| |
| |
| |
Frouck van der Hooning
door Janneke van der Veer
Froukje van der Hooning werd op 1 juni 1907 geboren in Meppel in een protestants-christelijk gezin. Het geloof bleef haar hele leven haar leidraad. Ze had een zwakke gezondheid en was aan één been gehandicapt. De periodes van noodzakelijke rust boden haar tijdens haar jeugd veel gelegenheid om te schrijven. Toen ze negen jaar was, schreef ze een verhaal dat gepubliceerd werd in De Automaat, een gratis krantje uitgegeven door N.V. Maatschappij tot Detailverkoop van Petroleum ‘De Automaat’.
Ze doorliep de kweekschool en werd onderwijzeres in Dokkum en Birdaard. In 1935 trouwde ze met Hendrik Jan Hetebrij (1904-1990), die ze had leren kennen op de kweekschool. Het echtpaar ging in het Overijsselse Ambt-Vollenhove wonen en kreeg twee dochters. Na de pensionering van haar man woonden ze enkele jaren in Axel op Zeeuws-Vlaanderen. Daarna trokken ze opnieuw naar Overijssel, waar ze in Hardenberg terechtkwamen.
In 1933 verscheen haar eerste kinderboek, De Ten Braggecate's. Ze publiceerde al haar boeken onder de naam Frouck van der Hooning. Haar schrijfactiviteiten combineerde ze met een grote interesse in geschiedenis. Ook hield ze veel lezingen voor vrouwenbonden.
Frouck van der Hooning overleed op 19 februari 1983 te Hardenberg.
| |
Werk
De boeken van Frouck van der Hooning ontstonden vanuit een protestants-christelijke levensovertuiging. Schrijven was voor haar een opdracht. Ze schreef meisjesboeken, jongensboeken, gezinsverhalen en boeken voor jonge kinderen. In de meeste verhalen komen situaties voor waarin kinderen in moeilijkheden raken doordat ze iets doen wat
| |
| |
verboden is. Zo gaat O, die rakkers! (1958), bestemd voor kinderen vanaf zeven jaar, over jongens die afdwalen in een perceel bos waar ze niet mogen komen. Eén van de jongens valt in het water en wordt ternauwernood gered door de boswachter. Ook Mily uit het meisjesboek Enfant terrible (1936) gaat regelmatig over de schreef. Haar brutaliteit leidt tot conflicten met haar pleegouders. Ze wordt dan door haar pleegvader streng gestraft en komt tot berouw. Belangrijker is het echter om berouw te tonen tegenover God. In de loop van het verhaal leert Mily dat ze altijd eerst alles aan God moet voorleggen.
Dit laatste speelt ook in de vier met elkaar samenhangende verhalen over Marjoke en Evelyn, waarin verschillende hoofdpersonen langdurig ziek zijn. Hun opstandigheid daarover vermindert wanneer ze steun zoeken bij God. Dat is bijvoorbeeld het geval in Evelyn en Marjoke helpen elkaar (1959), waarin Marjoke drie jaar lang een gipskorset moet dragen. Een vergelijkbare situatie komt voor in Durf het leven aan (1961), dat Frouck van der Hooning met haar vriendin Dieuwke Winsemius schreef en waarin deels dezelfde personages voorkomen als in de Marjoke en Evelyn-serie. In deze reeks verhalen komen ook diverse romances voor, die pas na allerlei strubbelingen een happy-end krijgen.
Naast een sterk godsvertrouwen zijn hechte familiebanden vaste ingrediënten
Illustratie van Adri Alindo uit De Ten Bruggecate's
in de verhalen. De familieleden tonen onderling grote betrokkenheid en leven mee met elkaars wel en wee. Feestdagen en vakanties - meestal op Ameland - worden vaak gezamenlijk doorgebracht.
De verhalen bevatten tal van autobiografische elementen. In een interview met het Nieuw Kamper Dagblad verklaarde de schrijfster dat veel gebaseerd is op de werkelijkheid. De langdurige ziektes van sommige hoofdpersonen verwijzen bijvoorbeeld naar de zwakke gezondheid van de auteur. Autobiografisch zijn ook de vakanties op Ameland die in veel verhalen voorkomen en de aanwezigheid van chow chows (een hon- | |
| |
denras) als huisdier. De belangstelling van de schrijfster voor geschiedenis komt tot uiting in Evelyn ontdekt het leven (1955), waarin Evelyn geboeid raakt door een middeleeuws meisje op een miniatuur en zich verdiept in de historische achtergrond van haar woonplaats Vollenhove.
De verhalen van Frouck van der Hooning hebben een eenvoudige structuur en zijn geschreven in een vlotte stijl met veel dialoog. Voor volwassenen schreef ze historische romans, biografieën van historische figuren en korte verhalen.
| |
De Ten Braggecate's
De Ten Braggecate's verscheen in 1933 met illustraties van Adri Alindo bij uitgeverij Bosch & Keuning te Baarn. Hoofdpersonen zijn de tweeling Joko en Joop ten Braggecate, die met hun vader in een dorpje aan zee wonen. Hun moeder overleed toen ze drie waren. Aanvankelijk zorgde oma voor het huishouden, maar toen dit haar te zwaar werd, namen de dienstmeisjes Janneke en Aukje die taak over. Vader is hoofd van een lagere school. Hij probeert zich zo veel mogelijk met de opvoeding van de tweeling te bemoeien. Met Joko heeft hij regelmatig botsingen. Hun karakters lijken op elkaar, beiden kunnen erg driftig worden. Bij Joko uit zich dat in brutaal gedrag, bij haar vader in streng en soms nogal redeloos straffen. Joko trekt zich regelmatig niets van de ge- en verboden van haar vader aan en wordt dan streng gestraft. Als haar boze bui voorbij is, heeft ze meestal spijt en vraagt ze om vergeving, eerst aan God en daarna aan vader. Ook vader zoekt steun bij God als hij weer eens te streng is geweest.
Het gezin heeft een hecht contact met andere familieleden. De feestdagen worden gezamenlijk doorgebracht en er zijn over en weer logeerpartijen. Het leven van Joko en Joop verandert wanneer hun vader hertrouwt. Ze zijn blij dat ze weer een moeder hebben, die bovendien twee broertjes meebrengt.
Het verhaal eindigt met een zware beproeving. Beppie, een klasgenootje van de tweeling, is jaloers op Joko's populariteit. Ze draait op school de brandkraan open en zorgt dat Joko de schuld krijgt. Joko ontkent, maar vader gelooft haar niet. Vervolgens wordt Joko erg ziek en men vreest voor haar leven. Beppie komt tot inkeer en toont berouw, waarna Joko herstelt. Vader erkent zijn ongelijk.
Het verhaal bevat veel van de ingrediënten die ook in andere boeken van Frouck van der Hooning voorkomen, zoals een sterk godsvertrouwen, een hechte familieband, strubbelingen tussen ouder en kind en een jaloers klasgenootje.
Omstreeks 1955 publiceerde Van der Hooning voor jongere kinderen Joop en Joko, dat chronologisch aan de De Ten Braggecate's voorafgaat. Hierin wordt de periode beschreven waarin oma voor de tweeling zorgt.
| |
| |
| |
Waardering
Uit herdrukken van onder meer Evelyn ontdekt het leven (1955), Joop en Joko (1955) en O, die rakkers! (1958) blijkt een zekere populariteit van de boeken van Frouck van der Hooning. Toch verschenen er maar weinig besprekingen van haar boeken in kranten of tijdschriften. De enkele woorden die aan haar werk zijn gewijd, zijn bovendien weinig positief.
In drie edities van Lectuur-Repertorium wordt haar naam genoemd met vermelding van enkele titels. De editie van 1970 geeft als summier algemeen oordeel: ‘betreffende een paar werken voor oudere meisjes gelden bezwaren’.
In de jeugdlectuurgids Boek en jeugd worden twee titels besproken. De editie van 1968 omschrijft Marjoke de Raedt (1957) als een ‘gezellig, christelijk verhaal’. Het Supplement 1971 vermeldt dat Durf het leven aan (1961) oppervlakkig is en ‘niet geheel bevredigend’ uitgewerkt.
Een journalist van het Nieuw Kamper Dagblad gaf als algemene kenschets van haar werk: ‘blije boeken (-) eenvoudig van opzet, met nu en dan een donker conflictje in de meisjesziel maar daarachter ziet de lezer toch al meteen de zon doorbreken.’
| |
Bibliografie
Keuze uit haar werk voor volwassenen
|
Drielandenprinses (1973), Aleid Zweers (1978), Mensen als wij (1980), Het danklied van Clara Feyoena (1982). |
Voor kinderen
|
De Ten Braggecate's. Met illustraties van Adri Alindo. Baarn, Bosch & Keuning, [1933]. |
Van een jonge vechter. Met illustraties van Annie van der Ruit. Nijkerk, G.F. Callenbach, [1935]. |
Enfant terrible. Met illustraties van Toon Rammelt. Meppel, M. Stenvert & Zoon, [1936]. |
Evelyn ontdekt het leven. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1955. |
Joop en Joko. Met illustraties van Hanneke Gompen. Meppel, Huisman, [ca. 1955]. Deze uitgave is herdrukt met illustraties van A.D. Dekkers. Den Haag, Voorhoeve, 1979. |
Marjoke de Raedt. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1957. |
O, die rakkers! Met illustraties van Arnold Berbers. Groningen, Jan Haan, 1958. |
Evelyn en Marjoke helpen elkaar. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1959. |
Met Dieuwke Winsemius, Durf het leven aan. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1961]. |
Tot weerziens, Marjoke! Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1962. |
Jozientje moet dapper zijn. Met illustraties van A.D. Dekkers. Den Haag, Voorhoeve, z.j. (Tweede druk 1973). |
Met H. de Vries, Globaal lezen: voor de aanvangsklas. Vijf delen, met illustraties van J. de Vries, Meppel, Stenvert, z.j. |
Over F. Hetebrij-van der Hooning
|
Joris Baers, pr. en Paul Hardy (red.), Lectuur-Repertorium. Deel III. Antwerpen/Tilburg, Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, 1954, blz. 2642. |
[Anoniem], Blije meisjesboeken uit de Overijsselse kop. Frouck van der Hooning is aan
|
| |
| |
het twintigste bezig. In: Nieuw Kamper Dagblad, 23-9-1961. |
[Anoniem], Boek en jeugd. Gids voor jeugdlectuur 1968. Den Haag/Amsterdam, H.P. Leopolds Uitgeversmij NV/Uitgeverij Ploegsma, 1968, blz. 72. |
Paul Hardy en Xaveer de Win, pr. (red.), Lectuur-Repertorium. Deel III. Antwerpen/Tilburg, Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen/Nederland's Boekhuis, 1970, blz. 1910. |
[Anoniem], Boek en jeugd. Gids voor jeugdlectuur. Supplement 1971. Den Haag/Amsterdam, H.P. Leopolds Uitgeversmij NV/Uitgeverij Ploegsma, 1971, blz. 21. |
[Anoniem], Het moeilijke leven van Clara, vrouwe van Heemse. In: Friesch Dagblad, 28-9-1974. |
Annie Mieke van Malsen, Na ‘Marjoke’ graven in de geschiedenis. In: Zwolsche Courant, 24-1-1975. |
Jan Bruggers, Schrijfster Frouck van der Hooning te Heemse: ‘Kinderboeken probleem’. In: Het Dagblad, 23-1-1976. |
[Anoniem], ‘Mensen als wij’ opgedragen aan dominee Loor. In: Het Noord-Oosten, 22-1-1980. |
[Anoniem], Onverwacht succes voor het 25ste boek van een 73-jarige schrijfster. In: Tubantia, 25-9-1980. |
H.A., De tijden veranderen en wij met hen? In: Friesch Dagblad, 29-10-1980. |
[Anoniem], Lectuur-Repertorium. Deel 2. Den Haag/Antwerpen, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum/Katholiek Centrum voor Lectuurinformatie en Bibliotheekvoorziening, 1981, blz. 1112. |
Twintig vragen aan Frouck van der Hooning. In: Ouwe Bram leeft nog!, jaargang 4 (2000), nr. 17, blz. 10. |
79 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2009
|
|