| |
| |
| |
Cok Grashoff
door Janneke van der Veer
Achter de auteursnaam Cok Grashoff gaan verschillende personen schuil. Allereerst de veelschrijver Pieter Grashoff, geboren op 24 juni 1927 in Rotterdam. Als kind schreef hij al verhalen, maar dit werd hem door zijn vader verboden omdat hij familiegeheimen zou onthullen. Op advies van zijn vader werd hij onderwijzer. Hij had zes jaar zangles, zong bij de Haagse Opera en trad op in binnenen buitenland.
In 1949 trouwde hij met Cornelia Johanna (Cok) Hogesteeger, op 5 januari 1928 geboren in Rotterdam. Zij was eveneens werkzaam in het onderwijs. Cok Hogesteeger groeide op zonder boeken, maar verzon op jonge leeftijd al verhaaltjes voor haar broertje.
Het echtpaar Grashoff-Hogesteeger schreef vele kinderboeken, die uitgegeven zijn onder de naam Cok Grashoff. Hun debuut Villa De Zeester verscheen in 1949. Pieter Grashoff schoof meestal zijn vrouw als schrijfster naar voren. Verder schreef en vertaalde hij boeken voor volwassenen en werkte hij vanaf 1950 mee aan tijdschriften als Litterair Paspoort en Critisch Bulletin. Vanaf 1960 leverde hij ook literaire bijdragen aan de dagbladen Rotterdamsch Nieuwsblad en Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het huwelijk liep in 1960 uit op een echtscheiding, waarna beiden hertrouwden.
Hun samenwerking hield nog stand tot 1964. Pieter Grashoff bleef daarna de naam Cok Grashoff gebruiken voor de vele meisjesboeken die hij schreef. Onder zijn eigen naam publiceerde hij jongensboeken en bewerkingen van klassieke verha- | |
| |
len als Pinokkio, Alleen op de wereld en Robinson Crusoë. In 1980 stopte hij met het schrijven van kinderboeken. De nog lopende Floortje Bellefleur-serie werd door zijn tweede echtgenote Janna G. Hageman (1937-2004) voortgezet.
| |
Werk
Het oeuvre van Cok Grashoff bestaat uit veelal populaire, vlot geschreven verhalen, waarvan een groot deel verscheen in series. De boeken zijn bestemd voor diverse leeftijdsgroepen.
De verhalen voor jonge kinderen gaan over dicht-bij-huis-onderwerpen, zoals een logeerpartij, vakantiebelevenissen en huisdieren. Een voorbeeld hiervan is de Josientje-reeks. In het eerste deel, Josientje (1956), gaat de hoofdpersoon viooltjes plukken in de duinen. Ze wil deze aan haar moeder geven die in het ziekenhuis ligt. In Josientje en haar kleine deugniet (1957) heeft Josientje een eigen tuintje, maar de plantjes worden opgegeten door een weggelopen bokje.
In latere boeken van Grashoff, veelal bedoeld voor oudere kinderen, zijn de belevenissen avontuurlijker. Soms is sprake van een gevaarlijke situatie: de hoofdpersoon wordt ontvoerd of krijgt te maken met andere vormen van criminaliteit, zoals autodiefstal in Je bent geweldig, Claudia! (1968).
Opvallend in veel verhalen is, dat de ouders vaak op reis zijn. De kinderen logeren dan bij familie. Ook de hoofdpersonen zelf gaan nogal eens op reis. Dat is bijvoorbeeld het geval in de Belinda-serie, vanaf 1971 uitgegeven voor meisjes vanaf twaalf jaar. Als (leerling-)journaliste maken Belinda en haar vriendin Joske reizen naar diverse landen.
De Geertje-serie (1959-1972) neemt in het oeuvre van Cok Grashoff een bijzondere plaats in. Geertje is een arm weesmeisje. In het eerste deel wordt zij na de dood van haar grootvader liefderijk opgenomen in een doktersgezin. Meer dan andere verhalen van Grashoff is het gevoelig geschreven en wekt het enige ontroering op. Dat geldt ook voor het tweede deel, Geertje en Pinky (1960), waarin een Afrikaans jongetje dat een vliegtuigongeluk heeft overleefd, een plaats in het doktersgezin krijgt.
Ook voor beginnende lezers zijn diverse series verschenen, waaronder de Frank en Ank-serie (1966-1970), de Pim + Pam-serie (1972) en de Pam-serie (1972). Een inconsequentie in de Frank en Ank-serie is, dat in de eerste zes delen Frank de oudste is en in de laatste twee delen Ank.
Met name in de jaren vijftig schreef Cok Grashoff boeken voor oudere meisjes, zoals Mistletoe (1950) en Je hoort bij hem, Katrientje (1959). Deze verhalen beschrijven vooral verwikkelingen rond liefdesaffaires.
De eerste boeken van Cok Grashoff hebben een nogal braaf karakter. Dat geldt zowel voor de inhoud
| |
| |
Illustratie van Guust Hens uit Dat is het, Claudia!
als de stijl. Dit verandert bij de latere boeken, zoals de Claudia-serie, die vanaf 1967 verscheen. Hierin komen veel vecht- en scheldpartijen voor; ook wordt er nogal wat alcohol gedronken. Daarnaast zijn toespelingen op seksualiteit en racisme regelmatig voorkomende elementen. De plot is meestal erg onwaarschijnlijk. In Dat is het, Claudia! (1971), bestemd voor meisjes vanaf negen jaar, vliegt Claudia met haar neefje Andries naar New York, waar ze samen met de hoofdpersonen uit De drie jongens-serie van Pieter Grashoff allerlei avonturen beleven in een crimineel milieu.
In het algemeen geldt dat Grashoffs verhalen een matige opbouw hebben en geschreven zijn in een vlakke stijl met veel clichés.
| |
Floortje Bellefleur-serie
In 1968 verscheen bij uitgeverij Kluitman Floortje Bellefleur, het eerste deel van een langlopende reeks voor meisjes. Floortje is de dochter van een bakker; ze wordt door haar vader ‘bellefleur’ genoemd vanwege haar rode wangen. Het gezin woont langs de zeedijk, een stuk buiten het dorp. Floortje heeft een ouder zusje, Miep, en vier jongere broertjes: twee tweelingen van respectievelijk twee en vijf jaar.
Floortje is een zelfstandig meisje dat kordaat optreedt als het nodig is. Ze is behulpzaam, houdt van dieren en is initiatiefrijk. Ze heeft veel vrienden op school en kan het goed vinden met de onderwijzers. In de loop van de serie ontwikkelt Floortje zich van een negenjarig meisje tot een puber op de middelbare school.
In het eerste deel moet Floortje op haar broertjes passen en het huishouden doen als moeder een dagje uit is met de vrouwenvereniging. Het valt niet mee. De jongste tweeling loopt weg naar de kermis in het dorp. Iedereen vindt dat vervelend, maar van grote bezorgdheid lijkt geen sprake; zo gaat vader gewoon door met zijn werk. De bus waar moe- | |
| |
der in zit, krijgt een ongeluk en ze mag het verhaal in een tv-programma vertellen. Vader en Floortje zijn daar ook bij aanwezig. De bakker wordt beroemd in heel Nederland en krijgt uit allerlei plaatsen opdrachten.
Publiciteit via tv en andere media speelt in meer verhalen een rol. Zo verschijnt er een artikel in de krant als Floortje een jongen uit het water redt (Floortje Bellefleur en het schoolreisje, 1971). Ook in Floortje Bellefleur redt een hondje (1976) haalt Floortje de krant na een succesvolle actie.
Vanaf 1995 werd ‘Bellefleur’ uit de titels weggelaten, de herdruk van het eerste deel verscheen toen als Floortje. Op verzoek van de uitgever heeft Suzanne Buis vanaf 2002 negen delen uit de serie bewerkt en aangepast aan de tijd. Zij schreef ook nieuwe delen, waaronder Floortje gaat zeilen (2002) en Floortje in het timmerdorp (2003). Zowel in de bewerkte als in de nieuwe titels staan als auteurs Suzanne Buis en Cok Grashoff vermeld.
| |
Waardering
Diverse series waren populair bij de lezers, zoals blijkt uit het grote aantal herdrukken. Van sommige delen uit de Floortje Bellefleur-serie verscheen zelfs een vijftiende druk. Nog steeds behoren boeken uit deze reeks, gestart in 1968, tot het fonds van uitgeverij Kluitman. Ook verscheidene delen uit de Claudia-reeks en de Petra-reeks zijn vele malen herdrukt. Van Pas op, Claudia! verscheen in 1978 een zevende en van Petra in gevaar in 1980 een achtste druk.
In de vakliteratuur en in kranten en tijdschriften is weinig waardering voor het werk van Cok c.q. Pieter Grashoff. Dit lijkt met name te gelden voor de boeken die verschenen na 1964, toen de samenwerking tussen Pieter Grashoff en Cok Hogesteeger eindigde.
In de Idilgids voor Jeugdlectuur (1961) wordt Geertje en Pinky (1960) een ‘charmant boek, dat blank en zwart verbroedert’ genoemd. Een anonieme recensent in de Haagsche Courant (1961) schrijft: ‘van de talrijke boeken van deze schrijfster, [is dit] het gaafste, het rijkste aan inhoud, het treffendst van karakteruitbeelding’.
Het Lectuur-Repertorium (1968) vermeldt over Cok Grashoff: ‘frisse boekjes voor kinderen’. In de editie van 1980 is het oordeel negatiever: ‘meestal banale ontspanningsromans jongeren’. Over het werk dat gepubliceerd is onder de naam Pieter Grashoff vermeldt deze editie: ‘avonturenboeken jongens die echter niet aan te bevelen zijn vanwege het grove geweld, het ruwe taalgebruik en de discriminerende situaties die er in voorkomen’. Een recensent van de Rijn en Gouwe (1974) schrijft naar aanleiding van Drie jongens en een grot (1973): ‘Wat deze schrijver bij elkaar pent voor “meisjes vanaf 9 jaar” is verbijsterend, maar het zinkt in het niet bij zijn voor jongens bedoelde cock- | |
| |
tails van seks, geweld en racisme.’
Annerieke Freeman-Schulders oordeelt in een brief aan uitgeverij Het Goede Boek, opgenomen in Bibliotheek en Samenleving (1974), met name negatief over de Drie jongens-serie: ‘De strekking van de boeken is dat met geld en platvloers geweld alles te bereiken is.’ Ze heeft ook weinig waardering voor de stijl: ‘Het veelvuldig gebruik van de achternamen van de jongens (soms oplopend tot 18 maal per bladzijde) is kenmerkend voor de slechte stijl waarin de boeken geschreven zijn.’
Diverse recensenten hebben zich verdiept in de Claudia-reeks. Wim Hora Adema schrijft in Margriet (1975) over deze serie dat achter de onschuldige omslagen een verderfelijke inhoud schuilgaat. Ook Marleen Wijma-van der Laan oordeelt in Project Jeugdliteratuur (1978) negatief over de Claudia-serie. Ze constateert ‘weinig samenhang’ binnen de verhalen en stelt vast dat de plot in de latere delen steeds meer ‘uitgerekt’ wordt. ‘Hier is sprake van bloedarmoede.’ Verder noemt zij het grote aantal personages in elk verhaal die over het algemeen weinig betekenis hebben, de ‘zwart-wit tekening’ in de karakters (‘Claudia is wit, is de deugd, het goed. Andries herbergt het zwart: de ondeugd en het kwaad’), de zeer matige stijl en de geringe spanningsopbouw.
Binnen de bibliotheekwereld heeft de Claudia-reeks eveneens voor beroering gezorgd. Sommige titels zijn uit de collecties verwijderd omdat er op nogal ongenuanceerde en ongekuiste wijze alcoholisme, geweld, racisme en seksualiteit in voorkomen.
Over een enkel boek wordt door critici iets positiefs gezegd. Een anonieme recensent schrijft in De Tijd (1974) over Pam en de haas (1972) dat het verhaal ondanks het gebruik van een- en tweelettergrepige woorden spanning bevat. De recensent benadrukt verder dat de Pam-boekjes niet verward moeten worden met de Pim en Pam-serie van dezelfde auteur, die ‘gewoon slecht’ is. In deze verhalen ‘komen voor kinderen, ja zelfs voor volwassenen, angstaanjagende opmerkingen voor, die eerder misvormende dan vormende waarde hebben’.
| |
Bibliografie
Keuze uit de jeugdboeken
|
Villa De Zeester. Met illustraties van Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1949]. |
Mistletoe. Met illustraties van A. van Bommel. Haarlem, Boom-Ruygrok, [1950]. |
De Zeesterretjes. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1954]. |
Hazehartje. Met illustraties van Ria Giesen. Alkmaar, Kluitman, [1954]. |
Pino. Met illustraties van Ben Fokker. Meppel, M. Stenvert & Zoon Uitgevers, 1955. |
Hup, Pipje Hazehart. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [ca. 1955]. |
Josientje. Met illustraties van H. Giesen. Alkmaar, Kluitman, [ca. 1956]. |
| |
| |
Josientje en haar kleine deugniet. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1957]. |
De reis van hun leven. Met illustraties van Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1958]. |
Op de drempel van het geluk. Met illustraties van Hans Borrebach. Alkmaar, Uitgeverij Kluitman, [ca. 1959]. |
Je hoort bij hem, Katrientje. Met illustraties van Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [ca. 1959]. |
Josientje, waar is je poes? Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1959]. |
Geertje [1959], Geertje en Pinky [1960], Geertje en Koko [1961]. Met illustraties van Elly van Beek. Den Haag, Van Goor Zonen. |
't Is feest voor Elma. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman, [1959]. |
Renée leert zwemmen [1960], Renée leert kamperen [1961], Renée leert schaatsen [ca. 1961], Renée leert goochelen [1964]. Met illustraties van Jan van Oosten. Alkmaar, Kluitman. |
Frank en Ank in huis (1966), Frank en Ank om het huis (1966), Frank en Ank op avontuur (1966), Frank en Ank naar school (1966), Frank en Ank op het ijs (1966), Frank en Ank op reis (1966), Frank en Ank naar de dierentuin (1970), Frank en Ank naar het circus (ca. 1970). Met illustraties van Guust Hens. Huizen, B.V. Uitgeversbedrijf Het Goede Boek. |
Hallo, Claudia! [1967], Goed zo, Claudia! (1967), Pas op, Claudia! (1967), Daar ga je, Claudia! (1968), Je bent geweldig, Claudia! (1968), Prachtig, Claudia! (1968), Doe je best, Claudia! (1969), Dat is het, Claudia! (1971), Kalm aan, Claudia! (1974), Dat is te gek, Claudia! (1974). Met illustraties van Guust Hens. Huizen, N.V. Uitgeversbedrijf Het Goede Boek. |
Floortje Bellefleur [1968], Floortje Bellefleur helpt een vriendin [ca. 1970], Floortje Bellefleur en haar hamster [1970], Floortje Bellefleur gaat naar Texel [1970], Floortje Bellefleur en het schoolreisje [1971], Floortje Bellefleur bakt pannekoeken [ca. 1972], Floortje Bellefleur krijgt een pony [1975], Floortje Bellefleur redt een hondje [1976]. Met illustraties van Lies Veenhoven. Alkmaar, Kluitman. |
Petra in gevaar [1971], Petra in spanning [1971]. Met illustraties van Guust Hens. Amsterdam/Antwerpen, Albert Rikmans N.V./Standaard Uitgeverij, |
Belinda als journaliste. Met illustraties van Guust Hens. Amsterdam, Albert Rikmans nv, [1971]. |
Pret met Pim + Pam (1972), Op zoek met Pim + Pam (1972). Met illustraties van Annie Contios. Amsterdam/Antwerpen, Omega Boek bv./Standaard Uitgeverij. |
Pam en de vis [1972], Pam en de haas [1972]. Met illustraties van Guust Hens. Huizen, B.V. Uitgeversbedrijf Het Goede Boek, Cok Grashoff's Beginnersboeken. |
Hippe Belinda [1972], Belinda wint de race (1972), Belinda in paniek (1973). Met illustraties van Guust Hens. Amsterdam/Antwerpen, Omega Boek bv./Standaard Uitgeverij. |
Lennie in het sparrenbos (1974), Lennie ontvoerd (1975). Huizen, B.V. Uitgeversbedrijf Het Goede Boek. |
De kinderen van Haaietand. Met illustraties van Georges Mazure. Huizen, B.V. Uitgeversbedrijf Het Goede Boek, 1975. |
De piraten in gevaar. Met illustraties van Georges Mazure. Huizen, B.V. Uitgeversbedrijf Het Goede Boek, 1976. |
Onder de naam Pieter Grashoff
|
Drie jongens slaan alarm (1969), Drie jongens en een robot (1969), Drie jongens en een raceboot (1970), Drie jongens en een onderzeeër (1970), Drie jongens en een raket (1979), Drie jongens en een spion (1970), Drie jongens en een Arabier (1972), Drie jongens in de knel (1972), Drie jongens en een cowboy (1973), Drie jongens en de smokkelaars (1974). Met illustraties van Guust Hens. Huizen, Het Goede Boek, 1969-1974. |
| |
| |
Basje Best. Met illustraties van Will Berg. Alkmaar, Kluitman, [1974]. |
Onder de naam Jenny Hageman
|
Cinny en Mia in sterke armen. Met illustraties van R. van Geffen. Helmond, uitgeverij Helmond, [1963]. |
Over Cok (Pieter) Grashoff
|
[Medewerker uitgeverij Het Goede Boek], Pieter Grashoff. In: Jeugd LiteRom, Biblion Uitgeverij, z.j. |
Joris Baers, pr. (red.), Lectuur-Repertorium. Deel I. Antwerpen/Tilburg, Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, 1952, blz. 1009. |
[Anoniem], [over: Pino]. In: Vrij Nederland, 30-7-1955 (Opgenomen in Jeugd LiteRom, Biblion Uitgeverij, z. j). |
[Anoniem], [over Geertje en Pinky]. In: Idilgids voor Jeugdlectuur, februari 1961. |
[Anoniem], [over Geertje en Pinky]. In: Haagsche Courant, 1-11-1961. |
Paul Hardy en Xaveer de Win, pr. (red.), Lectuur-Repertorium 1952-1966. Deel I Antwerpen/Tilburg, Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen/Nederland's Boekhuis, 1968, blz. 804-805. |
Bert van Polen, ‘De Grashoff's willen gewoon iets anders. “De parel” net een klein kereltje.’ In: Rotterdamsch Nieuwsblad, 10-1-1970. |
[Anoniem], ‘Pam heeft niets met Pom te maken.’ In: Vrij Nederland, 30-9-1972. |
Cor van der Burg, Niet beginnen met beginnersboekjes. In: Verkenningen op het gebied van de jeugdliteratuur (1979) (Opgenomen in Jeugd LiteRom, Biblion Uitgeverij, z. j). |
[Anoniem], [over Pam en de haas]. In: De Tijd, 15-11-1974 |
[Anoniem], [over Drie jongens en een grot]. In: Rijn en Gouwe, 22-11-1974. |
Marc Bakker, Claudia en de onderwijzer. In: Panorama, 13-12-1974. |
Anneriek Freeman-Smulders, Het goede boek. In: Bibliotheek en Samenleving. Tijdschrift van de Vereniging Nederlands Bibliotheek en Lektuurcentrum, jaargang 2 (1974), nr. 3, blz. 95, 98. |
Wim Hora Adema, Pas op voor Claudia, zo onschuldig, zo misleidend. In: Margriet, 14-6-1975. |
[Anoniem], Op gerond van discriminerende passages: kinderboeken van Grashoff verwijderd uit bibliotheek. In: De Limburger, 11-11-1975. |
C. Versteylen, De boze wolf sluipt niet meer door het bos. In: Lektuurgids, jaargang 24 (1977), nr. 7. |
[Anoniem], Slecht voorbeeld. In: NRC Handelsblad, 19-11-1976. |
Marleen Wijma-van der Laan, ‘Heb je nog zo'n boekie voor me?’ In: Project Jeugdliteratuur, nr. 7, 1978, blz. 2-32. |
[Anoniem], Lectuur-Repertorium 1967-1978. Deel I Den Haag/Antwerpen, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum/ Katholiek Centrum voor Lectuurinformatie en Bibliotheekvoorziening, 1980, blz. 835-838. |
Jan van Coillie e.a. (red.), Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Baarn, De Fontein; Groningen, Wolters-Noordhoff, 2004, blz. 126-127. |
[Anoniem], Cok Grashoff. In: Biografieën van schrijvers en tekenaars. Internetsite van uitgeverij Kluitman. |
75 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2007
|
|