| |
| |
| |
Eleanor Estes
door Conny Meijer
Eleanor Ruth Estes-Rosenfeld werd geboren op 9 mei 1906 in West Haven, Connecticut (vs) als dochter van Louis Rosenfeld en Caroline Gewecke. Zij had één zuster en twee broers. Haar vader werkte als spoorwegbeambte bij de New York, New Haven and Hartford Railroad. Hij stierf toen Eleanor twaalf jaar was. Tijdens haar jaren op de high school werkte ze op de jeugdafdeling van de openbare bibliotheek in New Haven. Zij volgde in 1931/1932 een opleiding voor bibliothecaresse aan de Pratt Institute Library School in New York. Hier leerde ze Rice Estes kennen, een medestudent, met wie zij op 8 december 1932 trouwde. Zij kregen één dochter, Helena.
Eleanor Estes heeft veel met kinderen gewerkt. Eerst van 1924 tot 1931 in de jeugdbibliotheek van New Haven en later van 1932 tot 1940 in de openbare bibliotheek in New York. Haar eerste boek, The Moffats (Met z'n vijven), verscheen in 1941.
In 1951 kreeg zij de New York Herald Tribune Festival Award, in 1952 de American Library Association Newbery Medal en in 1968 de Pratt Institute Alumni Medal. Haar boeken zijn in veertien talen vertaald.
Eleanor Estes overleed op 15 juli 1988 in Hamden, Connecticut.
| |
Werk
Veel verhalen van Eleanor Estes zijn gesitueerd in Cranbury, een klein provinciestadje in Amerika, waarin zonder veel moeite haar geboorteplaats West Haven is te herkennen. De verhalen over de Moffats zijn gebaseerd op haar jeugd; zij was Janneke Moffat. Hoewel de verhalen zich afspelen in het Amerika van 1916-1918 zijn de belevenissen en
| |
| |
gedachten van de hoofdpersonen heel inleefbaar. Haar helden en heldinnen beleven geen spannende, exotische avonturen, maar zijn gewone kinderen met een open oog voor het bijzondere in het alledaagse. Zij beschrijft de reacties van de kinderen op hun omgeving en hun fantasieën en vooronderstellingen vanuit een kinderlijk perspectief. In haar boeken over de Moffats laat ze de lezer zien dat inventiviteit en saamhorigheid gelukkiger maken dan rijkdom. De Moffats verstaan de kunst om met beperkte middelen een eenvoudig maar harmonieus gezinsleven te leiden.
In Met z'n vijven beschrijft ze het wel en wee van de familie Moffat. Als moeder Moffat weduwe is geworden, ziet zij zich genoodzaakt een kleiner huis te betrekken. Hoewel dit maar een eenvoudig huis is, zijn de kinderen Moffat zeer tevreden met hun onderkomen. Het gele huis ligt in een flauwe bocht precies halverwege de Muntstraat. Janneke, de op een na jongste Moffat,. overdenkt vaak dat ze toch maar boffen met hun huis. Want zij wonen in het enige huis van waaruit je de straat naar beide zijden helemaal kunt afzien. Moeder Moffat verdient met naaien net genoeg om haar gezin draaiende te houden.
Janneke beleeft de wereld graag op de ‘omgekeerde-wereld-manier’. Daarvoor bukt ze zich en kijkt tussen haar benen door. Ze ziet dan alles heel anders, veel schoner en veel
Illustratie van Louis Sobodkin uit Met z'n vijven
scherper. De kunst om op een originele manier de wereld te bekijken, beheersen alle Moffats, hoewel hun karakters nogal verschillen. Silvia voelt zich als oudste dochter extra verantwoordelijk. Zij is netjes en zelfverzekerd. De twaalfjarige Joop is zich sterk bewust van zijn positie als oudste man in huis en probeert moeder te helpen met kolen halen en het fornuis brandend houden. Groot is zijn ontzetting als hij het geld waarmee hij kolen moet kopen, kwijtraakt. Groot is zijn opluchting als dit geld weer gevonden wordt.
Hoewel moeder niet klaagt, zijn alle kinderen overtuigd van de bittere noodzaak van voldoende geld. Zelfs Robbie, de jongste Moffat, is ervan doordrongen dat alle beetjes helpen.
| |
| |
Op een dag rijdt hij met zijn slee over het ijs, dat zich heeft gevormd op de stoep voor het koffiehuis. Als hij onder het bevroren oppervlak een aantal muntstukken ziet glimmen, bikt hij net zo lang tot hij het geld heeft. Hij verheugt zich erover, hoe verrast alle Moffats zullen zijn als hij van dat geld avondeten kopen kan. Hij koopt, zo klein als hij is, allemaal verstandige dingen en gaat naar huis. ‘Hij voelde zich net het kerstmannetje.’
Het accent in de boeken over de Moffats ligt op de avonturen van de jongste kinderen, Janneke en Robbie. De eerste twee delen zijn geschreven vanuit het gezichtspunt van Janneke. Janneke de middelste beschrijft vooral de belevenissen en overpeinzingen van Janneke. Ze vindt het jammer dat moeder altijd alleen maar zegt: ‘Dit is Janneke’. Zij stelt Silvia voor als ‘Silvia, mijn oudste’. Joop noemt zij ‘mijn oudste zoon’ en Robbie ‘de benjamin’. Zelfs de kat wordt ‘Katrijn-de-kat’ genoemd. Janneke heeft bedacht hoe leuk het zou zijn als haar moeder haar ‘Janneke de middelste Moffat’ zou noemen. Door een misverstand wordt zij door meneer Bukkel, de oudste inwoner van Cranbury, ‘Janneke de geheimzinnige-middelste-Moffat’ genoemd, elke keer als hij haar ontmoet. Zelfs voor Janneke is dit eigenlijk wel wat teveel van het goede.
Janneke is een impulsief kind, vol fantasie. Ze is nieuwsgierig en ondernemend, waardoor ze zo nu en dan in moeilijkheden dreigt te raken. Maar haar zonnige aard helpt haar meestal weer op de goede weg. Zo organiseert zij bijvoorbeeld in Janneke de middelste een orgelconcert, als de familie een huisorgeltje krijgt aangeboden. Zij vergeet echter dat ze geen noot kan spelen. In haar wanhoop slaat zij zo hard op de toetsen van het orgeltje, dat dit het begeeft. Zwermen motten verlaten het stokoude orgeltje en een ramp lijkt compleet. Gelukkig redt moeder de situatie door iedereen eigengemaakte limonade aan te bieden.
In Janneke en Robbie staan de belevenissen van Robbie, de jongste Moffat centraal. Hij kijkt verlangend uit naar de dag waarop hij net zo knap zal zijn als zijn broer en zusjes. Die kunnen allemaal lezen en halen boeken uit de bibliotheek. Als niemand aandacht voor hem heeft, doordat iedereen zit te lezen, besluit Robbie zelf naar de bibliotheek te gaan. Als je een boek wilt lenen, moet je je handtekening zetten, dus leert Robbie eerst zijn naam schrijven. Omdat je met vuile handen geen boek kunt lenen, moet Robbie eerst thuis zijn handen wassen. Nadat hij ettelijke keren met zijn autoped heen en weer is gereden, is de bibliotheek gesloten. Via de kolenkelder dringt Robbie het gebouw binnen. De bibliothecaresse is zo onder de indruk van Robbies doorzettingsvermogen, dat zij Robbie een
| |
| |
boek over Peter Pan leent. Vanaf dit moment kan Robbie zijn naam schrijven: Robbie M.
Als Janneke en haar vriendinnen een honkbalclubje oprichten, wil Robbie graag meedoen. Want Janneke heeft gezegd dat de club misschien verandert in een club waarvan de leden zich bezighouden met koekjes eten en limonade drinken. Trouwhartig sjouwt hij achter de vriendinnen aan. Dezelfde trouwhartigheid maakt dat hij de eerste schooldag achter Pietje Pattepoef het schoollokaal verlaat, omdat hij heeft beloofd op het jongetje te passen. Samen beleven ze een spannend treinavontuur, dat gelukkig weer eindigt in de schoolklas.
Opvallend is de rol van moeder in de drie boeken. Zij werkt hard om haar kinderen een goede opvoeding te geven. Zo naait zij gratis voor de danslerares, die in ruil alle kinderen voor niets dansles geeft. Zij bemoedigt haar kinderen en moppert niet als zij zo nu en dan vuil thuiskomen. Omdat de Moffats zich geborgen weten in een hechte, positieve familierelatie, durven zij vrijmoedig naar buiten te treden. Zij zijn inventief en ondernemend, maar nooit onrealistisch. Zij hebben een positieve kijk op de dingen, waardoor zij zich zelfs in moeilijke situaties wonderwel kunnen redden.
In de boeken over de familie Coek is dezelfde sfeer terug te vinden. Ook de Coeks wonen in Cranbury. De liefde
Illustratie van Eleanor Estes uit Snipper Coek
en aandacht voor dieren is zowel in Snipper Coek als Moortje Coek het hoofdthema. Vader Coek is een wat afwezige ornitholoog, van wie de kinderen veel houden. Maar moeder is de spil waar alles om draait. De eerste zin in Snipper Coek, het boek waarvoor Eleanor Estes de Newbery Medal ontving, maakt al direct duidelijk dat Jerrie en zijn zusje Gerrie dieren een warm hart toedragen. Gerrie vraagt zich af of Groetje-de-poes jaloers zou zijn als er een jong hondje in de familie komt.
Snipper is een klein hondje, dat Jerrie Coek heeft verdiend door de kerkbanken af te stoffen. Het hondje wordt de lieveling van de familie. De kinderen zijn dan ook ontroostbaar, als op een dag het hondje spoorloos
| |
| |
verdwenen is. Dankzij oom Bennie vinden de kinderen maanden later het hondje terug. Oom Bennie, het jongere broertje van moeder Coek, is een welkome gast in de familie. Dat hij jonger is dan Jerrie en Gerrie, maakt hem als oom extra interessant.
Ook in Moortje Coek speelt oom Bennie weer een belangrijke rol. Als vader naar Vuureiland moet om daar vogels te bestuderen, gaat de hele familie mee, zelfs oom Bennie. Op het eiland wordt de familie uitgebreid met een klein poesje, Moortje.
Oom Bennie spaart krekels. Hoewel deze 's nachts in de nok van het huis worden bewaard, zijn de krekels elke ochtend weg. Niemand begrijpt er iets van. Tot Moortje ontdekt dat in hun huis een uiltje schuilt. Nu is het raadsel opgelost. Aanvankelijk is oom Bennie bedroefd over het verlies van zijn krekels. Maar als hij beseft dat het bijzondere uiltje dankzij zijn krekels in leven is gebleven, is hij getroost.
Snipper Coek is het enige in het Nederlands vertaalde boek, dat door de schrijfster zelf is geïllustreerd. Hoewel de tekeningen qua sfeer gelijkenis vertonen met de illustraties van Louis Slobodkin, die haar eerste boeken illustreerde, missen zij de soepelheid en vaart van deze tekeningen.
| |
Waardering
De boeken van Eleanor Estes zijn zeer positief beoordeeld. Zowel de sfeertekening en de karakterbeschrijvingen als de schrijfstijl worden gewaardeerd. Evenals haar vermogen gesprekken tussen kinderen treffend weer te geven. Bovendien wordt de subtiele humor in haar boeken vele malen geprezen.
| |
Bibliografie
Keuze uit niet vertaalde boeken
|
The Hundred Dresses (1944), The Sleeping Giant and Other Stories (1948), The Witch Family (1960), Miranda the Great (1967), The Lost Umbrella of Kim Chu (1978), The Moffat Museum (1983). |
In het Nederlands vertaalde boeken
|
The Moffats (1941): Met z'n vijven. Vertaald door A.C. Tholema. Met illustraties van Louis Slobodkin. Amsterdam, Uitgeverij Van Breda, 1947. |
The Middle Moffat (1942): Janneke de middelste. Vertaald door A.C. Tholema. Met illustraties van Louis Slobodkin. Amsterdam, Uitgeverij Van Breda, 1948. |
Rufus M. (1943): Janneke en Robbie. Vertaald door A.C. Tholema. Met illustraties van Louis Slobodkin. Amsterdam, Uitgeverij Van Breda, 1948. |
Ginger Pye (1951): Snipper Coek. Vertaald door A.C. Tholema. Met illustraties van de schrijfster. Hulshorst, Uitgeverij Van Breda, 1963. |
Pinky Pye (1958): Moortje Coek. Vertaald door A.C. Tholema. Met illustraties van Edward Ardizzone. Hulshorst, Uitgeverij Van Breda, 1963. |
Over Eleanor Estes
|
Frances Clarke Sayers, The Books of Eleanor Estes. In: The Horn book Magazine, aug. 1952, blz. 257-260. |
Margareth Fisher, Who's Who in Children's Books. London, Weidenfeld and Nicolson, 1975, blz. 20, 234, 282, 366. |
| |
| |
Carolyn Riley [ed.], Children's Literature Review. Detroit, Michigan, Gale Research Company, 1976, blz. 72-77. |
Donna E. Norton, Through the Eyes of a Child. An Introduction to Children's Literature. Columbus, Ohio, 1983, blz. 66-69, 378, 410. |
30 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1992
|
|