Illustratie van B. Midderigh-Bokhorst uit Moes vertelt verder
het gezin, waarbij zij soms wel wat brutaal uit de hoek komen. Moeder wijst hen met een grapje terecht. In de verhalen die moeder aan de kinderen vertelt schildert zij wat buitenissiger situaties, maar ook daarin hebben kinderen de belangrijkste rol.
In het derde deeltje uit deze serie, Met z'n zevenen uit logeeren, gaan de kinderen uit logeren bij hun grootvader op de Veluwe. Hun oom Daan, die ook in de eerste boekjes vaak voor de vrolijke noot zorgt, gaat mee om een oogje in het zeil te houden. Deze jonge vrijgezel verzint leuke uitstapjes voor de kinderen, zoals een middag zwemmen in een meertje. Opvallend is daarbij, dat de meisjes niet kunnen zwemmen. Zij zullen pootje-baaien. Ook bij andere belevenissen is het verschil in opvoeding tussen jongens en meisjes duidelijk te herkennen. De jongens mogen paardrijden, hun zusje moet dagelijks een stukje breien.
Het Noordzee-eiland Vlieland en Villa Oorwurm gaan weliswaar over een andere familie, maar beschrijven eveneens de vakantiebelevenissen van een groot gezin. Omdat het jongste zoontje wat zwak is gaat de hele familie, dienstmeid en juffie incluis, op vakantie naar Vlieland. Er mogen zelfs wat extra kinderen mee. De vakantie op het eiland bevalt de familie zo goed, dat zij het jaar daarop besluit naar Ameland te gaan. Ze huren hier een huis, dat heel gezellig is, maar wat primitief. Op het eiland is gebrek aan water, waardoor het extra behelpen is voor de familie. Omdat de eilandbewoners voor heel gewone zaken als koffie en thee afhankelijk zijn van de wekelijkse bevoorrading vanaf het vasteland, zijn sommige produkten nauwelijks te koop. Door de mobilisatie van 1914-1918 zijn er extra problemen met de bevoorrading. Omdat de militaire commandant op het eiland alle briketten heeft geconfisceerd, moet er gekookt worden op bronolie (petroleum). Maar die is niet in voldoende mate aanwezig op het eiland. Dat het verhaal is gesitueerd tijdens de Eerste Wereldoorlog, is onder andere af te lezen uit de beschrijving van overvliegende zeppelins, het eten van regeringsbrood en de schaarste van sommige produkten.
In de boeken over de Waddeneilanden beperkt de schrijfster zich niet tot het beschrijven van familiesituaties. Zij doorvlecht haar verhaal met informatie over de zee, de natuur en de situaties op de eilanden, waardoor