Betekenis en functie
In de literatuur over het fantasieverhaal wordt een aantal functies van dit verhaal genoemd voor de ontwikkeling van kinderen. De afwisseling tussen realiteit en het wonderlijke, het niet-bestaande kan een komische, humoristische werking hebben. Het fantasieverhaal kan de kinderen confronteren met de ludieke aspecten van de samenleving.
In het fantasieverhaal kunnen op een speelse wijze regels van de samenleving worden overtreden (zie Pippi Langkous). Volgens Wim Hofman: ‘Fantasie ondermijnt alle stelsels.’ Het doorbreken van regels, het verleggen van grenzen kan een pedagogisch-emancipatorische werking bezitten.
Sommige auteurs kennen aan hun (fantasie)verhalen een min of meer pedagogisch-moralistische boodschap toe. Soms is er eigenlijk sprake van een wereldbeschouwing die wordt ‘uitgedragen’. Een voorbeeld van deze benadering is het werk van Michael Ende. In een vraaggesprek stelt deze auteur bijvoorbeeld: ‘De sociale, wetenschappelijke en kulturele problemen die uit de manier waarop we tot nu toe dachten, zijn voortgekomen, kunnen volgens mij niet vanuit die zelfde denktrant worden opgelost. De oplossing moet worden gevonden in een hoger, omvangrijker en intensiever bewustzijn. Zolang men op het terrein van het intellektualisme blijft, komt men toch steeds weer in een paradox terecht. (...) Juist degenen die zo trots zijn op realisme, zijn de echte fantasten.’
Juist het uitdragen van deze wereldbeschouwing in zijn boeken, maakt dat een aantal critici weinig of niets op heeft met het werk van Ende. Andere critici waarderen zijn werk juist om deze wereldbeschouwing.
Het fantasieverhaal kan ook benaderd worden vanuit de kinderlijke behoefte (Engels: ‘need’) aan fantasie. Kinderen zouden er volgens deze benadering behoefte aan hebben zo af en toe de werkelijkheid te ontvluchten en op te gaan in een fantasiewereld. Deze benadering zouden we kunnen aanduiden als ‘compensatorisch’. Tegenstanders van deze benadering - en van het fantasieverhaal in het algemeen - spreken in dit verband van ‘escapisme’.
Tot slot kan nog gewezen worden op de didactische functie. In de literatuur voor volwassenen komt het genre fantasieverhaal ook veelvuldig voor (ook het surrealistische verhaal). Door kinderen met het fantasieverhaal in aanraking te brengen zouden zij als het ware voorbereid worden op het lezen van surrealistische en fantasieverhalen voor volwassenen. Bij deze benadering is het leren lezen van het fantasieverhaal een middel tot de ontwikkeling van een literaire competentie.