- de Streepjesboeken (Ploegsma, Amsterdam);
- Woordbeeld (Thieme, Zutphen);
- Zoeklicht (Zwijsen, Tilburg).
Het genre boeken voor moeilijk lezenden bestaat tot nu toe vrijwel uitsluitend uit verhalende lectuur, waaronder een aantal bewerkingen van klassieke verhalen en sprookjes. Informatieve lectuur voor moeilijk lezenden is nog steeds uiterst schaars.
Niet alle reeksen en series zijn van eenzelfde kwaliteit. Ook treft men per serie goede en minder geslaagde deeltjes aan. Het boekenbestand in dit genre bevat een scala dat loopt van triviale lectuur die slecht is geschreven tot en met zeer goede boeken.
Een aantal boeken wordt gekenmerkt door een overmatig gebruik van onnodig korte, houterige, soms onsamenhangende zinnen, vreemde regelafbrekingen en een overmatig gebruik van korte woorden. In het algemeen wordt weinig rekening gehouden met het aspect, dat veel moeilijk lezenden moeite hebben met woorden die betrekking hebben op tijd/ruimtelijke voorstellingen en begrippen.
Evaluaties van de geschiktheid en de gebruiksmogelijkheden van dit genre zijn niet altijd eenduidig en geven bovendien soms aanleiding tot verwarring. Het gaat hierbij om de centrale vraag: Welk boek is geschikt voor welke ‘probleemlezer’? Enerzijds wordt een integrale benoeming gehanteerd: ‘Boeken voor moeilijke lezers’ (of een van de vele varianten op deze aanduiding), anderzijds wordt een deel van deze boeken onderverdeeld naar bruikbaarheid voor enkele leeshandicaps.
De opvatting dat boeken voor moeilijk lezenden alle aan bepaalde basisvoorwaarden moeten voldoen, dat er een breed assortiment van dergelijke boeken moet zijn en dat de gebruiksmogelijkheden voor elk kind afzonderlijk moeten worden nagegaan - met uitzondering van doofgeborenen - is in Nederland nog niet algemeen aanvaard.