| |
| |
| |
Kristien Dieltiens
door Jet Marchau
Kristien Dieltiens is op 27 september 1954 in Edegem (Antwerpen, België) geboren als tweede in een gezin met zes kinderen. Ze volgde lessen tekenen en schilderen, piano, klassiek gitaar en ballet en verslond de boeken van de plaatselijke bibliotheek. Als kind schreef ze dagboeken, sprookjes en liedjesteksten.
Dieltiens behaalde het diploma kleuterleidster en vulde dit aan met een opleiding aan antroposofische academies in Hannover en Stuttgart. Daarnaast volgde ze een deeltijdopleiding aan de kunstacademie van Kontich. In 1974 stapte ze in het onderwijs. Zes jaar later ging ze bovendien voor het vrouwenblad Libelle werken. Ze trouwde, kreeg vijf kinderen en nam de verantwoordelijkheid voor een pleegkind op zich.
In 1982 verhuisde ze naar Brugge. Daar werkte ze als leerkracht op de Steinerschool (in Nederland: Vrije School) die ze mee had helpen oprichten, organiseerde teken- en schilderkampen en gaf tekenworkshops en opvoedcursussen aan volwassenen. Ondertussen werkte ze als illustratrice voor tijdschriften. In 1983 illustreerde ze de poëziebundel Een tuil van vrede van Michiel Neels en in 1990 Jorin, een antroposofisch verhaal van André Berben. Pas in 1997 durfde ze het aan om een eigen verhaal te publiceren: De gouden bal. Haar doorbraak kwam drie jaar later met Olrac, een historisch en filosofisch getint avonturenverhaal dat in 2002 de prijs van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen verwierf.
Vanaf dat moment volgden in hoog tempo romans en kinderverhalen. Van de Provincie West-Vlaanderen kreeg ze in 2003 een bronzen
| |
| |
erepenning voor het verhaal De smaak van rood en in 2005 de prijs voor jeugdliteratuur voor De stille pijn van Luca. Dit boek haalde ook de shortlist van de Thea Beckmanprijs en de kleine Cervantes van de stad Gent. Verschillende van Dieltiens boeken zijn vertaald in het Spaans, Duits, Frans, Deens en Japans.
| |
Werk
Kristien Dieltiens schrijft en illustreert voor verschillende leeftijden. In haar puber- en adolescentenromans beschrijft ze hoe kwetsbare tieners hun weg door het leven vinden. In haar kinderboeken wisselt ze moeilijk bespreekbare thema's af met vrolijke avonturenverhalen en inleefbare niveauboekjes. Haar verhalen ademen een boodschap van vertrouwen en geloof in de toekomst.
In haar debuut, het prentenboek De gouden bal (1997), stelt ze gevoelens van geborgenheid en warmte tegenover angst en agressie. In de daar op volgende adolescentenromans krijgen de hoofdpersonen een positieve boodschap mee: Leef zonder angst en zoek je eigen weg. In Olrac (2000) luidt het expliciet: ‘Luister naar je innerlijke stem, de stem van het innerlijke vuur.’
Naast deze boodschap, een leidmotief in Dieltiens' werk, kondigde het middeleeuwse avonturenverhaal Olrac (2000) haar affiniteit met verschoppelingen en kwetsbare kinderen aan. De dertienjarige Olrac, die opgroeit in een roversnest, gaat na de moord op zijn vrienden op zoek naar zijn ouders. Het hoofdthema, de problematiek van pleegkinderen, en de onderliggende thema's, het vluchtelingenprobleem en de tegenstelling arm-rijk, leggen de link met de actualiteit. In Aude (2005), het boek waarin de wegen van Olrac en Aude elkaar kruisen, wordt dit nader uitgewerkt en aangevuld met het thema van ontvoerde meisjes. Aude speelt in een tijd van grote godsdienstconflicten en van de eerste heksenvervolgingen. Het meisje Aude vindt na de dood van haar moeder onderdak bij een groep bannelingen die hun brood verdienen als kermisgasten. Tot zij op beschuldiging van hekserij moeten onderduiken in het klooster van de Clarissen. Bij de spirituele en onthechte nonnen krijgt Dieltiens' boodschap een religieuze dimensie: ‘Volg je innerlijke stem. Zij is gevleugeld en komt van een andere wereld waar wijsheid en liefde heerst.’
Ook in de actuele probleemromans van Dieltiens zijn de personages door het leven getekende tieners. Dankzij goedwillende mensen vinden zij in zichzelf de kracht om te overleven. Sarah uit De moedervlek (2002) heeft ten gevolge van jarenlang seksueel misbruik door haar stiefvader een meervoudig persoonlijkheidssyndroom ontwikkeld. Via zelfverwonding probeert ze haar emotionele pijn te verdringen. Met hulp van vrienden vindt ze zichzelf
| |
| |
terug. In Bloemen op de muur (2003) vecht de zestienjarige, begaafde Sandy tegen de spiraal van armoede waarin het grote gezin gevangen zit. Haar vriendschap met de welgestelde Alexander biedt heel even toekomstperspectieven, tot Sandy beseft dat vluchten geen zin heeft. Ze zal zelf proberen haar situatie om te buigen. Vrolijke, kleine Bas met dyslexie vindt in het didactische boekje Een O om in te bijten (2004) steun bij een vriendinnetje. In Ik ben nummer dertien (2004) zinkt Jozefien na de verhuizing uit haar vertrouwde omgeving weg in een diepe depressie. Met hulp van een vriend en een vriendelijke meester klimt ze moeizaam uit het dal.
Haar streven naar een literaire vormgeving komt tot uiting in De stille pijn van Luca (2005). De religieuze impuls en positieve boodschap zijn hier verwerkt in symbolen en motieven. Die evolutie zet door in het ingenieus gestructureerde Candide (2007), het derde deel in de middeleeuwse romancyclus van Dieltiens. Candide is een adellijke Catalaanse die in 1280 naar Brugge reist om er te huwen met een lakenhandelaar. Zij kruist het pad van de herbergierzoon Balder die midden in een samenzwering tegen de graaf van Vlaanderen is beland. Het verhaal leest als een detective. Anders dan in Olrac en Aude is de boodschap niet expliciet geformuleerd. Het mededogen met de zwakken en het geloof in de overwinning van het goede zijn verwerkt in de innerlijke evolutie van de personages.
In de themaboeken die Dieltiens na 2005 in hoog tempo schreef, toont zij een blijvende betrokkenheid bij de leefwereld van kwetsbare kinderen. In En de zee nam Eben mee (2005) merkt niemand hoe Berthe na de dood van haar tweelingbroer langzaam in zichzelf keert; in Knikkers op de weg (2005) en Alles is Leander (2006) staan de gevoelens van broers of zusjes van jonge verkeersslachtoffers centraal; Er zit een leeuw in mij (2005) toont begrip voor Wout met adhd; in Ik wil een vriend met rode schoenen aan (2007) probeert Kaatje te leven met een broer met autisme. Zowel het kind zelf als de omgeving krijgt in deze verhalen de nodige aandacht. Ook vaak spannende niveauboekjes als Helden eten chocopasta (2006) en Ridders zijn nooit bang (2006) spelen bemoedigend in op gevoelens van kinderen. Het mededogen met verschoppelingen klinkt zelfs door in de humoristische sinterklaasboeken. Hier mag het ondeugende weesjongetje Papperdidas als nieuwe knecht van de Sint de hoofdrol spelen.
De verhalen van Kristien Dieltiens zijn goed gedocumenteerd, beeldrijk en zintuiglijk, met veel aandacht voor symboliek, metaforen en muziek. Een gouden bal, bloemen op de muur, de stoep of een sjaal, engelen en muziek zijn metaforen voor het
| |
| |
mooie, zij het vaak geïdealiseerde leven. De moedervlek is gebouwd op het tempo van een klassieke muziekpartituur en voor De stille pijn van Luca liet Dieltiens zich inspireren door het lied Ederlezi van de Servisch-Kroatische componist Goran Bregovic. Ook de sinterklaasboeken zijn verlevendigd met oude liedjes. Haar historische verhalen fleurt ze op met volkswijsheden, spreuken, rituelen en middeleeuwse gebruiken. In Candide tekent ze minutieus het middeleeuwse Brugge en de gebruiken van die tijd. Door de straten laat ze vagantenliederen klinken. De pennenproef uit 1100, Hebban olla vogala, wordt een rustgevend liedje en motief.
De gedreven en daardoor vaak sentimentele toon verdween gaandeweg uit Dieltiens' verhalen. Ook al blijven de betrokkenheid en de positieve boodschap voelbaar, zij leerde afstand nemen. Deze ontwikkeling zorgde voor sterkere personages en een strakkere literaire uitwerking.
| |
De stille pijn van Luca
De Kroatische vluchteling Luca keert na dertien jaar met zijn vader terug in zijn geboortedorp. Als enigen van hun familie en vrienden overleefden zij de etnische zuiveringen. Luca, die sinds zijn komst naar België niet meer gesproken heeft, wordt in de trein overspoeld door beelden en herinneringen.
Dieltiens ordent ze in vier delen. De kindertijd van Luca, gesymboliseerd door de bloesemende lente, wordt brutaal verstoord door de dreiging van de naderende burgeroorlog. Thuis maken Servische buren papa's heiligenbeelden kapot en doden de ganzen van oom Oljo. De kerselaar, de geboorteboom van Luca, verliest vroegtijdig zijn bloesems. In het winterse tweede deel vlucht Luca met zijn moeder, zusje Jelena en andere Kroaten voor het naderende geweld. De groep vluchtelingen wordt uitgemoord; alleen het meisje Zorka en Luca overleven. In deel drie komen ze bij Romazigeuners terecht, in deel vier vindt Luca dank zij de muziek zijn oom Olja terug. De tocht naar zijn vader is begonnen.
Tijdens de treinreis wordt Luca opnieuw de bedreigde, kleine jongen die het kwaad nog niet kan plaatsen. Daarom geeft hij het een eigen gezicht, dat van Baba Yaga, de heks uit zijn sprookjesboeken. Niet de burgeroorlog, maar Baba Yaga zit Luca op de hielen en is de oorzaak van al het leed. Haar drollen overstijgen de stank van de dood en zij kleurt de witte aarde zwart en rood. Baba Yaga, en niet de Servische verzetsstrijder Arkan, doet de bergen dreigend rommelen.
Het verhaal spiegelt Dieltiens aan de symboliek van het kerstgebeuren. Luca's vader beeldhouwt engelen en heiligen, Luca vlucht op een ezel uit zijn geboortedorp; zijn zoekgeraakte pop, die hij als Jezuskind in een kribbe terugvindt, troost hem tijdens zijn
| |
| |
waanzinnige tocht. Een kerstlied wordt het motief van het verhaal en verwijst naar verloren geborgenheid.
De strakke structuur en het strikt aangehouden perspectief vanuit het zesjarige jongetje voorkomen uitweidingen en melodrama. De roman is een universeel verhaal van angst en hoop en vooral een ode aan de levenswil.
| |
Waardering
De gouden bal (1997) oogstte als troostboek bij lezers veel bijval, maar literatuurrecensenten wezen op de al te zoetsappige inhoud en de omslachtige taal. Ook over Dieltiens' actuele probleemromans waren de meningen verdeeld. Herman De Graef kritiseerde de overladen inhoud en het gebrekkig hanteren van de taal in De moedervlek (2002). Mai Van Loon wees op de clichés in Bloemen op de muur (2003). Anderen daarentegen prezen juist het doordachte taalgebruik en het indringend getekende portret van probleemkinderen. Die waardering kregen ook Dieltiens' kinderboeken rond moeilijk bespreekbare thema's, hoewel die volgens sommige critici wel eens te opvallend positief eindigen.
Olrac (2000), Aude (2005) en Candide (2007) konden alle recensenten bekoren. Het zijn goed gedocumenteerde, beeldende, boeiende en spannende historische verhalen. ‘De auteur weet spanning, magie, wijsheid, romantiek en ontroering op
een zeer fijne manier in elkaar te weven waardoor er een prachtig verhaal ontstaat van vriendschap en liefde,’ oordeelde Pol van Damme in het internettijdschrift Pluizuit.
Alle lof kreeg De stille pijn van Luca (2005). ‘Een aangrijpend boek over de oorlog in Joegoslavië,’ schreef Annemarie Terhell in KidsWeek. ‘Luca heeft een hoofd vol fantasie. Omdat je dit verhaal door zijn ogen beleeft, is het - ondanks alle verdrietige gebeurtenissen - geen loodzwaar boek geworden.’ De jury van de prijs Letterkunde West-Vlaanderen was getroffen door de ingehouden emotionaliteit en de levendige, beeldende taal in het verhaal. De auteur is er vol- | |
| |
gens de jury in geslaagd ‘de sfeer (-) sterk en treffend op te roepen, zonder uitvoerige beschrijving of emotionele uitbarstingen (-). De lezer krijgt de kans zelf conclusies te trekken. Negens krijgt hij zijn gedachten of emoties voorgekauwd.’
| |
Bibliografie
Kinder- en jeugdboeken
|
De gouden bal. Met illustraties van Kristien Dieltiens. Hasselt, Clavis, 1997. |
Olrac. Met illustraties van Kristien Dieltiens. Hasselt, Clavis. 2000. |
De moedervlek. Hasselt, Clavis, 2002. |
Kokkerellen. Met illustraties van Kristien Dieltiens. Mechelen, Bakermat; Amsterdam, Zirkoon, 2002. |
Bloemen op de muur. Met illustraties van Marijke Meersman. Hasselt, Clavis i.s.m. Welzijnszorg, 2003. |
Ik ben nummer dertien. Met illustraties van Anne Westerduin. Hasselt, Clavis i.s.m. CM, 2004. |
Een O om in te bijten. Met illustraties van Marjolein Pottie. Hasselt, Clavis, 2004. |
Jan zonder Vrees. Tielt, Lannoo, 2004. (+ cd) |
Aude. Met illustraties van Marijke Meersman. Hasselt, Clavis, 2005. |
De stille pijn van Luca. Hasselt, Clavis, 2005. |
En de zee nam Eben mee. Met illustraties van Karien Deroo. Hasselt, Clavis, 2005. |
De nieuwe knecht van Sinterklaas. Met illustraties van Erika Cotteleer. Hasselt, Clavis, 2005. |
Ik wil een nuffel! Met illustraties van Kris Nauwelaerts. Hasselt, Clavis, 2005. |
Bang in het donker. Met illustraties van Marjolein Pottie. Hasselt, Clavis; Sprang-Capelle, Delubas, 2005. |
Knikkers op de weg. Met illustraties van Sanne te Loo. Hasselt, Clavis, 2005. |
Er zit een leeuw in mij. Met illustraties van Marijke Klompmaker. Hasselt, Clavis, 2005. |
Beer wil een hap. Brugge, Die Keure, 2006. (Reeks Kameleon) |
Een dief in de straat. Brugge, Die Keure, 2006. (Reeks Kameleon) |
Geld voor de kermis. Brugge, Die Keure, 2006. (Reeks Kameleon) |
Toen oma leerde zwemmen. Brugge, Die Keure, 2006. (Reeks Kameleon) |
Vol met ster. Met illustraties van Seppe Van den Berghe. Brugge, Die Keure, 2006. (Reeks Kameleon) |
De verdwenen ring van Sinterklaas. Met illustraties van Erika Cotteleer. Hasselt, Clavis, 2006. |
Helden eten chocopasta. Met illustraties van Erika Cotteleer. Hasselt, Clavis, 2006. |
Alles is Leander. Met illustraties van Marja Meijer. Hasselt, Clavis, 2006. |
Ridders zijn nooit bang. Met illustraties van Helen van Vliet. Tilburg, Zwijsen, 2006. |
Ik wil een vriend met rode schoenen aan. Met illustraties van Kris Nauwelaerts. Hasselt, Clavis, 2007. |
Candide. Hasselt, Clavis, 2007. |
De wondermuts van Sinterklaas. Met illustraties van Erika Cotteleer. Hasselt, Clavis, 2007. |
Ik ben Pomme. Wielsbeke, De Eenhoorn, 2008. |
Over Kristien Dieltiens
|
PRO, Jorin: lees- en kijkboek van Guido Gezelleschool. In: Het Nieuwsblad, 27-11-1990. |
Pierre Vandevoorde, An en Eefje als aanknopingspunten. In: Brugsch Handelsblad, 15-8-1997. |
LFB, Middeleeuwse zoektocht in eigentijds jeugdverhaal. In: Het Nieuwsblad, 24/25-6-2000. (Over Olrac) |
Pierre Vandevoorde, De gevaarlijke tocht van Olrac. In: Brugsch Handelsblad, 30-6-2000. |
Sofie de Jonckheere, Olrac. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 6 (2000), nr. 8, blz. 358. |
Herman De Graef, Vlekken op De moedervlek. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), nr. 7, blz. 303-305. |
| |
| |
Machteld Verhelst, Kokkerellen. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), nr. 4, blz. 138. |
LFB, Kristien Dieltiens schrijft jeugdroman tegen kansarmoede. In: Het Nieuwsblad, 21-10-2003. |
Mai van Loon, Bloemen op de muur. In: De Leeswelp, jaargang 10 (2004), nr. 2, blz. 79-80. |
Kathy Mathys, Vreemde eend in de bijt. In: De Standaard, 11-3-2004. (Over Bloemen op de muur) |
[Anoniem], Over opvoeding - Het verhaal van Kristien Dieltiens. De handleiding van mijn kind. In: De Standaard, 3-4-2004. |
[Anoniem], ‘Kinderen verbergen hun verdriet om hun ouders te sparen’. In: Het Volk, 27-10-2004. |
LFB, Kristien Dieltiens schrijft over depressie bij kinderen. In: Het Nieuwsblad, 18-11-2004. |
Juryverslag Prijs Letterkunde van de provincie West-Vlaanderen Jeugd- en Kinderboek 2005. |
Marita van Auwenis, Ik ben nummer dertien. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 2, blz. 70-71. |
Ilse Van Halst, Ik ben nummer dertien. In: Kerk en leven, 6-4-2005. |
Jet Marchau, Jeugdliteratuur heeft er een paar sterke kinderen bij. In: Kerk en leven, 8-6-2005. |
Annemarie Terhell, De kleur van de duivel. In: KidsWeek, 30-9-2005. (Over Aude) |
Annemarie Terhell, Baba Yaga vernietigt het wit. In: KidsWeek, 21-10-2005. (Over De stille pijn van Luca) |
Jet Marchau, Volg je innerlijke stem. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 4, blz. 172-174. |
Rik van Puymbroeck, ‘Hoe vertel je een kind dat z'n broertje dood is?’ In: Het Belang van Limburg, 13-10-2005. |
Hilde Debackere, Er zit een leeuw in mij. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 9, blz. 332. |
Hilde Debackere, Knikkers op de weg. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 9, blz. 333. |
Katrien van Grimberge, De nieuwe knecht van Sinterklaas. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 9, blz. 335. |
Katrien van Grimberge, De nieuwe knecht van Sinterklaas. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 9, blz. 335. |
Jet Marchau, En de zee nam Eben mee. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 9, blz. 350. |
Aangenaam... Kristien Dieltiens. Documentatiemappen Jeugdauteurs en illustratoren. VLABIN-VBC, 2006. |
Kristin Matthyssen, ‘De wereld draaide die jaar rond Sil’. In: Gazet van Antwerpen, 6-4-2006. |
An Vertongen, Ik wil een vriend met rode schoenen aan. In: De Leeswelp, jaargang 13 (2007), nr 6, blz. 209. |
Jet Marchau, Drama in de Brugse binnenstad. In: De Leeswelp, jaargang 13 (2007), nr 8, blz. 305-306. |
Websites
|
www.stichtinglezen.be |
www.villakakelbont.be |
www.pluizuit.be |
www.clavis.be |
www.kjoek.nl |
77 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2008
|
|