Sociale bewogenheid kleurt ook de historische roman Het duivelskind (1991). Uitgangspunt is een heksenproces dat plaatsvond in Lier aan het eind van de zestiende eeuw. In verschillende hoofdstukken komen de belangrijkste betrokkenen aan het woord, een verteltechniek die Kolet Janssen vaker toepast. Duidelijk wordt dat niemand het patent op de waarheid heeft. In de houding van de rechters en de gruwel van de folteringen toont de schrijfster aan hoe angst voor de vrouw en seksuele frustraties een belangrijke rol speelden in de heksenvervolging. Anders van aanpak is Haydn (1992). In deze historische biografie mengt Janssen herinneringen en actueel beleefde gebeurtenissen.
Gaandeweg zijn in de boeken van Kolet Janssen familierelaties een steeds grotere rol gaan spelen. Voor jonge kinderen verwerkte ze die met veel fantasie en humor, voor oudere lezers zit de spanning in de combinatie van familiegeheimen en bovennatuurlijke verschijnselen. In Zonderdag (1995), een humoristisch fantasieverhaal, gaan Erik en zijn zus Klara op zoek naar een verloren horloge en uiteindelijk naar de tijd zelf, tijdens een dag dat de tijd stil staat. In Huis op hol (1995) zint een huis op wraak omdat het zich verwaarloosd voelt. Joris, die er pas is komen wonen, wordt door zijn drukke ouders vaak alleen in het huis achtergelaten. Het humoristische verhaal borduurt voort op gevoelens van vervreemding in een nieuw huis, waarbij de dingen veranderen in monsters.
In De koffer (1996) komt voor het eerst de combinatie van familiegeheimen en bovennatuurlijke verschijnselen aan bod. Als Margot de hutkoffer krijgt die aan haar overgrootmoeder Marie heeft toebehoord, krijgt ze vreemde dromen waarin Marie de hoofdrol speelt. Margot herkent in de blinde haat en afgunst die Marie voor haar broers en zus voelt, veel van zichzelf. In Het geheim (1997) verandert het leven van een gezin als er zich in de stad rare dingen voordoen met de auto's. Bij de oplossing van de raadsels speelt de oudste zus een cruciale rol.
De novelle Eiland (1996) neemt in het oeuvre van Kolet Janssen een aparte plaats in vanwege de poëtische sfeer en de nadruk op de gevoelens van de hoofdfiguur. Het boek beschrijft de evolutie die Nathalie doormaakt van verwarring naar aanvaarding, nadat ze van huis is weggelopen. Teruggetrokken op een eiland probeert ze alles op een rijtje te zetten.
In Het teken (1999) en Wisselkind (2000) komt de fantasie weer meer op de voorgrond. Het eerste boek bevat de herinneringen van Mirte aan de vreemde Alaart, die stierf door een ongeluk waarbij hij een kleuter redde. Rond de figuur van Alaart heerst veel geheimzinnigheid, door zijn naam, zijn rare kledij en zijn buitengewone goedheid. Mirte ziet hem aan voor een nieuwe Christus. Wisselkind combineert opnieuw fantasie met een fami-