koud. Maar de eerste journalistieke banden zijn al gelegd en die gaat hij uitbouwen. Hij wil schrijven over zaken waar hij wat van weet: de natuur, de relatie tussen mens en dier, natuurbescherming e.d. In een speciale publiekseditie van Boekblad (najaar 1985) vertelt hij: ‘Ik schrijf over dieren omdat ik een bioloog ben. Ik wil mensen laten zien hoe ze met de natuur om hen heen omgaan. Ik wil ze niets voorschrijven.’
Ironie is zijn sterkste wapen. Hij relativeert, polemiseert en confronteert zijn lezers met de eigenaardigheden van hun houding ten opzichte van de natuur: de poes op dierendag verwennen met een extra stukje vlees van een daartoe geslacht ander lid van de fauna.
In bundels met welsprekende titels als Het edelgedierte, Miauw, De baviaan en andere beesten stelt hij stekelige vragen over het vreemde verbond tussen mens en dier. ‘Kippen en varkens worden stapelgek in de bio-industrie en honderden prachtige wilde diersoorten worden in hun bestaan bedreigd, maar de mens leeft doodgemoedereerd samen met zijn honden, katten en andere troeteldieren. Op zachte kussens gezeten nuttigt dit edelgedierte het vlees en de botten van de eerstgenoemde Untertiere, hapklaar verpakt door edelslager of blikjesindustrie. De mens geeft royaal aan de dierenbescherming, maar laat intussen de straten vervuilen door hondenpoep.’
Hoewel Midas Dekkers zich vooral specialiseert op het gebied van de non-fictie en de essayistiek prees collega schrijver/bioloog Dick Hillenius in De kikvors en andere verhalen (1986) juist zijn steeds sterker wordende vertelkunst.
Op verzoek van uitgeverij Meulenhoff is hij voor kinderen gaan schrijven, omdat ze via de bekende dierenverhalen zo slecht geïnformeerd worden over dieren. ‘De kinderwereld is geheel gestoffeerd met dieren waar niets van klopt,’ zegt hij tegen Ineke Jungschleger in De Volkskrant van 4 oktober 1982. Aangeklede eenden, pannekoeken bakkende vossen en honden die als politiemannen echte honden achtervolgen irriteren hem zo dat hij besluit een boek te schrijven over dieren zoals ze echt bestaan: Het Walvismeer, Op de bres met Greenpeace (1982).