| |
| |
| |
Kate Greenaway
door Roel Siegers
Kate Greenaway werd op 17 maart 1846 in Londen geboren. Haar vader was een bekend tekenaar en graveur. Haar moeder had een aantal jaren een modezaakje. Ze hadden het niet breed, maar Kate had een prettige, onbezorgde kindertijd. Tijdens vakanties op de boerderij van een oudtante in Rolleston ontwaakte haar liefde voor de natuur. Ze kreeg al vroeg teken- en schilderlessen en bezocht vanaf haar twaalfde jaar een aantal kunstopleidingen, onder andere de Slade School of Art. In haar studietijd verkocht ze reeds aquarellen, kreeg opdrachten wenskaarten te ontwerpen en werd medewerkster bij het bekende tijdschrift Little Folks en de Illustrated London News.
Haar vader, die haar erg stimuleerde, bracht haar in contact met de befaamde kleurendrukker Edmund Evans. In 1878 drukte hij 20.000 exemplaren van Under the Window, een verzameling versjes en prentjes. Het succes was enorm, tot in Amerika. Franse en Duitse vertalingen volgden en brachten de oplaag op 100.000. De tekenstijl van Kate Greenaway werd een rage en tot haar grote ergenis werd ze op grote schaal gekopieëerd op behang, zakdoeken, vaasjes en andere prullaria. De kleren die haar tekenfiguurtjes droegen, kwamen in de mode. Hoewel ze ook werk van anderen illustreerde, gaf ze er de voorkeur aan bij haar eigen versjes en verhaaltjes aquarellen te maken. Ze bleef samenwerken met Evans, verzorgde de jaarlijkse almanak en kalenders, exposeerde in galeries en was rond haar dertigste een welgestelde vrouw.
Omstreeks 1890 begon haar roem te tanen; ze kreeg bijna geen opdrachten meer. Aan haar grote vriend, de kunstcriticus John Ruskin,
| |
| |
met wie ze een intensieve briefwisseling had, schreef ze: ‘It's so difficult I am no longer at all the fashion.’ Ze schreef nog twee ongepubliceerde bundels sonnetten over haar onvervulde liefde en over de offers die ze zich voor de kunst moest getroosten. Kate Greenaway bleef ongehuwd. Zij haatte publiciteit en leidde een teruggetrokken leven met haar ouders en haar ongetrouwde broer. Kort voor haar dood, op 6 november 1901, werd ze lid van de Royal Institute of Painters in Water-colour.
Sinds 1955 wordt de Kate Greenaway-medaille jaarlijks door de Library Association of Great Britain uitgereikt aan een in Engeland wonende en werkende illustrator.
| |
Werk
In 1846, Kate Greenaway's geboortejaar, werd de eerste kerstkaart gedrukt. Al spoedig nam de wenskaartenindustrie een grote vlucht en kunstenaars van naam werden uitgenodigd kaarten te ontwerpen. De gerenommeerde firma Marcus Ward gaf Kate de opdracht een kaart voor Valentijnsdag te ontwerpen. Binnen een jaar werden er 25.000 verkocht. Ruim zes jaar bleef zij allerlei kaarten voor Ward ontwerpen, en haar kindertjes in vaag achttiende-eeuwse kleren waren een succes.
De ideeën deed ze op in Rolleston waar de bevolking dit soort kleren nog droeg. Uit het modezaakje van haar moeder haalde ze lapjes stof en ontwierp kostuums voor haar poppen, die weer model stonden voor haar tekenfiguren. Kenmerkend voor haar stijl zijn de jurkjes met een hoge taille, de versieringen met kantjes, strikjes, ruches en lintjes, de schorten en de grote hoeden.
Zij bewonderde het werk van de Pre-Raphaëlieten, zoals Rossetti, Hunt en Millais.
Haar versjes werden niet door Ward gewaardeerd, hij vond ze slecht en niet poëtisch. Edmund Evans, die ook het werk van beroemde tijdgenoten als Randolph Caldecott en Walter Crane drukte, zag er wel iets in en haar eerste succesbundel Under the Window bevatte dan ook rijmpjes en prentjes. Evans gebruikte houtblokken om met vier of meer kleurendrukgangen de kleurnuances van de oorspronkelijke aquarel te evenaren. De rijmpjes hebben meestal vier regels:
Shall I sing? says the lark,
Shall I bloom? says the flower,
Shall I come? says the sun,
Or shall I? says the shower.
Sing your song, pretty bird,
Roses, bloom for an hour,
Door het nieuwe kleurendrukprocédé kwamen tekst, illustratie, bandontwerp en bladverdeling tot een harmonische eenheid.
| |
| |
Uit Marigold garden
| |
| |
Uit Under the window
Kinderen waren in de Victoriaanse tijd kleine volwassenen. Kate Greenaway beeldt ze wandelend, babbelend en keurig thee drinkend af. Ze zijn nooit vies of stout, kijken ernstig, bijna melancholisch voor zich uit en lopen engelachtig door een wereld vol bloemen; de wereld van het Engelse platteland met talloze pittoreske schoorstenen, muurtjes, schilderachtige hekjes en appelbomen en keurig aangeharkte tuinen.
In 1881 verschijnt Mother Goose, 48 bladzijden met prentjes en rijmpjes, die al generaties lang aan kinderen worden voorgelezen:
Diddlty, diddlty, dumpty,
The cat run up the plumtree,
Give her a plum, and down she'll come,
Diddlty, diddlty, dumpty.
In Marigold Garden (1885) worden de illustraties steeds belangrijker: fruitmanden, bloemenkransen en linten versieren de bladzijden en uit de schilderachtige tafereeltjes spreekt een grote rust en intimiteit.
In 1888 waagt Kate Greenaway zich aan een historisch onderwerp. Ze raakt bevriend met de dichter Robert Browning en illustreert zijn The Pied Pieper of Hamelin. Het tekenen van
| |
| |
Uit The English Spelling-Book
mensen in Middeleeuwse kleding is een groot probleem voor haar.
Tot en met 1897 ontwerpt ze de jaarlijkse almanak, door Evans voor uitgever Routledge gedrukt; verder vele soorten kalenders, kleurboeken en een beroemd geworden alfabet dat nog in onze tijd in kruissteek wordt uitgevoerd.
Hoewel Kate Greenaway rond 1885 minder opdrachten krijgt boeken te illustreren, worden haar aquarellen regelmatig verkocht en blijft ze exposeren.
| |
Waardering
Kate Greenaway schilderde een kindertype dat een stempel drukte op de Victoriaanse tijd. Haar publiek verlangde naar de ouderwetse romantiek van de achttiende eeuw om te kunnen ontsnappen aan de stank en rook van de opkomende industrialisatie en te kunnen wegdromen naar een wereld vol bloemenranken en feeën. Haar hang naar het buitenleven komt tot uiting in Marigold Garden, waar ze zegt: ‘Oh, I'll stay in the country and make a daisy chain, and never go back to London again.’ Ze tekende steeds dezelfde soort kinderen met wijduitstaande ogen en spitse kin. Deze wat oppervlakkige stijl van tekenen ondervond kritiek van tijdgenoten. John Ruskin raadde haar aan het menselijk lichaam beter te bestuderen, haar figuurtjes niet te bedelven onder te grote hoeden, om die moeilijke achtergrond maar niet te hoeven tekenen! Zij was erg gevoelig voor die aanwijzingen, maar het lag niet altijd in haar vermogen zich te corrigeren. Het perspectief kreeg ze niet onder de knie. Armen en benen staken vaak op vreemde wijze uit het lichaam en met het tekenen van dieren had ze grote moeite. De grondschaduwen en de scherpe omlijningen werden vaak bespot. Kate Greenaway was tamelijk onzeker en twijfelde aan haar talent. Ze had grote bewondering voor Caldecott en Crane, die ze echter in roem overtrof.
In Frankrijk heeft men zelfs een naam bedacht voor haar door snoezige kindertjes bewoonde wereld: Greenawisme.
| |
| |
| |
Bibliografie
Een keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde boeken met tekst en illustraties van Greenaway
|
Diamonds and toads (1871), Under the window (1878), Trot's journey (1879), The old farm gate (1880), A day in a child's life (1881), A Apple Pie (1886), Around the house (1888). |
Keuze uit in het Nederlands vertaalde kinderboeken met tekst en illustraties van Greenaway
|
Kate Greenaway's Mother Goose (1882): Gijsje mooi meisje en andere versjes. Opnieuw berijmd door Fleur d'Aulnis. Amsterdam, Ploegsma, 1979. |
Language of flowres (1884): De taal der bloemen. Vertaald door Chantal d'Aulnis. Amsterdam, Ploegsma, 1977. |
Marigold Garden (1884): Klein, klein kleutertje, wat doe je in mijn hof? Vertaald door F.J.P. Heynen. Amsterdam, Omegaboek, 1979. |
Kate Greenaway's book of games (1889): Schipper mag ik overvaren? Vertaald door J.D. van Exter. Baarn, Hollandia, 1978. |
The old fashioned children's story-book (1979): Verhalen en versjes van vroeger. Met versjes en prentjes van Kate Greenaway e.a. Vertaald door Ank de Graaf-Van Wijngaarden. Amsterdam, Ploegsma, 1979. |
Een keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde werken met illustraties van Greenaway
|
Brat Harte, The Queen of the Pirate Isle (1886); Robert Browning, The Pied Piper of Hamelin (1888); Beatrice F. Cresswell, The royal progress of King Pepito (1889). |
Een keuze uit de door Greenaway geïllustreerde boeken
|
The Little folks's nature painting-book (1879), Kate Greenaway's birthday book for children (1880), A day in a child's life (1881), Little Ann (1883), Kate Greenaway's Alphabet (1900). |
Over Kate Greenaway
|
M.H. Spielman, G.S. Layard, Kate Greenaway. New York, Benjamin Blom, 1905 (herdruk 1968). |
William S. Baring, The annotated Mother Goose. Over Kate Greenaway en anderen. New York, Bramhall House, 1962. |
Brian Holme, The Kate Greenaway book. Harmondsworth, Penguin, 1976. |
Rodney K. Engen, Kate Greenaway. Londen, Academy, 1976. |
Susan E. Meyer, A treasury of the great children's book illustrators. New York, Abrams, 1983. |
19 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1989
|
|