| |
| |
| |
Henk van Kerkwijk
door Max Verbeek
Henk van Kerkwijk werd op 28 mei 1940 in Amsterdam geboren. Na de Montessori-kweekschool gevolgd te hebben, koos hij niet voor het onderwijs maar voor het schrijverschap. Hij debuteerde in 1965 met de roman De stervende dode; twee jaar later verscheen zijn eerste kinderboek, De ontvoering uit ‘De Swaan’. Behalve romans en kinderboeken publiceerde hij onder meer poëzie en toneel; daarnaast schreef hij hoorspelen en televisiespelen.
Voor Geweer met tegenslag ontving hij in 1965 de Reina Prinsen Geerligsprijs en in 1966 de Anne Frankprijs. Komplot op volle zee werd in 1969 bekroond als Kinderboek van het jaar, voor Schakelfout kreeg hij in 1971 een Zilveren Griffel.
| |
Werk
Henk van Kerkwijk is een veelzijdig schrijver. Door steeds van genre te wisselen wil hij sleur in zijn werk voorkomen. Dat is een van de redenen waarom hij ook voor kinderen is gaan schrijven. Een ander motief dat hij in een interview noemt: ‘De kinderboeken die ik schrijf ontlasten me. Als je alleen proza [voor volwassenen] schrijft, ga je je doodstaren op futiliteiten.’ Ook commerciële motieven spelen een rol: ‘De markt voor literatuur voor volwassenen is verzadigd, aan jeugdboekenschrijvers is een geweldige behoefte. Daar ligt een geweldig werkterrein braak.’
Het feit dat Van Kerkwijk zowel voor volwassenen als voor kinderen schrijft, was aanleiding tot enige studies van overeenkomsten en verschillen, met als doel specifieke kenmerken van jeugdliteratuur te achterhalen. Zelf zegt Van Kerkwijk: ‘Ik vind het gewoon plezierig een aantal verschillende kunstvormen, vormen van literatuur te beoefenen. Een kinderboek
| |
| |
heeft geen andere normen volgens mij, wel andere grenzen, andere beperkingen ook. Over een aantal dingen kun je voor kinderen (nog) niet schrijven, over een ander aantal juist heel goed.’
Een opvallend verschil tussen Van Kerkwijks werk voor volwassenen en zijn kinderboeken zijn de hoofdpersonen. In zijn werk voor volwassenen zijn dat in het algemeen eigentijdse, mensenschuwe jonge mannen, die in een identiteitscrisis verkeren als gevolg van sociaal isolement, angsten en sexuele frustraties, die vaak veroorzaakt zijn door ongelukkige jeugdervaringen. Zij maken een bewustwordingsproces door dat òfwel leidt tot herkenning en aanvaarding van zichzelf òf hun agressief en sociaal gedrag leidt tot hun volledige ondergang.
De hoofdpersonen van Van Kerkwijks jeugdboeken kijken heel anders tegen het leven aan: het zijn optimistische jongens (en soms ook meisjes) van 10 à 12 jaar, die van aanpakken weten. Zij worden slechts geplaagd door problemen van buitenaf, die gelukkig wel oplosbaar blijken. Of zijn fantasiekinderen zich nu bevinden in het verleden, of in het huidige, roerige Amsterdam of in ongewisse science-fictionsituaties, steeds hebben ze te kampen met onbetrouwbare, domme volwassenen die hen bedreigen of wier problemen zij moeten oplossen. Hun leven wordt beheerst door kwade en magische krachten van buitenaf. Tovenarij en duivelse kunsten, buitenaardse bezoekers, ‘telekinese’ en ‘uittreding’ zorgen voor avontuurlijke en fantastische belevenissen. Gruwel en geweld is evenals in zijn verhalen voor volwassenen ook hier aanwezig, maar wordt met mate gedoseerd. De moeilijkheden worden overwonnen en de vijanden uitgeschakeld. Van Kerkwijk besteedt veel zorg aan de karaktertekening van de hoofdrolspelers in deze avonturenverhalen. Helden en schurken geeft hij ieder een eigen identiteit.
Stilistisch zijn zijn jeugdboeken eenvoudig. Van Kerkwijk probeert de lezer voortdurend te boeien door de gebeurtenissen op de voet te volgen, zonder gebruik te maken van flashbacks of lange overpeinzingen. Zijn dialogen zijn meestal vlot geschreven, mede dankzij zijn hoorspelervaring. De ontvoering uit ‘De Swaan’, Komplot op volle zee en Paniek op Ganymedes bracht hij eerst als hoorspel uit.
| |
Historische romans
Drie jeugdboeken van Van Kerkwijk spelen in de 17de eeuw: De ontvoering uit ‘De Swaan’, Komplot op volle zee en Meindert Swarteziel en het bloed van de duivel. Het zijn spannende avonturenverhalen met bekende ingrediënten als muiterij, zee- en struikrovers, heksenjacht en zwarte magie. Middels de keuze van zijn verhaalfiguren laat de auteur zien welke maatschappelijke wantoestanden er in het toenmalige Nederland heersten, onder andere als gevolg van
| |
| |
Illustratie van R.D.E. Oxenaar uit Komplot op volle zee
de grote verschillen tussen arm en rijk en de ruzies tussen de verschillende religies.
Zijn debuut, De ontvoering uit ‘De Swaan’, is nog houterig van stijl, heeft een zwakke plot, vlakke verhaalfiguren en de vaderlandse geschiedenis is slordig gebruikt ten behoeve van een spannend verhaal.
Komplot op volle zee is zijn best geslaagde historische roman. Aan het begin van de 17de eeuw beleven twee jongens, Isaac, de zoon van een rijke Amsterdamse reder van Portugees-joodse herkomst, en Derck, de zoon van een arme Brabantse boer, een ruig zeemansavontuur op een reis naar Afrika. Samen verijdelen ze een komplot van muitende zeelui en ze lossen ook nog ver van huis een in Amsterdam gepleegde diefstal op. Het verhaal zit goed in elkaar, is met vaart geschreven en voorzien van veel historische informatie. Een belangrijk motief is de betrekkelijkheid van uiterlijke kenmerken.
| |
Toekomstverhalen
Naast deze historische verhalen schreef Van Kerkwijk verhalen die zich in de toekomst afspelen. De science fiction is in Schakelfout en Paniek op Ganymedes van ondergeschikt belang. Ze gaan minder over technische hoogstandjes in de ruimte, meer over mensen die wel over techniek beschikken, maar er nog niet mee kunnen leven en over de onmacht van kinderen tegenover een starre grote-mensenwereld.
Paniek op Ganymedes speelt in het jaar 2177 op de planeet Ganymedes. Een geleerde experimenteert met het verplaatsen van zaken door denkkracht, ‘telekinese’. Dit experiment veroorzaakt een complete babyverhuizing over alle planeten. Zijn 11-jarige zoon helpt bij het herstellen van de chaos. Het is een fantasievol verhaal, dat problemen uit het heden naar de toekomst overbrengt om zo duidelijk te maken wat er volgens de auteur aan de hand is.
| |
| |
| |
Eigentijdse verhalen
Van Kerkwijk heeft ook enkele verhalen geschreven die in deze tijd spelen. Ze gaan grotendeels over het woelige grote-stadsleven van kinderen in Amsterdam. Ook hier gaat de sympathie van de schrijver duidelijk naar zijn jeugdige hoofdpersonen, omdat die nog over fantasie beschikken en machteloos staan tegenover volwassenen. Die kunnen ze hoogstens af en toe belachelijk maken of tegen de schenen schoppen.
Net als zijn historische en toekomstverhalen worden deze eigentijdse verhalen door critici meer gewaardeerd om de fantasie dan om de stilistische kwaliteiten.
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
De stervende dode. Amsterdam, Meulenhoff, 1965. |
Geweer met terugslag. Amsterdam, Meulenhoff, 1966. |
Rotte fazant. Amsterdam, Meulenhoff, 1967. |
Tot de aanval. Amsterdam, Meulenhoff, 1968. |
Mythen, legenden en andere anachronismen. Amsterdam, Meulenhoff, 1970. |
Jeugdboeken
|
De ontvoering uit ‘De Swaan’. Met illustraties van Dick de Wilde. Amsterdam, Ploegsma, 1967. |
Komplot op volle zee. Met illustraties van R.D.E. Oxenaar. Amsterdam, Ploegsma, 1968. |
Schakelfout. Met illustraties van The Tjong Khing. Amsterdam, Ploegsma, 1970. |
Arthur en de lettervreter. Met tekeningen van Paul Hulshof. Amsterdam, CPNB, 1973. (Kinderboekenweekgeschenk) |
Meindert Swarteziel en het bloed van de duivel. Met illustraties van Fiel van der Veen. Amsterdam, Ploegsma, 1973. |
De griezelgolf. Met illustraties van Carl Hollander. Amsterdam, Ploegsma, 1975. |
Samen met C. Buddingh', De nieuwe trapeze. Deel E. Groningen, Wolters-Noordhoff, 1975. |
Waar een wiel is, is een weg. Met illustraties van Fiel van der Veen. [Z. pl.], Rabobank, 1975. |
De ark van Noach. Met illustraties van Erna Emhardt. Amsterdam, Ploegsma, 1977. |
Paniek op Ganymedes. Omslagillustratie van Fiel van der Veen. Utrecht, Sjaloom, 1981. |
Uit de vuilnisbak, Belevenissen in een grote stad. Met illustraties van Fiel van der Veen. Odijk, Sjaloom, 1981. |
Esther is lief. Met illustraties van Anjo Mutsaars. Tilburg, Zwijsen, 1982. |
De jacht op het suikeren bruidspaar. Met illustraties van Sylvia Weve. Tilburg, Zwijsen, 1982. |
Dondergoden en pestkoppen. De Noorse mythen, voor kinderen verteld. Met illustraties van Lidia Postma. Utrecht, Sjaloom, 1982. |
Over Henk van Kerkwijk
|
Diederik Grit, Henk van Kerkwijk en zijn lezers. In: Project jeugdliteratuur, aflevering 2.0.0.2 (1977.) |
E. van Lith en B. van der Wurff, Henk van Kerkwijk, Den Haag, 1979. (NBLC-Monografieën, serie m, nr. 1.) |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 3 (1979), nr. 1. |
Toke Hofman, De historische jeugdroman. In: Leestekens, jaargang 2 (1981-1982), blz. 28-35. |
Mariska Hammerstein, Jeugdliteratuur: een genre apart. In: Leestekens, jaargang 5 (1984-1985), blz. 21-23. |
8 Lexicon jeugdliteratuur
augustus 1985
|
|