stierf zijn vrouw na een ongeluk in de prachtige ommuurde tuin. Sinds die tijd is de tuin afgesloten en wordt niet langer verzorgd.
Cravens zoon Colin is een ingebeelde zieke die denkt dat hij een bochel zal krijgen als hij probeert te lopen. Er groeit een band tussen de twee liefdeloze en ongeliefde kinderen. Ze nemen hun lot in eigen hand en zijn aan het einde van het boek veranderd in levendige, zelfbewuste kinderen. Ze worden geholpen door de geheime tuin die ze ontdekken en weer tot leven wekken, en door Dickon, een broertje van Mary's kamermeisje Martha. Dickon voelt zich één met de natuur. Hij fluit en praat tegen planten om ze te laten groeien en zijn dierlijke gezelschap bestaat uit een vossewelp, een eekhoorn, een kraai, een lam en een wit konijn. Dickon is het ongeloofwaardigste element uit het verhaal, maar acceptabel als deel van de magische, metafysische sfeer die staat naast de alledaagse omgeving. De strekking van het verhaal is, dat wie vertrouwt op de krachten van de natuur gelukkig wordt.
De geheime tuin is duidelijk een boek van de 20e eeuw. Het weerspiegelt niet de houding die in Burnetts kindertijd gebruikelijk was: Spreek wanneer er tegen je gesproken wordt. Kom wanneer je geroepen wordt. Dit boek suggereert juist dat kinderen onafhankelijk moeten zijn en vertrouwen in zichzelf moeten hebben. Dat ze moeten luisteren, niet naar hun ouders en meerderen, maar naar hun eigen hart en geweten. De geheime tuin maakte bij de eerste verschijning geen grote indruk, maar het is sinds die tijd vaak herdrukt.