Werk
Hermans debuteerde op 46-jarige leeftijd met een roman voor volwassenen, Bonzen, meelopers en opposanten (1968) die hij opdroeg aan zijn vriendin Ina Boudier-Bakker. Zij zou later ook figureren in het jeugdboek Schoon herenhuis met hof te koop (1983). De debuutroman over de opkomst en neergang van het Derde Rijk en zijn tweede boek voor volwassenen, De lampedrager (1972) zijn sociale romans die een fel protest behelzen tegen elke vorm van totalitaire machtsovername.
Hermans is een sterk politiek geëngageerd schrijver; hij noemt zichzelf een overtuigd sociaal-democraat. Beide romans zijn geënt op Hermans' ervaringen als gijzelaar en dwangarbeider tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ook zijn jeugdboeken zijn voor een groot deel gebaseerd op eigen ervaringen. Louis Hermans zegt verhalen geschreven te hebben waarin de fantasie van de verteller en de werkelijkheid in elkaar overlopen. De ik-figuur in beide jeugdboeken heet Louis Hermans. Deze Louis vertelt over zijn jeugdjaren in het Vlaanderen van de jaren dertig, de tijd van het opkomend nazisme. Ook in deze boeken waarschuwt Hermans nadrukkelijk tegen de gevaren van het fascisme.
In het voorwoord van Schoon herenhuis met hof te koop nodigt Hermans de rijpere jeugd uit het boek te lezen. ‘Heeft men dit gedaan, dan zal men misschien begrijpen waaróm ik dat heb gevraagd.’ Het boek is een waarschuwing, opdat de geschiedenis zich niet herhaalt. De van oorsprong Nederlandse Louis is vijftien jaar en woont in de Antwerpse jodenbuurt, waar zijn vader ondanks de crisis probeert een pas opgezet bedrijf draaiende te houden. Door zijn vriendschappen met joodse klasgenoten is Louis sterk betrokken bij de problemen van het opkomend fascis-