
Met Meneer en mevrouw zijn gek (1992) keerde Yvonne Keuls terug naar haar bekende thema: sociale problemen. In dit boek beschrijft ze het (vaak tragische) leven in een psychiatrische inrichting.
Naast de ‘sociale romans’ en de boeken geënt op jeugdherinneringen schreef Yvonne Keuls ook vele cursiefjes en korte verhaaltjes over haar gezin, die in diverse bundels zijn uitgegeven. Verder schreef ze enkele prentenboeken voor jonge kinderen.
| |
De moeder van David S., geb. 3 juli 1959
Dit boek beschrijft een aantal jaren uit de geschiedenis van een gezin, waarvan de oudste zoon David aan drugs verslaafd is. David laat zijn school schieten, steelt en neemt rare vrienden mee. Het gezin raakt in een isolement en dreigt kapot te gaan. Het kost moeder Len jaren om te beseffen dat ze David los moet laten om zichzelf en haar gezin te redden.
Yvonne Keuls heeft De moeder van David S. zowel voor televisie als voor toneel bewerkt.
| |
Prentenboeken
Voor jonge kinderen heeft Yvonne Keuls een drietal prentenboeken geschreven. Net als in haar romans, neemt Yvonne Keuls ook in deze prentenboeken, duidelijk stelling; ze heeft een boodschap.
In Waar is mijn toddeltje (1983) zoekt een peuter samen met mama naar haar zoekgeraakte knuffeldoek. Het is een simpel verhaal met een veilige afloop.
De hangmat van Miepie Papoen (1984) gaat over een boerin die het te druk heeft om eens lekker in haar hangmat te gaan liggen. Haar boerderijdieren kruipen er wél in en het touw breekt. Miepie repareert de hangmat en besluit dan om er zelf in te gaan liggen. De duidelijke boodschap van het verhaal is, dat je niet altijd hoeft te werken, maar ook mag genieten.
Het Welles Nietes Boek (1985) gaat over twee kinderen die ruzie maken en daardoor veel missen van wat er om hen heen gebeurt. In dit boek wordt het verhaal grotendeels verteld door de prenten van Gitte Spee.
| |
Waardering
Yvonne Keuls schrijft ‘recht voor z'n raap’, in een eenvoudige, onopgesmukte stijl. Dit soort typeringen, meer of minder bewonderend bedoeld, komen in de recensies over haar werk telkens terug. Vaak wordt opgemerkt dat de boeken van Yvonne Keuls niet literair zijn. Zelf heeft de schrijfster daar geen boodschap aan. ‘In bibliotheken krijg ik te horen dat de boeken van mij het meest gestolen worden. [-] Wat kan mij het dan nog schelen als een schrijver die minder succes heeft of voor wie ik een concurrent ben, zegt dat het geen literatuur is wat ik schrijf?’
| |
| |
Vooral onder middelbare scholieren is Yvonne Keuls razend populair. Haar boeken worden veel voor de lijst gelezen. In een enquête onder 1400 scholieren kwam ze na Harry Mulisch als de beste Nederlandse auteur uit de bus.
Regelmatig wordt de schrijfster verweten een succesformule te hanteren en misbruik te maken van de populariteit van bepaalde onderwerpen. Yvonne Keuls vindt dat verwijt onzinnig. Ze krijgt zeer veel brieven van lezers en denkt dat haar succes te verklaren is door de ‘gewone mensentaal’ waarin ze schrijft.
Recensies over De moeder van David S. gaan vaak sterk over de inhoud. Critici nemen stelling voor of tegen de boodschap die Keuls met haar boek uitdraagt. Zo uit Inge van den Blink in de Provinciale Zeeuwse Courant bedenkingen tegen de ‘stepping stone theorie’ die spreekt uit de zin ‘Er is nog nooit iemand aan de heroine gekomen die niet met hasjroken begonnen is’. Dezelfde zin van Yvonne Keuls wordt met instemming geciteerd door Ab Visser in de Leeuwarder Courant. Door diverse recensenten wordt opgemerkt dat de auteur met een zeldzame helderheid en eenvoud schrijft over een zo gecompliceerd probleem als druggebruik.
De gebundelde cursiefjes en de prentenboeken zijn veel minder bekend dan de probleemboeken. Ze worden door critici matig gewaardeerd.
De twee autobiografische novellen, Daniel Maandag en De tocht van het kind werden gezien als een omslag in het werk van Yvonne Keuls. De meningen erover waren verdeeld. Waar de ene recensent waardering had voor het authentieke naïef-kinderlijke perspectief, vond de andere het traditioneel en romantisch, niets toevoegend aan wat er al was.
| |
Bibliografie
Keuze uit haar werk voor volwassenen
|
Yvonne Bamberg, Foei toch, Frances! Amsterdam, Rijnland, 1960. |
De toestand bij ons thuis. Met illustraties van Otto Dicke. Rotterdam, Ad. Donker, 1969. |
De koperen tuin. Een hoorspelserie in 10 delen naar de gelijknamige roman van Simon Vestdijk. Utrecht, Knippenberg, 1975. (Bulkboek nr. 30). |
Van huis uit. Den Haag, Leopold, 1976. |
Jan Rap en z'n maat. Met illustraties van Claudette Keuls [niet in de eerste druk]. Baarn, Amboboeken, 1977. (Gelijknamig toneelstuk: Bussum, De Toneelcentrale, 1977.) |
Keuls potje. Met illustraties van Claudette Keuls. Den Haag, Leopold, 1979. |
Keulsiefjes. Met illustraties van Claudette Keuls. Den Haag, Leopold, 1980. |
De moeder van David S., geb. 3 juli 1959. Met illustraties van Claudette Keuls. Baarn, Ambo, 1980. (Gelijknamig toneelstuk: Bussum, De Toneelcentrale, 1986.) |
Het verrotte leven van Floortje Bloem. Met illustraties van Claudette Keuls [niet in de eerste druk]. Baarn, Ambo, 1982. |
Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel. Met illustraties van Claudette Keuls. Baarn, Ambo, 1985. |
| |
| |
Daniël Maandag. Amsterdam, De Bijenkorf, 1988. (Uitgave ter gelegenheid van De Literaire Boekenmaand, maart 1988. 2e dr. Baarn, Ambo, 1988.) |
Indische tantes. Met illustraties van Arie Weber. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1988. |
Beestjes. Met illustraties van Arie Weber. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1988. |
Alwientje. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1988. (Uitgebreide herdruk Amersfoort, Novella, 1991.) |
De tocht van het kind. Baarn, Ambo, 1990. |
Mijnheer en mevrouw zijn gek. Baarn, Ambo, 1992. |
Lowietjes smartegeld, of Het gebit van mijn moeder. Baarn, Ambo, 1995. |
Kinderboeken
|
Waar is mijn toddeltje? Met illustraties van Carin Vogtländer. Den Haag, Leopold, 1983. |
De hangmat van Miepie Papoen. Met illustraties van Carin Vogtländer. Den Haag, Leopold, 1984. |
Het Welles Nietes boek. Met illustraties van Gitte Spee. Den Haag, Leopold, 1985. |
Over Yvonne Keuls
|
Ab Visser, recensie over De moeder van David S. In: Leeuwarder Courant, 29-8-1980. |
Inge van den Blink, recensie over De moeder van David S. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 13-10-1982. |
Ria Veijgen, Yvonne Keuls, vier romans. Laren, Walva-Boek, 1988. |
Eva Roskam, Lezen over Yvonne Keuls. Den Haag, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1993. |
Afdeling Collecties van de pbcg, Yvonne Keuls; schrijversmap nr. 94-3. Provinciale Bibliotheekcentrale Gelderland, Arnhem, 1994. |
43 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1997
|
|