| |
| |
| |
Kate DiCamillo
door Lien Fret
Foto: Querido
Kate DiCamillo is op 25 maart 1964 geboren in Philadelphia (Pennsylvania, Verenigde Staten). Om gezondheidsredenen verhuisde ze op vijfjarige leeftijd samen met haar moeder en oudere broer naar het zonnige Florida. Na de middelbare school studeerde ze Engels. Later ging ze in Minneapolis wonen en werkte daar in het magazijn van een kinderboekwinkel.
Haar eerste boek, Because of Winn-Dixie (De zomer van Winn-Dixie), schreef ze in 1998 met steun van een McKnight Artist Fellowship for Writers. Het verscheen in 2000 en beklom al snel de Amerikaanse bestsellerlijsten waaronder die van de New York Times. Tegenwoordig is ze fulltime schrijfster.
Haar debuut was in 2000 meteen goed voor een Newbery Honor. Een jaar later ontving ze de National Book Award Honor voor haar tweede boek The Tiger Rising (Op de rug van de tijger). The Tale of Despereaux (Despereaux: of het verhaal van een muis, een prinses, een schoteltje soep en een klosje garen) kreeg in 2004 de Newbery Medal. In 2007 werd The Miraculous Journey of Edward Tulane (De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane) bekroond met de Boston Globe Horn Book Award en een Zilveren Griffel.
Ook Hollywood probeert een graantje van DiCamillo's succes mee te pikken. In 2005 verscheen Because of Winn-Dixie op het witte doek en ook voor Despereaux en De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane bestaan filmplannen.
| |
Werk
Dieren spelen een prominente, overwegend positieve rol in het werk van Kate DiCamillo. En niet al- | |
| |
leen als bijfiguren: in enkele van haar in het Nederlands vertaalde boeken - bijvoorbeeld Despereaux en De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane - is voor dieren een hoofdrol weggelegd. Toch zijn het geen dierenverhalen in de strikte zin van het woord: mensen zijn nooit ver weg en sommige dieren beschikken over menselijke eigenschappen.
In DiCamillo's eerste twee boeken zorgen een hond en een tijger voor een gunstige kentering in het leven van de jonge hoofdpersonen, personages die danig met zichzelf in de knoop zitten. In De zomer van Winn-Dixie vindt de tienjarige Opal een stinkende maar hartveroverende straathond in de plaatselijke Winn-Dixie supermarkt. Ze is net verhuisd met haar vader, een predikant. De oerlelijke hond is de eerste vriend die de eenzame Opal in het nieuwe dorp krijgt. Daarna volgen andere vrienden. In Op de rug van de tijger maakt een tijger de ommekeer mogelijk. Rob woont met zijn vader in een groezelig hotel. Naar school gaan is voor hem een hel want hij heeft eczeem op zijn benen. Een tijger die hij in een kooi in de bossen achter het hotel vindt, dwingt Rob tot actie. Het verwaarloosde dier wordt niet een nieuwe beste vriend, zoals de straathond in De zomer van Winn-Dixie. Maar Robs beslissing om de tijger vrij te laten, leidt wel tot een confrontatie met zijn vader. Daardoor kan hij eindelijk zijn gevoelens over de dood van zijn moeder uiten.
Despereaux en Edward Tulane zijn aan het begin van de boeken die aan hen gewijd zijn, vooral antihelden. Despereaux is een ziekelijke muis met te grote oren die zich allesbehalve als een muis gedraagt. Hij houdt van muziek, leest boeken in plaats van ze op te knabbelen en haalt het in zijn hoofd verliefd te worden op een mensenprinses. Edward Tulane is een zelfingenomen porseleinen konijn dat zich verbaast over hoe knap hij is en het vanzelfsprekend vindt dat er goed voor hem wordt gezorgd. Despereaux en Edward Tulane krijgen een aantal harde levenslessen en komen er, net als de menselijke hoofdpersonages in DiCamillo's eerste boeken, sterker en zelfbewuster uit. Despereaux' overweldigende liefde voor prinses Erwt wordt na zijn verbanning naar de donkere rattenkelder beloond met een warme vriendschap. En de gevoelloze Edward leert tijdens zijn reis wat liefde is, zodat hij aan het eind van het verhaal het hart op de juiste plaats heeft.
DiCamillo heeft een voorkeur voor wensvervullende afrondingen van haar verhalen. Zowel De zomer van Winn-Dixie als Despereaux eindigt met een groot, verbroederend feest. De schrijfster houdt er duidelijk van haar lezers achter te laten met wat troost, hoop en een flinke portie vriendschap en liefde. In Op de rug
| |
| |
van de tijger kunnen vader en zoon zich eindelijk verzoenen met de dood van moeder en aan een nieuwe toekomst beginnen.
De wensvervullende eindes nemen niet weg dat verdriet, verlies en onrecht in de verhalen veel voorkomen. Rob ziet zich in Op de rug van de tijger net als het dier gevangen in een kooi van negatieve gevoelens waaruit hij zich niet kan bevrijden. In De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane komt Edward telkens opnieuw de meest beklagenswaardige mensen tegen: een stervend meisje dat verwaarloosd is door haar drankzuchtige, agressieve vader, een poppenspelertje dat zijn eten niet kan betalen, een kinderloze vissersvrouw die in de pop een laatste houvast ziet.
Bijna alle volwassenen en kinderen in de boeken van DiCamillo hebben te kampen met een verlies. Als iemand die is opgegroeid zonder vaderfiguur, lijkt de schrijfster zich in haar werk vooral aangetrokken te voelen tot problematische ouder-kindrelaties. Despereaux die als enige muis van een worp overleeft, is voor zijn Franse moeder een teleurstelling. Het konijn Edward wisselt zo vaak van eigenaar dat dit verlies telkens weer leidt tot een barstje in Edwards porseleinen hart. Rob en Opal uit respectievelijk Op de rug van de tijger en De zomer van Winn-Dixie proberen het verlies van hun moeder achter zich te laten. Opals moeder verliet het gezin toen haar dochter drie jaar oud was. Rob kan met zijn gevoelens over de dood van zijn moeder onmogelijk bij zijn zwijgzame vader terecht. Ook sommige nevenfiguren hebben af te rekenen met onaangename herinneringen. Zo is Robs vriendin Sixtine, net als DiCamillo zelf, zonder vader naar Florida verhuisd en gedraagt ze zich stoer om haar pijn te verbergen. Het dienstmeisje in Despereaux werd door haar vader verkocht aan een bruut die haar zo vaak sloeg dat ze er doof van werd.
Als tegenwicht voor alle ellende geeft DiCamillo haar personages, en dan vooral de kinderen, een sterke, optimistische persoonlijkheid waardoor ze zich uit de meest hachelijke situaties weten te redden en kunnen opboksen tegen het verdriet van hun verlies. In hun kracht verheffen ze zich zelfs vaak boven de volwassenen. Ook de dierlijke hoofdpersonages weten hoe te overleven: door te blijven hopen. Despereaux gelooft rotsvast in een gelukkig sprookjeseinde waarin de helden ‘nog lang en gelukkig’ leven. Edward herinnert zich tijdens zijn ontberingen voortdurend het einde van een minder gelukkig sprookje: ‘een verhaal kan niet een gelukkig einde hebben zonder liefde’.
De zware thema's verlicht DiCamillo door een humoristische vertelstijl en milde ironie. Het zijn echter geen boeken waarbij je als lezer zonder enige inspanning wordt meege- | |
| |
voerd in het verhaal. De schrijfster wil haar lezers bij de les houden, voortdurend uitdagen en laten nadenken. In Despereaux doet ze dat door de lezer regelmatig rechtstreeks toe te spreken. Ook DiCamillo's gevoelige, beeldende stijl vergt een zekere bedachtzaamheid bij de lezers. Haar boeken krijgen doorgaans de leeftijdsaanduiding 9+. Op basis van thema's en vertelstijl zou men het beoogde doelpubliek eerder bij jonge tieners zoeken.
| |
De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane
Het speelgoedkonijn Edward Tulane denkt bij zijn eigenares Abilene alles te hebben wat zijn koude porseleinen hartje begeert, tot hij op een dag op de bodem van de zee belandt. Daar begint een wonderbaarlijke reis vol ontberingen die eindigt op een schap in een stoffige poppenwinkel. Maar gelukkig is de reis daar nog niet afgelopen. Net als in haar andere boeken probeert DiCamillo haar verhaal af te ronden met een portie hoop en liefde. Samen met Edwards hart laat ze in de loop van het verhaal ook het hart van de lezer langzaam ontdooien, zodat hij bij het ontroerende einde alleen maar van het ijdele konijn kan houden.
Hoewel het verhaal wensvervullend eindigt, schuwt DiCamillo harde gevoelens en problemen niet. Om te leren wat liefde is, moet Edward heel wat watertjes doorzwemmen. Maar juist het langzame en moeilijke
Illustratie van Bagram Ibatoulline uit De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane
ontdooiingsproces houdt de lezer bij de les. In De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane slaagt DiCamillo er in haar lezers uit te dagen en dat op een heel andere manier dan in de rest van haar oeuvre: door identificatie met het hoofdpersonage te bemoeilijken. Edward is namelijk niet alleen onsympathiek, hij ‘leeft’ ook niet echt, hij ‘beleeft’ alleen maar. Hij is ‘slechts’ een levenloos speelgoedkonijn dat wel een soort bewustzijn maar aanvankelijk niet eens gevoelens heeft.
| |
Waardering
De critici zijn vrijwel onverdeeld positief over de boeken van Kate DiCamillo. Vooral de manier
| |
| |
waarop ze treurige, diepzinnige thema's een hoopgevende toets geeft, wordt geprezen. Volgens Bas Maliepaard maakt dit De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane tot een potentiële klassieker. De zomer van Winn-Dixie is door Odile Jansen een ‘troostboek’ genoemd, ‘diepzinnig en lichtvoetig tegelijkertijd’. Ze waardeert vooral de humor, die maakt de soms zware kost verteerbaar. Ook Marieke Henselmans en Ed Franck prijzen deze kwaliteit. Zelfs wanneer elke vorm van ernst vermeden wordt, zoals in Despereaux, is het verhaal nooit oppervlakkig, meent Hanneke van den Berg.
DiCamillo schuwt het sentiment niet. Door haar onverwoestbare optimisme wordt dat volgens Van der Berg echter ‘tóch niet klef’. Volgens Henselmans is er in De zomer van Winn-Dixie niet eens sprake van sentimentaliteit. Veerle Vanden Bosch stoort zich niettemin aan de ‘Victoriaans aandoende sentimentaliteit’ in De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane.
De ingetogen stijl van DiCamillo vindt veel lof. Pjotr van Lenteren spreekt in verband met Despereaux van ‘een perfecte middenweg’ tussen ‘ironie, stilistische spielerei en klassieke vertelkunst’. Op de rug van de tijger dankt zijn succes bij de beoogde doelgroep volgens Pol Van Damme aan ‘eenvoudige bewoordingen die toch heel poëtisch overkomen’. Patrick Jordens beschrijft de taal van De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane als ‘loepzuiver, schijnbaar eenvoudig maar zo elegant’, een taal die volgens Mirjam Noorduijn ‘leest als poëzie’ en waarmee DiCamillo ‘treffend en gedoseerd’ emoties oproept.
Niet alle critici zijn positief over de manier waarop DiCamillo zichzelf een stem geeft in haar verhalen, als vertelster die haar lezers rechtstreeks aanspreekt in Despereaux of via een personage dat als spreekbuis fungeert zoals in Op de rug van de tijger. Terwijl de aanpak in Despereaux door sommigen waarderend ‘grappig’ (Van den Berg), ‘slim’ (Van Lenteren) en ‘ongewoon’ (Van Camp) genoemd wordt, vindt Bas Maliepaard dat het te vaak de aandacht afleidt van het - overigens - ‘sprankelende verhaal’. Ook Annie Buellens doet de ingreep af als het enige minpunt van het verhaal. Het enige ongeloofwaardige onderdeel van Op de rug van de tijger is volgens Ed Franck de spreekbuis van de auteur, een volwassen vrouw die ‘wel erg wijs is’ en de lezers telkens iets in verband met de hoofdpersonages duidelijk wil maken.
| |
Bibliografie
Niet vertaald in het Nederlands
|
Mercy Watson to the Rescue (2005), Mercy Watson Goes for a Ride (2006), Mercy Watson Fights Crime (2006), Mercy Watson Princess in Disguise (2007), Great Joy (2007) |
| |
| |
Jeugdboeken
|
Because of Winn-Dixie (2000): De zomer van Winn-Dixie. Vertaald door Annelies Jorna. Met illustraties van Timothy B. Ering. Amsterdam, Querido, 2002. |
The Tiger Rising (2001): Op de rug van de tijger. Vertaald door Annelies Jorna. Met illustraties van Chris Sheban. Amsterdam, Querido, 2002. |
The Tale of Despereaux, being the story of a mouse, a princess, some soup, and a spool of thread (2003): Despereaux: of het verhaal van een muis, een prinses, een schoteltje soep en een klosje garen. Vertaald door Martha Heesen. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, Querido, 2005. |
The Miraculous Journey of Edward Tulane (2006): De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane. Vertaald door Martha Heesen. Met illustraties van Bagram Ibatoulline. Amsterdam, Querido, 2006. |
Over Kate DiCamillo
|
Odile Jansen, De beer die ‘Oorlog en Vrede’ stal. In: Trouw, 27-7-2002. [Over De zomer van Winn-Dixie] |
Judith Eiselin, De engel is een hond. In: NRC Handelsblad, 9-8-2002. [Over De zomer van Winn-Dixie] |
Marieke Henselmans, Ratje wordt katje. In: de Volkskrant, 11-10-2002. [Over De zomer van Winn-Dixie] |
Karin Van Camp, [over De zomer van Winn-Dixie]. In: Leesidee Jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), nr. 8, blz. 337-338. |
Judith Eiselin, De zon in een kooi. In: NRC Handelsblad, 13-12-2002. [Over Op de rug van de tijger] |
Ed Franck, Twee sterke jeugdboeken: Opboksen tegen gekneusde gevoelens. In: De Standaard, 20-2-2003. [Over Op de rug van de tijger] |
Karin Van Camp, Op de rug van een tijger. In: Leesidee Jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), nr. 3, blz. 120. |
Chris Stephenson, Kate DiCamillo...: Persistence is the thing. In: Carrousel, (2004), nr. 28, blz. 17. |
Eric L. Tribunella, A boy and his dog: canine companions and the proto-erotics of youth. In: Children's Literature Association Quarterly, jaargang 29 (2004), nr. 3, blz. 152-171. [Over De zomer van Winn-Dixie] |
Doris Breitmoser, Wenn eine Maus zum Helden wird: ein Gespräch mit der amerikanischen Kinderbuchautorin und Tierliebhaberin Kate DiCamillo. In: JuLit Informationen, jaargang 31 (2005), nr. 1, blz. 23-24. |
Hanneke van den Berg, [over Despereaux]. In: Noordhollands Dagblad, 3-3-2005. |
Pol Van Damme, [over Op de rug van de tijger]. In: Pluizuit, 7-3-2005. |
Annie Beullens, [over Despereaux]. In: Pluizer, www.linc-vzw.be/pluizer/pluizerData.php. |
Pjotr van Lenteren, Literaire travestie met lezers en knaagdieren. In: de Volkskrant, 1-4-2005. [Over Despereaux] |
Monique Snoeijen, DiCamillo beschrijft de grote verliefdheid van een muis. In: NRC Handelsblad, 8-4-2005. [Over Despereaux] |
Bas Maliepaard, De rat heeft kwade plannen met de prinses. Drie nieuwe kinderboeken. In: Trouw, 27-8-2005. [Over Despereaux] |
Karin Van Camp, [over Despereaux]. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 6, blz. 238. |
Annemie Terhell, Knettergek en dol op pindakaas. In: Kidsweek, 4-10-2006. [Over De zomer van Winn-Dixie] |
Bas Maliepaard, Onsympathiek konijn leert wat liefde is. In: Trouw, 18-11-2006. [Over De wonderbaarlijke reis] |
Veerle Vanden Bosch, [over De wonderbaarlijke reis]. In: De Standaard, 24-11-2006. |
Patrick Jordens, Feest voor het oog. In: De Morgen, 29-11-2006. [Over De wonderbaarlijke reis] |
Hanneke van den Berg, Een porseleinen konijn met een warm hart. In: Haarlems Dagblad, 2-12-2006. [over De wonderbaarlijke reis] |
| |
| |
Pjotr van Lenteren, Kerstsprookjes in moderne jas uit VS. In: De Volkskrant, 22-12-2006. [Over De wonderbaarlijke reis] |
Mirjam Noorduijn, IJdel konijn. In: De Groene Amsterdammer, 19-1-2007. [over De wonderbaarlijke reis] |
Mariet Lems, [over De wonderbaarlijke reis]. In: Leesgoed, jaargang 34 (2007), nr. 2, blz. 80. |
Jen De Groeve, Knuffel zoekt een hart: de wonderbaarlijke reis van Edward Tulane. In: De Leeswelp, jaargang 13 (2007), nr. 1, blz. 26. [Over De wonderbaarlijke reis] |
Pol Van Damme, [De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane]. In: Pluizuit, 7-2-2007. |
77 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2008
|
|