| |
| |
| |
An Candaele
door Ria de Schepper
An Candaele is op 5 juni 1959 geboren in Sint-Amandsberg (Gent, België). Ze studeerde Grafische Vormgeving aan het Sint-Lucas Instituut in Antwerpen. Haar eerste werk was het inkleuren van Suske en Wiske-strips bij Studio Van der Steen. Daarna verzorgde ze de lay-out van diverse tijdschriften en deed ze vooral reclamewerk en vormgeving. Tussen 1989 en 1994 verbleef ze met haar echtgenoot in de Verenigde Staten. Na haar terugkeer kreeg ze het verzoek de bundel Vlaamse sprookjes (1995) te illustreren. Al gauw kwamen andere opdrachten, onder meer voor het jeugdboekenweekgeschenk De kip of het ei van Annick Schreuder in 1996. Ze hield zich de jaren daarop fulltime bezig met allerlei illustratiewerk: educatieve uitgaven, cd-omslagen en kinderboeken. Toen in 1999 Pardoes verscheen, een boek dat ze zelf schreef en illustreerde, nam haar naamsbekendheid toe. Vanaf dat moment concentreerde ze zich op het illustratiewerk in kinderboeken. In 2002 ontving ze samen met Brigitte Minne de Kinder- en Jeugdjuryprijs van Vlaanderen en Limburg voor Slaap lekker, Rosalie.
| |
Werk
Tussen 1985 en 1995 werkte An Candaele als vormgever voor uitgeverijen en reclamebureaus. Ze maakte toen ook al enkele covers voor jeugdboeken, onder meer voor werk van Cor Ria Leeman bij uitgeverij Facet. Na haar terugkeer uit Amerika kreeg ze al snel een grote opdracht: cover en binnenillustraties voor Vlaamse sprookjes van Maurits de Meyer. Dit boek verscheen in 1995 en kan als haar eerste echte werk worden be-
| |
| |
Illustratie uit Het leven van de Boeddha van Dirk Nielandt en Lama Karta
schouwd. Zowel voor het omslag als voor de paginavullende illustraties schilderde ze aquarellen. Het zijn composities met allerlei realistisch getekende sprookjeselementen.
Ook in Bozo de skunk (1997) van Bob van Laerhoven is de stijl realistisch. Candaele schildert de uit de dierentuin ontsnapte Bozo en de dieren die hij in het bos ontmoet, dynamisch vanuit wisselende perspectieven. In de informatieve boeken die volgen blijft het waarheidsgetrouw schilderen de bovenhand voeren. Ze past zich bewust aan het onderwerp en de sfeer die ermee samenhangt aan. In Want een dennenboom is alleen in december een kerstboom (1998) van Annick Schreuder sluiten stijl en kleur van de illustraties aan bij de verhalen en weetjes over kerst vieren in diverse culturen. Kleine figuurtjes brengen levendigheid in de lay-out en er is ruimte voor humor. Voor Het leven van de Boeddha (1999) van Dirk Nielandt en Lama Karta verkoos ze te schilderen op knalgeel handgeschept Indisch papier. Ze schilderde fijne, gedetailleerde illustraties omdat enkele houdingen van Boeddha nauwgezet moesten worden weergegeven. In de decors overheersen warme tinten en een sprookjesachtige oosterse sfeer.
Tot dan toe had An Candaele steeds in een dienende rol teksten van anderen geïllustreerd. In 1999 verscheen Pardoes, waarvoor ze zowel tekst als tekeningen maakte. Het is het verhaal van een eendje met rode stippen dat bang is voor water. Op een dag spoelt de regen al zijn stippen weg. Hij zoekt onvermoeibaar tot hij ze ten slotte terugvindt. De illustraties met het speelse eendje Pardoes zijn levendig en aantrekkelijk door het heldere kleurgebruik. Kennelijk was ze hierover niet zo tevreden want ze heeft het bij deze ene poging om zelf een verhaal te schrijven, gelaten.
In Kos (2000) van Wim Vromant werkte An Candaele abstracter en
| |
| |
maakte ze composities van kleine tekeningen die samen sterke impressies weergeven. Het land waar het varken Kos woont, wordt geregeerd door Gurk die wil dat alles grijs is. Kos heeft heimwee naar kleuren en komt in opstand. In het hoofd van Kos en in zijn dromen is er kleur, maar voor het overige is alles grijs. Met tinten van grijs-wit tekende Candaele met gouache en potlood op karton. Ze focuste duidelijk op de essentie van het verhaal en gaf die vooral weer in eenvoudige, gestileerde landschappen en in de lichaamstaal van Kos. Dit boek met een filosofische inslag leende zich voor een meer vrije, abstracte interpretatie. Dat is niet altijd mogelijk. De vier boekjes van Reina Ollivier over de kleuter Rune zijn meer zakelijk, gericht op herkenbare situaties en hoe een jongetje daarop reageert. Ook hier werkte Candaele met gouache en kleurpotloden, ditmaal op gekleurde bladen. Ze speelt in de bladspiegel met wisselende perspectieven en gedoseerde details. Herkenbaarheid staat in deze boeken voorop. Dat is ook het geval in Het blije boek van banaan (2001) van Godeliva Uleners. Het is een boek met een educatief concept: tellen, fruit herkennen en benoemen. De indeling van de bladspiegel, de motiefjes in de vloer en het tafellaken, de bomen die lijken op kleurrijke lollies, het raampje waardoor je iemand al ziet aankomen en het verloop van dag en nacht kunt zien - het zijn allemaal elementen die iets toevoegen aan de nuchtere, opsommende tekst.
Met het prentenboek Slaap lekker, Rosalie (2002) van Brigitte Minne kende An Candaele als illustrator haar eerste grote succes. Het is bedtijd voor eendje Rosalie maar ze verzint steeds weer uitvluchten om niet te hoeven slapen. Meneer Maan wordt ongeduldig en strooit maanpoeder maar veel helpt dat niet. Als Meneer Maan ten einde raad naar de aarde komt, valt Rosalie doodmoe
Illustratie uit Slaap lekker, Rosalie van Brigitte Minne
| |
| |
van het spelen in slaap. Candaele creëerde twee werelden: die van het ondeugende eendje Rosalie en die van Meneer Maan als een goedige vaderfiguur. Rosalie is een kleutereend, beweeglijk en speels, geschilderd in een rode jurk met witte stippen. Met een duidelijke belijning en heldere kleuren tegen een witte achtergrond contrasteert de aardse sfeer met de hemelse sfeer waarin Meneer Maan vertoeft. Hier overheerst een wat sprookjesachtige, surreële sfeer van blauw-witte kleuren. Motieven in zijn sjaal en pyjama zorgen voor accenten en geven het grote volume van Maan elegantie en stijl. Er is een mooi opgebouwde communicatie tussen de twee werelden die culmineert in de eindprent waar Meneer Maan teder de slapende Rosalie aait. De houdingen van Meneer Maan en Rosalie stralen emoties uit die heel herkenbaar zijn voor jonge kinderen. An Candaele schilderde hier voor het eerst met olieverf op basis van water.
In Rosalie is jarig (2007) tekende An Candaele Rosalie wat ouder. Op haar verjaardag staat Rosalie 's morgens vroeg op en gaat ze haar vrienden opzoeken. Maar die lijken haar verjaardag vergeten te zijn. Meneer Maan is er bij het opstaan en slapengaan, maar het verhaal speelt zich vooral overdag af. Dat geeft Candaele de kans om meer kleurrijke illustraties in te lassen en de wisselende stemmingen van Rosalie in grotere platen uit te beelden.
Met Dichtbij, Ver weg (2003) van Dirk Nielandt kreeg Candaele de kans een tekst origineel en eigenzinnig te interpreteren. Het is een filosofisch getint prentenboek over dichtbij en ver weg, zowel letterlijk als figuurlijk; zowel in tijd, in ruimte als op het emotionele vlak. Het verhaal dat de illustratrice in haar prenten vertelt, staat naast dat van de schrijver en de twee vullen elkaar aan. Candaele maakt gebruik van collages, onder meer een stukje landkaart van Canada, benadrukt ver of dichtbij via perspectiefkeuzes, past kleur en mimiek aan de stemming van de hoofdfiguur aan. De illustraties zijn geschilderd op canvaspapier met stevige verfstreken, afgelijnd met potlood waar de structuur van de ondergrond nog doorschemert.
Met Feest! (2004) van Brigitte Minne leverde An Candaele opnieuw een fraai staaltje van vakmanschap. Twee kevers hebben taarten gebakken voor een leuk feest, maar ze vinden niemand goed genoeg om voor het feest uit te nodigen. De afgewezen insecten bouwen dan maar op hun manier een gezellig feestje. Tegen een groene achtergrond gebruikte Candaele getemperde maar toch levendige kleuren voor de vermenselijkte dieren. Ze slaagt er goed in het karakter van de dieren tot uiting te laten komen in hun uiterlijk en houding: de huiselijke en kortzichtige kevers hebben schortjes om en zitten met de handen gevouwen, de water-
| |
| |
Uit Feest! van Brigitte Minne
| |
| |
juffer danst heel elegant met haar veelkleurige, zwierige jurk, de stoere hommels lijken baseballmacho's en het lievevrouwebeestje is een heuse zangdiva. Op de grote, centrale prent van het feest suggereren kleur en beweging dolle pret.
De vier peuterboekjes Ik speel mee! (2005), Ik wíl mee! (2005), Dat wil ík ook! (2005) en Is van mij! (2005) die Candaele met Dirk Nielandt maakte, hebben dezelfde hoofdpersonages. Krokodil, Eend, Geitje en Egel spelen samen, gaan samen uit of willen iets van de ander. De dieren zijn herkenbare, expressieve typetjes die handelen en reageren als kleuters. Monochrome kleuren, enkele fijne details en een verrassende climax verhogen de aantrekkelijkheid voor jonge kinderen. Ook in Muis! (2005), met tekst van Kaat Vrancken, treden antropomorfe dieren op, maar hier had Candaele de mogelijkheid om op groter formaat met een meer suggestieve tekst te werken. Muis zit met zichzelf in de knoop. Hij zou best een ander dier willen zijn maar bij nadere beschouwing heeft dat ook nadelen. Een mens dan maar? Nee, toch liever een muis. Dit stapelverhaal heeft een repetitieve opbouw die ook in de illustraties terug te vinden is. De olieverfschilderijen zonder contouren tegen een witte achtergrond geven een zacht effect. Candaele benadert de ontmoeting tussen de muis en de dieren vanuit verschillende invalshoeken. De beeldtaal voegt een eigen dimensie toe aan de tekst. Als je Muis plat voorover op een gebogen rietstengel ziet liggen, is meteen duidelijk dat slak-zijn niets voor hem is. Muis' hartenwens om mens te zijn is fraai gesymboliseerd in de hartvormige rode schaduw van Muis. Candaele werkte de geschilderde prenten geregeld bij met haar vingers om tinten te veranderen of nuances aan te brengen, iets wat met olieverf tijdens het droogproces goed lukt. Op de prent met Varken op de berg zijn donkere toetsen met vingerafdrukken aangebracht. Het minutieuze voorbereidend werk van schetsen en composities maken blijft meestal ongezien maar de schutbladen van dit boek staan vol levendige schetsen van Muis.
In het werk van An Candaele is een evolutie merkbaar waarin ze door de jaren heen steeds meer gaat stileren. Het is ook duidelijk dat ze dat sterker toepast naarmate een tekst meer ruimte laat voor interpretatie. Haar eigen signatuur is het meest herkenbaar in de dierenverhalen. Met kleine uitvergrotingen en gevatte poses weet ze dieren een menselijke toets te geven. Ze concentreert zich op sfeer en op de emoties van de personages en tekent van daaruit de situaties. Door het gebruik van herhalingen en perspectief komt er dynamiek in het verbeelde verhaal. Ze gebruikt daarbij ook vaak enkele welgekozen details en zorgt voor een licht humoristische noot. In
| |
| |
recent werk is een evolutie naar drukkere composities merkbaar, in Heimween (2006) en sterker nog in Zwarte Piet wordt kierewiet! (2006). In dit laatste boek komt een aantal drukke overzichtsprenten voor, waaronder een tekening met grappige speelgoedfiguren die uitbeeldt dat Zwarte Piet kierewiet is.
| |
Heimween
In dit boek van Dirk Nielandt gaat het draakje Rufus dolgraag bij zijn oma logeren want zij houdt van vlambal spelen en leest vurige verhaaltjes voor. Toch heeft Rufus last van ‘heimween’ zodat hij oma geen vuurkus kan geven en er een dikke traan over zijn wang rolt. Oma slaagt erin om hem zijn heimwee te doen vergeten. Candaele schilderde charmante, expressieve drakenfiguren. Felle oranje-rode kleuren stellen de vuurbergen van de draken voor en symboliseren hun vurige temperament. Oma en het heimwee naar het vertrouwde huis worden afgebeeld in zachte grijs-blauwe tinten. Het groene draakje Rufus harmonieert wonderwel in dit kleurenpalet. Grote overzichtsprenten met tal van kleine details wisselen af met composities van stripachtige plaatjes die actie weergeven, zoals het vlambal spelen en het bakken van mama-koeken. Er zit veel tekstuur in de kleurvlakken - door het laag op laag werken en het aanbrengen van nuances - wat resulteert in een levendig diepte-effect.
| |
Waardering
Het werk van An Candaele kan rekenen op een groeiende waardering. Haar eigen verhaal Pardoes (1999) werd veelal geprezen om zijn speelse tekeningen maar het niveau van de tekst werd minder hoog ingeschat. Herman Kakebeeke vond in Het blije boek van banaan (2001) de illustraties de moeite waard. Hij sprak van ‘frisse, aansprekende illustraties’ (Leesidee Jeugdliteratuur). Over Kos (2000) zei hij: ‘Opmerkelijk zijn de illustraties die door hun kleur en vormgeving een extra accent aan het verhaal geven’ (Leesidee Jeugdliteratuur).
Karin van Camp schreef over Slaap lekker, Rosalie (2002): ‘In ieder geval is dit een prentenboek dat én volledig aan de belevingswereld van jonge kinderen appelleert, én volwassenen kan boeien, voornamelijk omwille van de intrigerende maanprenten’ (Leesidee Jeugdliteratuur). Vanessa Joosen loofde ‘het creatief gebruik van grootte, kleur, perspectieven en gelaatsuitdrukkingen’ om begrippen letterlijk en figuurlijk mee uit te beelden in Dichtbij, Ver weg (2003) (Leesidee Jeugdliteratuur). Karin van Camp sprak van ‘prachtige, spetterende schilderijtjes’ in Feest! (2004) en merkte op dat An Candaele de insecten schildert ‘met veel zin voor humor en details’ (Leesidee Jeugdliteratuur). Inge Umans waardeerde in Muis! (2005) vooral de ‘sprekende beelden met knappe vondsten’ en het feit dat de dieren veel menselijks
| |
| |
hebben, met leuke details (De Leeswelp). Over Heimween (2006) schreef Cris Bulcaen: ‘Het doet wat vreemd aan draken te zien knuffelen en dansen, maar tedere blikken en lichaamscontacten domineren in Candaeles prenten’ (De Leeswelp).
In haar artikel over An Candaele concludeert Marita Vermeulen: ‘Hoewel de prenten van An Candaele soberder worden, boeten ze nooit aan humor, emotie of anekdotiek in. Het resultaat is dat de prenten voor vele kinderen leesbaar en inleefbaar zijn. Evengoed hebben de beelden een soort dubbelheid die wordt benadrukt door grove vormen enerzijds en fijnzinnige accenten anderzijds.’ (Buiten de lijntjes gekleurd)
| |
Bibliografie
Door An Candaele geschreven en geïllustreerd
|
Pardoes. Mechelen, Bakermat, 1999. |
Door An Candaele geïllustreerde boeken
|
Maurits de Meyer, Vlaamse sprookjes. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1995. |
Jo Briels, De geest van Flip. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1995. |
Lydia Verbeeck, Jelle en de snoepmaffia. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1996. |
Annick Schreuder, De kip of het ei. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1996. |
Dirk Nielandt, Mijn hondje blaft niet. Mechelen, Bakermat, 1997. |
Jo Briels, De teeveefee. Malle, De Sikkel, 1997. |
Bob van Laerhoven, Bozo de skunk. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1997. |
Annick Schreuder, Want een dennenboom is alleen in december een kerstboom. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1998. |
Arnold Lefeber, Tim. Malle, De Sikkel, 1998. |
Els Beerten, De geluiden van beneden. Antwerpen, NCJ, 1998. |
Linda van Mieghem, Achter de muur. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1998. |
Godeliva Uleners, Opa Vis en de vis. Mechelen, Bakermat, 1999. |
Dirk Nielandt en Lama Karta, Het leven van de Boeddha. Kunchab publicaties, 1999. |
Wim Vromant, Kos. Wielsbeke, De Eenhoorn, 2000. |
Godeliva Uleners, Ik trouw met de juf. Mechelen, Bakermat, 2000. |
Dirk Nielandt, De vliegende keuken, een reisverhaal vol lekkere recepten. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2000. |
Reina Ollivier, Vooruit, Rune! Tielt, Lannoo, 2001. |
Reina Ollivier, Pas op, Rune! Tielt, Lannoo, 2001. |
Reina Ollivier, Nee, Rune! Tielt, Lannoo, 2001. |
Reina Ollivier, Een hond, Rune? Tielt, Lannoo, 2001. |
Godeliva Uleners, Het blije boek van banaan. Mechelen, Bakermat, 2001. |
Brigitte Minne, Slaap lekker, Rosalie. Wielsbeke, De Eenhoorn, 2002. |
Willy Schuyesmans, Kwikloks. Averbode, Averbode, 2002. |
Dirk Nielandt, Lief boos beest. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Dirk Nielandt, Dichtbij, Ver weg. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2003. |
Brigitte Minne, Een engel met krullen. Averbode, Averbode, 2003. |
Elle van Lieshout en Erik van Os, En dit ben ik. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Brigitte Minne, Feest! Wielsbeke, De Eenhoorn, 2004. |
Stefan Boonen, Vaar maar. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Dirk Nielandt, De bus van Mees. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
| |
| |
Dirk Nielandt, Wat proef je, Kaat? Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Elle van Lieshout, De dagen daarna. Rotterdam, Lemniscaat, 2004. |
Brigitte Minne, Engel. Wielsbeke, De Eenhoorn, 2005. |
Dirk Nielandt, Dat wíl ík ook! Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2005. |
Dirk Nielandt, Ik speel mee! Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2005. |
Dirk Nielandt, Ik wíl mee! Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2005. |
Dirk Nielandt, Is van mij! Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2005. |
Kaat Vrancken, Muis! Wielsbeke, De Eenhoorn, 2005. |
Kolet Janssen, God en co. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2006. |
Dirk Nielandt, Heimween. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2006. |
Catharina Fredriks, Zwarte Piet wordt kierewiet! Haarlem, Gottmer, 2006. |
Brigitte Minne, Rosalie is jarig. Wielsbeke, De Eenhoorn, 2007. |
Over An Candaele
|
Kathy Lindekens, Ho, ho, ho! In: De Morgen, 24-12-1998. |
Marita Vermeulen, Ik moest en zou tekenwerk gaan doen. Een portret van An Candaele: illustrator. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), nr. 2. |
Vanessa Joosen, Filosofie en jeugdliteratuur. In: Leesidee Jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), nr. 5. |
Willy Schuyesmans, Yan Gout, Anne Rutyne, Chris Versteylen en Edwin Vervliet, An Candaele. In: 20 jaar Vlaamse jeugdliteratuur, VSVJ v.z.w., 2004. (cd-rom) |
Marita Vermeulen, Buiten de lijntjes gekleurd. Uitgelezen Vlaamse Illustratoren in de kijker. Tielt, Lannoo, 2006. |
75 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2007
|
|