ogen dicht (1986) en Blubberpudding (1988) geven herkenbare situaties en emoties weer. Ze zijn vaak grappig en verrassend maar de versnippering in korte verhalen leidt tot oppervlakkigheid. In Papa is een grote lummel! (1993) staat de relatie tussen een jongere en een oudere broer centraal. Hun angst om tijdens de nacht in een tent buiten te slapen is levendig en met gevoel voor humor uitgewerkt.
Dat leeftijdgenoten zich prima in de personages kunnen inleven, geldt voor alle boeken van Bettie Elias. Ze schrijft in een directe, eenvoudige stijl zonder uitweidingen. De personages en hun motieven krijgen veel aandacht. Haar personages gevoelig en herkenbaar beschrijven, vindt ze belangrijker dan actie en spanning.
In de jaren negentig duiken in het werk van Bettie Elias maatschappelijke thema's op. In De meester is een schat (1991) is Bram slachtoffer van mishandeling door zijn overspannen vader. Het delicate onderwerp wordt voor jonge kinderen vanuit de verschillende personages genuanceerd en geloofwaardig geschetst. Het boek balanceert op de grens tussen al te sterk pessimisme en overdreven optimisme. In een sobere, ingehouden stijl komen de figuur van Bram en zijn wisselende emoties goed uit de verf. Het slot is gematigd positief, iets waarvoor de auteur ook in latere boeken bewust koos.
Dat is onder meer het geval in Thuis eten we apentaart (1993) waarin pesten en racisme aan bod komen. Achmed wordt gepest door een klasgenoot maar hij is vooral van streek door het racistisch gedrag van zijn meester. In kinderboeken spelen meesters meestal een begrijpende en bemiddelende rol, zoals in De meester is een schat, maar Thuis eten we apentaart geeft een minder fraai beeld van een meester. Hij is geen onmens en heeft wellicht geen kwade bedoelingen maar hij handelt vanuit vooroordelen. Het boek behoudt een optimistische ondertoon maar tracht, via het effect van de gebeurtenissen op Achmed, een aantal racistische tendensen in onze maatschappij aan de kaak te stellen. De meester blijft wie hij is en Achmed komt, dankzij enkele vrienden, gesterkt uit de gebeurtenissen. Hij is weerbaarder geworden.
Een gelijkaardige thematiek zit ook in een aantal andere verhalen van de auteur. Vriendschap speelt daarin steeds een beslissende rol. In Het veel te grote huis (1985) sluiten opa en zijn kleinzoon een verbond tegen de gedwongen verhuizing naar een bejaardentehuis. In Bang of boos (1995) helpt een meisje haar vriendje zich te verzetten tegen een pester.
Enkele boeken van Bettie Elias handelen over verdriet van kinderen. De vriendschap van een kind voor een lievelingsdier en het verdriet om het verlies ervan, beschrijft ze in Jan en Jan (1994) en Ik mis je zo (1996). Vooral in Jan en Jan is de vriendschap van een jongetje voor een ekster sfeervol en gevoelig beschreven. In Water van zout