ge en vredige sferen wisselen elkaar af. Het verhaal begint en eindigt met een lieflijk tafereel in de tuin van het meisje. Daartussen staan de ruzies tussen Dominique en Patrick. De prenten zijn voorzien van een kader, behalve op momenten dat de ruzie te dicht bij het meisje komt. Haar angst is voelbaar gemaakt door de ruziënde buren groot af te beelden. Rechts op de voorgrond staat het kleine meisje met de dieren. Het verhaal kan gaan over een ruzie tussen al of niet gescheiden ouders, tussen buren of tussen kinderen onderling. Het laat zien dat het slachtoffer van de ruzies zelf in staat is deze vervelende situatie te veranderen.
Met Mijn vriend Jim kwam in 1996 de internationale doorbraak voor Crowther. Het Zeeuwse landschap bij het stadje Veere waar ze als kind vaak op vakantie geweest is, bood de inspiratie voor het maritieme decor in dit boek. Het verhaal gaat over de vriendschap tussen een introverte merel en een extraverte meeuw, waarbij de lezer zelf het soort vriendschap kan invullen.
De Grote Beer is een verhaal van Carl Norac. De Grote Beer rukt zich los van het uitspansel om de aarde te bezoeken. Dit zorgt voor grote opschudding. Want het wordt steeds heter op aarde en het dag- en nachtritme raakt verstoord. Terwijl de Grote Beer geniet van zijn zwerftocht, breken de mensen zich het hoofd over hoe zij hem de ruimte weer in krijgen. Crowthers stijl is in dit prentenboek nog kinderlijker en onbevangener dan in haar eerdere werk. De losse lijnen en naïeve vormen zijn extremer. Beeldopbouw en gekozen perspectief sluiten doordacht op elkaar aan. Dit is met name goed te zien op de bladzijde na de woede-uitbarsting van de reusachtige beer. Crowther laat de beer van achter naar voren lopen en kleiner worden. Het almaar kleiner worden van de beer, gecombineerd met de looprichting, benadrukt niet alleen de wisselende stemming van de beer, maar ook de leegte en immense ruimte van de woestijn op de bladzijde daarna. De oranjegele en grijsbeige basistinten in combinatie met de blauwe en rode accenten maken het boek sober en stijlvol.
Minder uitgesproken is Crowthers bekroonde boek In het pikkedonker. Het is een klassiek verhaal over een kikkertje dat 's nachts in bed vreemde geluiden hoort. Hij is bang en kan niet slapen voor hij weet waar de geluiden vandaan komen. Jeremias Hengelaar van Beatrix Potter vormt een belangrijke inspiratiebron voor dit boek. Crowther zet op de eerste bladzijde de toon, door het groen van het gras en het felle geel van het lamplicht te laten afsteken tegen het zwart van de nacht. Lichtbundels van de maan of van een lamp wisselen elkaar af. Ze slaagt erin de gevoelens van angst, ergernis of ontspanning te verbeelden.
| |
Bibliografie
Boeken geschreven en geïllustreerd door Kitty Crowther
|
Mon Royaume (1994): Mijn Koninkrijk. Vertaald door Henny Kroonenberg. Amsterdam, Van Goor, 1994. |
Mon ami Jim (1996): Mijn vriend Jim. Vertaald door Jan Kuijper. Amsterdam, Querido, 1996. |
Lilly au royaume des nuages (1997): Anna in de wolken. Vertaald door Jacques Dohmen. Amsterdam, Querido, 1997. |
Trois histoires folles de monsieur Pol (1999): Meneer Bas maakt heel wat mee. Vertaald door Bart Moeyaart. Amsterdam, Querido, 2000. |
Moi et Rien (2000): Ik en Niks. Vertaald door Els van Eeden. Amsterdam, Querido, 2001. |
Scritch scratch dip clapotte! (2002): In het pikkedonker. Vertaald door Jaques Dohmen. Amsterdam, Querido, 2002. |
Door Kitty Crowther geïllustreerd
|
Andréa Nève, Un jour mon prince viendra (1995): Eens komt mijn sprookjesprins. Naverteld door Marjolein Kool. Amsterdam, Querido, 1996. |
Carl Norac, La Grande Ourse (1999): De Grote Beer. Vertaald door Jan Kuijper. Amsterdam, Querido, 1999. |
Bart Moeyaert, Grote oma's. Amsterdam, Querido, 1999. |
Over Kitty Crowter
|
Sofie de Jonckheere, [Over Mijn Koninkrijk]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 1 (1994), nr. 3, blz. 91. |
Lieke van Duin, Olifanten hadden vroeger neuzen. In: Trouw, 4-1-1995. |
Harlinda Lox, [Over Eens komt mijn sprookjesprins]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 2 (1996), nr. 5, blz 159. |
Lieke van Duin, Kruidenheksje zoekt prins. In: Trouw, 10-4-1996. [Over Eens komt mijn sprookjesprins] |
Marjoleine de Vos, Picknicken op een tak. In: NRC Handelsblad, 6-12-1996. |
Karin van Camp, [Over Mijn vriend Jim.]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 3 (1997), nr. 3 blz. 95. |
Lieke van Duin, Eric Carle is Eric Carle niet meer. In: Trouw, 28-5-1997. [Over Mijn vriend Jim] |
Silvie Moors, [Over Anna in de Wolken]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 3 (1997), nr. 9, blz. 316. |
Erik Vanhee, [Over Grote oma's]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 5 (1999), nr. 8, blz. 343. |
Klaas Verplancke, Hommeles in het heelal. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 5 (1999), nr. 9, blz. 387-388. [Over De Grote Beer] |
Jan van Coillie, [Over Meneer Bas maakt heel wat mee]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 6 (2000), nr. 4, blz. 148. |
Judith Eiselin, Poedelen in een overstroming. In: NRC Handelsblad, 31-3-2000. |
Bibliografie Crowther. In: Repertoire des auteurs et illustrateurs de livres pour l'enfance et la jeunesse en Wallonie et à Bruxelles. Brussel, Communaute francaise de Belgique, 2001. |
Annemie Leysen, Meer dan praatjes bij plaatjes. In: De Morgen, 7-3-2001. |
Klaas Verplancke, [Over Ik en Niks]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 7 (2001), nr. 6, blz. 264. |
Website
|
www.leesplein.nl |
www.queridokind.nl |
64 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2004
|
|