| |
| |
| |
Informatieve reeksen
door Jacques Vos
Veel informatieve boeken voor kinderen verschijnen in serievorm. Voor uitgevers van deze boeken heeft de serievorm commerciële voordelen: ‘uitschieters’ trekken de mindere (minder populaire) boeken mee in de verkoop; het seriekarakter zorgt voor (grote) bekendheid en door het herkenbare en bekende stramien kunnen de produktiekosten laag blijven. Aan de populariteit van de informatieve reeksen heeft vooral het onderwijs een bijdrage geleverd: veel scholen schaffen - vaak kritiekloos - reeksen informatieve boeken aan voor de mediatheek. Zonder deze bijna gegarandeerde schoolmarkt zouden uitgevers van informatieve kinderboeken veel minder series kunnen uitbrengen. Een ander belangrijk afzetgebied wordt gevormd door de bibliotheken.
Tussen de verschillende reeksen bestaat een groot verschil wat het aantal titels betreft dat in de serie verschijnt. Dit verschil wordt voor een deel veroorzaakt door het overkoepelende thema van de serie. Een thema als ‘Godsdiensten van de wereld’, biedt bijvoorbeeld minder mogelijkheden dan thema's als ‘Het leven van de dieren’, ‘Kijk om je heen’ en ‘Onze wondere wereld’.
| |
Kenmerken
Een serie moet als zodanig herkend worden door de lezers (kopers). Een belangrijk kenmerk daarvoor vormt de serie-aanduiding. De uitgever zal op elk deel verwijzen naar de andere delen in de serie. De bekende fotoboekjes over dieren die door Meulenhoff worden uitgegeven, kennen geen specifieke serie-aanduiding. Maar door op de omslag afbeeldingen te plaatsen van andere boekjes in de serie is elk boekje herkenbaar als deel van de serie.
Ook de vormgeving zorgt voor de nodige herkenbaarheid. Elk boek in een serie wordt opgezet volgens hetzelfde stramien. Wie bijvoorbeeld een boek uit de serie ‘Het leven van de dieren’ ter hand neemt, ‘weet’ wat hij kan verwachten: over elk besproken dier krijgt hij een halve pagina tekst met daaronder een afbeelding van het dier op de andere helft. Naast deze tekst en illustratie treft hij detailafbeeldingen aan met een korte toelichting. Er staan geen foto's van dieren in, maar (zeer realistische) tekeningen.
Een geheel andere aanpak treffen we aan in de boekjes uit de serie ‘Kijk om je heen’. Over elk deelonderwerp krijgt de lezer in twee pagina's infor- | |
| |
matie; tekst en beeld (kaartjes, foto's, tekeningen) worden telkens over deze beide pagina's verdeeld.
Soms krijgt een aantal boekjes door de vormgeving (inclusief de wijze van illustreren), door de functie en door de onderwerpkeuze ongewild het karakter van een serie. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de boekjes van Midas Dekkers en Angela de Vrede (zoals: Eten is weten).
De samenhang tussen de verschillende delen van een serie kan zeer variëren. In de serie ‘Kinderen hebben rechten’ is deze samenhang duidelijk. In elk boekje van deze achtdelige serie gaan de auteurs in op een ‘recht’ dat kinderen hebben, bijvoorbeeld: recht op voedsel, recht op ontspanning, recht op een thuis. In deze serie zullen geen nieuwe deeltjes meer verschijnen, de serie is afgesloten. Een ander voorbeeld van zo'n gesloten serie is de reeks boeken die wordt aangeduid met de titel ‘Energie-atlas’.
Minder samenhang tussen de inhoud van de afzonderlijke boekjes treffen we aan in series als ‘De wereld in zicht’, ‘Natuurwereld’ en ‘Waard om te weten’. Natuurlijk zijn de onderwerpen van de boeken wel enigszins aan elkaar verwant, maar van een echte samenhang is nauwelijks sprake. De serie ‘Waard om te weten’ bijvoorbeeld, ‘wil de jeugd in aanraking brengen met een groot aantal problemen waar de wereld nu mee kampt’. Boeken die in deze serie verschijnen zijn onder meer: Honger in Afrika, Zure regen, Terrorisme en De Palestijnen. Een uitgever van dit soort series kan jarenlang doorgaan. Hij is slechts gebonden aan het thema ‘maatschappelijke realiteit’. We zouden deze series daarom half-gesloten kunnen noemen.
Er verschijnen ook ‘open series’. Voorbeelden hiervan zijn onder meer ‘De wereld op zak’, ‘Lantaarnreeks’ en de informatieve reeksen van uitgeverij De Ruiter. Deze reeksen hebben het karakter van een encyclopedie in afleveringen. Het is zeker geen toeval dat ze vooral door educatieve uitgeverijen op de markt worden gebracht. Menige mediatheek van basisscholen wordt erdoor gevuld (scholen kunnen zich er zelfs op abonneren).
| |
Onderwerpkeuze
Bregje Boonstra heeft er in De wereld van het kinderboek op gewezen dat vooral series over onderwerpen uit de natuur heel populair zijn, omdat er weinig risico's aan kleven voor de uitgever. Zij spreekt zelfs van ‘de lawine aan natuurboeken’. Series over historische onderwerpen (bijvoorbeeld: ‘Een kijkje in het verleden’ of ‘Stroomversnellingen in de Wereldgeschiedenis’) zijn goede tweede. Ook het aantal series over techniek scoort vrij hoog. Kunst en maatschappelijke onderwerpen zijn veel minder populair. Er zijn tekenen die erop wijzen, dat
| |
| |
uitgevers wat meer mogelijkheden gaan zien in maatschappelijke onderwerpen. De reeds genoemde series ‘Kinderen hebben rechten’ en ‘Waard om te weten’ zijn daar voorbeelden van. De markt voor serieboeken is ook enigszins trendgevoelig: milieueducatie is bijvoorbeeld ‘in’. Een serie als ‘Profiel’ (Red de walvis, Verdwijnende woongebieden) sluit bij deze trend aan. Overigens wordt de onderwerpkeuze voor bijna 100 procent bepaald door het aanbod op de buitenlandse markt. Alle tot nog toe vermelde series zijn vertaald (en soms) bewerkt. Dat geldt niet voor educatieve series. Dat daarin wel oorspronkelijk Nederlandse boekjes verschijnen heeft te maken met het gegeven, dat de uitgevers kunnen rekenen op een redelijk voorspelbare omzet (zeker bij een abonnementensysteem). Het is in dit verband symptomatisch dat de ‘series’ die door Meulenhoff Jeugd (vroeger Meulenhoff Informatief) worden uitgegeven (de boeken van Midas Dekkers en Angela de Vrede en de monografieën als Wijs met de Waddenzee en Achter dammen en dijken) niet als serie zijn bedoeld. Mede omdat het eerste deel van de ‘serie’ aansloeg, besloot de uitgever tot het uitbrengen van ‘vervolgdelen’. Hiermee is overigens niets negatiefs gezegd over deze boeken, integendeel: Meulenhoff is op het gebied van het informatieve jeugdboek een ‘voorbeeldige’ uitgever.
| |
Afstemming op de lezer
Het gros van de in Nederland en Vlaanderen verschijnende series is afgestemd op kinderen van twaalf, dertien jaar. Het betreft dan uitgaven voor de algemene markt. Veel series zijn daardoor eigenlijk ongeschikt voor kinderen van de basisschool. Bovendien bevatten veel series ‘moeilijke’ boeken. Moeilijk omdat zij vaak niet voldoen aan de criteria van begrijpelijkheid: eenvoudig geschreven, goed gestructureerde informatieoverdracht, voldoende pregnant en met een redelijk aanvullende stimulans (voorbeelden, oorspronkelijke vergelijkingen, persoonlijk taalgebruik e.d.). Vooral aan dit laatste criterium voldoen heel veel serieboeken nauwelijks. Ze bevatten vaak droge, afstandelijke teksten, ook al omdat er weinig zorg aan de vertaling/bewerking is besteed.
Informatieve series die door educatieve uitgeverijen op de markt worden gebracht, moeten nauwkeurig afgestemd zijn op de leeftijd en het leesniveau van de leerlingen. Deze moeten leren teksten begrijpend te lezen die steeds gecompliceerder worden wat betreft structuur en informatiegehalte. Een school kan aan deze ontwikkeling alleen maar een adequate bijdrage leveren, wanneer de leerkrachten over voldoende informatieve boeken beschikken die deze geleidelijke leesontwikkeling steunen en stimuleren. De boekjes uit de serie ‘De wereld op zak’ zijn hiervoor zeker
| |
| |
bruikbaar en nodigen door de moderne vormgeving (veel gekleurde illustraties, korte tekstblokjes) uit tot lezen. Deze boekjes richten zich echter op één leeftijdsgroep, namelijk de kinderen van groep vijf en zes van de basisschool.
Een andere aanpak hanteert Uitgeverij De Ruiter. Deze uitgeverij geeft informatieve boekjes uit die de coginitieve en (lees)ontwikkeling van de kinderen op de voet volgen. Dit blijkt onder andere uit de verhouding tussen de hoeveelheid tekst en het aantal illustraties. Het gaat om de series:
- De Kijkdoos; bestemd voor de groepen 1 tot en met 3 van het basisonderwijs; de illustraties (foto's) overheersen; we hebben te maken met een soort prentenboek.
- Mini-Informatie: bestemd voor de groepen 3 tot en met 5 van het basisonderwijs; elk hoofdstukje bestaat uit twee pagina's: een pagina tekst en een pagina illustratie(s).
- Informatie-Junior: bestemd voor de groepen 5 tot en met 7 van het basisonderwijs; de tekst wordt duidelijk belangrijker, geen illustraties meer over de gehele pagina.
- Informatie: bestemd voor de beide hoogste groepen van het basisonderwijs; de tekst krijgt duidelijk de meeste nadruk.
| |
Beoordeling
Boeken uit informatieve reeksen kunnen we op dezelfde manier beoordelen als ‘losse’ informatieve jeugdboeken. Het gaat dan om criteria als: inhoud (Is de inhoud in overeenstemming met het doel of de functie van het boek? Is de inhoud interessant/van belang voor de beoogde doelgroep?), taalgebruik (Voldoet de tekst aan de criteria van begrijpelijkheid? Raakt de lezer betrokken bij het onderwerp? enzovoort), betrouwbaarheid (Maakt de schrijver een verschil tussen feiten en meningen/vermoedens? Geeft hij verschillende standpunten weer? enzovoort), visies (Werkt de auteur vanuit een duidelijk geëxpliciteerde mens- en maatschappijvisie? Verwijst hij naar mogelijke maatschappelijke consequenties van de inhoud van het boek?), vormgeving (Verduidelijken de illustraties de tekst? Worden abstracte begrippen visueel toegelicht?), externe structuur (Is het boek goed toegankelijk voor de beoogde lezers? Geeft de auteur regelmatig een samenvatting van de informatie? enzovoort), bruikbaarheid (Kan het boek gebruikt worden bij bepaalde thema's/projecten? Voegt het boek iets toe aan de gebruikte methode(s) op school?).
Naast de algemene criteria kunnen we criteria hanteren die min of meer specifiek zijn voor series. Een specifiek beoordelingscriterium is bijvoorbeeld de al of niet aanwezige samenhang tussen de boeken van een serie. Vooral schoolseries missen
| |
| |
door het encyclopedisch karakter vaak enige samenhang. Bij deze series zouden leerlingen er baat bij hebben als de uitgever hun bepaalde samenhangen tussen de verschillende boekjes duidelijk zou kunnen maken, bijvoorbeeld door aan te geven welke boekjes bij een bepaald thema uit de wereldoriëntatie bruikbaar zijn.
Educatieve reeksen kennen nogal eens het abonnementensysteem. Voor de school kan dit nadelen opleveren: niet alle titels zijn even interessant en bruikbaar. Daarbij komt, dat reeds verschenen boekjes in de reeksen inhoudelijk niet worden aangepast. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat in een boekje over Zeeland de Oosterscheldedam nog steeds in aanbouw is.
Onder anderen Bregje Boonstra heeft erop gewezen, dat boekjes in educatieve reeksen nogal eens een saaie, droge indruk maken. Het kost de uitgevers moeite auteurs te vinden die èn deskundig zijn op een bepaald terrein èn voor kinderen kunnen schrijven. Daarbij komt dat auteurs van deze boekjes volgens een (vrij) vast stramien moeten schrijven. Dit stramien kan overigens ook negatief werken op de vormgeving (bijvoorbeeld soort en afmeting van de illustraties).
| |
Vertalingen
Niet elke vertaler van een informatief kinderboek is ook deskundig wat betreft het onderwerp van het te vertalen boek. (En niet elke deskundige is een kundig vertaler.) In veel gevallen zou bij het vertalen van een informatief boek sprake moeten zijn van samenwerking tussen een vertaler en een deskundige bewerker. Bovendien trekken uitgevers niet altijd hoog gekwalificeerde vertalers aan.
De inhoud van veel informatieve reeksen sluit niet of nauwelijks aan bij de leef- en belevingswereld van de Nederlandse kinderen. Twee voorbeelden uit het boek Vogels, een deel in de reeks ‘Natuur-Wereld’, een oorspronkelijk Italiaanse serie: ‘De lijster vinden we misschien minder terug in boeken over de natuur dan wel in kookboeken of in jagersrubrieken’, en ‘De goudvink is een van de sierlijkste vogels van bij ons. Deze vink nestelt zich in bergachtige gebieden, in struiken sparren en andere bomen. De winter brengt deze vogel in lagergelegen gebieden door’. Uit de eerste zin spreekt een houding ten opzichte van vogels die in Nederlandse vogelboeken niet meer voorkomt (en eveneens niet in kookboeken). De tweede zin zou suggereren, dat goudvinken niet in Nederland voorkomen, omdat wij immers geen ‘bergachtige gebieden’ hebben. In Nederland brengen goudvinken de winter ook niet door in ‘lagergelegen gebieden’. (Natuurlijk is hier ook sprake van slecht Nederlands. De uitgever, Deltas, vermeldt in het colofon
| |
| |
overigens niet de naam van de vertaler.)
Bij overname uit het buitenland zouden ook de illustraties aangepast moeten worden. Dit gebeurt echter bij hoge uitzondering (kosten!). Daardoor komt het nogal eens voor, dat informatieve kinderboeken illustratiemateriaal bevatten dat niet verwijst naar Nederlandse situaties (teksten op foto's zijn bijvoorbeeld niet vertaald).
| |
Recensies
Veel series zijn wat onderwerpkeuze betreft identiek. Een recensent zou bij de beoordeling de boeken uit de verschillende series over hetzelfde onderwerp met elkaar moeten vergelijken. Vooral scholen die overwegen een reeks voor de mediatheek aan te schaffen, zouden van zulke vergelijkende recensies veel voordeel kunnen hebben.
Verder kan nog opgemerkt worden, dat in recensies over jeugdboeken in dag- en weekbladen de informatieve reeksen heel weinig aandacht krijgen. Daardoor worden slechte reeksen nauwelijks gesignaleerd. Dit kan weer tot gevolg hebben, dat uitgevers nog jarenlang kritiekloos dit soort reeksen op de markt kunnen brengen. Er is nauwelijks een instantie die hen op de vingers tikt, hen kritisch volgt en begeleidt.
| |
Overzicht
(Een keuze, g = gesloten)
Educatieve series
|
Basisboekjes. De Ruiter, Gorinchem. |
Energie-atlassen. De Ruiter, Gorinchem. |
Godsdiensten van de wereld. De Ruiter, Gorinchem. (g) |
Groeiboekjes. De Ruiter, Gorinchem. |
Kinderen hebben rechten. De Ruiter, Gorinchem (g) |
Landenboeken. De Ruiter, Gorinchem |
Thema-atlassen. De Ruiter, Gorinchem. (g) |
Vraag maar raak boekjes. De Ruiter, Gorinchem. (g) |
Lantaarnreeks. Kok, Kampen. |
De wereld op zak. Zwijsen, Tilburg. |
Series voor de algemene markt
|
De natuur het hele jaar rond. C. de Vries-Brouwers, Antwerpen, Amsterdam. (g) |
Een kijkje in het verleden. Casterman, Doornik. |
Het dagelijks leven in de Derde Wereld/Verre Landen. Unieboek, Houten. |
Het leven van de dieren. Casterman, Doornik. |
Junior Landengidsen. J.H. Gottmer, Haarlem. (g) |
Kijk om je heen. Deltas, Aartselaar. |
Kinderen Wereldwijd. J.N. Voorhoeve, Den Haag. (g) |
Mensen voor mensen. Infodok, Leuven. |
| |
| |
Natuur-Wereld. Deltas, Aartselaar. |
De natuur in vraag en antwoord. Casterman, Doornik. |
Onze wondere wereld. Deltas, Aartselaar. |
Profiel. La Rivière & Voorhoeve, Kampen. |
Stroomversnellingen in de Wereldgeschiedenis. Casterman, Doornik. |
Waard om te weten. La Rivière & Voorhoeve, Kampen. |
Wolters Hobbytheek. Wolters-Noordhoff, Groningen. |
| |
Bibliografie
Magery Fisher, Matters of Fact. Leicester, 1972. |
Jaap Willems, Hoe maak ik wetenschap begrijpelijk?, Muiderberg, 1981. |
Jo Carr, Beyond Fact. Chicago, 1982. |
Marja Heerze, Piet Mooren, De Ruiter, een informatieproducent. In: En nu over jeugdliteratuur, jaargang 13 (1986), blz. 236-242. |
Bregje Boonstra, Informatieve lectuur. In: Annie Moerkercken van der Meulen en Harry Spelbrink, De wereld van het kinderboek. Groningen, 1987 (2). |
Marita de Sterck, Dieren te kijk, fotoboeken op kindermaat. In: Jeugdboekengids, jaargang 29 (1987), blz. 241-246. |
Jacques Vos, De wereld in zakformaat. In: Jeugdboekengids, jaargang 30 (1988), blz. 129-131. |
Jacques Vos, Informatie in een serie. In: Jeugdboekengids, jaargang 31 (1989), blz. 178-179. |
Jacques Vos, Meer dan feiten. Werken met het informatieve kinderboek op de basisschool. Gorinchem, 1989. |
23 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1990
|
|