| |
| |
| |
Bibi Dumon Tak
door Jacques Vos
Foto: © Catherine Hermans
Bibi Dumon Tak is op 21 december 1964 in Rotterdam geboren. Als kind had ze een passie voor dieren, jarenlang was ze dan ook vast van plan dierenarts of ornitholoog te worden. Het liep echter anders: na de middelbare school studeerde ze Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Utrecht. Daarna kwam ze in de redactie van het Rotterdamse tijdschrift BoekieBoekie, een blad voor kinderen over kunst en literatuur. Ze schreef hierin korte stukken en deed verslag van haar gesprekken met schrijvers en kunstenaars. In deze periode begon ze aan een roman voor volwassenen die onafgemaakt in een bureaulade verdween. Omdat ze uitgekeken raakte op het schrijven van stukjes voor het kindertijdschrift, ging ze in 1999 in op het verzoek van uitgeverij Querido een boek te schrijven voor de iQ-reeks, een nieuwe serie informatieve boeken voor kinderen. In deze reeks verscheen in 2001 haar debuut Het koeienboek. Een jaar later kreeg ze hiervoor de Zilveren Griffel voor beste informatieve kinderboek. Dezelfde bekroning ontving ze in respectievelijk 2004 en 2007 voor Camera loopt... actie! (2003) en Bibi's bijzondere beestenboek (2006).
In 2006 schreef Dumon Tak het Kinderboekenweekgeschenk: Laika tussen de sterren. Het titelverhaal gaat over het straathondje Laika, dat op 3 november 1957 met Spoetnik II de ruimte in werd geschoten. Het was voor het eerst dat tijdens de Kinderboekenweek een informatief boek als geschenk werd aangeboden.
Haar eerste non-fictieboek voor volwassenen, Rotjongens, verscheen in
| |
| |
2007 en handelt over het leven in een jeugdgevangenis. Haar betrokkenheid bij jonge delinquenten maakte dat ze toetrad tot de Commissie van Toezicht van de justitiële jeugdinrichting De Hartelborgt. In 2010 fictionaliseerde ze in Latino King het verhaal van een jonge drugsdealer.
| |
Werk
Het oeuvre van Dumon Tak wordt allereerst geassocieerd met informatieve kinderboeken over dieren. Deze associatie is maar ten dele juist. In de iQ-reeks van Querido publiceerde ze bijvoorbeeld ook Wat een circus! (2002) en Camera loopt... actie! (2003). In laatstgenoemde boek doet Dumon Tak verslag van alle ins and outs bij de opnames van Polleke, een speelfilm gebaseerd op boeken van Guus Kuijer. In Wat een circus! gaat ze uitgebreid in op het circusbedrijf. Uiteraard spelen hierbij ook dieren een belangrijke rol. In beide boeken koos Dumon Tak voor een journalistieke aanpak: ze doet verslag van wat ze waarneemt op de filmset en op het circusterrein en lardeert dit met fragmenten uit interviews met de betrokkenen. Als bepaalde onderwerpen daar om vragen, werkt zij ze nader uit in korte, informatieve stukjes naast de hoofdtekst.
Van een journalistieke aanpak was ook al sprake in haar debuut, Het koeienboek (2001). De informatie over alle mogelijke aspecten van haar onderwerp ontleende Dumon Tak deels aan boeken en documentaires over koeien, daarnaast voerde ze gesprekken met deskundigen. Ook in dit boek maakt ze gebruik van toelichtende tekstjes in de marge. Op deze wijze krijgen de jonge lezers informatie over uiteenlopende onderwerpen: koeien die uit het slachthuis vluchten, kunstmatige inseminatie, ziekten als mkz en bsa, diverse koeienrassen, inrichting van stallen, de verschillende magen van de koe, enzovoort.
In Rundreis om de wereld (2005) kiest Dumon Tak voor een andere aanpak. Ze kwam in contact met koeienliefhebster Marleen Felius die in het bezit is van een uitgebreide documentatie over koeien overal ter wereld. Op basis daarvan vertelt Dumon Tak welke rol runderen in bepaalde culturen spelen. Aan de orde komen onder meer stierengevechten in Spanje, koeien in het wilde westen (de uitputtende tochten van Texas naar de slachthuizen van Chicago), heilige koeien in India en de rol van de koe bij de Maasai in Afrika. Felius leverde voor dit boek niet alleen de documentatie, ze maakte ook de kleurige illustraties.
Ook in het Kinderboekenweekgeschenk Laika tussen de sterren (2006) gaat Dumon Tak uit van de relatie tussen mens en dier. In tegenstelling tot de beide ‘koeienboeken’ beperkt zij zich niet tot één soort dieren, maar passeren verschillende soorten de revue. Rode draad is het uitgangspunt dat veel dieren de mens be-
| |
| |
Illustratie van Philip Hopman uit Soldaat Wojtek
hulpzaam zijn. Sommige beschouwt Dumon Tak zelfs als helden, zoals de paarden die bij heftige storm de reddingsboot op Ameland de zee in slepen, of postduiven die in tijden van oorlog berichten moeten overbrengen. Minder heldhaftig maar wel nuttig zijn de dieren die in Sterspotjes optreden. Net als voor haar boeken over koeien heeft Dumon Tak zich intensief gedocumenteerd. Dit blijkt onder meer uit het lijstje achterin met de namen van ongeveer vijfentwintig deskundigen die zij heeft geinterviewd.
Tot de geïnterviewden behoren ook medewerkers van laboratoria waar proeven met dieren genomen worden. Dat viel niet overal in goede aarde. De vereniging Proefdiervrij protesteerde en ‘was niet blij met het geschenk’. Dumon Tak gaf in een interview te kennen dat ze bewust niet expliciet is ingegaan op de kritiek die men op dierproeven kan hebben: ‘In dit boek ben ik de boodschapper. Ik vertel hoe het toegaat in dit land, maar ik geef mijn mening niet. Die moet de lezer zelf vormen (-). Geen mening, maar informatie. Geen stemmingmakerij, maar een zo helder mogelijk verslag met de dieren als verliezer.’
De beer Wojtek is ook een held, zij het dat hij alle trekken vertoont van een kwajongen. Soldaat Wojtek (2008) behoort tot het genre dierenverhalen waarin zowel dieren als mensen een rol spelen, en waarin de dieren zich als echte dieren gedragen. In dit genre is vaak sprake van twee verhaallijnen: de menselijke (fictie) en de dierlijke (non-fictie). Poolse soldaten treffen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Iran een jonge beer aan. Ze besluiten hem te adopteren en noemen
| |
| |
hem soldaat Wojtek. Het verhaal volgt de belevenissen van de soldaten en hun beer tijdens veldtochten door het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Zuid-Europa. Na de oorlog kunnen de Polen niet direct terug naar hun land, ze moeten noodgedwongen een jaar in Schotland verblijven. Als ze uiteindelijk toestemming krijgen om naar Polen af te reizen, wordt hun mascotte ondergebracht in een dierentuin. In het verhaal combineert Dumon Tak feit en fictie. Wojtek heeft echt bestaan (zij beschreef zijn leven en daden in het in 2009 verschenen non-fictieboek voor volwassenen Oorlogsdieren); de belevenissen van de Poolse soldaten zijn verzonnen.
Bezem (2005), een boek voor jonge kinderen, is geheel fictie. Bezem is een harige, slobberige en kwijlende hond die door zijn baasje uit een asiel wordt gehaald. Zijn grootste hobby is het kauwen op de rondslingerende onderbroeken van zijn baas. Zijn ergste vijand is de poes van de buurvrouw. Bezem gedraagt zich als een echte hond, maar hij kan op een menselijke manier denken. De lezer kijkt door de ogen van Bezem naar het baasje, Dumon Tak geeft in zijn gedachten Bezems opvattingen over het gedrag van zijn baas weer. Het commentaar verleent dit verhaal een sterk humoristisch karakter.
Voor het prentenboek Fiet wil rennen (2009) schreef Dumon Tak de tekst. Fiet is een struisvogelachtige vogel die graag wil rennen, ook als het stormt. Hij doet verwoede pogingen tegen de wind in te rennen, maar hij komt nauwelijks vooruit. Op elke bladzijde van dit door Noëlle Smit geïllustreerde boek komt Fiet een dier tegen dat hem suggereert zich op een andere manier voort te bewegen. Een worm vindt dat hij onder de grond moet kruipen, omdat het daar nooit waait; eenden raden hem aan gewoon rustig op het water te dobberen. Maar Fiet wil niet kruipen, zwemmen, vliegen of schuilen - hij wil rennen! Ten slotte geeft hij het op; als de wind niet weggaat, gaat hij wel. Fiet draait zich om, krijgt de wind in de rug en kan rennen. De tekst van Dumon Tak sluit bij deze snelheid aan met korte, heldere zinnen.
In 2010 verscheen een non-fictieroman van Dumon Tak in de door Querido uitgegeven Slash-reeks, waarin jeugdboekenschrijvers samenwerken met jongeren die iets bijzonders hebben meegemaakt. Latino King vertelt de belevenissen van Castel. In het voorwoord vertelt Dumon Tak dat haar boek is gebaseerd op gesprekken die ze met hem heeft gevoerd, maar dat er tussen hen een stilzwijgende afspraak bestond dat ze beiden in het midden zouden laten ‘wat waar is en wat niet’.
De ongeveer achttienjarige Castel verdient massa's geld met handel in drugs, maar hij geeft ook veel uit. Om snel over contanten te beschikken,
| |
| |
laat hij zich overhalen cocaïne te smokkelen uit de Dominicaanse Republiek. De eerste keer gaat het goed, maar dan wordt hij betrapt. Een groot deel van het verhaal bestaat uit Castels belevenissen in de beruchte gevangenis La Victoria en zijn pogingen uit deze hel te ontsnappen. Een hel, omdat in La Victoria het recht van de sterkste geldt, de gevangenen er nauwelijks te eten krijgen, het personeel corrupt is, er veel gevochten, gegokt en gedeald wordt en gangs er elkaar naar het leven staan. Latin Kings, een bende waarvan de leden elkaar herkennen door een getatoeëerd kroontje op de arm, vormt de gevaarlijkste groep in de gevangenis. Om zijn moeder te eren (‘dat is mijn koningin’) heeft Castel ooit zo'n tatoeage op zijn arm laten aanbrengen. De Kings menen daarom dat hij tot hun gang behoort. Dit misverstand draagt ertoe bij dat Castel zijn verblijf in de gevangenis kan overleven. Uiteindelijk weet hij te ontsnappen (hij zit inmiddels in een andere gevangenis) en komt hij na twee jaar terug in Nederland.
| |
Bibi's bijzondere beestenboek
In tegenstelling tot haar Kinderboekenweekgeschenk waarin de relatie tussen mens en dier centraal staat, bespreekt Dumon Tak in Bibi's bijzondere beestenboek dieren als dier, zonder nader in te gaan op het nuttigheidsaspect voor de mens. In totaal bespreekt zij veertig bekende en minder
Illustratie van Fleur van der Weel uit Bibi's bijzondere beestenboek
bekende dieren. Tamelijk onbekend zijn bijvoorbeeld de hengelvis, de coelacant, de Jezus Christushagedis, de bombardeerkever en de Dzjoegaanse dwerghamster. Bekender daarentegen zijn het zeepaardje, de poolvos, de kwal en de gierzwaluw. Maar bekend of onbekend: Bibi Dumon Tak laat zien dat de dieren allemaal bijzonder zijn. Ze doet dat niet met een overdaad aan feiten, maar ze beperkt zich tot de eigenschappen die maken dat met recht gesproken kan worden van een ‘bijzonder’ dier. Over het zeepaardje schrijft ze: ‘Zoiets geks als een zeepaard kun je namelijk niet verzinnen. Echte dingen zijn vaak raarder dan verzonnen dingen.’ Niet verzonnen en toch raar is het vrouwtje van de hengelvis, dat
| |
| |
in de diepzee leeft en haar prooi vangt door deze te lokken met een lichtje dat op het einde van een spriet op haar kop zit. Of de bombardeerkever die zijn vijanden met een giftig mengsel beschiet; stokstaartjes die elkaar bij alles helpen, ook bij het verzorgen van de jongen; kwallen die geen ogen, oren of neus hebben, maar wel een mond waarmee ze eten én poepen.
Veel informatieve boeken voor kinderen zijn gestructureerd volgens het principe ‘een plaatje en een bijbehorend praatje’. Veelal bestaan de praatjes dan uit een droge opsomming van feiten. Bij Dumon Tak is dat niet het geval, zij kijkt met de ogen van haar jonge lezers naar het dier dat ze bespreekt en stelt zich de vragen die kinderen ook zouden stellen. Ze maakt opvallend veel gebruik van vergelijkingen. De luiaard noemt ze bijvoorbeeld een harig hangmatje, over de zwarte weduwe (een spinnensoort) schrijft ze: ‘Ze is zwart als de nacht. En ze heeft een lijf dat glimt en glanst in het maanlicht’. En over de deken-octopus: ‘Het vrouwtje zweeft als een roze deken van twee meter door de oceaan’. Naast het beeldend taalgebruik zijn de openingszinnen van haar teksten kenmerkend. Het stukje over de luiaard begint als volgt: ‘Adem in, adem uit. Adem in, adem uit. De luiaard slaapt. Ssssssst.’
Niet alleen de praatjes in Bibi's bijzondere beestenboek zijn opvallend, dit geldt ook voor de plaatjes. De illustraties - zwart-witbeelden die opgebouwd zijn uit lino's, gescheurd papier en stempels - van Fleur van der Weel zijn deels gestileerd en onrealistisch (bijvoorbeeld grote koppen en ogen), maar maken wel het bijzondere van elk dier zichtbaar; een gestileerd weergegeven zeepaardje blijft een zeepaardje. Bijzonder is de keuze voor zwarte pagina's met witte letters en afbeeldingen wanneer Dumon Tak een dier bespreekt dat - zoals de zwarte zwelger - in het donker leeft.
| |
Waardering
Het feit dat Bibi Dumon Tak in de periode 2001-2007 drie van haar kinderboeken bekroond zag met een Zilveren Griffel, toont aan dat haar werk hooglijk wordt gewaardeerd. Ook de uitnodiging in 2006 om het Kinderboekenweekgeschenk te schrijven vormt een bewijs voor deze positieve waardering. Padu Boonstra schrijft in de inleiding bij zijn interview met Bibi Dumon Tak en haar partner, jeugdboekenauteur Jan Paul Schutten, dat ze alom geprezen wordt ‘als degene die de nonfictie voor kinderen in Nederland naar een hoger plan heeft getild’; dit omdat ze informatief en literair schrijven prima weet te integreren. Hanneke van den Berg noteert in dit verband dat ze een perfecte mix van feiten en emotie tot stand weet te brengen; Bas Maliepaard is zelfs van mening dat ze met haar werk een nieuw subgenre tot stand heeft ge- | |
| |
bracht dat al door andere auteurs is geadopteerd. Bea Ros waardeert dat Dumon Tak altijd schrijft vanuit het perspectief van kinderen. Padu Boonstra voegt hieraan toe dat ze zich soepel beweegt tussen allerlei leeftijdscategorieën.
Een aantal critici heeft waardering voor haar journalistieke aanpak. Pjotr van Lenteren: ‘Zij slaagde er de afgelopen vijf jaar in met haar dierendiepte-interviews een kijk op beesten te geven die verrassend, meeslepend en leerzaam is.’ Bas Maliepaard karakteriseerde in een artikel in Trouw de boeken van Dumon Tak als infotainment: zij wil de lezers vermaken met boeiende informatie, je hoeft er niet per se iets van te leren, maar het is wel leuk erover te lezen.
Natuurlijk worden er ook kritische kanttekeningen bij haar werk geplaatst. Zo is Van Lenteren van mening dat Dumon Tak soms ‘iets te opzichtig haar best doet om haar verhalen tot iets artistieks te verheffen. Tussen al die boeiende alinea's staat dan plotseling een drakerig, semi-poëtisch probeersel dat totaal niet past bij de olijke toon van de rest’. (Naar aanleiding van Laika tussen de sterren.)
Over haar eerste jeugdroman Soldaat Wojtek (2008) is in de kritieken wisselend geoordeeld. Harm de Jonge noemt het een boeiend boek. Annette van der Plas is van mening dat het verhaal over de harige dikzak vertedert. Karel Berkhout en Bas Maliepaard daarentegen vinden dat de soldaten die Wojtek adopteren niet helemaal uit de verf komen.
Karel Berkhout meent dat Dumon Tak in Latino King (2010) de straattaal tot een prachtige literaire vertelstem heeft omgesmeed. Bas Maliepaard merkt op dat het boek meer een beeldend journalistiek portret is dan een complete roman. Volgens hem neemt dit niet weg dat het verhaal ontroert en de lezer over een aantal zaken laat nadenken, zoals over goed en kwaad en schuld en boete.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Bibi Dumon Tak op bezoek bij Tine van Buul (2006), Rotjongens (2007), Oorlogsdieren (2009). |
Jeugdboeken
|
Het koeienboek. Met illustraties van Judith Vanistendael. Amsterdam, Querido, 2001. |
Wat een circus! Met illustraties van Jan Jutte. Amsterdam, Querido, 2002. |
Camera loopt... actie! Met filmfoto's van Victor Arnolds en Dinand van der Wal. Amsterdam, Querido, 2003. |
Zout. In: Judith Eiselin (samensteller), Vakantie op Wadsoog. Amsterdam, Querido, 2004. |
Bezem. Met illustraties van Fiel van der Veen. Houten, Van Goor, 2005. |
Rundreis om de wereld. Met illustraties van Marleen Felius. Houten, Van Goor, 2005. |
Laika tussen de sterren. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, CPNB, 2006. |
Bibi's bijzondere beestenboek. Met illustraties van Fleur van der Weel. Amsterdam, Querido, 2006. |
| |
| |
Soldaat Wojtek. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, Querido, 2008. |
Mijn huis, jouw huis. Met illustraties van Fiep Westendorp. Amsterdam, Joods Historisch Museum, 2008. |
Fiet wil rennen. Met illustraties van Noëlle Smit. Amsterdam, Querido, 2009. |
Met Castel, Latino King. Amsterdam, Querido, 2010. |
Over Bibi Dumon Tak
|
Bas Maliepaard, Dat is geen flamingo, maar een lolly! In: Trouw, 30-7-2005. (Over Bezem). |
Wendy de Graaff, Bijzondere beesten. In: Leesgoed, jaargang 33 (2006), blz. 346-347. (Over Bibi's bijzondere beestenboek) |
Pjotr van Lenteren, Kinderboekenweekgeschenk maakt grote indruk. In: de Volkskrant, 29-9-2006. (Over Bibi's bijzondere beestenboek) |
Marjon Kok, Ik heb de waarheid nodig. In: Haarlems Dagblad, 29-9-2006. (Interview) |
Bas Maliepaard, Gewoon leuk om te weten. In: Trouw, 30-9-2006. (Over Laika tussen de sterren) |
Bea Ros, De leeuw is los. In: Didaktief, 1-10-2006. (Over Laika tussen de sterren) |
Bibi Dumon Tak, Kinderen mogen de waarheid weten. In: de Volkskrant, 7-10-2006. (Dagboek) |
Bas Maliepaard, Soldaat Wojtek heeft een bruine vacht. In: Trouw, 22-11-2008. |
Annette van der Plas, Kindsoldaten en zwerfkinderen. In: Nederlands Dagblad, 11-2-2009. (Over Soldaat Wojtek) |
Harm de Jonge, Een beer als oorlogsheld. In: Dagblad van het Noorden, 20-2-2009. (Over Soldaat Wojtek) |
Karel Berkhout, Soldaten vonden troost bij beer Wojtek. In: NRC Handelsblad, 20-3-2009. |
Padu Boonstra, Wij hebben oog voor wat leuk is. In: Vrij Nederland, 3-10-2009. (Interview) |
Bas Maliepaard, Wind, ga eens opzij! In: Trouw, 16-5-2009. (Over Fiet wil rennen) |
Bas Maliepaard, Waarom begon hij crack te dealen? In: Trouw, 13-2-2010. (Over Latino King) |
Karel Berkhout, Wat moet God nog met mij? In: NRC Handelsblad, 26-2-2010. (Over Latino King) |
Websites
|
www.leesplein.nl |
www.queridokinderenjeugdboeken.nl |
83 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2010
|
|