| |
| |
| |
Camila Fialkowski
door Joke Bellemans
Camila Fialkowski is op 26 januari 1950 in Vlissingen geboren. Haar moeder komt uit Oekraïne, haar vader uit Polen. Ze leerden elkaar kennen in Nederland, nadat ze beiden hun geboorteland hadden moeten verlaten vanwege de oorlog (1939-1945). Op de middelbare school (mms) kreeg ze het advies met tekenen verder te gaan. Vanaf 1968 volgde ze de opleiding Grafisch Ontwerpen aan de Kunstacademie Sint Joost in Breda, waar ze in 1973 cum laude afstudeerde. Daarna maakte ze gedurende vijftien jaar bijna wekelijks illustraties voor kookrubrieken in het weekblad Libelle. Later werd ze ook gevraagd voor de jeugdbladen Jippo en Okki. Haar werk trok de aandacht van uitgeverij Zwijsen, die haar vroeg illustraties te maken voor Een boef onder het bed (1989) van Anke de Vries. Ze illustreerde voor Zwijsen talloze leesboeken en heeft meegewerkt aan verscheidene educatieve materialen. Ook aan het in 2003 opgerichte jeugdtijdschrift van Zwijsen - maan roos vis - verleent ze haar medewerking.
De illustraties die Fialkowski maakte voor de griezelbusboeken van Paul van Loon en andere verhalen in dit genre worden regelmatig overgenomen door buitenlandse uitgevers, onder meer in Duitsland en Italië. In haar vrije tijd maakt ze graag minitheatertjes, waarin ze haar creatieve ideeën kwijt kan.
| |
Werk
Camila Fialkowski heeft vooral veel getekend voor de diverse leesseries van uitgeverij Zwijsen. In 1991 illustreerde ze voor het eerst een boek van Paul van Loon, De griezelbus. Ze voorzag ook andere griezelboeken van deze auteur van illustraties. Vanaf 1994 kwamen daar de boeken van het Griezelgenootschap bij, een gezelschap schrijvers onder voorzitterschap van Paul van Loon dat jaarlijks een bundel
| |
| |
Uit De griezelbus 5 van Paul van Loon
‘griezellige’ verhalen of verzen brengt. Doordat ze ook griezelboeken illustreerde van auteurs als Bies van Ede, Jacques Weijters en Tais Teng bepaalde Camila Fialkowski in sterke mate het aanzien van de griezelboeken in de fondsen van uitgeverij Zwijsen en Elzenga. Ook boeken die eerder door anderen waren geïllustreerd, werden bij herdruk soms door Fialkowski van nieuwe tekeningen voorzien.
Camila Fialkowski laat zich bij haar keuze voor de te gebruiken techniek of stijl leiden door de sfeer van het verhaal of de leeftijdsgroep waarvoor het boek bestemd is. In het begin van haar carrière werkte ze in de stijl van de door haar bewonderde illustrator Thé Tjong-Khing, door met veel korte dunne pennenstreepjes te tekenen. Deze techniek paste ze onder meer toe in het eerste boek dat ze illustreerde, Een boef onder het bed (1989) van Anke de Vries. Vier jaar later, in Lucky, de wilde hond (1993), eveneens van Anke de Vries, was de invloed van Thé Tjong-Khing al minder opvallend. Hier werkte de illustratrice vooral met potlood.
Voor uitgeverij Van Goor illustreerde ze tussen 1992 en 1994 drie boeken van Anton van der Kolk over het meisje Marita, dat van het Midden-Amerikaanse Costa Rica naar Nederland verhuist. Haar moeder gaat daar samenwonen met haar nieuwe vriend, een Nederlander. De illustraties in het derde deel, Een beetje indiaan (1994), dat speelt tijdens een vakantie in Costa Rica, zijn donkerder en in een iets andere techniek uitgewerkt dan de eerste twee delen Een pelikaan op straat (1992) en De dikke danseres (1993), die in Nederland spelen.
In Doe wat de clown zegt (1995) van Jacques Weijters laat Fialkowski een heel andere aanpak zien: ze gebruikt minder details en sterkere zwart-wit-contrasten in inkt en penseel. In de eerste griezelbusboeken (vanaf 1991) zijn de illustraties zacht van tint en vol details. De griezelbus 5 (2002) toont een strakke lijnvoering, grote zwart-wit-contrasten en dikke contouren.
| |
| |
Uit De kerstboom spreekt van Paul van Loon
| |
| |
Uit Een beetje indiaan van Anton van der Kolk
Voor haar omslagen koos ze aanvankelijk voor rustige kleuren en werkte ze met een vloeiende lijnvoering en dunne contouren. Later werd het kleurgebruik feller en is er sprake van een sterk contrast tussen de figuren en de achtergrond. De lijnvoering werd strakker en de contouren dikker. Dit is duidelijk te zien voor wie Een boze meneer (1990, Leonie Kooiker) legt naast Een beetje indiaan (1994, Anton van der Kolk) en Nooit de buren bijten (2000, Paul van Loon). Zo nu en dan is ze ingetogener in haar benadering, als het verhaal daar om vraagt, zoals De zwarte elfen (1997) van Els Rooijers.
Fialkowski heeft altijd met diverse technieken en materialen gewerkt, vaak verschillende binnen één illustratie. Gouache, aquarel en inkt wisselt ze af met potlood of viltstift. Nu eens gebruikt ze een kroontjespen dan weer penselen. Ook de manier waarop ze met perspectief omgaat, is opvallend. Vrij vaak gebruikt ze een zogenoemd kikker- of vogelperspectief of ze ‘kantelt’ de afbeelding, waardoor vaart en spanning ontstaan.
Af en toe krijgt Fialkowski de kans in kleur te werken. In de drie boeken van Peter Jan Rens over meneer Kaktus, mevrouw Stemband en Kweetniet, verschenen tussen 1998 en 2002, plaatste ze de fris gekleurde figuren steeds tegen een witte achtergrond. Daardoor krijgen de situaties een helder aanzien. In De reus van Mikkie (2002) van Paul van Loon koos ze ook
| |
| |
voor deze aanpak, maar hier veroorloofde ze zich meer artistieke vrijheid: de illustraties zijn uitbundiger, staan verder af van de realiteit. Sprookjesachtig en rustig van kleur zijn de tekeningen in De kerstboom spreekt (1998) van Paul van Loon. Ze passen goed bij de sfeer van dit fantasieverhaal. In het boek van pol (2002), een verhaal voor beginnende lezers van Lieneke Dijkzeul zijn de figuren robuust getekend, met stevige contouren, zonder details. De kleuren zijn warm en vriendelijk.
| |
Waardering
De waardering voor het werk van Camila Fialkowski blijkt in de eerste plaats uit de vele opdrachten die ze krijgt. Uitgevers en schrijvers geven haar met regelmaat complimenten. Zo schreef Constance Lawant van Wolters Noordhoff: ‘Ik heb auteurs die jaloers verzuchten dat ze wensten dat jij hun uitgaven had geïllustreerd.’
In recensies wordt incidenteel een opmerking gemaakt over het werk van Fialkowski. Naar aanleiding van De dikke danseres (1993) van Anton van de Kolk schreef Muriël Boll in De Stem: ‘Camila Fialkowski maakt vrolijke, ongecompliceerde illustraties bij dit verhaal’. De jury die Anton van der Kolk in 1993 de ibby-prijs toekende voor Een pelikaan op straat was minder lovend: ‘De tekeningen zijn verschillend van kwaliteit, waarbij vooral jammer is dat de gezichten van volwassenen niet altijd fijntjes getekend zijn. De tekening op het omslag zal niet iedere volwassene mooi vinden. Wellicht is deze juist erg vrolijk en uitnodigend voor kinderen.’ Jan Smeekens uitte zich positiever: ‘De sfeer van de luchtige verhaaltjes is in de buitengewoon vrolijke omslagillustratie van Camila Fialkowski goed getroffen’ (Provinciale Zeeuwse Courant). Een hond praat niet met iedereen (1997) van Kirsten Boie kreeg van verschillende recensenten een positief oordeel. In de aanschafinformatie voor bibliotheken oordeelde T. Baudoin: ‘De vele kleine zwart-witillustraties die door de tekst zijn heengestrooid, tonen levendige personages en passen prima bij het satirisch karakter van dit verhaal.’ Marja Boonstra schreef: ‘De vrolijke tekeningen van Camila Fialkowski maken het boek ook toegankelijk voor minder ervaren lezers’ (Leeuwarder Courant). Veerle Uyttersprot (Klapper) roemde de vrolijke kleurige tekeningen in Een taart voor meneer Kaktus (1998) van Peter Jan Rens.
| |
Bibliografie
Keuze uit de door Camila Fialkowski geïllustreerde boeken
|
Anke de Vries, Een boef onder het bed. Tilburg, Zwijsen, 1989. (Bizon) |
Lian de Kat, De meester wil vliegen. Tilburg, Zwijsen, 1989. (Draaimolen) |
Leonie Kooiker, Een boze meneer. Tilburg, Zwijsen, 1990. (Neushoorn) |
Lian de Kat, Een zus voor je verjaardag. Tilburg, Zwijsen, 1991. (Eiland) |
Paul van Loon, De griezelbus [1]. Tilburg, Elzenga, 1991. |
Anne Takens, Noortje Wiebeloortje. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1991. |
| |
| |
Arno Bohlmeijer, We zijn heus niet bang. Amsterdam, Van Goor, 1992. |
Anton van der Kolk, Een pelikaan op straat. Amsterdam, Van Goor, 1992. |
Ton van Reen, Eindelijk veilig. Tilburg, Zwijsen, 1992. (Wachtwoord) |
Arno Bohlmeijer, Mogen we nu een konijn? Amsterdam, Van Goor, 1993. |
Anton van der Kolk, De dikke danseres. Amsterdam, Van Goor, 1993. |
Paul van Loon, Griezelhandboek. Tilburg, Elzenga, 1993. |
Dyan Sheldon, Mijn broer komt van een andere planeet. Amsterdam, Ploegsma, 1993. |
Anke de Vries, Lucky, de wilde hond. Tilburg, Zwijsen, 1993. (Zoeklicht) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige feestdagen. Tilburg, Elzenga, 1994. |
Anton van der Kolk, Een beetje indiaan. Amsterdam, Van Goor, 1994. |
Paul van Loon, De griezelbus 2. Tilburg, Elzenga, 1994. |
Els Rooijers, Een echte piratenmeid! Tilburg, Zwijsen, 1994. (Bolleboos) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige beesten. Tilburg, Elzenga, 1995. |
Paul van Loon, Nooit de buren bijten. Tilburg, Elzenga, 1995. |
Jacques Weijters, Doe wat de clown zegt. Tilburg, Zwijsen, 1995. (Zoeklicht) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige vertellingen. Tilburg, Elzenga, 1996. |
Het Griezelgenootschap, In de greep van de duisternis. Tilburg, Elzenga, 1996. |
Henk van Kerkwijk, De donder achterna. Tilburg, Zwijsen, 1996. (Bolleboos Plus) |
Paul van Loon, De griezelbus 3. Amsterdam, Elzenga, 1996. |
Dyan Sheldon, Mijn broer is sterker dan sterk. Amsterdam, Ploegsma, 1996. |
Tais Teng, Aardig is niet genoeg. Tilburg, Zwijsen, 1996. (Zoeklicht) |
Kirsten Boie, Een hond praat niet met iedereen. Amsterdam, Ploegsma, 1997. |
Het Griezelgenootschap, Griezellige tijden. Amsterdam, Elzenga, 1997. |
Lian de Kat, Wie doet nou zoiets? Tilburg, Zwijsen, 1997. (Eiland) |
Paul van Loon, LYC-DROP. Amsterdam, Elzenga, in opdracht van de CPNB, 1997. (kinderboekenweekuitgave) |
Paul van Loon en Jack Didden, Vampierhandboek. Amsterdam, Elzenga, 1997. |
Els Rooijers, De zwarte elfen. Tilburg, Zwijsen, 1997. (Bizon) |
Het Griezelgenootschap, Maak me niet wakker, alsjeblieft! Amsterdam, Elzenga, 1997. (Duisterlingen) |
Tais Teng, Voorbij de zerken. Amsterdam, Elzenga, 1998. (Horror Time) |
Jack Didden en Paul van Loon, Weerwolfhandboek. Amsterdam, Elzenga, 1998. |
Maria van Eeden, Alles wat je wilt. Tilburg, Zwijsen, 1998. (Eiland) |
Het Griezelgenootschap, De beet van de demon. Amsterdam, Elzenga, 1998. |
Het Griezelgenootschap, Griezellige klanken. Amsterdam, Elzenga, 1998. |
Lian de Kat, De meester wil vliegen. Tilburg, Zwijsen, 1998. (De mooiste verhalen voor beginnende lezers) |
Paul van Loon, De griezelbus 4. Amsterdam, Elzenga, 1998. |
Paul van Loon, De kerstboom spreekt. Amsterdam, Elzenga, 1998. |
Peter Jan Rens, Een taart voor meneer Kaktus. Amsterdam, Ploegsma, 1998. |
Het Griezelgenootschap, Griezellige feestdagen. Amsterdam, Elzenga, 1999. (De kleine Griezelclubbibliotheek) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige schooldagen. Amsterdam, Elzenga, 1999. (De Griezelclubbibliotheek) |
Het Griezelgenootschap, Nieuw bloed. Amsterdam, Elzenga, 1999. |
Paul van Loon, De griezelbus 0. Amsterdam, Elzenga, 1999. |
Selma Noort, De voorstelling. Tilburg, Zwijsen, 1999. (Spetter) |
Peter Jan Rens, Meneer Kaktus wordt kwakelgek. Amsterdam, Ploegsma, 1999. |
Anke de Vries, Kijk naar de kat! Tilburg, Zwijsen, 1999. (Spetter) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige gasten. Amsterdam, Elzenga, 2000. |
| |
| |
Het Griezelgenootschap, Griezellige tijden. Amsterdam, Elzenga, 2000. |
Paul van Loon, Jimi's hit, Amsterdam, Elzenga, 2000. |
Paul van Loon, Meester Mees, De Grijpgrip. Amsterdam, Elzenga, 2000. |
Selma Noort, Pech of geluk? Tilburg, Zwijsen, 2000. (Zoeklicht) |
Anneke Scholtens, Niemand die het ziet. Tilburg, Zwijsen, 2000. (Zoeklicht Plus) |
Hendrickje Spoor, Joris en de zeven meisjes. Tilburg, Zwijsen, 2000. (Spetter) |
Chris Vegter, Handen thuis! Baarn, Fontein, 2000. (De meesterclub) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige hobby's. Amsterdam, Leopold, 2001. |
Peter Jan Rens, Meneer Kaktus doet eng. Amsterdam, Ploegsma, 2001. |
Het Griezelgenootschap, Ai ai kapitein, griezellige zeeverhalen. Amsterdam, Leopold, 2002. |
Paul van Loon, De griezelbus 5. Amsterdam, Leopold, 2002. |
Lieneke Dijkzeul, het boek van pol. Tilburg, Zwijsen, 2002. (maan) |
Paul van Loon. De reus van Mikkie. Tilburg, Zwijsen, 2002 (1e druk 1990) (Leesleeuw) |
Lydia Rood, Lekker slapen, diefjesmaat. Tilburg, Zwijsen, 2002. (Boekbeesten) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige bosavonturen. Amsterdam, Leopold, 2003. |
Paul van Loon, Geesten, geraamten en ander gespuis, Amsterdam, Leopold, 2003. |
Anke de Vries, pim en de maan. Tilburg, Zwijsen, 2004. (maantjes) |
Anke de Vries, vis pip. Tilburg, Zwijsen, 2004. (maantjes) |
Over Camila Fialkowski
|
Jan Smeekens, [over Een pelikaan op straat]. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 5-3-1993. |
Jurryrapport IBBY-prijs 1993 [over Een pelikaan op straat van Anton van der Kolk]. |
Muriël Boll, [over De dikke danseres]. In: De Stem, 22-4-1994. |
T. Baudoin, [over Een hond praat niet met iedereen]. NBLC, aanschafinformaties bibliotheken, 1997. |
Marja Boonstra, [over Een hond praat niet met iedereen]. In: Leeuwarder Courant, 26-9-1997. |
Veerle Uyttersprot, [over Een taart voor meneer Kaktus]. In: Klapper, 1999, nr. 1. |
65 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2004
|
|