Werk
Toen Randolph Caldecott geboren werd, was zijn toekomstige rivaal Kate Greenaway net zes dagen oud. Op zesjarige leeftijd zwierf hij met zijn schetsboek over het Engelse platteland, hij sneed dierfiguurtjes uit hout, boetseerde en schilderde. Tijdens zijn bezigheden als klerk op de bank maakte hij met veel plezier rake tekeningen van bezoekers en cliënten. Met een enkele lijn of veeg zette hij een figuurtje neer; hij beheerste de kunst van het weglaten. Zijn vroegste illustraties ontleenden hun stijl aan de pen- en inktschetsen van John Tenniel. Later werd zijn stijl losser en spontaner, meer cartoonachtig. Zijn handtekening liet hij meestal weg, de initialen stonden in een hoekje gedrukt.
Voor zijn samenwerking met Evans had hij nog nooit een kinderboek geïllustreerd en nauwelijks met kleur gewerkt. Hij hield veel van de houtdruktechniek van Evans. Deze had twaalf jaar met een andere beroemde illustrator, Walter Crane gewerkt. Evans koos de tekst, onderhandelde over de illustraties en gaf dan de kant en klare opdracht aan Crane.
Caldecotts samenwerking met Evans verliep anders: hij selecteerde zelf de teksten en maakte uitgebreide voorstudies. Allereerst vervaardigde hij een blanco boek van de vereiste afmetingen (9 bij 8 inch), nummerde de bladzijden, maakte op elke bladzijde een schets en gaf aan waar de tekst moest komen. Hij corrigeerde niet. Als het resultaat niet naar zijn zin was, gooide hij het boekje weg en maakte een nieuw. Hij werkte met bruine inkt, in tegenstelling tot Crane en Greenaway, die zwarte omlijningen verkozen. De uiteindelijke proef gaf hij aan Evans, die het met de hand in het houtblok sneed. Evans drukte de voorstelling in zes kleuren af, die subtieler van tint waren dan de ingekleurde proef van Caldecott. De boekjes hadden een harde kaft en kostten één shilling. De prentenboeken waren een enorm succes: de illustraties vulden aan wat in de tekst niet gezegd werd en de woorden vertelden wat de illustraties niet lieten zien. De zestien prentenboeken die hij met Evans maakte (twee per jaar), vestigden zijn naam.
Caldecott legde het achttiende-eeuwse leven vast en tekende boeren die op weg waren naar feesten of markten, dames in crinolines, wandelend langs landelijke weggetjes en koeien in sappige weiden. Hij was een groot liefhebber van de jacht en