| |
| |
| |
Maria Heylen
door Jan Van Coillie
Maria Heylen werd op 28 mei 1933 in Geel geboren. Ze studeerde sierkunsten te Antwerpen en gaf les in tekenen en kunst- en kostuumgeschiedenis. Na een cursus grafiek begon ze door toedoen van uitgever Jan Melis kinderboeken te illustreren. Ook bij haar eerste verhaaltjes, oorspronkelijk verzonnen voor haar drie zoontjes, maakte ze zelf de tekeningen. Haar grote hobby is reizen en daaruit put ze stof voor veel van haar verhalen. Als bestuurslid van verscheidene verenigingen houdt ze zich actief bezig met de promotie van het Vlaamse jeugdboek. Haar boeken werden diverse malen bekroond. Voor Noeni kreeg ze in 1972 de Rotary-prijs, voor De blauwe galabia in 1978 de Referendumprijs en voor Reis naar het verleden in 1980 de prijs van de provincie Antwerpen. De witte vogel en De schat van de Dode Zee werden in 1986 en 1987 door de Kinder- en jeugdjury bekroond.
| |
Werk
Maria Heylen debuteerde in 1964 met Tafke, een pretentieloos verhaaltje over een aap en een muzikale kabouter. Dieren en sprookjesfiguren spelen ook in haar volgende kinderboeken de hoofdrol. Onder de speelse en fantasievolle verhaaltjes gaat meestal een boodschap schuil. Zo springen de konijntjes in het vele malen herdrukte Knabbelsnuitje steeds voor elkaar in de bres. De boekjes die ze speciaal voor beginnende lezers schreef, zijn realistischer. Ons en de wereld en Ons en de ooievaar vertellen de dagelijkse belevenissen van een tweeling in een gewoon gezin.
Vanaf 1972 begon Maria Heylen voor tieners te schrijven. Noeni bevat drie poëtische verhalen waarin een
| |
| |
Vietnamees meisje, een Chinees schilderesje en een negerjongetje de hoofdfiguren zijn. Het valt op hoe in deze verhalen de belangrijkste thema's van haar latere werk al in een notedop aanwezig zijn: de vriendschap over leeftijden en rassen heen, de liefde voor de natuur en de kunst en de aandacht voor vreemde culturen.
Het centrale thema in het werk van Maria Heylen is vriendschap. Meestal groeit deze vriendschap tussen een jongen en een meisje en ontwikkelt ze zich tot een prille verliefdheid. Vaak ook krijgt de nauwe band tussen een kind en een oudere vertrouwenspersoon of tussen broer en zus veel aandacht. Zo worden in De schat van de Dode Zee zowel de zorg van de bedoeïenenjongen Jethro voor zijn blinde zusje als zijn liefde voor een Arabisch meisje uit Jeruzalem uitgediept.
Ook de vriendschap met dieren speelt een belangrijke rol. In De jongen met de meeuw worden de gevoelens van het jongetje Binki voor een oude visser, voor zijn vriendinnetje en voor een gekwetste meeuw met elkaar verweven.
In verscheidene boeken wordt de vriendschap bedreigd of stukgemaakt door discriminatie, rassenhaat, geweld en oorlog. Het contrast tussen deze onmenselijke praktijken en diepmenselijke gevoelens bezorgt de boeken van Maria Heylen een eigen emotionele spankracht, die ook in de natuur terug te vinden is. In Het meisje met de ster en Reis naar het verleden sterven onschuldige kinderen temidden van madeliefjes en zonnebloemen.
Overigens is Maria Heylen's levensvisie positief. De gruwel en de ellende worden meestal indirect of bedekt beschreven in een sobere stijl, wars van breedvoerige sentimentaliteit. Aan het eind is er vrijwel altijd licht: nieuw leven, een ontluikende liefde, nieuwe vriendschap, hoop. De moeder in Het meisje met de orchidee sterft, de vriend van het meisje laat haar in de steek en haar lievelingsorchidee verwelkt, maar er groeit ook een nieuwe knop.
Het werk van Maria Heylen kan in drie groepen worden verdeeld. Een eerste groep verhalen speelt in vreemde landen, meer bepaald in Egypte, Israël en Sri Lanka. Ze zijn doordrongen van een sterke liefde voor de eigen cultuur en leefwijze van deze volkeren. Beschrijvingen van gebouwen en landschappen en informatie over feesten en gewoontes nemen een belangrijke plaats in. Je kunt merken dat de auteur de landen zelf heeft bezocht. Naast het informatieve is ook het emotionele aspect overduidelijk aanwezig in de aandacht voor armoede, ziekte, discriminatie en ellende.
Voor een tweede groep verhalen put de auteur uit de geschiedenis. Naast verscheidene deeltjes in de reeks ‘Historische verhalen’, schreef
| |
| |
ze ook historische romans over de Tweede Wereldoorlog, de Egyptische koningin Nefertete en Jeanne d'Arc. Het meisje met de ster, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog speelt, bevat veel autobiografische elementen. In de andere twee verhalen (De verdwenen koningin en Jeanne d'Arc) ligt het accent vooral op de sterke persoonlijkheid van de vrouwelijke hoofdfiguur, die Maria Heylen zo herkenbaar mogelijk tot leven probeert te wekken Documentatie en reiservaringen gaan ook hier hand in hand. Zelf zegt ze hierover: ‘Door mijn studie had ik de geschiedenis van Egypte leren kennen. Maar door het contact met het land zelf kwamen de figuren uit de geschiedenis klaar en duidelijk naar me toe. Het was of ik ze van mens tot mens ontmoette.’
Een derde groep verhalen behandelt actuele problemen zoals rassendiscriminatie, eenzaamheid, tehuis- en adoptiekinderen. Hierin gaat de grootste aandacht naar de ontwikkeling van de jeugdige hoofdpersoon. Zijn of haar zoeken naar genegenheid, vriendschap, liefde en naar zichzelf, zijn er leidmotief. Ook in deze verhalen is de taal eenvoudig en direct en nergens opdringerig moraliserend. Zwakke punt is echter de structuur, die in deze boeken verbrokkelt door een teveel aan verhaaldraden en problemen.
| |
Reis naar het verleden
Reis naar het verleden verhaalt de levensgeschiedenis van de jood Hans Liebman, die tijdens de oorlog met de hulp van zijn buurvrouw naar Oostenrijk kon vluchten en van daaruit naar het Beloofde Land, waar hij alleen nog zijn zusje Sarah terugvond. Hans' leven wordt als een flash-back en in episodes opgeroepen tijdens een reis die hij maakt naar Duitsland en Oostenrijk, wat het boek een heldere opbouw bezorgt met als onderliggend principe het afscheid-nemen: ‘Zijn hele leven bestond blijkbaar uit niets anders dan afscheid nemen.’
Typerend voor de auteur is de genegenheid die de hoofdfiguur voelt voor verschoppelingen: de prostituée Ruth, een straathond en het door het concentratiekamp ontredderde jongetje dat hij David noemt. Uit het hele boek spreekt een diep medeleven met de lijdensweg van het joodse volk en een inleven in hun cultuur.
| |
De witte vogel
Dit verhaal speelt op Sri Lanka. Upali, een Tamiljongen, beslist om alleen achter te blijven wanneer zijn ouders naar Indië worden overgebracht. Op zijn zwerftocht over het eiland neemt hij het Singalese meisje Asma onder zijn hoede. Beide kinderen gaan op zoek naar Asma's grootmoeder, waarbij ze gevolgd worden door een witte vogel, de geest van Asma's vader. Als ze de kust
| |
| |
bereiken, komt Upali bij een rel tussen Tamils en Singalezen om het leven.
De kracht van dit boek schuilt vooral in de sobere vorm die de auteur aan haar sociale bewogenheid gaf en in de goede integratie van allerlei gegevens over het land en zijn bewoners. De kinderjury vond het een spannend verhaal met ontroerende momenten, waaruit heel wat te leren viel over Sri Lanka, maar vooral over ‘wat echte vriendschap is en dat je nooit de moed mag verliezen’.
| |
Waardering
Maria Heylen is bij de Vlaamse jeugd bijzonder populair. Veel van haar boeken beleven herdruk na herdruk. Twee boeken werden bekroond door de Kinder- en jeugdjury en verscheidene andere kregen een plaatsje in hun top vijf. De jongeren waarderen vooral de afwisseling van spannende en ontroerende momenten en de begrijpelijke manier waarop Maria Heylen informatie in haar boeken verwerkt. Haar personages dwingen bewondering af en ze leren wat vriendschap en doorzettingsvermogen waard zijn.
De volwassen kritieken zijn niet steeds even gunstig. Kritische kanttekeningen worden vooral gemaakt bij het soms te boekerige woordgebruik, de te gestileerde dialogen, een te duidelijke auctoriële aanwezigheid en een te overladen of verwarde structuur.
Anderzijds waarderen de meeste recensenten dezelfde karakteristieken als de jongeren en loven ze Maria Heylen's sobere, heldere stijl, haar levensechtheid en warme menselijkheid en het feit dat ze belering en vals sentiment vermijdt.
| |
Bibliografie
Kinderboeken
|
(Vlaamse Filmpjes, werden niet opgenomen.) |
Tafke. Met illustraties van de schrijfster. Borgerhout, Het Fonteintje, 1964. |
De pastoortjes. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1966. |
Knabbelsnuitje. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1966. |
De kleine robot. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1967. |
Elferikje en de reus. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1969. |
De jongen van de blauwe zee. Met illustraties van de schrijfster. Antwerpen, Brito, 1969. |
Poppetje gezien?... Kastje dicht. Met illustraties van de schrijfster. Muziek van Paul de Bois. Hasselt, Heideland, 1971. |
Noeni. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1972. |
Jaap en de peer. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1972. |
Lies en de poes. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1972. |
Uit het land van de krant. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1972. |
Het meisje met de orchidee. Met illustraties van de schrijfster. Hasselt, Heideland, 1973. |
De dochter van Echnaton. Met illustraties van Chris Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1976. (Historische verhalen) |
De blauwe galabia. Met illustraties van de schrijfster. Antwerpen, Standaard, 1977. |
| |
| |
Michelangelo. Met illustraties van Chris Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1977. (Historische verhalen) |
Reis naar het verleden. Antwerpen, Standaard, 1978. |
Christina. Antwerpen, Standaard, 1980. |
De roof van de Mona Lisa. Met illustraties van Chris Fontijn. Kapellen, De Sikkel, 1980. (Historische verhalen) |
De bezem van grootje. Met illustraties van Cel Overberghe. Malle, De Sikkel, 1981. (De uiltjes) |
Het meisje met de ster. Antwerpen, Standaard, 1982. |
De jongen met de limonadeflesjes. Met illustraties van J. van Hove. Malle, De sikkel, 1982. (De Okapi's) |
De farao is een vrouw. Met illustraties van Chris Fontijn. Malle, De Sikkel, 1982. (Historische verhalen) |
De jongen met de meeuw. Antwerpen. Standaard, 1984. |
Mozes in de woestijn. Met illustraties van Chris Fontijn. Malle, De Sikkel, 1984. (Historische verhalen) |
De witte vogel. Antwerpen, Standaard, 1985. |
Bittere thee. Vier verhalen uit Sri Lanka, Vietnam, Israël en Mexico. Averbode, Altiora, 1985. |
Het poedelschaap. Antwerpen, Standaard, 1985. |
De schat van de Dode Zee. Antwerpen, Standaard, 1986. |
Ik ben tweedehands. Antwerpen, Standaard, 1987. |
De kinderen van het stuwmeer. Brecht, De Roerdomp, 1987. |
Mijn broer is een punker. Met illustraties van Ingrid Godon. Antwerpen, Standaard, 1987. |
De verdwenen koningin. Antwerpen, Standaard, 1988. |
Ons en de wereld; Ons en de ooievaar. Met illustraties van Mai Grietens. Antwerpen, Standaard, 1989. |
De groene mazelen. Met illustraties van Chris Fontijn. Malle, De Sikkel, 1989. (De uiltjes) |
Jeanne d'Arc. Antwerpen, Standaard, 1990. |
Over Maria Heylen
|
Aangenaam. Maria Heylen. Documentatiemappen van Vlaamse jeugdauteurs, samengesteld door E. Claeys en K. Michielsen. Antwerpen, Vlaamse Bibliotheek Centrale, 1983, nr. 4. |
Jan Van Coillie, Maria Heylen. In: Schrijver gezocht. Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Tielt, Lannoo, 1988. |
26 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1991
|
|