jonge mens in een steeds verdergaande consequentie.
De stijl van de jeugdboeken van De Clercq Zubli is naar begrippen uit onze tijd te jolig. Woorden als ‘dol’, ‘zalig’ en ‘fuiven’ zijn typerend voor het ouderwetse meisjesboek. De behandeling van de problematiek in haar boeken is erg idealistisch, maar zeker niet oppervlakkig.
In Het rimboekind woont Puck met haar ouders op een afgelegen theeplantage in Indië. Haar broers studeren in Nederland. Hoewel zij dol is op haar ouders en geniet van het leven op en om de plantage, is haar grootste verlangen een gewoon schoolmeisje te zijn. Om haar ouders geen verdriet te doen, spreekt zij dit verlangen niet uit. Door toeval ontdekt ze dat een jongeman op de onderneming van haar vader verliefd op haar is. Zij raakt in paniek bij de gedachte dat zij groot zal zijn voordat zij het kind-zijn tussen andere kinderen heeft kunnen beleven. Pas na veel verdriet beseft zij dat slechts eerlijk zijn tegenover jezelf en tegenover anderen de mogelijkheid tot wederzijds vertrouwen geeft, die tot onderling begrip kan leiden.
In De blijde stilte beschrijft De Clercq Zubli de innerlijke groei van een jong meisje dat, nadat zij tyfus heeft gehad, doof wordt. Joep is een vrolijk onbekommerd hbs-meisje, dat in een warme, veilige omgeving opgroeit. Zij heeft grote liefde voor muziek, waar zij intens van geniet. Haar ideaal is later haar vader als arts op te volgen. Met haar plotselinge doofheid begint de innerlijke strijd zich als volwaardig mens staande te houden. De klap dat zij nooit meer volledig van muziek kan genieten, komt hard aan. Maar erger is de constatering dat zij door haar handicap geen arts kan worden. Sterker nog, er blijken weinig beroepen te zijn waarbij een goed gehoor geen eis is. Ook dreigt zij naar de mensen om zich heen een wantrouwen te ontwikkelen. Wordt er over haar gepraat waar zij bij is? Bemoeien de mensen zich uit medelijden met haar? Zullen de mensen haar een saaie Piet vinden, nu zij niet altijd ad rem kan antwoorden? Joep hervindt haar gevoel voor eigenwaarde en weet zich sterker dan in de tijd toen geluk nog zo vanzelfsprekend leek. Het eeuwig lied, een roman voor volwassenen, is een vervolg op De blijde stilte.
In De kathedraal wil zij meer dan schrijven over een persoonlijk conflict. Zij wil de lezer overtuigen dat een wereldramp als de Tweede Wereldoorlog zijn oorzaak vindt in de mens zèlf. Daarom moeten de mensen hun eigen ziel zo diep mogelijk trachten te doorgronden en daardoor tot een zuivere waarheid komen. Als ieder mens de moed heeft zichzelf grondig te leren kennen, zal een ieder vanuit een zuiver geweten handelen en krijgen ernstige conflicten geen voedingsbodem.