Jeugdbibliotheekwerk
5. Collectie
door Annerieke Freeman-Smulders
De collectie van een jeugdbibliotheek kan variëren van 6.000 tot 50.000 banden, en bevat verhalende en informatieve materialen voor de jeugd en informatie over jeugdliteratuur en jeugdbibliotheekwerk voor de volwassen gebruikers. Omdat kinderen altijd aangewezen zijn op de dichtst bijzijnde bibliotheekvestiging moet elke jeugdafdeling in principe aan hun behoefte kunnen voldoen. Alleen grotere jeugdbibliotheken beschikken over uitgebreide documentatie en ander studiemateriaal met betrekking tot jeugdliteratuur, boekpromotie en jeugdbibliotheekwerk. Deze grotere bibliotheken beschikken over meer dubbel-exemplaren van kinderboeken en meer buitenlandse prentenboeken; daar bevinden zich ook collecties boeken en andere materialen die voor lezingen gebruikt worden, en in het algemeen materiaal dat moet dienen als ondersteuning van de collecties in de aangesloten bibliotheken. Enkele grotere jeugdbibliotheken beschikken over een collectie oude, of zeer speciale kinderboeken.
(Jeugd)bibliothecarissen belast met collectievorming zijn niet verplicht landelijke richtlijnen te volgen, maar oefenen hun verantwoordelijkheid binnen de eigen bibliotheekorganisatie uit. Gedachtevorming en toetsen van ideeën met betrekking tot de collectievorming vindt echter wel landelijk plaats binnen het nblc (Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum) en met name binnen de sectie jeugdbibliotheekwerk van het nblc. Deze discussie is in eerste instantie gestoeld op de Doelstelling van het Jeugdbibliotheekwerk die spreekt over het actief bijdragen aan de ontplooiingsmogelijkheden van kinderen en ook over kwalitatieve en kwantitatieve kriteria die een rol spelen bij de collectievorming. Het kwantitatieve uitgangspunt dat bij de collectievorming wordt gehanteerd, is het streven naar een algemene vertegenwoordiging van het marktaanbod, een cijfermatige afspiegeling. Het kwalitatieve uitgangspunt is het streven naar het bevorderen van belangrijke functies zoals taalontwikkeling, ontwikkeling van fantasie, begripsvorming en wereldoriëntatie. Welk uitgangspunt de bibliothecaris kiest hangt af van zijn eigen interesse en van de sociale kaart van de wijk/gemeente waar de jeugdbibliotheek gevestigd is: de samenstelling van de bevolking naar leeftijd, geloofsovertuiging, leesgewoonten en aanwezigheid van verschillende etnische groeperingen. Ook de aanwezig-