| |
| |
| |
Marian van der Heiden
door Karen Ghonem-Woets
Marian van der Heiden is in 1953 in Rotterdam geboren. Na de hbs en een opleiding aan de pedagogische academie werkte ze in het onderwijs, eerst in het kleuter- en later onder meer in het Montessorionderwijs. Ze ontwikkelde godsdienstlessen en gaf zelf vier jaar les in dat vak. In 1995 emigreerde ze met haar partner en twee dochters naar de Franse Pyreneeën. Sinds 1998 woont ze afwisselend in Frankrijk en in Nederland.
Ze debuteerde in 1990 met De stem van de reiziger. In haar werk beschrijft ze de problemen en misstanden in de huidige en mogelijk toekomstige maatschappij, omstandigheden die de aanleiding vormden van haar vertrek uit Nederland. In de Franse Pyreneeën voelt ze zich net als een van de personen uit De derde zoon (2000) een ‘ecologisch vluchteling’: ‘Als ik in Nederland ben, val ik niet samen met wat ik wil, voel of doe. Ik kan er zelfs geen boeken meer schrijven. Maar op mijn veilige plek in de bergen vind ik het ritme terug.’ Haar oordeel over het ontvluchte land formuleert ze scherp: ‘Mijn afkeer van de consumptiemaatschappij is hier nog groter geworden. De welvaart van onze overvolle Nederlandse maatschappij lijkt, op grotere afstand bezien, een wrange grap. Mensen die het rad met elkaar gaande houden, kinderen die worden opgevoed om in het rad plaats te nemen en het te laten draaien in plaats van een liefdevolle opvoeding die hun mens-zijn en mogelijkheden respecteert.’
| |
Werk
Mensen- en kinderrechten, zoals het recht op een eigen mening en een veilige omgeving, en waarden als individualiteit en verantwoordelijkheid zijn belangrijke thema's in het werk van Van der Heiden. Haar hoofdpersonages moeten de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven, de
| |
| |
stem van hun geweten volgen en zelf keuzes maken. Ze zijn zelfstandig, eigenzinnig en assertief. Deze eigenschappen hebben ze nodig om uit de moeilijke situaties te komen. Ze vechten tegen diverse vormen van onrecht, variërend van het negeren van hun mening tot het moeten leven in een onrechtvaardige of zelfs dictatoriale samenleving. Daarbij overtreden ze de algemeen aanvaarde regels die ervoor zorgen dat de samenleving blijft zoals die is. De hoofdpersonen worden doorgaans met enig wantrouwen bekeken en als buitenstaanders gezien. Soms zijn ze dat ook echt. Virgil uit De derde zoon (2000) is als derde kind verstoken van het recht op allerlei voorzieningen en Clara uit Het vervloekte huis (2001) blijft voor haar Franse dorps- en klasgenoten letterlijk een vreemde, omdat ze uit een ander land komt.
Van der Heiden schetst in haar verhalen niet alleen psychologische portretten van jonge mensen die zich durven laten gelden en zich ontwikkelen als individu. Ze brengt via de hoofdpersonen ook duidelijk haar maatschappijkritiek naar voren. Daarbij richt ze zich vooral op de onevenwichtige en onzorgvuldige manier waarop moderne samenlevingen met de natuur en hun omgeving, inclusief de mensen, omgaan. In De zingende torens (1994) werkte Van der Heiden het thema evenwicht voor het eerst uit. Selna, de hoofdpersoon, ontdekt dat er naast de eigen wereld een andere wereld bestaat. Ze komt tot het inzicht dat een combinatie van waarden en normen uit die twee werelden een betere wereld oplevert. In Het land achter de vele deuren (1995) en Het vervloekte huis is het evenwicht vooral van sociale en psychische aard. De hoofdpersoon heeft het moeilijk met zichzelf en de sociale omgeving en leert dat een innerlijk evenwicht nodig is om goed in de omgeving te kunnen functioneren.
Religieuze elementen spelen in Van der Heidens werk een belangrijke rol. Ze maakt opvallend vaak gebruik van de symboliek van licht en donker; de hoofdpersonen moeten, letterlijk of figuurlijk, de goede weg kiezen. Er is sprake van een strijd tussen goed en kwaad, van een groep die een leider volgt en van leiders die zichzelf als uitverkorenen zien. Het religieuze aspect is het sterkst aanwezig in haar debuut De stem van de reiziger. In dit verhaal woont Perre in een donker land waar ‘voorgangers’ de mensen verboden hebben hun eigen geweten en gedachten te volgen. Als ze dat verbod overtreden, worden ze verbannen. Op een dag ontmoet Perre de reiziger Evan (Fins voor Johannes), die hem vertelt over een boek met verhalen over de tijd waarin de mensen voor het water naar de bergen vluchtten. Hij vertelt ook dat er andere tijden zullen aanbreken: er zal een helper van boven komen en de mensen zullen terugkeren naar het licht.
Het land achter de vele deuren noemt Van der Heiden ‘een hommage aan
| |
| |
C.S. Lewis’, de schrijver die in zijn serie over Narnia ‘voor mij een land vol magie had geschapen waar ik in mijn kindertijd naar toe wilde’. In Het land achter de vele deuren ontdekt de twaalfjarige Alexander dat hij via een van de vijf deuren in een klein theater naar een andere wereld kan vluchten. Hij belandt in een middeleeuws ogende stad in het land Eonia, waar hij als lid van een roversbende aanzien en macht verwerft. Elk avontuur dat hij beleeft, heeft een negatieve kant: de personen die hij benadeelt, verdwijnen één voor één, inclusief hun huizen. Ook in het echte leven vergaat het Alexander niet zoals hij wil. Tijdens zijn laatste uitstapje naar Eonia dreigt ook zijn vriend Fokke in het niets op te lossen. Alexander grijpt in en redt niet alleen Fokke, maar de hele stad. Eindelijk heeft hij gedaan wat Fokke hem al langer voorhield: ‘Als je iets goeds doet, komt er iets goeds terug, als je iets stoms doet, raak je iets kwijt.’ Hierna beseft Alexander dat dit ook in de echte wereld geldt, en kan hij de situatie daar veranderen.
De derde zoon is, net als De stem van de reiziger en De zingende torens een verhaal over een ogenschijnlijk perfecte wereld die na een grote overstroming is gecreëerd door de mensen. De veertienjarige Virgil woont in de drijvende stad Elmare, waar alles tot in de puntjes geregeld is om het ecologisch evenwicht te bewaren. Omdat alles is afgestemd op gezinnen met maximaal twee kinderen, heeft Virgil als derde zoon geen recht op een pasje. Hij kan daardoor niet naar het ziekenhuis of de bibliotheek. Virgil tart de regels door zich toch overal toegang te verschaffen en levensgevaarlijke skatewedstrijden te organiseren. Hij ontdekt dat veel fouten van het systeem niet bekend worden gemaakt. Ook niet in het televisieprogramma ‘De zondebok’, waarin individuen als schuldigen worden aangewezen. Als het tot Virgil doordringt dat hij het volgende slachtoffer is in ‘De zondebok’, gaat hij er samen met zijn opa op een schip vandoor. Ze belanden in Novamonde, waar experimenten gaande zijn met het opwekken van bliksem. Dit kan een vloedgolf in Elmare veroorzaken. Virgil besluit terug te gaan naar zijn geboortestad om de bevolking te waarschuwen. Hij toont lef door dat te doen in ‘De zondebok’.
Het vervloekte huis is geïnspireerd op een gebeurtenis in de Franse woonomgeving van de auteur. Hoofdpersoon is de Nederlandse Clara, die samen met haar moeder en stiefvader op een boerderij in de Pyreneeën woont. Clara bezit het vermogen zich in gedachten te verplaatsen in andere wezens, zelfs ‘door de gaten van de tijd’. Ze ziet regelmatig een meisje dat ongeveer honderd jaar geleden in haar huis heeft gewoond en net als zij van beren hield. Sinds haar ontmoeting met twee jonge beren voelt Clara hoe het hun vergaat. Als ze beseft dat er gevaar dreigt, besluit ze de beren te redden. Hierdoor hoopt ze tevens de vloek op
| |
| |
te heffen die volgens haar door vroegere gebeurtenissen op het huis rust.
Van der Heiden publiceerde tevens een aantal verhalen voor jonge kinderen, Halte Tramhuis (1991) en Alles op z'n kop (1993), waarin de hoofdpersonen door op geld beluste volwassenen in de problemen komen.
| |
De zingende torens
De dertienjarige Selna woont in Gorken, een wereld die enigszins doet denken aan die in 1984 van Orwell: een technologische, op winst gerichte maatschappij waarin ene Kander achter de schermen alle touwtjes in handen heeft. Iedere stap van de inwoners houdt hij in de gaten. Hoewel recycling het sleutelwoord is in Gorken - zelfs mensen worden ‘gerecycled’ - is er geen oplossing voor de milieuvervuiling die hiermee gepaard gaat. Van haar vader, die zomaar op een dag is verdwenen, en van haar oma heeft Selna verhalen gehoord over het leven van voor de grote overstroming. Ook hebben ze verteld over het eiland Rotten, waarnaar veel mensen uit Gorken zouden zijn geëmigreerd. Bij toeval komt Selna een oude kaart tegen waar het eiland op staat.
Geïnspireerd door een uitspraak van haar oma over Gorken - ‘Zo is het leven niet bedoeld’ - gaat ze er 's nachts in een bootje vandoor. Zo belandt ze op Rotten, een ogenschijnlijk ideale, door vrouwen gedomineerde maatschappij waar net als in Gorken veel wordt gerecycled. Door de gekozen methode is er echter nauwelijks vervuiling.
Illustratie van Kees de Kiefte uit De zingende torens
Selna verneemt de ontstaansgeschiedenis van de leefgemeenschap op Rotten. Een zekere Kos had voorzien dat er een grote overstroming zou komen. Terwijl de mensen in Gorken haar uitlachten en steeds hogere torens bouwden, maakte zij een boot waarop ze mannen, vrouwen, kinderen en dieren verzamelde. Toen de overstroming inderdaad kwam, wachtte ze met hen op het moment waarop ze konden wegdrijven. Op Rotten begon voor hen een nieuw leven, met een nieuwe jaartelling en een andere manier van het land bewerken.
| |
| |
Als Selna erachter komt dat ze eigenlijk in een gevangenis zit waar de individuele verlangens en mogelijkheden ondergeschikt zijn gemaakt aan het belang van de groep, vindt ze Rotten niet meer zo ideaal. Via een ondergronds gangenstelsel dat Rotten met Gorken verbindt, slaagt ze erin te ontsnappen. Ook de mensen die ooit door Kander naar Rotten verbannen zijn omdat ze het niet eens waren met zijn opvattingen of getuige waren geweest van het falen van zijn systeem, ontsnappen op die manier. Onder hen is Selna's vader. In Gorken ontketent de groep een revolutie die ertoe leidt dat Kander zijn macht verliest. Nu ligt de weg open voor het ontwikkelen van een maatschappij waarin de kennis en waarden uit de twee werelden kunnen worden gecombineerd. In die wereld is zowel plaats voor de technologie als voor zorg voor het milieu, respect voor het individu en saamhorigheid.
| |
Waardering
Van der Heidens vertelstijl, met name de manier waarop ze spanning opbouwt in haar verhalen, wordt door critici geprezen. Josee Goyvaerts schreef over De zingende torens: ‘Het boek leest als een trein en blijft spannend tot de laatste bladzijde’ (Leesidee jeugdliteratuur). Volgens de gids Boek en Jeugd (2002) is Het vervloekte huis een ‘intrigerend, goed verteld verhaal waarvan de potloodtekeningen de geladen sfeer versterken’. Ruud Kraaijeveld typeerde de schrijfkunst van Van der Heiden naar aanleiding van De zingende torens als ‘gevarieerd, beeldend, levendig, met een goede afwisseling in zinslengte, natuurlijke dialogen, een zorgvuldige woordkeuze en weinig clichés’.
Ook inhoudelijk oogst Van der Heiden lof. Zo wordt de uitwerking van het idee, in De zingende torens, van een zowel moderne als milieuvriendelijke maatschappij door Goyvaerts ‘geloofwaardig’ genoemd. De psychologische ontwikkeling van Selna en enkele andere personages vindt ze mooi beschreven. In een overzichtsartikel van alle jeugdboeken van Van der Heiden prijst Goyvaerts de opvattingen van de auteur. Over de uitwerking hiervan in De derde zoon schrijft ze: ‘Dit spannende en meeslepende boek wil andermaal een pleidooi zijn voor een samenleving die recht doet aan individualiteit, loyaliteit en creativiteit. Marian van der Heiden toont dat de evolutie van de mens aanpassingen vraagt. Precies door zinloos geworden tradities los te laten kan de mens gefundeerde ethische keuzes maken en universele waarden als creativiteit, medemenselijkheid en individualiteit bewaken’ (Leesidee jeugdliteratuur).
Af en toe worden kanttekeningen gemaakt. De typering van de twee slechte broers in Alles op zijn kop (1993) wordt door de gids Boek en Jeugd (95/96) ‘ongenuanceerd’ genoemd. Ruud Kraaijeveld merkt, na veel lof overigens, over De zingende torens op: ‘Hoewel de concrete uitwerking van het verhaal beslist origineel is, klinken
| |
| |
in het thema en de motieven helaas de echo's door van andere bekende jeugdboeken’. Hij verwijst hierbij naar verhalen van Evert Hartman en Thea Beckman.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
De stem van de reiziger. Met illustraties van Henk Kneepkens. Amsterdam, Ploegsma, 1990. |
Halte Tramhuis. Met illustraties van Ruud Bruijn. Amsterdam, Ploegsma, 1991. |
Alles op zijn kop. Met illustraties van René Pullens. Amsterdam, Ploegsma, 1993. |
De zingende torens. Met illustraties van Kees de Kiefte. Amsterdam Ploegsma, 1994. |
Het land achter de vele deuren. Met illustraties van Helen van Vliet. Amsterdam, Ploegsma, 1995. |
De derde zoon. Amsterdam, Ploegsma, 2000. |
Het vervloekte huis. Met illustraties van Helen van Vliet. Amsterdam, Ploegsma, 2001. |
Over Marian van der Heiden
|
Ruud Kraaijeveld, Smaken verschillen. Over jeugdliteratuur. Profielen en besprekingen. Apeldoorn, Van Walraven, 1995, blz. 96-97. |
Josee Goyvaerts, [Over De zingende torens]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 1 (1995), nr. 2, blz. 73-74. |
Harlinda Lox, De reusachtige wereld van Klein Duimpje. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang. 3 (1997), nr. 7, blz. 250. |
Jacoline Vlaander, Kinder- en jeugdboekenschrijfster Marian van der Heiden: ‘Denk zelf na!’. In: Jonas Magazine, april 2000, blz. 50-51, 53. |
Josee Goyvaerts, ‘Het kleine kwaad in onszelf omarmen’. Een portret van Marian van der Heiden. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 6 (2000), nr. 5, blz. 226-227. |
64 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2004
|
|