| |
| |
| |
Veronica Hazelhoff
Wilma van der Pennen
© Jörgen Caris
Veronica Hazelhoff is als Veronica Franken op 22 februari 1947 geboren in het Utrechtse dorp Groenekan. In 1969 trouwde ze met Jan Hazelhoff; twee jaar later werd uit dit huwelijk - dat in 1994 ontbonden is - dochter Eva geboren.
Veronica ging naar de mms-afdeling van de door de reformpedagoog Kees Boeke gestichte school De Werkplaats in Bilthoven. Daar was veel aandacht voor creatieve vorming. Voor de toneellessen moesten de leerlingen eigen scènes schrijven en zo kwam ze voor het eerst in aanraking met creatief schrijven. Op haar zestiende stopte ze met haar middelbareschoolopleiding om naar de kunstacademie te gaan. Ze werkte na de afronding van haar studie een aantal jaren als grafisch ontwerper. Omdat ze maatschappelijk werker wilde worden, deed ze toelatingsexamen voor de sociale academie. Ze slaagde daarvoor, maar kon uiteindelijk deze opleiding niet volgen omdat een chronische ziekte (reuma) haar beperkingen oplegde.
Al heel vroeg begon Veronica Hazelhoff met schrijven; ze won toen ze acht jaar was een verhalenwedstrijd. In 1977 nam Vrij Nederland een verhaal voor volwassenen van haar op. Haar eerste kinderverhalen verschenen in het tijd schrift Taptoe. Ze vormden de basis voor haar eerste kinderboek: Nou moe! (1981) dat bekroond werd met een Zilveren Griffel en een Gouden Ezelsoor, de toenmalige prijs voor het best verkochte debuut. Voor Auww! (1983), na Nou moe! en Hierzo! (1982) het derde deel in de Maartjereeks, kreeg ze de Gouden Griffel. Veren (1994) werd bekroond met een
| |
| |
Zilveren Griffel en de Nienke van Hichtumprijs. In 2007 mocht ze haar laatste Zilveren Griffel in ontvangst nemen, voor Bezoek van Mister P.
Veronica Hazelhoff overleed op 1 juli 2009.
| |
Werk
Tussen 1981 en 2000 verschenen vrijwel ieder jaar boeken van Veronica Hazelhoff. Ze schreef ook hoorspelen, teksten voor de schoolradio en (samen met anderen) toneelteksten. Haar eerste drie boeken, de Maartje-boeken, zijn bedoeld voor lezers van 9 à 10 jaar. In 1983 besloot ze met een heel ander boek te komen: Oma, waar blijft de taart, voor een iets oudere doelgroep, twee jaar later gevolgd door Kinderkamp Utopia. Naast enkele boeken voor het leesonderwijs publiceerde ze voornamelijk verhalen voor lezers van 12 jaar en ouder.
De eerste drie boeken van Veronica Hazelhoff, Nou moe! (1981), Hierzo! (1982) en Auww! (1983), horen bij elkaar vanwege hun hoofdpersoon: de ongeveer 11-jarige Maartje. In de eerste twee verhalen wordt verteld over allerlei gebeurtenissen uit het leven van Maartje. Ieder hoofdstuk vormt een afgerond verhaal. In het derde boek belandt Maartje in het ziekenhuis. Deze gebeurtenis vormt de rode draad in dit verhaal.
Oma, waar blijft de taart (1983) gaat over de oma van Godfried, die er opeens genoeg van heeft om altijd maar oma te zijn. Ze wil Gusta genoemd worden en besluit een andere koers te gaan varen. Geholpen door de Moker, haar punk-buurjongen, meet ze zich een heel nieuw uiterlijk aan en doet ze dingen die volgens de familie niet bij haar leeftijd passen, zoals het bezoeken van een popconcert. De familie maakt zich dan ook grote zorgen, vooral als oma haar zilverwerk gaat verkopen om saxofoonlessen te kunnen betalen.
Ben uit Kinderkamp Utopia (1985) zit in het tweede brugjaar van het voortgezet onderwijs. Om elkaar beter te leren kennen gaan de leerlingen een gezamenlijk project doen. In Bens groepje wordt het voorstel gedaan te bekijken hoe omstanders reageren op discriminerende opmerkingen. Ben weigert mee te doen, omdat hij een slechte ervaring heeft opgedaan in de zomervakantie. Hij bezocht een kamp dat was opgezet door een rijke idealist, die kinderen met verschillende achtergronden en uit verschillende culturen wilde leren met elkaar om te gaan. Ben maakte er kennis met Sofie, die vindt dat kleurlingen niet in Nederland thuishoren. Kinderkamp Utopia is heel anders dan de voorafgaande, humoristische verhalen. De schrijfster heeft er een opvoedkundige bedoeling mee: mensen van alle rangen en standen en verschillende huidskleur of cultuur moeten in vriendschap met elkaar leven. Dat er op dat gebied nog veel te leren valt, blijkt uit het verhaal.
| |
| |
De adolescentenromans van Hazelhoff gaan altijd over jonge mensen die op zoek zijn naar hun identiteit. Zij ondervinden de nodige problemen: verliefdheid, ruzie, vriendschap, haat. Hazelhoff noemde dit ‘het gewone gedoe tussen mensen’. En: ‘Daar schrijf ik toch het liefst over.’
In haar verhalen komen veel vrouwelijke hoofdpersonen voor. Zo wil Fenna, het hoofdpersonage in Fenna (1986), haar moeder Emmie in contact brengen met haar vroegere vriendinnenclub. Tot haar vijftiende woonde Emmie in een dorp, waar ze deel uitmaakte van een groepje meisjes dat altijd met elkaar optrok. Ze heeft de vriendinnen na haar verhuizing nooit meer gezien. Eén van de meisjes, naar wie Fenna is vernoemd, is kort na Emmies verhuizing overleden aan een hartkwaal. Het valt Fenna op dat de vriendinnen eigenaardig reageren op haar naam; ze lijken allemaal nogal gespannen wanneer er over vroeger wordt gesproken. Fenna voelt dat ze een geheim hebben en vermoedt dat het te maken heeft met haar overleden naamgenote. Het verhaal speelt afwisselend in verleden en heden. Bovendien droomt de Fenna van nu over de vroegere Fenna, met wie ze in haar dromen uitvoerige gesprekken voert. Langzamerhand ontrafelt Fenna wat er in het verleden gebeurd is.
Ster! (1987) gaat over de relatie tussen twee zusjes, Leen en Stella. De zeventienjarige Stella wordt gevraagd voor een rol in een speelfilm. Ze wil niet veel over de opnamen vertellen. Waarom, wordt pas duidelijk als de film klaar is: Stella blijkt veel en vaak bloot te zien te zijn. Aan het contract met de filmproducent zitten nog enkele verplichtingen vast. Stella probeert alles over zich heen te laten komen en zichzelf te blijven, maar dat lukt haar niet. Leen ziet haar zusje steeds verder afglijden. Een en ander brengt Leen en Remco, de vriend van Stella, dichter bij elkaar. De situatie wordt onhoudbaar als Stella merkt dat Leen en Remco een verhouding met elkaar hebben.
Gloria uit Mooie dagen (1990) heeft net eindexamen gedaan en gaat met haar moeder Isabel een bootreis maken. De vroegere vriend van Isabel woont sinds kort samen met een nieuwe vriendin, die een baby van hem verwacht. Isabel weet daar nog niets van en is ervan overtuigd dat het allemaal nog wel goed komt met haar en Peter. Gloria weet wel beter en zij zal haar moeder de waarheid moeten vertellen. Op de boot ontmoeten ze Ruth en haar kinderen: de geestelijk gehandicapte Boris en zijn zorgzame zusje Tasja. Ruth en Isabel blijken elkaar van vroeger te kennen. Ze waren in hun jeugd vriendinnen, maar die vriendschap is beëindigd. De onaangename sfeer tussen de beide moeders is al snel duidelijk, zonder dat onthuld wordt wat er in het verleden speelde. Dat maakt het verhaal spannend.
| |
| |
Ook in In Sara's huis (1989) is sprake van een gespannen verhouding tussen vrouwen. Omdat de ouders van Mette en Roelfje bij een autoongeluk om het leven zijn gekomen, wonen de kinderen bij hun tante Sara, de tweelingzus van hun moeder. Ze is schrijfster en woont in een klein dorp. Mette kan de situatie niet accepteren. Ze reageert afwijzend op alles en iedereen en wil niet terug naar school. Iedere toenaderingspoging van Sara wijst ze van de hand. Uit haar herinneringen (cursief gedrukt) blijkt wat haar nog meer dwarszit: ze denkt dat haar ouders op reis zijn gegaan omdat de verhouding tussen haarzelf en haar moeder zo slecht was. Ze worstelt met een groot schuldgevoel. Sara heeft ook veel problemen met de dood van haar zus en zwager. Zij werd door haar tweelingzus overheerst en probeert daarover te schrijven. Mette leest wat Sara over haar moeder schrijft. Ze raakt er volledig van overstuur. Naast het verhaal over Mette en haar gevoelens rond de dood van haar ouders speelt de zoektocht naar de toedracht van het ongeluk een rol.
Jaloezie en haat zijn de thema's in Veren (1994). De tienjarige tweelingzusjes Nini en Maja gaan met hun ouders naar een vakantiehuisje in een onherbergzame streek. Maja, die niet veel praat en altijd alles langzamer doet dan Nini, weet zich daar beter te vermaken dan haar zusje. Nini is jaloers op Maja, die van de regen en van de afwezigheid van andere kinderen geen last lijkt te hebben en zich prima amuseert. Alles verandert als Nessa opduikt. Hoewel Nessa een andere taal spreekt, begrijpen de meisjes haar heel goed. Nini wil haar meteen als vriendin inlijven, maar Nessa lijkt meer tot Maja te worden aangetrokken. Ook dat maakt Nini erg jaloers. Het lijkt wel of de rollen worden omgekeerd: zij loopt nu voortdurend overal achteraan, is bang en onzelfstandig. Normaal is deze rol voor Maja weggelegd. Op een dag laat Nessa de meisjes alleen achter op het strand. Ze vertrekt, zonder afscheid te nemen. Nini vindt dat dit Maja's schuld is en duwt haar zo hard dat Maja met haar hoofd op een steen valt. In de tijd dat Maja bewusteloos blijft liggen, beseft Nini eigenlijk pas goed wat haar zusje voor haar betekent. De sfeer in het verhaal is mysterieus en beklemmend.
Naar Nebraska (1991) en De bijenkoningin (1992) sluiten wat de belangrijkste thematiek betreft bij elkaar aan: beide verhalen gaan over homoseksuele liefde. Jens, de wat eenzame jongen uit het eerste verhaal, wordt verliefd op Lyle, die zijn vrouw heeft verlaten en nu een verhouding heeft met Elkie, een vroegrijp meisje uit het dorp van Jens. Als ze over de nodige papieren beschikken, zullen Lyle en Elkie naar Amerika (Nebraska) vertrekken. Het blijkt dat Lyle al menig vriendinnetje heeft beloofd met haar naar het buitenland te gaan.
| |
| |
Illustratie van Peter van Poppel uit Veren
In De bijenkoningin zijn Nando, Julie en Phil - de verteller van het verhaal - al vanaf de kleuterschool met elkaar bevriend. Ze hebben alle drie wel eens een vriend of vriendinnetje gehad, maar nooit voor lang. Als Nando en Phil Gwen ontmoeten, verandert er iets in hun vriendschap. Julie lijkt jaloers omdat Gwen verliefd is op Nando. Phil worstelt met een minderwaardigheidscomplex. Ook hij is verliefd op Gwen, maar denkt dat zij valt op de mooie, altijd aardige en behulpzame Nando. De vriendschap tussen de drie wankelt en alles gaat mis als zij, om bij te komen van hun eindexamen, een weekje in het vakantiehuisje van de ouders van Gwen doorbrengen. Tijdens een wandeling daagt Phil Nando uit van een oude spoorbrug in het kanaal te springen. Nando doet dat en komt vervolgens niet meer boven water. Net op tijd kan hij gered worden: hij bleek klem te zitten in een fietsframe. Het is daarna afgelopen met de vriendschap. Phil durft Nando niet meer onder ogen te komen en ook met Julie neemt hij geen contact meer op. Een tijd later schrijft hij op wat hij heeft meegemaakt. Daarna volgt een heel andere kijk op het verleden. Nando, tijdelijk naar Amerika verhuisd, reageert op wat Phil heeft geschreven. Hij ziet de dingen heel anders. Zowel Nando als Julie was verliefd op Phil, die dat dus helemaal niet doorhad. Niet Julie was de spil van de vriendschap, de bijenkoningin, maar Phil zelf.
In een aantal verhalen speelt naast relatieproblemen de dood een rol. In
| |
| |
Auww! overlijdt tante Agatha. De vader van Gloria, de ouders van Mette, en Fenna, een van de hoofdpersonages in Fenna (1986) zijn overleden als het verhaal begint. Jolene, de moeder van Elmo uit Elmo (1993), pleegt zelfmoord. Ook is er nogal eens sprake van een ‘bijna dood’. Nando duikt in een oud fietsframe dat onder water ligt en verdrinkt bijna; in Kinderkamp Utopia heeft het er eerst alle schijn van dat een van de kinderen in een vijver is verdronken; in In Sara's huis doet een buurvrouw een poging om Esther, het vriendinnetje van Mette, te vermoorden; Maja wordt op een steen gesmeten. Moniek uit De Duivenjongen (1996) doodt een duif en verwondt een andere ernstig.
Spanning draagt ertoe bij dat de boeken van Veronica Hazelhoff, ondanks de vaak zware problematiek, prettig leesbaar zijn. Veel van haar hoofdpersonen zien zich geconfronteerd met vragen en zijn gedwongen na te denken over zichzelf. Vaak is het een buitenstaander die het leven van de hoofdpersoon op zijn kop zet. In Elmo bijvoorbeeld is dat de excentrieke Jolene, van wie Vera erg onder de indruk is.
Het werk van Veronica Hazelhoff is in de loop der jaren veranderd wat betreft stijl en structuur. In de verhalen over Maartje gebruikt ze veel dialogen, korte zinnetjes, uitroeptekens, spreektaal. Dit realistische en vlotte taalgebruik komt ook voor in de daarop volgende boeken. Met het verschijnen van Veren komt er meer inhoudelijke diepgang en wordt de structuur hechter. In interviews heeft Hazelhoff verteld dat ze na het volgen van een workshop toneelschrijven in 1993 soberder, ‘aardser’ is gaan schrijven. Ze spreekt in dit verband van ‘scheve’ dialogen: ‘de gesprekken tussen de personages zijn in de realiteit geworteld, maar onderhuids is iets heel anders aan de orde dan het alledaagse gespreksonderwerp’. Het gaat Hazelhoff dan meer om ‘de emotie en om een mooie zin’.
| |
Elmo en De sneeuwstorm
Al meteen bij hun eerste ontmoeting is de vijftienjarige Vera behoorlijk onder de indruk van de mooie, roodharige Elmo, en nog meer van zijn kleine, opvallende moeder. Deze Jannie heeft onlangs besloten haar naam te veranderen in Jolene, omdat zij haar comeback wil maken als countryzangeres. Jolene mag dan een fascinerend persoon zijn, ze is ook veeleisend, egocentrisch en vooral erg onzeker. Ze gedraagt zich heel anders dan andere moeders; het is in feite Elmo die voor haar zorgt en het huishouden regelt zo goed en zo kwaad als dat gaat. Vera merkt wel dat een aantal zaken niet echt goed zit, maar ze laat zich meeslepen door haar bewondering voor Jolene, en haar verliefdheid op Elmo (hoewel ze dat laatste niet wil toegeven).
Veel liefhebbers van countrymuziek kennen Jolene nog uit de tijd
| |
| |
dat ze deel uitmaakte van Wildflower, de band van Elmo's vader. Haar plaats in deze band is nu ingenomen door diens jonge vriendin. Als het tijdens een festival in België tot een confrontatie komt tussen Jolene en haar ex-echtgenoot, lopen de zaken flink uit de hand. Kort daarna verongelukt Jolene. Ze heeft waarschijnlijk zelfmoord gepleegd.
Het verhaal ontwikkelt zich langs twee lijnen: de toenadering van Vera tot Elmo die haar hoogtepunt bereikt in een vrijpartij in een tentje op een countryfestival, en de min of meer parallel lopende verhaallijn die vertelt over de problemen die Jolene ondervindt bij haar comeback. De beide verhaallijnen komen bij elkaar op het festival.
Twee jaar na Elmo (1993) schreef Hazelhoff het verhaal De sneeuwstorm. Zonder er in het boek expliciet naar te verwijzen, blijkt uit dat verhaal wat er verder met Elmo en Vera gebeurde. De sneeuwstorm gaat over Ollie en Arthur, twee neven. De jongens zijn dikke vrienden, ondanks hun voortdurende gekibbel. Hoewel het al hevig sneeuwde toen de twee van huis vertrokken, leek het op dat moment nog mogelijk de lange afstand af te leggen tussen het dorp waar de jongens pas zijn komen wonen, en de stad waar ze op school gaan. De bus komt echter niet opdagen en Arthur beslist dat ze dan maar door de polder gaan lopen. Omdat ze geen hand voor ogen kunnen zien, verdwalen ze.
Illustratie van Peter van Poppel uit De sneeuwstorm
Na een vechtpartij zien ze in dat het verkeerd gaat. Groot is dan ook hun opluchting als ze een huisje ontdekken. Daar woont een bijzondere jongen (en wie Elmo heeft gelezen, herkent onmiddellijk de hoofdpersoon van dat boek). Als de neven op aanwijzingen van de jongen verder richting stad trekken, blijkt Arthur niet meer te kunnen lopen. Ollie neemt hem op z'n rug, maar raakt uitgeput. Als Arthur hem schopt en beledigt, laat Ollie zijn neef in de steek. Later blijkt dat de barre tocht voor niets is
| |
| |
geweest. Toch hebben de jongens er iets van geleerd: bijna onmerkbaar is er iets in hun verhouding verschoven. Arthur is niet meer zo onhebbelijk dominant; Ollie laat zich (bijna letterlijk) niet meer ondersneeuwen.
Hazelhoff maakt duidelijk dat de twee jongens, die zo verschillend zijn, toch een heel waardevolle vriendschap hebben, die beslist tegen een stootje kan. Net als in bijvoorbeeld Veren speelt de omgeving een grote rol. Ook hier worden gevoelens gesymboliseerd door de natuur, het weer, en door (het gebrek aan) kleur.
De eenzame kunstenaar (‘De jongen’) en Ollie treden ook op in De Duivenjongen, een kort verhaal uit 1996.
| |
Bezoek van Mister P
In de verhalenbundel Vakantie op Wadsoog (2004) verscheen een kort verhaal over Jo-Jo, dat Hazelhoff later uitwerkte tot een boek. Daarin richt zij zich tot een jongere doelgroep, namelijk lezers vanaf ca. 10 jaar. Jo-Jo heeft reuma. Hij personifieert zijn pijnlijke plaaggeest tot Mister P(ijn), met wie hij in een continue strijd is verwikkeld. Hij weigert te accepteren dat hij door zijn ziekte bepaalde dingen niet kan of maar beter kan laten. Daarmee maakt hij het erg moeilijk voor zijn omgeving. Tijdens een strandvakantie ontmoet hij Lena. Zij en haar moeder zijn asielzoekers die met uitzetting worden bedreigd. Zo hebben alle mensen om Jo-Jo heen hun eigen grote of kleine strijd. Wanneer de moeder van Lena hem een familiealbum toont, begint de egocentrische jongen in te zien dat ook anderen ‘pijn’ hebben, die zowel fysiek als psychisch kan zijn.
Uit het verhaal blijkt welke impact ziekte kan hebben, ook op de omgeving. Het verhaal eindigt positief: de nieuwe medicijnen doen hun werk, Mister P pakt (voorlopig) zijn koffer. Behalve over het leren omgaan met een ziekte gaat het verhaal over zelfbeschikking: iedereen moet zelf kunnen beslissen over zijn lot.
Bezoek van Mister P (2006) staat van alle boeken het dichtst bij de auteur, die sinds haar vijfentwintigste aan reuma leed. Nog nooit had ze haar ziekte tot onderwerp van haar verhalen gemaakt. In een interview vertelde ze: ‘Schrijven was voor mij een manier om te vertrekken naar een fantasiewereld zónder pijn.’
| |
Waardering
Er is wel geschreven dat Veronica Hazelhoff met haar boeken over Maartje ‘met vliegende vaart’ de wereld van de jeugdliteratuur betrad. De verhalen zijn vlot en humoristisch en gaan over voor kinderen herkenbare situaties. Een aantal recensenten wees op de relatie met het werk van Guus Kuijer.
Over het algemeen oordeelde men ook positief over Oma, waar blijft de taart (‘een knettergek boek’). Minder waardering konden de critici
| |
| |
opbrengen voor Kinderkamp Utopia, Heibel en Ster! Ludo Sollie karakteriseerde dit laatste boek zelfs als ‘kasteelroman met meisjesgebabbel’.
De eerste adolescentenromans van Hazelhoff kregen een gemengde ontvangst: ‘graag gelezen boeken, die mij toch te veel op de verlangens van het publiek zijn toegesneden’ (Bregje Boonstra). Veel waardering was er voor Veren, waarvoor de auteur naast een Zilveren Griffel de Nienke van Huchtumprijs kreeg. In het juryrapport staat te lezen: ‘Veren is een verhaal dat heel goed past in de lange reeks kinderboeken die Hazelhoff vanaf 1981 heeft geschreven en waarvan er een aantal terecht bekroond is. Verhoudingen tussen mensen die elkaar na staan, spanningen, de tussenkomst van een buitenstaander die die vaste verhoudingen omver gooit: ze heeft in een aantal boeken dat thema in verschillende varianten uitgewerkt. In Veren is het tot op het bot uitgekleed: het is letterlijk een guur verhaal geworden, over gure emoties en het speelt in een guur land.’
Er is nogal eens negatief gereageerd op het feit dat de verhalen van Veronica Hazelhoff zo overladen zijn: te veel personen die nauwelijks een rol spelen in de intrige en overbodige en dus afleidende ‘extra plots’. De latere verhalen zijn soberder, wat mede ingegeven werd door fysieke beperkingen. Pjotr van Lenteren: ‘Schrijven is vooral veel níet doen, ontdekte Hazelhoff. Ze kon ook haast niet anders: haar boeken schreef ze door in haar vervormde handen een potloodje te klemmen en daarmee de toetsen van haar computer in te drukken, en dat ging steeds moeilijker.’ Van Lenteren typeert in de Volkskrant de auteur na haar overlijden als volgt: ‘Het succes van Hazelhoff lag in de combinatie van groot schrijftalent - Guus Kuijer was haar voorbeeld en die heeft ze in haar beste zinnen geëvenaard - en aandacht voor wat kinderen bezighield.’
Hazelhoff creëerde hoofdpersonages met een eigen gezicht, ook wel aangeduid als ‘typisch Hazelhoff-meisjes’: eigenzinnige, wat nurkse typetjes, die eerlijk zeggen waar het op staat. Van Maartje tot en met Lena uit Bezoek van Mister P - in vrijwel alle boeken komt zo'n meisje voor. Haar laatste boek wordt door velen beschouwd als haar beste boek. Pjotr van Lenteren waardeerde het feit dat Hazelhoff niet psychologiseert, maar zich beperkt tot een zuiver, kinderlijk registreren. ‘In sobere zinnen vol knorrige understatements herschept ze de grote clichés van het leven tot persoonlijkheden waar je niet omheen kunt.’
| |
Bibliografie
Kinder- en jeugdboeken
|
Nou moe! Met illustraties van Joep Bertrams. Utrecht, Sjaloom, 1981. |
Hierzo! Met illustraties van Joep Bertrams. Utrecht, Sjaloom, 1982. |
| |
| |
Auww! Met illustraties van Joep Bertrams. Utrecht, Sjaloom, 1983. (Herdruk in 2008 in de ‘Gouden Griffelreeks’) |
Oma, waar blijft de taart. Met illustraties van Sylvia Weve. Utrecht, Sjaloom, 1983. |
Kinderkamp Utopia. Met illustraties van Joep Bertrams. Utrecht, Sjaloom, 1985. |
Fenna. Utrecht, Sjaloom, 1986. |
Ster! Utrecht, Sjaloom, 1987. |
Heibel. Met illustraties van Joep Bertrams. Amsterdam, Querido, 1988. |
In Sara's huis. Amsterdam, Querido, 1989. |
Mooie dagen. Amsterdam, Querido, 1990. |
Het zondagsgevoel. Met illustraties van. Sandra Klaassen. Tilburg, Zwijsen, 1990. (Herdr. in 2004 in de serie ‘Boekbeesten’) |
Boze ogen. Met illustraties van. Sandra Klaassen. Tilburg, Zwijsen, 1990. |
Naar Nebraska. Amsterdam, Querido, 1991. |
Een klein kreng. Met illustraties van. Sandra Klaassen. Tilburg, Zwijsen, 1992. (Herdr. in 1999 in de serie ‘Leesleeuw’) |
De bijenkoningin. Amsterdam, Querido, 1992. |
Elmo. Amsterdam, Querido, 1993. |
Veren. Met illustraties van Peter van Poppel. Amsterdam, Querido, 1994. |
De sneeuwstorm. Met illustraties van Peter van Poppel. Amsterdam, Querido, 1995. |
Lieve Liza. Met illustraties van Sylvia Weve. Amsterdam, Averroès, 1995. |
De Duivenjongen. Amsterdam, Querido, 1996. |
Niks gehoord, niks gezien. Amsterdam, Querido, 1997. |
Verloren paradijs. Amsterdam, Querido, 1999. |
Kat en Jong. Amsterdam, Querido, 2001. |
Bezoek van Mister P. Amsterdam, Querido, 2006. |
Over Veronica Hazelhoff (selectie)
|
Peter van den Hoven, Gniffelen met Maartje. In: De Groene Amsterdammer, 18-5-1983. [Over Nou moe!] |
Bregje Boonstra, Dooie vissies. In: NRC Handelsblad, 10-2-1984. [Over Auww!] |
J. Leestemaker, ‘Schrijven is een hele opluchting’. In: Trouw, 4-10-1984. [Interview] |
Inge van den Blink, Gouden Griffel. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 12-10-1984. [Over Auww!] |
Joke Linders-Nouwens, Geen autoriteit: interview met Veronica Hazelhoff. In: En nu over jeugdliteratuur, jaargang 11 (1984), afl. 6, blz. 211-212. |
Rindert Kromhout, [Over Kinderkamp Utopia]. In: de Volkskrant, 29-10-1985. |
Rindert Kromhout, [Over Fenna]. In: de Volkskrant, 6-1-1987. |
Aukje Holtrop, Fenna. Een boek met een geheim. In: Vrij Nederland, 28-2-1987. |
Aukje Holtrop, Heibel. Veel spannende verhaaldraadjes. In: Vrij Nederland, 10-12-1988. |
Lieke van Duin, Boven verdriet uitgroeien. In: Trouw, 10-10-1990. [Over In Sara's huis] |
Ludo Sollie, Veronica Hazelhoff. In: Jeugdboekengids, jaargang 33 (1991), nr. 1. |
Inge van den Blink, Hazelhoff op dreef. In: Utrechts Nieuwsblad, 21-6-1991. [Over Naar Nebraska] |
Carolien Zilverberg, Mooi én aardig. In: NRC Handelsblad, 24-4-1992. [Over De bijenkoningin] |
Cornald Maas, Niemand die eens lekker in mij wil bijten. In: de Volkskrant, 9-5-1992. [Over De bijenkoningin] |
Muriel Boll, Vriendschap en raadsels. In: De Stem, 10-5-1992. [Over De bijenkoningin] |
Aukje Holtrop, [Over De bijenkoningin]. In: Vrij Nederland, 23-5-1992. |
Muriel Bool, Countrymuziek en mysterie. In: De Stem, 14-5-1993. [Over Elmo] |
Joyce Kammer, Doorwrochte visie op volwassen worden. In: Haagsche Courant, 28-5-1993. [Over Elmo] |
Casper Markesteijn, Over... Veronica Hazelhoff. Laren, Walvaboek, 1994. |
Helma van Lierop-Debrauwer, Het bestaansrecht van meisjesliteratuur: over de meisjesboeken van Veronica Hazelhoff. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 8 (1994), afl. 32, p. 112-129. |
| |
| |
Carolien Zilverberg, [Over Veren]. In: NRC Handelsblad, 20-5-1994. |
Aukje Holtrop, [Over Veren]. In: Vrij Nederland, 25-6-1994. |
Peter van den Hoven, Hazelhoff. In: Vernieuwing, jaargang 54 (1995), nr. 1 [Over Veren] |
Ruud A.J. Kraaijeveld, Elmo. In: Jeugdboeken 1993-1994. Arnhem, Ellessy, 1995. |
Cornald Maas, De sneeuwstorm. In: de Volkskrant, 1-4-1995. |
Jan Smeekens, De sneeuwstorm. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 28-4-1995. |
Karin de Graaff, Teruggraven in het verleden. In: Haagsche Courant, 4-5-1995. [Interview] |
Cornald Maas, ‘Deksels kosten mij moeite. In: de Volkskrant, 29-9-1995 [Interview] |
Nienke van Hichtumprijs voor Veren van Veronica Hazelhoff. Juryrapport, dankwoord en bibliografie. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 10 (1996), nr. 37, blz. 118-123. |
Ruud A.J. Kraaijeveld, Ster! In: Over lezen gesproken. Apeldoorn, Van Walraven. 1996. |
Wilma van der Pennen, Lezen over Veronica Hazelhoff. Den Haag, NBLC, 1996. |
Judith Eiselin, Verwend en eenzaam. In: NRC Handelsblad, 12-9-1997. [Over Niks gehoord, niks gezien] |
Bregje Boonstra, Niks gehoord, niks gezien. In: De Groene Amsterdammer, 17-9-1997. |
Judith Eiselin, Deed jouw moeder ook zo raar? Gesprek met kinderboekenschrijfster Veronica Hazelhoff. In: NRC Handelsblad, 26-9-1997. [Interview] |
Ingrid Antheunis, [Over De sneeuwstorm]. In: De Morgen, 31-3-1998. |
Aimée de Jaeger, [Over Niks gehoord, niks gezien]. In: De Morgen, 15-12-1999. |
Aukje Holtrop, [Over Verloren paradijs]. In: Vrij Nederland, 18-12-1999. |
Patrick Jordens, [Over Bezoek van Mister P]. In: De Morgen, 20-12-2006. |
Judith Eiselin, Troost in de tropen. In: NRC Handelsblad, 21-12-2001. [Over Kat en Jong] |
Sophia Geuze, Voetbal, reuma en een zusje uit China. In: Nederlands Dagblad, 10-1-2007. [Over Bezoek aan Mister P] |
Hanneke van den Berg, De ongelijke strijd van een jonge voetballer. In: Haarlems Dagblad, 27-1-2007. [Over Bezoek van Mister P] |
Pjotr van Lenteren, Veronica Hazelhoff doet overrompelend veel met bijzonder weinig. In: de Volkskrant, 14-4-2007. [Over Bezoek van Mister P] |
Pjotr van Lenteren, Schrijftalent en hart voor kind. In: de Volkskrant, 2-7-2009. |
Judith Eiselin, Fijngevoelig én brutaal. In: NRC Handelsblad, 2-7-2009. |
86 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2011
|
|