| |
| |
| |
Cornelia Funke
door Wilma van der Pennen
Foto © Martin Zitzlaff
Cornelia Funke werd geboren op 10 december 1958 te Dorsten (Noordrijn-Westfalen, Duitsland). Ze studeerde onderwijskunde aan de universiteit van Hamburg en werkte een aantal jaren op een Bauspielplatz (bouwspeeltuin). Tegelijkertijd volgde ze de opleiding illustreren aan de kunstacademie in Hamburg. Ze genoot in haar geboorteland al enige tijd bekendheid als illustratrice, toen ze in 1988 debuteerde als schrijfster met Die große Drachensuche. Naast kinderboeken voor verschillende leeftijden schrijft ze hoorspelen en scenario's voor televisie. Funke woont sinds mei 2005 met haar gezin in Los Angeles, Californië.
Haar internationale doorbraak kwam met Herr der Diebe (2000), in het Nederlands vertaald als De dievenbende van Scipio (2003). Het boek werd in meer dan twintig talen vertaald en is verfilmd, net als een aantal verhalen over ‘De Wilde Kippen Club’ en het eerste deel van de zogeheten Inkt-trilogie, Hart van inkt.
Funke is in haar geboorteland verscheidene malen bekroond en kreeg in 2003 in Amerika de Batchelder Award voor De dievenbende van Scipio. Het boek werd tevens genomineerd voor de Deutscher Jugendliteraturpreis. De dievenbende van Scipio en Hart van inkt ontvingen in respectievelijk 2004 en 2006 een Zilveren Griffel.
| |
Werk
Cornelia Funke begon met schrijven, omdat veel van de boeken die ze moest illustreren haar niet aanspraken. Het waren niet de verhalen die ze zelf als kind graag las; ze vond ze veelal nietszeggend. Haar
| |
| |
eerste teksten verschenen in prentenboeken met illustraties van anderen. Pas voor haar boeken voor iets oudere lezers maakte ze zelf tekeningen en vignetten. In de loop der tijd is ze zich steeds meer op het schrijven gaan toeleggen. Het illustreren van haar prentenboeken laat ze over aan anderen.
Naast prentenboeken - vaak met illustraties van Kerstin Meyer - en verhalen voor beginnende lezers schrijft ze verhalen voor kinderen vanaf een jaar of negen. Slechts een klein deel van haar omvangrijke oeuvre is in een Nederlandse vertaling op de markt gebracht. Haar eerste boek dat in het Nederlands verscheen was Ridderverhalen. In deze bundel zijn ridders geen dappere helden maar worden ze op een humoristische manier enigszins te kijk gezet, bijvoorbeeld door hen te confronteren met een prinses die er genoeg van heeft de winnaars van haar vaders toernooien te moeten kussen.
Veel verhalen van Funke bevatten fantasie-elementen; tegelijkertijd is de handeling stevig verankerd in de realiteit. Andere verhalen zijn gesitueerd in de bestaande wereld, zoals de serie ‘De Wilde Kippen Club’. Hierin beleeft een groepje meisjes ‘wilde’ avonturen, vooral in confrontatie met een clubje jongens, de ‘Pygmeeën’. In het eerste deel, De Wilde Kippen Club, ontdekken de Pygmeeën dat de meisjes zich in het huis van de oma van een van hen hebben verschanst. De jongens laten alle kippen los in de tuin en dat vraagt natuurlijk om wraak. De eerste vijf delen verschenen in Duitsland tussen 1993 en 2000, met illustraties van de auteur zelf; deel zes kwam uit in 2009. Dit zesde deel, dat ze schreef samen met Thomas Schmid, bevat illustraties van de hand van Edda Skibbe. Door de persoonlijke omstandigheden van de meisjes - Sprotje bijvoorbeeld kent haar vader niet en heeft een nogal moeizame relatie met haar oma - heeft ‘De Wilde Kippen Club’ meer diepgang dan de gemiddelde meidenserie.
Igraine Zondervrees is een fantasieverhaal dat speelt in een verzonnen ridderwereld met eigen regels en wetten. Door een verkeerde toverspreuk zijn de ouders van Igraine veranderd in varkens. Dat komt wel heel slecht van pas als de burcht waar zij wonen wordt aangevallen door ridders. Bovendien zijn er, om de ouders weer terug te kunnen toveren, haren van een reus nodig. Igraine is helaas als enige in het gezin niet erg bekwaam met spreuken. Maar omdat het lot van de ouders in haar handen ligt, moet ze toch haar toverkrachten laten zien. Ook Thomas en de draken speelt geheel in een sprookjesachtige wereld. De wees Thomas gaat, samen met de draak Long en het koboldmeisje Zwavelkopje, op zoek naar de Zoom van de Hemel, een plek waar draken zich veilig kunnen voelen. De drie krijgen te maken met allerlei vijandige fabelwezens.
| |
| |
Illustratie van Cornelia Funke uit Igraine Zondervrees
Potilla is een voorbeeld van een avonturenverhaal dat in verschillende werelden is gesitueerd. Enerzijds is er de gewone wereld, waarin Arthur uit logeren wordt gestuurd bij een oom en tante en hun tweelingzonen; een jaarlijks terugkerende gebeurtenis waar hij steeds meer tegenop ziet. Anderzijds speelt het verhaal in ‘Anderwereld’, een sprookjesachtige wereld waar een indringer het rijk van feeënkoningin Potilla bedreigt.
In Reckless kan letterlijk tussen twee wereld worden gereisd. De vader van Jacob Reckless is spoorloos verdwenen. Tijdens een bezoek aan diens studeerkamer ontdekt Jacob de bijzondere werking van een spiegel: deze gaat open voor wie zichzelf niet kan zien. En zo belandt Jacob voor de eerste keer in het land achter de spiegel, waar sprookjesfiguren wonen en versteende figuren oorlog voeren met de keizerin. De jaren daarna reist Jacob tussen beide werelden. Op een dag gaat zijn jongere broer Will hem achterna, spoedig gevolgd door zijn vriendin Clara. Als Will dreigt te verstenen, gaat het gezelschap op zoek naar een oplossing. Daarbij worden ze geholpen door Vos, een vrouw die kan veranderen in een vos. Funke liet zich voor dit boek inspireren door de sprookjes van de gebroeders Grimm; de naamgeving van de belangrijkste personages, Jacob en Will, is veelzeggend. Ze maakte dit boek samen met filmproducent Lionel Wigram, bekend van de Harry Potter-films.
De dievenbende van Scipio is een voorbeeld van een mengeling van een realistisch avonturenverhaal en een sprookjesachtig fantasieverhaal. De weeskinderen Prosper en zijn kleine broertje Bo zijn op de vlucht voor hun Duitse oom en tante die de twee willen scheiden. Een privédetective moet hen zien op te sporen. Prosper en Bo sluiten zich in Venetië aan bij een groep stelende straatkinderen. Scipio, bijgenaamd de Dievenkoning, is hun leider. Hij krijgt de opdracht een bijzonder voorwerp te stelen: een houten onderdeel van een, naar later blijkt, magische carrousel dat van volwassenen kinderen kan maken en van kinderen volwassenen.
De fantasierijke verhalen over de spokenjagers verschenen oorspronkelijk tussen 1993 en 2001. Pas in
| |
| |
2008 kwam het eerste deel in een Nederlandse vertaling uit. Het zijn humoristische verhalen over spoken die de kelder van het huis van de negenjarige Tom bevolken, of hotel De Strandparel onveilig maken.
| |
Inkt-trilogie
Hart van inkt is het eerste deel in de ‘Inkt-trilogie’. Net als De dievenbende van Scipio speelt het verhaal in Italië. De 12-jarige Meggie houdt veel van lezen en van boeken. Dat heeft ze van haar vader Mortimer, een boekbinder die een bijzonder geheim met zich meedraagt: al voorlezend kan hij voorwerpen en figuren uit het boek naar deze wereld halen. In ruil daarvoor verdwijnen ook dingen en personen. Zo is Meggies moeder negen jaar geleden verdwenen terwijl hij haar voorlas uit ‘Hart van inkt’, een boek dat geschreven is door de Italiaanse schrijver Fenoglio. Meggie ontdekt de bijzondere gave van haar vader wanneer een van de boekpersonages (die naar Meggies wereld is ‘gelezen’) haar vader komt opzoeken. Mortimer wordt gezocht door de grootste schurk die hij ooit tevoorschijn las, Capricorno, en moet een moeilijke opdracht vervullen.
In Web van inkt zet de geschiedenis zich voort. Samen met haar inmiddels teruggekeerde moeder en haar vader trekt Meggie in bij de excentrieke tante Elionor, de fanatieke boekenverzamelaarster die in het eerste deel een belangrijke rol speelde.
Illustratie van Cornelia Funke uit Web van inkt
Dat duurt maar kort, want het gezin betreedt in dit vervolg de wereld van Fenoglio. Dat is ‘de wereld van inkt’, waar Meggies moeder al die jaren dat ze afwezig was, heeft geleefd. Deze wereld bestaat uit verschillende elkaar bestrijdende rijken. Was het eerste deel een ode aan de kracht van het woord, aan het vertellen van verhalen, in dit tweede deel wordt ingegaan op de scheppingskracht van de schrijver. Funke laat Fenoglio zich afvragen of de schrijver het verhaal schrijft, of het verhaal zelf.
In Nacht van inkt belanden Meggie en haar ouders opnieuw in de ‘wereld van inkt’. En weer wordt de vraag gesteld wie de loop van het verhaal bepaalt. Fenoglio is opzijge- | |
| |
zet door Orpheus, waardoor het gezin niet meer ‘teruggeschreven’ kan worden naar de werkelijkheid. Alleen gehoorzamen de woorden hem niet meer. Daarbij blijkt ook nog eens dat Mortimer niet weg wil uit de sprookjesachtige wereld van inkt.
Dat Funke zelf een bevlogen lezer is, blijkt uit de intertekstuele verwijzingen in deze boeken. Ieder hoofdstuk begint met een citaat uit een klassiek (jeugd)boek en ook binnen het verhaal wordt meer dan eens verwezen naar moderne en oude klassiekers. Het is een eerbetoon aan verhalen die, mits goed geschreven, de lezer/luisteraar naar andere werelden kunnen brengen. Funke biechtte in een interview met NRC Handelsblad op: ‘Ik ben altijd een boekverslaafde geweest. Hart van inkt is mijn uit-de-kast-komen.’ In Web van inkt laat Funke voorlezer Orpheus zeggen: ‘met woorden kun je heel gemakkelijk uit deze wereld ontsnappen’.
| |
Waardering
Funke wordt getypeerd als ‘rasechte verhalenverteller’ en vooral gewaardeerd om haar vermogen avonturenverhalen naar een hoger plan te tillen. Dit komt volgens Hanneke van den Berg ‘[d]oor haar stijl, haar woordkeuzes, de altijd verrassende wendingen en vooral de onderkoelde humor in haar verhalen’ (Haarlems Dagblad). Mirjam Noorduijn roemt in de Leeswelp Funkes vermogen avonturenverhalen te schrijven die op meerdere niveaus te lezen zijn. Kritiek heeft Noorduijn op de Inkt-trilogie. Ze vindt bij de bespreking van het derde deel, Nacht van inkt, dat het geheel ‘oeverloos en vormeloos’ is geworden. De delen zijn niet goed los van elkaar te lezen: ‘Funke had de lezer beter drie keer een afzonderlijk en duidelijk afgerond verhaal kunnen bieden dat bij elkaar gehouden wordt door dezelfde hoofdpersonages en een overkoepeld thema, dan zonder begin en einde door te schrijven’ (de Leeswelp).
Bas Maliepaard merkt in Trouw naar aanleiding van Potilla op, dat Funke zeer goed in staat is met haar beeldende taalgebruik een magische sfeer op te roepen. Mirjam Noorduijn schrijft over Hart van inkt: ‘Soms is de gekozen beeldspraak eenvoudig en doeltreffend, (-) andere keren lijkt Funke te veel in beslag genomen met het esthetisch effect van de taal en schiet ze haar doel voorbij’ (de Leeswelp). De dievenbende van Scipio noemt ze: ‘Een verhaal, zo beeldend geschreven dat het onwillekeurig sferen uit Charles Dickens' werk oproept’ (De Groene Amsterdammer).
Noorduijn vindt dat de kinderen uit De dievenbende van Scipio ‘complexer en geloofwaardiger’ zijn dan de meer eenduidige karakters in de Inkt-trilogie, die of tot de goeden, of tot de slechteriken horen. Meggie met name vertoont in haar ogen in het eerste deel te weinig innerlijke
| |
| |
groei. Over Web van inkt merkt ze op dat Meggie een volwaardiger personage is geworden, omdat ze twijfels en gewetenswroeging heeft (de Leeswelp). Hanneke van den Berg vindt het opvallend aan Thomas en de laatste draken dat er veel aandacht is voor de ontwikkeling van de karakters: ‘zelfs de kobold en de elven in deze jeugdroman leren van hun fouten en worden daardoor een stuk volwassener’ (Haagsche Courant).
‘De Wilde Kippenclub’ wordt overwegend positief besproken. Karin Van Camp vindt dat de serie door de vlotte schrijfstijl en de authenticiteit boven vergelijkbare series uitsteekt (de Leeswelp). Herman Kakebeeke zegt over het eerste deel: ‘De wilde kippenclub mag dan een meisjesclub zijn, daarmee is het boek allerminst een giechelboek geworden. Geen valse sentimenten, geen stoerdoenerij, geen onwaarschijnlijke avonturen, maar een verhaal waarvan de lezer zich kan voorstellen dat hij of zij er een rol in speelt’ (Leesideeën Off Line).
De door Funke gemaakte illustraties krijgen in de besprekingen van haar boeken weinig aandacht. Ze worden dynamisch en sfeerversterkend genoemd. Bas Maliepaard heeft scherpe kritiek op Funkes illustraties in Potilla: ‘Na het zien van de schitterende coverillustratie van Philip Hopman, is het wel een bittere teleurstelling dat Querido niet ook de oubollige tekeningen van Funke zelf in het binnenwerk heeft laten vervangen’ (Trouw).
| |
Bibliografie
Niet in het Nederlands vertaalde boeken van Cornelia Funke (selectie)
|
Die große Drachensuche (1988), Kein Keks für Kobolde (1989), Käpten Knitterbart auf der Schatzinsel (1993), Als der Weihnachtsmann vom Himmel fiel (1994), Greta und Eule, Hundesitter (1995), Prinzessin Isabella (1997), Das Piratenschwein (1999), Der verlorene Wackelzahn (2000), Die Glücksfee (2003) |
In het Nederlands vertaalde boeken van Cornelia Funke
|
Potilla (1992): Potilla. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2009. |
Die Wilden Hühner (1993): De Wilde Kippen Club. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2006. |
Gespensterjäger auf eisiger Spur (1993): De spokenjagers. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2008. |
Gespensterjäger im Feuerspuk (1994): De spokenjagers en het vuurspook. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2009. |
Rittergeschichten (1994): Ridderverhalen. Vertaald door Annelies Jorna. Met illustraties van de auteur. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Gespensterjäger in der Gruselburg (1995): De spokenjagers en het griezelkasteel. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2010. |
Die Wilden Hühner auf Klassenfahrt (1996): De Wilde Kippen Club op schoolreis. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2007. |
Drachenreiter (1997): Thomas en de laatste draken.
|
| |
| |
Vertaald door Ab Bertholet en Hanneke Beneden. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2004. |
Die Wilden Hühner - Fuchsalarm (1998): Groot alarm! Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2007. |
Igraine Ohnefurcht (1998): Igraine Zondervrees. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2008. |
Herr der Diebe (2000): De dievenbende van Scipio. Vertaald door Ab Bertholet en Hanneke Beneden. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2003. |
Die Wilden Hühner und das Glück der Erde (2000): De hemel op aarde. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2008. |
Die Wilden Hühner und die Liebe (2000): De Wilde Kippen Club en de liefde. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2009. |
Gespensterjäger in grosser Gefahr (2001): De spokenjagers in groot gevaar. Vertaald door Esther Ottens. Amsterdam, Querido, 2010. |
Tintenherz (2003): Hart van inkt. Vertaald door Ab Bertholet en Hanneke Beneden. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2005. |
Tintenblut (2005): Web van inkt. Vertaald door Ab Bertholet en Hanneke Beneden. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2006. |
Tintentod (2007): Nacht van inkt. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam, Querido, 2008. |
Met Thomas Schmid, Die Wilden Huhner und das Leben (2009): De Wilde Kippen Club voor altijd. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van Edda Skibbe. Amsterdam, Querido, 2010. |
Reckless (2010): Reckless: achter de spiegel. Gevonden en verteld door Cornelia Funke en Lionel Wigram. Vertaald door Esther Ottens. Met illustraties van de auteur. Amsterdam Querido, 2010. |
Over Cornelia Funke
|
Heike Leuschner, Die Drachenreiterin: Begegnung mit der Elfolgsautorin Cornelia Funke. In: Bulletin Jugend & Literatur, jaargang 29 (1998), nr. 2, blz. 8-9. |
Maren Bonacker, Cornelia Funke. In: Kinder- und Jugendliteratur: ein Lexikon, 2001, nr. 13, blz. 1-25. |
Maren Bonacker, Wenn die Hühnerleiter zur Karriereleiter wird: Cornelia Funkes Kinderromane erobern die Welt. In: 1000 und 1 buch, 2002, nr. 3, blz. 25-27. |
Monique Snoeijen, [Over De dievenbende van Scipio]. In: NRC Handelsblad, 3-3-2003. |
Hanneke van den Berg, [Over De dievenbende van Scipio]. In: Noordhollands Dagblad, 2-10-2003. |
Monique Snoeijen, Alleen op het dievenpad. In: NRC Handelsblad, 3-10-2003. |
Mirjam Noorduijn, Ontsnappen uit de lege wereld. In: De Groene Amsterdammer, 11-10-2003. |
Els van Steenberghe, [Over De dievenbende van Scipio]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), nr. 8, blz. 347. |
Claus Philipp, ‘Ab Seite 100 tun alle, was sie wollen’: Cornelia Funke im Gespräch. In: 1000 und 1 Buch, 2004, nr. 1, blz. 23-27 |
Bea Ros, [Over De dievenbende van Scipio]. In: Didaktief, 1-3-2004. |
Peter van den Hoven [Over De dievenbende van Scipio]. In: Vernieuwing, jaargang 63, nr. 4/5, blz. 45. |
Sander van Walsem, Meedeinen met de nostalgie. In: de Volkskrant, 1-10-2004. |
Hanneke van den Berg, [Over Thomas en de laatste draken]. In: Noordhollands Dagblad, 30-9-2005. |
Mirjam Noorduijn, Funkes vertelplezier. In: de Leeswelp, jaargang 10 (2004), nr. 8, blz. 314-315. [Over Thomas en de laatste draken] |
Hanneke van den Berg, [Over Hart van inkt]. In: Noordhollands Dagblad, 9-6-2005. |
| |
| |
Mirjam Noorduijn, [Over Hart van inkt]. In: NRC Handelsblad, 8-7-2005. |
Mirjam Noorduijn, De werkelijkheid van verhalen. In: de Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 7, blz. 280-281. [Over Hart van inkt] |
Bas Maliepaard, Monsters uit het boek, ontsnapt naar onze wereld. In: Trouw, 3-9-2005. [Over Hart van inkt] |
Karel Berkhout, Andere stemmen. Gesprek met schrijfster Cornelia Funke. In: NRC Handelsblad, 30-9-2005. |
Thomas de Veen, Schrijvers zijn woordenvinders. In: Kidsweek, 30-9-2005. |
Hanneke van den Berg, In mijn boeken beleeft een kind iets. In: Haarlems Dagblad, 4-10-2005. |
Hanneke van den Berg, De kippen slaan op hol bij schrijfster Cornelia Funke. In: Noordhollands Dagblad, 6-7-2006. |
Truska Bast, Opengedraaide fietsventielen. In: Het Parool, 13-7-2006. [Over De Wilde Kippen Club] |
Bea Ros, [Over Hart van inkt en Web van inkt]. In: Didaktief, 1-10-2006. |
Hanneke van den Berg, [Over Web van inkt]. In: Haarlems Dagblad, 6-1-2007. |
Mirjam Noorduijn, [Over Web van inkt]. In: de Leeswelp, jaargang 13 (2007), nr. 2, blz. 72. |
Annemarie Terhell, Het geloof in woorden wankelt. In: Kidsweek, 2-5-2007. [Over Web van inkt] |
Stine Jensen, Seksestrijd tussen kipjes en pygmeeën. In: Vrij Nederland, 29-9-2007. [Over De Wilde Kippen Club op schoolreis] |
Hanneke van den Berg, Een meisjesridder zonder vrees. In: Haarlems Dagblad, 15-3-2008. [Over Igraine Zondervrees] |
Ilse Moens, [Over De spokenjagers]. In: de Leeswelp, jaargang 14 (2008), nr. 7, blz. 251. |
Karin Van Camp, [Over De hemel op aarde]. In: de Leeswelp, jaargang 14 (2008), nr. 9, blz. 339. |
Bas Maliepaard, Modern joch schiet feeën te hulp. In: Trouw, 13-6-2009. [Over Potilla] |
Mirjam Noorduijn, [Over Nacht van inkt]. In: de Leeswelp, jaargang 15 (2009), nr. 2, blz. 68-69. |
Bieke Verlinden, [Over Potilla]. In: de Leeswelp, jaargang 15 (2009), nr. 7, blz. 267. |
Bas Maliepaard, Will versteent tot ‘goyl’. In: Trouw, 25-10-2009. [Over Reckless] |
Websites
|
www.leesplein.nl |
www.queridokinderenjeugdboeken.nl |
www.corneliafunke.de |
87 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2011
|
|