| |
| |
| |
Wim van Helden
door Casper Markesteijn
Wim van Helden werd op 19 januari 1906 in Rotterdam geboren en woont daar nog steeds. Een groot deel van zijn leven - van 1930 tot 1965 - werkte hij bij de gemeentepolitie, waar hij min of meer toevallig - uit geldgebrek - beland was. Hij bleef er tot zijn pensionering. Tijdens zijn dienst bij de politie maakte hij in 1940 het Duits bombardement op Rotterdam mee. Wim van Helden is altijd een groot sportman geweest. Hij speelde in het Nederlands politie-elftal en was Nederlands kampioen zwemmen op een aantal slagen. Hij is getrouwd geweest (zijn vrouw overleed enkele jaren geleden), heeft twee dochters, een zoon en een aantal kleinkinderen.
| |
Werk
Wim van Helden is de schepper van de boeken over commissaris Achterberg en inspecteur Arglistig, typische ‘jongensboeken’, waarvan er ongeveer twee miljoen zijn verkocht. Ze zijn ontstaan doordat Van Helden vond dat zijn kinderen ‘waanzinnige politieverhalen’ lazen, waarin ‘agenten bij gebrek aan kogels zelfs uit hun neusgaten konden schieten en messen in de zolen van hun schoenen hadden’.
In 1954 verscheen Commissaris Achterberg en de verdwenen radiowagen, het eerste avontuur van de commissaris en de onafscheidelijke Bram de Winter en Eddy van Nus. Voor het schrijven maakte hij gebruik van zijn ervaringen als politieagent. Bruut geweld en sex komen in de boeken niet voor.
Over commissaris Achterberg verschenen in totaal negen delen. Inspecteur Arglistig was hoofdpersoon in twaalf boeken en onder het pseudoniem Nettie Lens schreef Van Helden ook drie boeken over politie- | |
| |
agente Ria Bruins. Het complete oeuvre is uitverkocht en niet meer beschikbaar.
In opdracht van de Gebroeders Coster (heren- en jongenskledingbedrijven in o.a. Rotterdam) schreef Wim van Helden Het Coster-mysterie, een ‘premium’ (toen ‘premieboekje’ genoemd) over de strijd om een stof van superieure kwaliteit, met onovertroffen eigenschappen. Het verscheen in een oplage van 250.000 ex.
| |
Commissaris Achterberg grijpt in-
Het zesde deel van de Commissaris Achterberg-reeks in de Sneeuwbalserie (voor oudere jongens) is wat stijl, gegeven en uitwerking betreft exemplarisch te noemen voor de andere boeken van Van Helden.
Als Eddy van Nus en Bram de Winter gaan schaatsen, lopen ze bij toeval tegen iets verdachts op. In dit geval een verlaten schuur midden in het land waar een auto van een andere kleur en nummerborden wordt voorzien. Eddy en Bram schakelen rechercheur Dikke Piet in en via hem raakt commissaris Achterberg bij de zaak betrokken. Eddy en Bram blijken ontdekt te hebben wat er met in Duitsland gestolen en daarna over de grens gesmokkelde Volkswagens gebeurt. Hoe dat laatste in zijn werk gaat, blijft lang onduidelijk. Pas als de jongens met de commissaris meegaan naar Duitsland, lost Bram dat raadsel min of meer per ongeluk op. De auto's worden vanuit Duitsland onder een ‘elektrische helikopter’ hangend over de grens gevlogen en ergens op de Veluwe neergezet. Van daar uit gaan ze naar de geheimzinnige schuur die Eddy en Bram ontdekt hebben. De ‘elektrische helikopter’ is een vondst van een gefrustreerde en ‘waanzinnige’ uitvinder die zijn uitvinding aan de Duitse regering had willen verkopen. Als hij aan het slot van het avontuur ook gearresteerd wordt, laat hij alles in de lucht vliegen.
Illustratie van Herry Behrens uit Commissaris Achterberg grijpt in
| |
| |
Veel aspecten in het boek zijn tijdgebonden. Zo wordt het nogal bijzonder gevonden dat Bram op echte Noren schaatst en niet op Friese doorlopers. Op zolder bij Bram is het bar koud, want slechts de kamer van het huis wordt verwarmd, met een haard. Honderdtwintig kilometer per uur rijden met een flinke politieauto is iets unieks: ‘Als hij schuin opzij keek, zag hij dat de snelheidswijzer langzaam maar zeker naar de honderdtwintig kilometer klom.’ En als de vijftienjarige Bram te horen krijgt dat hij met de commissaris mee mag naar Duitsland, reageert hij met veel gekrijs en wilde sprongen.
De rolverdeling in het gezin is traditioneel: ‘Toen hij eindelijk verzadigd was, ging hij in de grote stoel voor de haard zitten om de krant te lezen. Moeder ging naar de keuken om de vaat te doen en Mientje mocht afdrogen.’
De stijl van de dialogen is de voor dit soort boeken gebruikelijke. Zelden wordt er iets gewoon gezegd. Bram of Eddy ‘wist’, ‘grijnsde’, ‘hijgde’, ‘hoonde’, ‘bromde’, ‘lachte’, ‘besliste’, ‘vond’, of ‘annonceerde’ zelfs.
| |
Waardering
De waardering voor het werk van Wim van Helden is in verkoopcijfers uitgedrukt hoog. Vele honderdduizenden exemplaren van de Commissaris Achterberg en de Inspecteur Arglistig series gingen in de loop der jaren over de toonbank van de boekwinkels (de boeken waren relatief laag geprijsd). In bibliotheken waren en zijn ze zeer geliefd.
De aandacht en waardering in de media en de vakliteratuur is aanzienlijk minder. Harry Bekkering (De hele Bibelebontse berg) besteedt er nauwelijks aandacht aan. Hij bestempelt ze als ‘triviaal’, als detective-verhalen binnen de ‘ontspanningslectuur’, zoals ook De Kameleon, De Diskus, Pim Pandoer, en Arendsoog.
Vanwege het triviale karakter van de series, worden en werden dit soort boeken nauwelijks gerecenseerd. Of zoals Mischa de Vreede het uitdrukte (nrc Handelsblad): ‘Een kind dat alle soorten van boeken tot zijn beschikking heeft, zal heus niet alleen de Blyton's lezen of schriftromannetjes of Asterix, of die boeken uit series die zoveel gelezen worden dat ik ze niet eens bespreek, omdat ze hun weg toch wel vinden.’
Recensenten uit de tijd van Van Helden vonden zijn boeken in het algemeen spannend, humoristisch en goed geschreven. In Trouw (25-5-1956) werd De smokkelhond van Slimme Wang bijvoorbeeld geroemd vanwege ‘een zeer vlotte stijl’, ‘een volkomen aannemelijk verhaal’ en ‘de goed verzorgde taal’. De nrc schreef in datzelfde jaar: ‘Het boekje heeft de verdienste een weliswaar wat geromantiseerd maar toch wel op waarheid berustend beeld te geven
| |
| |
van de werkwijze van het Rotterdamse politiekorps.’ En de Provinciale Zeeuwse Courant (9-11-1956) vond dat de auteur ‘de vele avonturen levendig heeft beschreven en het is dan ook een enerverend boek geworden’. De recensent van Het Vrije Volk (25-10-1956) daarentegen heeft bezwaar tegen ‘de achteloos neergekwakte stoplappen’ en vindt het ‘een beeldroman zonder plaatjes’. ‘Spannend? Misschien mag het niet ontkend worden. Zeker is dat het boek speculeert op een bijzonder slechte smaak, en derhalve zijn publiek zonder blikken of blozen onderschat. Hetgeen meer is dan een jeugdzonde.’
Naarmate er meer delen van Commissaris Achterberg en Inspecteur Arglistig uitkomen, neemt het aantal recensies af, al geeft de introductie in 1958 van de vrouwelijke variant ‘Politieagente Ria Bruins’ opnieuw aanleiding tot enkele korte bespiegelingen. Typisch een boek ‘voor oudere meisjes’. De Gooi- en Eemlander (6-2-1959): ‘Voor de oudere meisjes een actueel onderwerp, dat de verdienste heeft in deze beschrijving zeer aantrekkelijk te zijn ook. En geen vrees: ook vrouwelijke agenten blijven trouw en Ria trouwt aan het slot keurig.’
De eerste ‘Arglistig’ vindt men overwegend ‘spannend’ en ‘met vaart geschreven’, maar ook enigszins gezocht.
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
Zo ging dat toen. Politie 1930-1940. Rotterdam, Futile, 1982. |
Commissaris Achterberg
|
Alle delen zijn uitgegeven bij uitgeverij Kluitman, Alkmaar. |
Commissaris Achterberg en de verdwenen radiowagen, (1954) |
De smokkelhond van Slimme Wang, z.j. |
Commissaris Achterberg komt in actie, z.j. |
Telefoon voor Commissaris Achterberg, z.j. |
Commissaris Achterberg slaat toe, z.j. |
Commissaris Achterberg grijpt in, z.j. |
Commissaris Achterberg en de valsemunters, z.j. |
Commissaris Achterberg en de verdachte bungalowbewoners, z.j. |
Commissaris Achterberg en de ontvoerde marathonloper, z.j. |
Inspecteur Arglistig
|
Alle delen zijn uitgegeven bij uitgeverij Kluitman, Alkmaar. |
Inspecteur Arglistig en de bankrovers, z.j. |
Inspecteur Arglistig en de wapensmokkelaars, z.j. |
Inspecteur Arglistig en het verdwenen geldtransport, z.j. |
Inspecteur Arglistig en de schilderijenzwendel, z.j. |
Inspecteur Arglistig en de schatgravers, z.j. |
Inspecteur Arglistig en de overval op nachtposttrein 3037, z.j. |
Inspecteur Arglistig en de luchtpiraten, z.j. |
Inspecteur Arglistig en het vermiste zilverschip, z.j. |
Inspecteur Arglistig en het gestolen fabrieksgeheim, z.j. |
Inspecteur Arglistig en de Smokkelkoning, z.j. |
Inspecteur Arglistig en de kluizenkrakers, z.j. |
Inspecteur Arglistig, Het bankmysterie, z.j. |
Politieagente Ria Bruins
|
Onder het pseudoniem Nettie Lens. |
Alle delen zijn uitgegeven bij uitgeverij Kluitman, Alkmaar. |
Politieagente Ria Bruins, z.j. |
Politieagente Ria Bruins maakt promotie, z.j. |
Politieagente Ria Bruins met vakantie, z.j. |
| |
| |
Premieboekje
|
Het Coster-mysterie (1963). Uitgave van kledingmagazijn Gebroeders Coster. |
Over Wim van Helden
|
Mischa de Vreede, Rommel in een fleurig jasje. In: NRC Handelsblad, 19-11-1976. |
Paula Gomes, Contact met de jeugd belangrijk voor schrijver. In: Rotterdams Nieuwsblad, 29-11-1977. |
Cees van den Berg, Opa, vertel nog eens van de politie. In: Algemeen Dagblad, 17-5-1982. |
Roland Vonk, ‘Liever was ik bankdirecteur geweest.’ In: Randstad Edities, 21-3-1985. |
Gert de Kievit, Agenten schieten niet uit hun neusgaten. In: De Havenloods, 1-5-1990. |
30 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1992
|
|