| |
| |
| |
Susan Cooper
door Bea Ros
Susan Mary Cooper werd op 23 mei 1935 geboren in Burnham (Engeland). Ze studeerde Engels in Oxford. Na haar afstuderen was ze zeven jaar journalist bij The Sunday Times in Londen. In deze periode begon ze boeken te schrijven, zowel voor kinderen als volwassenen. Later kwamen daar scenario's voor tv, film en theater bij. Na haar huwelijk in 1963 verhuisde ze naar de VS.
Cooper debuteerde in 1964 met het sf-boek Mandrake. Een jaar later verscheen haar eerste kinderboek, Over Sea, Under Stone (1965), ontstaan als inzending voor een uitgeverswedstrijd voor familie-avonturenverhalen. Later bouwde ze het gegeven van dit boek uit tot de vijfdelige fantasyserie De Duistere Vloed.
Voor The Grey King (De grijze vorst), het vierde deel in deze serie, ontving ze in 1976 de Newbery Medal. Samen met Hume Cronyn, haar latere tweede echtgenoot, won ze in 1996 de Humanitas Award voor hun tv-film-scenario The Dollmaker. In 2002 werd ze genomineerd voor de Hans Christian Andersen Award, de hoogste internationale onderscheiding voor nog levende jeugdboekenauteurs.
| |
Werk
‘Fantasy is my country. My imagination lives there’, zegt Susan Cooper over zichzelf als schrijfster. Fantasy is inderdaad de centrale noemer voor haar werk. De schrijfster laat zich inspireren door haar voorliefde voor oude mythen en legenden. Bovendien volgde ze tijdens haar studie Engels colleges bij de hoogleraren en fantasy-auteurs J.R.R. Tolkien en C.S. Lewis. Volgens eigen zeggen
| |
| |
komt haar voorliefde deels voort uit heimwee naar haar geboorteland sinds haar verhuizing naar de VS. Ze grijpt terug op de verhalen, de geschiedenis en het landschap van haar jeugd.
Het grondthema van fantasy, de strijd tussen goed en kwaad, wortelt bovendien in haar biografie: bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Susan Cooper vier jaar. De oorlogsdreiging en het gecreëerde vijandbeeld leidde tot een sterke tweedeling tussen Wij en Zij, ofwel tussen Goed en Kwaad. Cooper beschrijft haar oorlogservaringen in het autobiografische Dawn of Fear (1970).
Ook in haar werk voor jonge kinderen is de voorliefde voor mythen terug te vinden. Zo zijn enkele van haar prentenboeken hervertellingen van Britse volksverhalen, bijvoorbeeld The Silver Cow: A Welsh Tale (1983) en The Selkie Girl (1986).
Het oude Britse geloof in huisgeesten, ‘boggart’ in het Engels, vormt uitgangspunt voor The Boggart (1993) en het vervolg The Boggart and the Monster (1997). Volgens de folklore zijn huisgeesten wezens die ongeluk over een huis brengen dan wel voor ongemak zorgen, zoals melk die zuur wordt en vreemde geluiden. Foppe in de Harry Potter-serie is een voorbeeld van zo'n - in dit geval onschuldige - huisgeest. In Coopers boek erft de Canadese familie Volnik een Schots kasteel, compleet met oude huisgeest. Deze boggart verhuist per ongeluk in een antiek bureau mee naar Canada en zet het leven van de familie aldaar behoorlijk op stelten. Hij laat de computer bijvoorbeeld op tilt slaan. Emily en haar jongere broer Jessup ontdekken de oorzaak. Hoewel ze aan de boggart gehecht raken, beseffen ze dat ze de door heimwee geplaagde huisgeest toch echt naar huis terug moeten brengen.
In Seaward (De toren van Taranis, 1985) maken Westerley en Cally na een ingrijpende gebeurtenis in de werkelijke wereld elk een reis door het fantasieland Seaward. Westerley is getuige van de moord op zijn moeder en Cally ziet hoe haar doodzieke vader uit huis gehaald wordt. Beide kinderen moeten, op zichzelf teruggeworpen, zien om te gaan met hun angsten. Onderweg door het fantasieland ontmoeten ze elkaar en samen slagen ze erin gevaarlijke situaties het hoofd te bieden. Aan het eind zijn ze sterker en volwassener geworden en hebben ze geleerd hun angsten onder ogen te zien.
In King of Shadows (1999) draait het niet om mythen, maar om Engelse (literatuur)geschiedenis. Als lid van een jeugdtheatergezelschap gaat Nat Field naar Londen om daar op te treden in een replica van het beroemde Globe Theatre. Tijdens een ziekte wordt hij plotseling teruggevoerd in de tijd en speelt hij in het originele Globe onder de leiding van
| |
| |
niemand minder dan Shakespeare zelf.
De kracht van Coopers boeken schuilt in de combinatie van fantasy met alledaagse werkelijkheid. Haar hoofdpersonen raken vanuit de werkelijke wereld in een fantasiewereld of krijgen in de realiteit te maken met magische elementen. Het zijn mensen van vlees en bloed waarmee lezers zich kunnen identificeren. Dat brengt het vreemde - de magie, fantasie of het verleden - dichterbij.
| |
De Duistere Vloed-cyclus
Deze vijfdelige serie is wel eens vergeleken met het werk van Tolkien. Ook in De Duistere Vloed-cyclus draait alles om de strijd tussen goed en kwaad, of, zoals de schrijfster het zelf formuleert, de strijd tussen het Licht en de Duisternis. Maar anders dan Tolkien plaatst Cooper haar plot en personages in de alledaagse werkelijkheid, waarin ze vervolgens Arturiaanse en Keltische verhaalelementen verweeft.
De serie telt vijf hoofdpersonen, gewone kinderen in het hier en nu. In elk deel winnen ze meer terrein op de duisternis. Ze worden daarin bijgestaan door het personage Merriman (Merry), die trekjes heeft van de tovenaar Merlijn.
De vijf kinderen komen niet in elk deel allemaal voor. In het eerste deel Boven zee, onder steen (2001) worden Simon, Jane en Barnabas Drew geïntroduceerd. Ze brengen samen met hun ouders de zomervakantie door bij een oude vriend van de familie, professor Merriman (Merry) Lyon. De drie kinderen vinden een eeuwenoude kaart die de plaats aangeeft waar de Graal begraven ligt, de beker die ‘het ware relaas van Arthur’ bevat en die een belofte en bewijs is voor koning Arthurs terugkeer. Ze vinden de Graal, maar raken, in de strijd met de vijand, het manuscript met uitleg kwijt. Dit document vinden ze in het derde deel, Groenheks (2003) terug.
In deel 2, Het opkomende duister/De Duistere vloed (1987; 2002) is Will Stanton de hoofdpersoon. Op zijn elfde verjaardag ontdekt hij over bijzondere gaven te beschikken: als zevende zoon van de zevende zoon behoort hij tot het geslacht van de ‘Ouden’ die de wereld kunnen beschermen tegen het kwaad. Will blijkt dingen te zien die de meeste mensen niet zien en hij kan door de tijd reizen. Merriman is in dit boek een van de eerste Ouden; hij fungeert als leidsman voor Will in zijn kennismaking met de Ouden, hun geschiedenis en hun strijd tegen de Duisternis. Het is Wills taak om zes tekens van Licht op te sporen waarmee het Duister (voorlopig) overwonnen kan worden.
In het derde deel, Groenheks, komen de hoofdpersonen uit de vorige delen samen. De kinderen Drew zijn weer bij oudoom Merry om het Graal-manuscript terug te vinden. Ze krijgen hulp van Will.
| |
| |
In de laatste twee delen verschijnt een vijfde kind, Bran Davies, ten tonele. Bran blijkt de zoon van Arthur en Guinevere te zijn.
Het vierde deel, De grijze vorst (2003), verhaalt hoe Will het in Wales opneemt tegen de Meester van het Duister. Hij krijgt hulp van Bran en zijn hond Cafall. Samen weten ze de legendarische gouden harp te bemachtigen. Daarmee kan Will zijn queeste - het wekken van de zes slapers - voltooien. De definitieve strijd tussen het Duister en het Licht wordt uitgevochten in het vijfde en laatste deel, Zilverboom (2004). Alle elementen uit de voorgaande delen komen hier samen. De vijf kinderen en Merriman treden samen op in een spannende eindstrijd. Elk van de kinderen staat voor de moeilijke keuze: kies ik de makkelijke of de moeilijke weg? Dat is waar de serie in feite om draait. Coopers boodschap is, zo zegt ze zelf, dat ieder mens uiteindelijk zichzelf moet redden. Niet door je hoop te vestigen op een verlosser, maar door eigen keuzes kun je de duisternis buiten houden.
In 1987 verscheen bij uitgeverij Holland een Nederlandse vertaling van het tweede deel uit de cyclus, onder de titel Het opkomende duister. Een volgend deel werd wel aangekondigd, maar verscheen nooit. Pas na de opleving van fantasy voor jongeren, onder invloed van de Harry Potter-serie, is de volledige cyclus in Nederlandse vertaling verschenen
bij uitgeverij Piramide. In 2007 is het tweede deel van de serie verfilmd als The Dark Is Rising. Op de filmwebsite www.imdb.com zijn de oordelen van lezers over deze verfilming vernietigend: ze spreken van ‘de slechtste boekverfilming ooit’.
| |
Waardering
In de Angelsaksische wereld geniet Cooper naam en faam. Anne Deifendeifer noemt haar in Children's Books and Their Creators (1995) een ‘moderne meester in het fantastische genre’. Ze roemt de intensiteit en symboliek van haar werk. In Nederland kregen Coopers boeken minder aandacht en waardering.
| |
| |
Mac Steenaart noemt De Duistere Vloed-delen in zijn aanschafinformaties voor bibliotheken ‘langdradig en voorspelbaar’. Hoewel hij het taalgebruik en de (natuur)beschrijvingen mooi vindt, wil het verhaal maar niet boeien en komen de figuren volgens hem niet tot leven. Te merken is ook dat de boeken ruim dertig jaar geleden geschreven zijn: ze vergen voor de lezer van nu ‘veel doorzettingsvermogen’. Mai van Loon noemt in Leesideeën (2003) de actie in de boeken ‘traag’ en de verhaallijn ‘sober’. Richard Thiel is milder: het verhaal is voor fantasylezers ‘voorspelbaar’, maar ook ‘spannend en [het] leest lekker’.
Chris Lenssen is in zijn aanschafinformatie lovend over de enige andere vertaling van Cooper, De toren van Taranis. Hij noemt haar stijl ‘zeer beeldend en direct’ en vindt het een ‘boeiend verhaal’, waarin ‘jonge mensen zich kunnen herkennen, mede omdat het verhaal in het heden is geplaatst’.
| |
Bibliografie
Keuze uit werk voor volwassenen
|
Mandrake (1964), J.B. Priestley - Portrait of An Author (1970), Dreams and Wishes: Essays on Writing for Children (1996) |
Keuze uit niet in het Nederlands vertaalde jeugdboeken
|
Dawn of Fear (1970), The Silver Cow (1983), The Selkie Girl (1986), The Boggart (1993), The Boggart and the Monster (1997), King of Shadows (1998), Frog (2002), The Magician's Boy (2005), Victory (2006). |
In het Nederlands vertaald
|
Over Sea, Under Stone (1965): Boven zee, onder steen. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, Piramide, 2001. (Duistere Vloed dl. 1) |
The Dark Is Rising (1973): Het opkomende duister. Vertaald door Ad Calame. Haarlem, Holland, 1987. De duistere vloed. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, Piramide, 2002. (Duistere Vloed dl. 2). The Dark Is Rising. Filmeditie The Dark Is Rising/ De Duisterse vloed. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Baarn, De Fontein, 2007. |
Greenwitch (1974): Groenheks. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, Piramide, 2003. (Duistere Vloed dl. 3). |
The Grey King (1975): De grijze vorst. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, Piramide, 2003. (Duistere Vloed dl. 4) |
Silver on the Tree (1977): Zilverboom. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, Piramide, 2004. (Duistere Vloed dl. 5) |
Seaward (1982): De toren van Taranis. Vertaald door Han de Boer. Haarlem, Holland, 1985. |
Over Susan Cooper
|
Anne E. Deifendeifer, Susan Cooper. In: Anita Silvey (ed.), Children's Books and Their Creators. New York, Houghton Mifflin Company, 1995, blz. 169. |
Susan Cooper, Voices of the Creators. In: Anita Silvey (ed.), Children's Books and Their Creators. New York, Houghton Mifflin Company, 1995, blz. 168. |
Raymond H. Thompson, Interview with Susan Cooper. In: Raymond Thompson, Taliesin's Successors: Interviews with Authors of Modern Arthurian Literature. 1989. (Te vinden op het Camelot Project van de Universiteit van Rochester: www.lib.rochester.edu/camelot -> Scholarly Arthurian Resources). |
Mai van Loon, Signalering van Groenheks. In:
|
| |
| |
Leesideeën Off Line 2000-2003, 31-12-2003 (Te vinden op Jeugdliterom). |
Susan Cooper. In: Something about the author. Gale. Volume 151 (2004), blz. 49-55. |
Richard Thiel, ‘Boekbesprekingen: De duistere vloed.’ In: Nieuwsbrief nr. 12, 16 februari 2003 (Kinderboekenpagina: http://home.wanadoo.nl/richard.thiel/nieuwsbr/12.htm). |
Websites
|
www.thelostland.com (met bio- en bibliografie) |
www.fantasyliterature.net/coopersusan.html |
77 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2008
|
|