derlanden en verleent hij als spion diensten aan Willem van Oranje. Zijn streken staan nu in dienst van een ideaal; zijn persoonlijke strijd is verbonden met die van een volk.
In het derde deel sluit Tijl zich aan bij de bosgeuzen en wreekt hij zich op de man die zijn vader Claes heeft aangegeven bij de inquisitie. In het vierde deel zijn Tijl en Lamme Goedzak watergeuzen; in het vijfde vindt Lamme zijn vrouw en vestigen Tijl en Nele zich na de Pacificatie van Gent (1576) in Zeeland.
De zwerftocht van Tijl is een queeste. Aan het eind van het eerste deel heeft hij in een visioen, veroorzaakt door de tovermiddeltjes van Kathelijne, te horen gekregen dat hij op zoek moet naar de Zeven. Pas helemaal aan het eind van het boek wordt duidelijk (en daarmee wordt opnieuw het allegorisch karakter van het verhaal benadrukt) dat de Zeven staan voor de Zeven Deugden die de Zeven Ondeugden moeten vervangen.
Het getal zeven speelt een belangrijke rol in het boek. Het is het magische eindcijfer van alles, het getal van de voleinding - het moment waarop gerechtigheid en vrede heersen. Dit moment is aan het eind van het verhaal nog niet aangebroken. Een toevallig passerende pastoor en enkele notabelen denken dat Uilenspiegel gestorven is en willen hem begraven. Maar Uilenspiegel ontwaakt en staat op. De omstanders vluchten weg, behalve Nele. ‘En hij vertrok met haar en zong zijn zesde lied, maar niemand weet, waar hij het laatste zal zingen.’
Bij de Pacificatie van Gent besloten de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden tot een gezamenlijke verdrijving van de Spaanse troepen, maar door allerlei oorzaken vielen de Zuidelijke Nederlanden al snel af. De Noordelijke Nederlanden werden onafhankelijk en begonnen aan hun Gouden Eeuw, de Zuidelijke Nederlanden bleven onder de Spaanse kroon en verwierven (na onder andere door de Oostenrijkers te zijn overheerst) pas in de negentiende eeuw hun vrijheid. Geen wonder dus dat Tijl en Nele zich terugtrekken in Zeeland, het overgangsgebied tussen Noord en Zuid.
August Vermeylen: ‘Tijl, Nele en Lamme Goedzak - de geest, het hart en de maag van Vlaanderen - zoeken samen hun weg in die bewogen tijd. Door onderdrukking, corruptie en ketterverbranding heen worstelen zij naar de vrijheid, een eigen ziel, een eigen taal. De geboorte van een nieuwe natie wordt ingeluid en het geweten van een volk krijgt gestalte in Tijl Uilenspiegel, in zijn schelmenstreken die hij uit een tragische noodzaak bedrijft (-). Zo wordt Uilenspiegel het symbool van de vrije geest en de nationale gedachte: de ziel van het Vlaamse volk.’
De Tijl Uilenspiegel van De Coster heeft de authentieke, folkloristische Tijl bijna volledig verdrongen. Tijl