Jeugdboeken
De sociale problematiek speelt ook in het eerste jeugdboek van Von der Grün een belangrijke rol, maar werkt nooit geforceerd. De krokodillenbende (1976) is een van de meest succesvolle voorbeelden van een nieuwe soort realistische jeugdliteratuur dat in de jaren '70 in West-Duitsland ontstaat.
Door een variatie op een vaak gekozen thema - een stel kinderen achtervolgt een bende van misdadigers en levert ze aan de politie over - lukt het Von der Grün om zonder aan spanning in te boeten een gegeven uit de alledaagse realiteit in zijn verhaal te brengen: de ‘held’ van de krokodillenbende is een gehandicapte jongen, die in een rolstoel zit. De manier waarop hij zich ondanks zijn handicap tussen de gezonde jongens weet te handhaven, is de eigenlijke thematiek van de korte roman, die tegen de achtergrond van de situatie van de arbeidersfamilies in het Duitse Roergebied speelt. Kurt, de gehandicapte jongen, is niet alleen gekarakteriseerd door zijn lichamelijke beperktheid, maar vooral door zijn bijzondere vaardigheden, die de bewondering van de andere ‘krokodillen’ opwekt. Hij is het, die tenslotte kan bewijzen wie de inbrekers zijn.
Het verhaal is door Wolfgang Becker voor de Duitse televisie (ARD, 1977) verfilmd.
Omslag Henk Kneepkens
In Hoe was het eigenlijk? Mijn jeugd in Hitler-Duitsland (1979) geeft Max von der Grün een synchrone beschrijving van zijn eigen leven en de politieke ontwikkeling in Duitsland tussen 1926 en 1945. Hij wil hiermee de verwevenheid van het alledaagse leven met de brute maatschappelijke omwenteling tijdens het nationaal-socialisme laten zien. Via deze autobiografische benadering probeert hij het didactisch tekort te omzeilen van praktisch alle geschiedenisleerboeken, die ter wille van de grote lijnen de alledaagse werkelijkheid slechts globaal en abstraherend kunnen aanduiden en zodoende