| |
| |
| |
Helen Griffiths
door Jos Staal
Helen Griffiths werd op 8 mei 1939 in Londen geboren. Tussen '54 en '57 studeerde ze aan het Balham and Tooting College of Commerce in Londen. Ze was onder andere werkzaam als cowgirl, secretaresse en lerares Engels in Madrid.
In 1959 trouwde ze met de hotelmanager Pedro Santos de la Cal, die in 1973 overleed.
Helen Griffiths debuteerde in 1957 op achttienjarige leeftijd met Horse in the clouds. Veel van haar werk werd in het Nederlands vertaald, waaronder ook The dark swallows (Zwarte zwaluwen), haar enige boek voor volwassenen. Haar jeugdboek Het heksenkind werd in 1978 bekroond met een Zilveren Griffel.
| |
Werk
Het belangrijkste onderwerp in de jeugdboeken van Helen Griffiths is de omgang van mensen met dieren. Ze schrijft daarover vrij nuchter, zonder overdreven sentimenten. Meestal zijn het eenzame, gevoelige jongens uit een achtergesteld milieu die het lukt om vriendschap te sluiten met dieren. Aan de tekening van dat milieu wordt doorgaans veel aandacht besteed, en vaak worden er parallellen getrokken tussen de situatie van het dier en die van de jongen.
Het gedrag van volwassenen tegenover dieren wordt veelal gekenmerkt door onverschilligheid. Dieren worden beoordeeld op hun gebruikswaarde: ze zijn nuttig of schadelijk, en worden dienovereenkomstig behandeld. De dieren zelf beschrijft Helen Griffiths als puur en onbedorven, hetgeen de bitterheid van hun lot des te schrijnender maakt.
Veel van haar boeken spelen in Spanje, waar Helen Griffiths jaren heeft gewoond en dat ze goed kent. ‘Ik heb geprobeerd om een beeld te schetsen van het land en zijn bewo- | |
| |
ners zoals ze werkelijk zijn,’ heeft ze eens opgemerkt. ‘Ik probeer duidelijk te maken hoe Spanjaarden met dieren omgaan, niet wreed maar onverschillig, een houding die buiten Spanje vaak verkeerd begrepen wordt.’
Haar eerste jeugdboeken hadden wilde paarden in de vlakten van Zuid-Amerika of Spanje tot onderwerp. De meest geprezen boeken uit deze periode zijn The wild heart en The wild horse of Santander.
The wild heart (La Bruja, de merrie) gaat over een wilde merrie die al jong op eigen benen moet staan. Vanwege haar snelheid wordt ze fel begeerd door handelaren. Het lukt hen echter niet de merrie te temmen. Aan het eind van het verhaal wordt de merrie door een kreupele weesjongen zodanig verminkt dat ze niet meer kan draven; daardoor is ze voor de handelaren oninteressant geworden.
Het boek gaat vooral over de onmogelijkheid van een werkelijke relatie tussen mens en dier. Het verhaal heeft vrij weinig actie, maar de natuurbeschrijvingen zijn poëtisch en levendig. Het tamelijk symbolische slot werd door enkele critici onbevredigend gevonden.
The wild horse of Santander (Het wilde paard van Santander) speelt in Spanje en gaat over een blinde jongen, Joaquin genaamd, die zich pas gelukkig voelt als hij - zonder zadel - op zijn merrie kan rijden, die hij met veel inspanning voor zich gewonnen heeft. Als de jongen moet worden geopereerd vlucht het paard de bergen in en wordt opnieuw wild en gevaarlijk.
Helen Griffiths beschrijft in dit boek uitvoerig het gezin waarin de blinde jongen leeft en de factoren die zijn vriendschap met de merrie mogelijk maken. Het is de merrie die leiding geeft. Als Joaquin genezen terugkeert is de vertrouwensbasis tussen jongen en paard verdwenen.
In haar latere werk schreef Helen Griffiths ook over honden, katten, ezels en andere dieren. Deze verhalen zijn meestal gelokaliseerd in Spanje, een enkele keer echter ook in Engeland. Sommige verhalen hebben een autobiografische achtergrond, zoals bijvoorbeeld Het is maar een straathond, dat over een zwerfhond gaat die na veel omzwervingen terecht komt in het gezin van de schrijfster. Misjo is een vergelijkbaar verhaal over een kat, die uiteindelijk in het asiel belandt.
Een bekend hondenverhaal van Helen Griffiths is Leon. Een slimme dorpsjongen, Hilario, vindt op straat onder een kar een hond die hij liefdevol verzorgt. Er groeit een hechte band tussen de jongen en de hond. Dan gaat Hilario voor z'n studie naar Madrid. De Spaanse burgeroorlog breekt uit. Leon wordt een verschoppeling, door de mensen gehaat en opgejaagd omdat hij kippen en schapen
| |
| |
doodt om in leven te kunnen blijven. Hilaro is tijdens de oorlog vrij zwaar gewond geraakt en keert terug naar het dorp. Hierdoor worden Hilario en Leon - die er slecht aan toe is - weer bij elkaar gebracht.
Ook De laatste zomer speelt tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Eduardo brengt zijn vakantie door op het landgoed van zijn vader om zich voor te bereiden op een examen. Zijn vader wordt door de republikeinen vermoord en dan begint voor Eduardo een lange tocht naar het noorden, waar zijn moeder woont. Zijn enige metgezel is de oude merrie Gaviato.
De Spaanse Burgeroorlog is slechts decor in dit boek. Helen Griffiths schrijft alleen indirect over de achtergronden, bijvoorbeeld als ze het leven beschrijft van de kleine boeren. Ze trekt geen partij: zowel bij de republikeinen als bij hun tegenstanders vinden wreedheden plaats. Aan Eduardo gaat dit alles grotendeels voorbij, hij maakt zich vooral bezorgd over Gaviato, die een aantal keren wordt gestolen of wordt gevorderd door militairen.
| |
Waardering
De boeken van Helen Griffiths worden door de kritiek over het algemeen welwillend of zelfs lovend ontvangen. Men prijst met name haar compositorische kwaliteiten en haar beeldende, vaak poëtische stijl. Soms wordt de psychologische portrettering van de hoofdfiguren (meestal jongens) wat oppervlakkig gevonden. Ook is er kritiek op haar taalgebruik, dat sommige critici te moeilijk vinden. Waardering is er voor de aandacht die ze besteedt aan de achtergrond en het milieu van de hoofdfiguren. Ook haar verteltrant, waarin emotionele gebeurtenissen zakelijk beschreven worden, vindt veel waardering, evenals haar gevoel voor humor.
| |
Het heksenkind
Dit verhaal speelt in 1540 op het platteland. Een boer vindt in het bos een driejarig meisje. De ouders zijn onbekend en de dorpspastoor besluit het meisje onder te brengen bij een echtpaar dat na de dood van hun enig dochterje kinderloos is gebleven. Het meisje - dat door de pleegouders Agnes wordt genoemd, net als hun overleden dochtertje - gedraagt zich merkwaardig. Het praat niet, kijkt de mensen niet aan en heeft alleen belangstelling voor een wilde, zwarte kat. Door haar omgang met deze kat is ze in het dorp al snel verdacht. De dorpelingen denken dat het vreemde meisje een heks is en willen haar berechten. Een man uit een naburig dorp kan het gedrag van het meisje verklaren: het meisje heeft gezien hoe haar moeder - die aan vallende ziekte leed - werd opgehangen omdat men dacht dat ze een heks was. Sindsdien heeft het meisje zich van de wereld afgesloten.
Het heksenkind neemt in het oeuvre
| |
| |
van Helen Griffiths een bijzondere plaats in; door het onderwerp wijkt het nogal af van haar andere werk. Het beschrijft de situatie van wat men tegenwoordig een ‘autistisch kind’ zou noemen in een bijgelovig, middeleeuws Europa. Niet in staat om op de gebruikelijke manier te communiceren, is de situatie van het meisje vergelijkbaar met die van een dier.
De reacties op het boek waren verdeeld. Sommige recensenten prezen de manier waarop het Helen Griffiths was gelukt om over zo'n moeilijk onderwerp als autistische kinderen leesbaar te schrijven; andere recensenten vonden juist dat ze daarin niet was geslaagd. De recensent van nrc Handelsblad vond dat Helen Griffiths maar weinig notie had van geschiedenis en psychologie en vond het boek beslist geen griffel waard.
| |
Pablo
Pablo woont op de boerderij van zijn grootouders in het noorden van Spanje. Zijn ouders werken in Duitsland. Om de dieren op zijn boerderij tegen wolven te kunnen beschermen schaft grootvader een jonge hond aan. Tussen Pablo en de hond, die hij Neska noemt, groeit een bijzondere band. Pablo weet te voorkomen dat het dier buiten op het erf aan de ketting wordt gelegd. Als Neska jongen krijgt worden ze gedood, want niemand wil ze hebben en op de boerderij kunnen ze niet blijven. Als Neska opnieuw jongen krijgt spant
Illustratie van Victor G. Ambrus uit Pablo
Pablo zich tot het uiterste in om de dieren in leven te houden. Heimelijk brengt hij ze voedsel in een hol in de bergen. De hondjes verwilderen en groeien op tot gevaarlijke beesten die het vee en de boeren aanvallen en ook Pablo bedreigen.
Het boek beschrijft vier jaar uit het leven van Pablo. Niet alleen zijn relatie met Neska speelt een rol, maar ook die met zijn ouders en grootouders. Zijn grootvader wil hem niet verdrietig zien en belooft hem dingen die hij niet kan waarmaken. Zijn grootmoeder is een nuchtere vrouw. Ze keurt het toegeeflijke gedrag van haar man af, maar verhindert het niet. Zijn ouders komen na hun verblijf in Duitsland terug in Spanje en trekken in bij de grootouders. Er ontstaan grote spanningen tussen de moeder en de grootmoeder. Pablo vindt het moeilijk om daarin zijn houding te bepa- | |
| |
len. Uiteindelijk vertrekken zijn ouders naar de stad. Neska mag niet mee. De vakanties brengt Pablo door bij zijn grootouders.
Een belangrijk thema in dit boek is het conflict tussen mens en natuur. Pablo trekt voortdurend parallellen tussen mens en dier. Mensen hebben recht om kinderen te krijgen, waarom dieren niet, vraagt hij zich af. Pas later ziet hij in dat daar waar mensen wonen dieren vaak moeten wijken. Omdat de gevoelens van Pablo uitvoerig aan de orde komen is het voor de lezer heel gemakkelijk om zich met hem te identificeren. Het boek geeft veel informatie over het leven op het Spaanse platteland en over de manier waarop mensen met de natuur omgaan.
| |
Bibliografie
Werk voor volwassenen
|
The dark swallows (1967): Zwarte zwaluwen. Vertaald door D.C.M. Schiphorst-Grossouw. Den Haag, Zuid-Hollandse Uitgeversmaatschappij, 1971. |
Keuze uit de niet in het Nederlandse vertaalde jeugdboeken
|
Horse in the clouds (1957), Wild en free (1958), Moonlight (1959), Africano (1961), Hari's pigeon (1982) |
In het Nederlands vertaalde jeugdboeken
|
The wild heart (1963): La Bruja, de merrie. Vertaald door A.J. Richel. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, 1971. |
The Greyhound (1964): Silver. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, 1968. |
The wild horse of Santander (1966): Het wilde paard van Santander. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, 1967. |
León (1967): Leon. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, 1968. |
Stallion of the sands (1968): Aurelio en de wilde hengst. Vertaald door A.J. Richel. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, 1969. |
Moshie Cat: the true adventures of a Majorcan Kitten (1969): Misjo. Vertaald door Ton Stam. Hoorn, Westfriesland, 1971. |
Patch (1970): Vlek, de zwerfhond. Vertaald door Ton Stam. Met illustraties van Maurice Wilson. Hoorn, Westfriesland, 1973. |
Frederico (1971): Frederico. Vertaald door Hannie van Till. Met illustraties van Wouter van Leeuwen. Hoorn, Westfriesland, z.j. |
Russian Blue (1973): Sacha, de Russische kat. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Wouter van Leeuwen. Hoorn, Westfriesland, z.j. |
Just a dog (1974): Het is maar een straathond. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, z.j. |
Witch Fear (1975): Het heksenkind. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Reintje Venema. Hoorn, Westfriesland, 1977. |
Pablo (1977): Pablo. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, z.j. |
The Kershaw dogs (1978): Stijfkop, de vechthond. Vertaald door M. Slagt-Prins. Met illustraties van Douglas Hall. Hoorn, Westfriesland, 1980. |
The last summer: Spain 1936 (1979): De laatste zomer. Vertaald door Kees Broos. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, 1981. |
Blacface Stallion (1980): De zwarte hengst. Vertaald door Kees Broos. Met illustraties van Victor G. Ambrus. Hoorn, Westfriesland, 1982. |
| |
| |
Dancing horses (1981): Franciscus, olé. Vertaald door G. de Bruijn. Hoorn, Westfriesland, 1982. |
The dog at the window (z.j.): De hond achter het raam. Vertaald door Tonny Vos-Dahmen von Buchholz. Met illustraties van Fred de Heij. Hoorn, Westfriesland, 1984. |
Rafa's Dog (z.j.): De hond van Rafa. Vertaald door Tonny Vos-Van Dahmen Buchholz. Hoorn, Westfriesland, 1984. |
Over Helen Griffiths
|
A. Commire, Something about the author. Volume 5. Detroit/Michigan, Gale Research Book Tower, 1973, blz. 77/8. |
N.J. Lickteig, An introduction to children's literature. Columbus/Ohio, Charles E. Merril Publishing Co., 1975, blz. 303. |
F. de Swert, Helen Griffiths. In: Jeugdboekengids, jaargang 17 (1975), nr. 9. |
F. de Swert, Over jeugdliteratuur. Tielt, Lannoo, 1977, blz. 142 en 198. |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, jaargang 4, nr. 1. Den Haag, NBLC, 1980. |
16 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1988
|
|