| |
| |
| |
Anthony Browne
door Annemarie Terhell
Anthony Browne is op 11 september 1946 in Sheffield, Engeland geboren. Hij groeide op in Halifax, Yorkshire en hield als kind al veel van tekenen. Na de middelbare school studeerde hij aan het Leeds College of Art, waar hij met lof afstudeerde. Hij bleef aan dit College verbonden als docent grafische vormgeving. Daarnaast werkte hij een tijdlang als advertentietekenaar, maar voelde zich in dit beroep niet thuis. In Manchester vond hij een baan als medisch tekenaar in een ziekenhuis. Het weergeven van organen en operaties bleek een uitstekende technische training. Deze gedetailleerde, realistische manier van tekenen vormde de basis voor zijn latere werk. Uiteindelijk keerde hij als docent realistisch tekenen terug op zijn oude College.
Vijftien jaar lang ontwierp Browne als freelance tekenaar ansichtkaarten voor kinderen, voor hij besloot zijn eigen prentenboeken te gaan maken. In 1976 verscheen zijn eerste boek Through the Magic Mirror. Sindsdien publiceert hij vrijwel ieder jaar een nieuw prentenboek en illustreert hij regelmatig werk van andere schrijvers. Hij woont en werkt in een klein dorpje op het Engelse platteland.
Gorilla (1983) betekende zijn definitieve internationale doorbraak. Het werd bekroond met een Kate Greenaway Medal, de Kurt Maschler Award en een Zilveren Griffel (1989). Ook werd het diverse malen onderscheiden in de Verenigde Staten. In 1985 ontving Browne voor de Duitse vertaling van The Visitors Who Came To Stay de Deutsche Jugendliteratur Preis. Hierna volgden een tweede Kurt Maschler Award voor zijn illustraties bij Alice's Adventures in Wonderland in 1988, een Zilveren Griffel voor De tunnel in 1990 en een Kate Greenaway Medal voor Zoo in 1993.
| |
| |
In 2000 werd zijn oeuvre gelauwerd met de Hans Christian Andersenprijs voor illustratoren. Het jaar daarop was zijn werk te zien op een speciale tentoonstelling tijdens de Bologna International Children's Book Fair 2001.
| |
Werk
Anthony Browne heeft zich ontwikkeld als een realistisch tekenaar die in zijn precieze waterverfillustraties graag visuele grapjes en vervreemdende effecten verwerkt. Daarmee wil hij kinderen en volwassenen aanzetten tot kijken. Zijn oeuvre vormt een hechte eenheid waarin zijn fascinatie voor mensapen en het surrealisme de rode draad vormen. Veel van zijn verhalen gaan over de tegenstelling van eenzaamheid en vriendschap of over de worsteling van de zwakkere tegenover de sterken. Hij verkent in zijn werk voortdurend de grenzen tussen realiteit en fantasie; zijn boeken spelen zich vaak af in dromen of in een andere werkelijkheid. De vormgeving is strak: tekst, paginagrote illustraties en kleinere afbeeldingen wisselt hij af volgens een vast patroon. Pas in later werk liet hij dit stramien los.
Browne bewerkt graag klassieke kinderboeken. Zo voorzag hij Hans en Grietje en De avonturen van Alice in Wonderland van nieuwe illustraties; voor Anthony Browne's King Kong bewerkte hij zelf het oorspronkelijke verhaal van Edgar Wallace & Merian C. Cooper. In zijn werk richt hij zich op verschillende leeftijdsgroepen. Sommige prentenboeken zijn door hun ingewikkelde verhaalstructuur en complexe tekeningen vooral geschikt voor oudere lezers (Anthony Browne's King Kong, Willy's Pictures). Maar de meeste van zijn boeken laten zich op diverse niveaus lezen en bekijken en spreken een breed publiek aan (Hans en Grietje, Gorilla).
Dat in zijn werk de relatie tussen vaders en kinderen een belangrijke rol speelt, heeft volgens Browne te maken met het overlijden van zijn eigen vader, die door een hartaanval om het leven kwam toen hij zeventien jaar oud was. Zijn plotselinge dood betekende voor Browne een schok die hij maar moeilijk te boven kwam. Sinds de dag dat zijn vader overleed, heeft hij portretten van hem getekend, het meest direct in Mijn papa. Dit boek ontstond na de vondst van zijn vaders oude kamerjas, die hem inspireerde tot een verhaal over een sprankelende, energieke vader die alles kan. Het was zijn eerste, echt vrolijke boek over vaders, na een lange periode waarin hij de vaders in zijn verhalen veel negatiever presenteerde.
Ook zijn passie voor gorilla's houdt verband met zijn vader: ‘Ik denk dat die gorilla's een beetje zijn zoals mijn vader was. Ze lijken groot en sterk, machtig en agressief, maar ik geloof dat ze toch zacht en in eerste instantie vriendelijk zijn. [-] Mijn vader was een grote, stoere man, die in het leger zat en aan boksen en gewichtheffen deed. Maar tegelijkertijd was hij ook heel zacht, las mijn broer en mij gedichten voor en tekende verhaaltjes voor ons.’
| |
| |
Illustratie uit Gorilla
In Anthony Browne's King Kong symboliseert de reusachtige mensaap die van het Empire State Building stort, ‘het beeld van mijn vader die plotseling dood voor mijn voeten neervalt’.
Browne debuteerde in 1976 met Through the Magic Mirror (Achter de toverspiegel), een prentenboek over een jongetje dat zich verveelt tot hij door een toverspiegel stapt en een wereld binnengaat waar alles op zijn kop staat: een man wordt uitgelaten door een hond, de muizen zitten de kat achterna, er hangt een sinaasappel in de lucht, in de stad regent het koorjongetjes. Ondanks het schetsmatige karakter bevat Achter de toverspiegel al veel kenmerken van Browne's latere werk. Het jongetje Toby is een typische Browne-hoofdpersoon: hij is eenzaam en heeft ongeïnteresseerde ouders die verveeld in hun fauteuils achterover hangen in een troosteloze huiskamer die gedomineerd wordt door de televisie. De tekeningen staan bol van de verwijzingen naar surrealistische kunstenaars als René Magritte: bakstenen muren, paraplu's, een bolhoed, wolkenpatronen, goudvissen die achter het raam langs zwemmen en een man zonder gezicht. Ook Browne's voorkeur voor precies uitgewerkte patronen is al in zijn debuut terug te vinden: de geblokte trui van Toby is een voorloper van de spencer die de chimpansee Sijmen in latere boeken altijd draagt.
| |
| |
Toen zijn uitgeefster hem begin jaren tachtig vroeg of hij zin had om een klassiek verhaal te illustreren, koos hij voor Hans en Grietje. In de interpretatie van Grimm's sprookje lijkt Browne zijn definitieve stijl en vorm te hebben gevonden. Hij werkte volgens een vast patroon, met een kleine illustratie op de linker- en een grote afbeelding op de rechterpagina. Tekst en tekeningen omkaderde hij met een dunne zwarte lijn. Het decor van het verhaal verplaatste hij naar de jaren vijftig van zijn jeugd. De illustraties zijn heel precies uitgewerkt, somber van sfeer en kleur, en kennen weinig perspectief.
Na het matige succes van zijn eerste zeven prentenboeken, maakte hij in 1983 een klapper met Gorilla. Anne is een eenzaam meisje dat gefascineerd is door gorilla's: ‘Ze las boeken over gorilla's, ze keek naar gorilla's op televisie en ze tekende gorilla's, maar ze had nog nooit een echte gorilla gezien’. Haar vader is een bleke, zorgelijke man die geen tijd voor zijn dochter heeft. Voor haar verjaardag krijgt Anne een knuffelgorilla, die 's nachts uitgroeit tot een reusachtig exemplaar. Het dier past precies in de jas en hoed van haar vader en neemt haar mee naar de dierentuin, waarmee Anne's liefste wens in vervulling gaat. Voor zijn tekeningen besteedde Browne veel tijd aan het observeren van gorilla's en andere mensapen in de dierentuin. De fotorealistische portretten van de droevige orang-oetan en onderzoekende chimpansee zijn bijzonder indringend.
In Ze kwamen logeren... en gingen niet meer weg! spelen opnieuw een meisje en haar vader de hoofdrol. Winnie leidt met haar vader een gelukkig, ingetogen leven op het ritme van de dagen en weken. Dit rustige bestaan wordt wreed verstoord wanneer vaders vriendin Marian en haar zoontje hun intrede doen. Marian heeft een koffer die uitpuilt van kleren en maakt vreselijk veel rommel. Sander is een extravert jongetje met een eindeloze voorraad trucks uit de fopwinkel. Winnie voelt zich weggedrukt door hun aanwezigheid en heeft tijd nodig om het evenwicht te herstellen. Ook in de illustraties komt deze worsteling tot uiting. Zo verandert het sobere strand waar Winnie zo van houdt door Marian en Sander's aanwezigheid in een uitbundig gekkenhuis.
Ook De tunnel, een verhaal over een ruziënde broer en zus met tegengestelde karakters, gaat over het leren loslaten van jezelf om toenadering te krijgen tot anderen. Wanneer Thomas door een geheimzinnige tunnel kruipt en niet meer te voorschijn komt, besluit zijn zusje Rosa, die eigenlijk liever een boek leest dan op avontuur uitgaat, hem te gaan zoeken. Ze beleeft een angstaanjagende tocht door een betoverd bos met monsters. Als ze haar stoere broer gevonden heeft, is hij versteend van angst, maar met haar liefde en warmte weet ze hem te ontdooien.
| |
| |
Uit De avonturen van Alice in Wonderland
| |
| |
| |
Sijmen
Vluchtig en speels zijn de boeken die Browne maakte over de chimpansee Sijmen (in het Engels: Willy). De eerste drie delen (Sijmen, Sijmen de kampioen en Sijmen en Hugo) hebben een wensvervullende afloop en moeten het vooral hebben van de absurde tegenstellingen en komische situaties, waarin de illustrator de spot drijft met de snelle machowereld van reclame en topsport. Sijmen is de ultieme antiheld. Hij doet vergeefse pogingen mee te sporten met de andere apen en is het middelpunt van spot als hij in de bioscoop moet huilen om de film Lassie. De rollen draaien om wanneer hij per ongeluk zware Jopie, een potige gorilla die de schrik van de buurt is, buiten westen slaat.
Sijmen speelt ook de hoofdrol in een tweetal boeken waarin Browne beroemde werken uit de beeldende kunst als uitgangspunt heeft genomen: Willy the Dreamer en Willy's Pictures. In schilderijen van kunstenaars als Raffaël, Leonardo da Vinci, Henri Rousseau en Frida Kahlo verving hij de mensfiguren door apen en verstopte overal kleine details als bananen of de pet van zware Jopie. In Willy's Pictures zijn alle originele schilderijen met bronvermelding achter in het boek opgenomen, zodat de lezer zelf kan speuren naar overeenkomsten en afwijkingen.
| |
De avonturen van Alice in Wonderland
In 1988 verraste Browne het publiek met zijn illustraties voor een nieuwe editie van Alice's Adventures in
Illustratie uit Sijmen en Hugo
Wonderland. Ze vormen een hoogtepunt in zijn oeuvre. Een jaar later verscheen het boek voor het Nederlandse taalgebied met een nieuwe, precieze en levendige vertaling van Nicolaas Matsier. De eigentijdse illustraties zijn sprankelend van kleur en even uitbundig als de tekst, vol visuele grapjes en onverwachtse wendingen. De afbeeldingen sluiten nauw aan bij de absurde wereld van Lewis Carroll, die hij op de prent van de rechtszaal vanachter de gordijnen even laat meekijken.
Alice in Wonderland is exemplarisch voor de manier waarop Browne het surrealisme in zijn illustraties verwerkt. Zijn voorstellingen zijn realistisch getekend; hij vergroot de werkelijkheid uit door details als haren, grassprietjes en patronen op kleding met haast foto- | |
| |
grafische precisie weer te geven. Vaak plaatst hij de afbeelding in het platte vlak, waarbij dieptewerking veelal ontbreekt. In deze magisch-realistische wereld verrast hij met onverwachte voorwerpen of afbeeldingen die volledig buiten hun context zijn geplaatst en vaak refereren aan het werk van surrealistische kunstenaars als Magritte en Dali, zoals het gelaat van Alice dat bedekt wordt door een vogel, een brandende sleutel en (steeds terugkerende) sleutelgaten. De voorwerpen of landschappen in Browne's schilderijen zijn niet altijd wat ze lijken: een rots in de verte blijkt de kop van een krokodil; twee bomen, twee vogels en een kerktoren vormen een gezicht.
Ondanks zijn moderne interpretatie is Browne te werk gegaan in de geest van de oorspronkelijke illustrator, John Tenniel; in sommige prenten heeft hij diens Victoriaanse houtgravures zelfs als uitgangspunt genomen. De prent waarop Alice is uitgegroeid tot een reus die klem zit tussen vier muren, heeft exact dezelfde opbouw als het origineel van Tenniel. Alleen zijn bij Browne de schilderijen aan de wand niet leeg maar verwijzen twee ogen naar Dali's schilderij ‘Gezicht van Mae West’.
| |
Waardering
Over het algemeen is het werk van Anthony Browne in Nederland positief ontvangen, al waren de meningen over zijn debuut Achter de toverspiegel verdeeld. Men twijfelde of Browne's surrealistische inslag kleine kinderen zou aanspreken. Op de Nederlandse vertaling van Gorilla reageerde men lovend. Bregje Boonstra prees het contrast tussen de schrijnende beelden van eenzaamheid en de vrolijke, veilige prenten van het gorilla-uitje. Joke Linders bewonderde de ‘combinatie van verstilde realiteit en droomwereld [-] waarin de gevoelens van de lezer veel ruimte krijgen’.
Ook over De avonturen van Alice in Wonderland en De tunnel was men uiterst positief. Bregje Boonstra waardeerde het eigentijdse en tegendraadse karakter van De tunnel; volgens haar stond het haaks op de ‘huidige kinderboekentrend’ die zij als vooral lief, pastelkleurige en karikaturaal typeerde. Latere prentenboeken (Ze kwamen logeren... en gingen niet meer weg!, Er gaat iets veranderen, Dierentuin) konden volgens sommige critici de vergelijking met het eerdere, succesvolle werk niet goed doorstaan. Lieke van Duin die Browne's tekenstijl in De tunnel had gekarakteriseerd als ‘verhevigd realisme’, noemde de mensfiguren in Dierentuin ‘stijf, plat en levenloos’ en concludeerde naar aanleiding van Er gaat iets veranderen dat de illustrator het niet moet hebben van portretten maar van zijn ideeën, zijn surrealisme en zijn verhalen. ‘Zodra hij mensen ten tonele voert gaat het mis’.
Jant van der Weg liet zich kritisch uit over Sijmen en Hugo. ‘De prenten missen iets van het suggestieve van eerdere boeken.’ Ook de reacties op Anthony Browne's King Kong waren gemengd.
| |
| |
Luc Lannoy noemde Browne's interpretatie van deze klassieker even kunstzinnig als schroomvol en waardeerde de knipoogjes naar de filmgeschiedenis. Ingrid Brouwer en Cathérine van Houts daarentegen meenden dat Browne als schrijver niet weet te overtuigen.
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde kinderboeken
|
A Walk in the Park (1977), Bear Goes to Town (1982), The Little Bear Book (1989), Willy the Wizard (1995), Willy the Dreamer (1997), Voices in the Park (1998), Willy's Pictures (2000). |
Geschreven en geïllustreerd door Anthony Browne
|
Through the Magic Mirror (1976): Achter de toverspiegel. Amsterdam, Elsevier, 1976. |
Bear Hunt (1979): Beer gaat op stap. Vertaald door Govert van Reijmerswael. Den Bosch, Malmberg, 1982. |
Gorilla (1983): Gorilla. Vertaald door Clara Hillen. Haarlem, Gottmer, 1988. |
Willy (1984): Sijmen. Vertaald door Ernst van Altena. Haarlem, Gottmer, 1993. |
Willy the Champ (1985): Sijmen de kampioen. Vertaald door J.H. Gever. Haarlem, Gottmer, 1992. |
Things I like (1988): Dit vind ik leuk. Vertaald door Sieneke de Rooij. Bloemendaal, Gottmer, 1989. |
I Like Books (1988): Ik hou van boeken... Vertaald door Sieneke de Rooij. Bloemendaal, Gottmer, 1989. |
The Tunnel (1989): De tunnel. Vertaald door Clara Hillen. Bloemendaal, Gottmer/Becht, 1989. |
Changes (1990): Er gaat iets veranderen. Vertaald door Hélène Lesger. Haarlem, Gottmer/Becht, 1990. |
Willy and Hugh (1991): Sijmen en Hugo. Vertaald door Clara Hillen. Bloemendaal Gottmer/Becht, 1991. |
Zoo (1992): Dierentuin. Vertaald door Bartho Kriek. Haarlem, Gottmer/Becht, 1992. |
My Dad (2000): Mijn papa. Vertaald door Henny Kroonenberg. Amsterdam, Van Goor, 2002. |
Geïllustreerd door Anthony Browne
|
Annalena McAfee, The Visitors Who Came To Stay (1984): Ze kwamen logeren...en gingen niet meer weg! Vertaald door Ernst van Altena. Haarlem, Gottmer 1991. |
Lewis Carroll, Alice's Adventures in Wonderland (1988, oorspronkelijke uitgave 1865): De avonturen van Alice in Wonderland. Vertaald door Nicolaas Matsier. Amsterdam, Van Goor, 1989. |
Edgar Wallace & Merian C. Cooper, King Kong (1994, oorspronkelijke uitgave 1932): Anthony Browne's King Kong. Vertaald door Annelies Jorna. Amsterdam, Van Goor, 1994. |
Over Anthony Browne en zijn werk
|
Jos van Leeuwen, Over: Achter de toverspiegel. In: De Tijd, 9-9-1977. |
Aidan Chambers, Letter from England: Making them new. In: The Horn Book Magazine, 1981, nr. 6, blz. 703-708. |
Jane Doonan, Talking pictures: A new look at ‘Hansel und Gretel’. In: Signal, 1983, nr. 42, blz. 123-131. |
Sylvia en Kenneth Marantz, An interview with Anthony Browne. In: The Horn Book Magazine, 1985, nr. 6, blz. 696-704. |
Jane Doonan, Realism and surrealism in Wonderland: John Tenniel and Anthony Browne. In: Signal, 1989, nr. 58, blz. 9-30. |
Martita de Sterck, Een interview en vier nieuwe boeken. In: Jeugdboekengids, jaargang 31 (1989), nr. 4, blz. 105-109. |
Maartje Breedt-Bruyn, ‘Tot morgen,’ zei de gorilla. In: Vrij Nederland, 7-1-1989. |
Bregje Boonstra, Met een gorilla naar de dierentuin. In: NRC Handelsblad, 27-1-1989. |
Joke Linders, Beeld van een kinderdroom. In: Algemeen Dagblad, 24-2-1989. |
Wim Hora Adema, Gorilla, een verrukkelijk kleuterboek. In: Dagblad Tubantia, 10-3-1989. |
Cathérine van Houts, Uitstapje met een gorilla. In: Het Parool, 16-3-1989. |
Cornald Maas, Over: Gorilla. In: Elsevier, 1-4-1989. |
Lieke van Duin, Boos, bang en verkikkerd. In: Trouw, 27-9-1989. |
| |
| |
Cathérine van Houts, De gorilla zwemt nu ook met Alice door Wonderland. In: Het Parool 30-9-1989. |
Wim Hora Adema, Over: De tunnel. In: Dagblad Tubantia, Dagblad van het Oosten, Hengelo's Dagblad, 5-10-1989. |
Selma Niewold, Over: De tunnel. In: de Volkskrant, 7-10-1989. |
Joke Linders, De tunnel. In: Algemeen Dagblad, 9-11-1989. |
Truusje Vrooland-Löb, Die gorilla's zijn een beetje zoals mijn vader was. In: Leesgoed, 1990, nr. 2, blz. 73-75. |
Bregje Boonstra, Over: De tunnel. In: NRC Handelsblad, 9-2-1990. |
Jant van der Weg, Belang van klassieken in de opvoeding weer erkend. In: Friesch Dagblad, 13-7-1990. |
Lieke van Duin, De fluitketel krijg oren en een staart. In: Trouw, 10-4-1991. |
Bregje Boonstra, Over: Sijmen en Hugo. In: NRC Handelsblad, 3-5-1991. |
Jant van der Weg-Laverman, Over: Er gaat iets veranderen. In: Friesch Dagblad, 10-6-1991. |
Joke Linders, Over: Sijmen en Hugo. In: Algemeen Dagblad, 1-8-1991. |
Wim Hora Adema, Over: Ze kwamen logeren... en gingen niet meer weg! In: Dagblad van het Oosten, 14-12-1991. |
Jant van der Weg-Laverman, Over: Ze kwamen logeren... en gingen niet meer weg! In: Friesch Dagblad, 13-1-1992. |
Cornald Maas, Rare hazemeneren. In: de Volkskrant, 25-7-1992. |
Lieke van Duin, De blanke wordt niet meer gekookt. In: Trouw, 10-2-1993. |
Cornald Maas, ‘Vreemd, ik dacht dat ik een konijn was’. In: de Volkskrant, 19-12-1993. |
Ingrid Brouwer en Cathérine van Houts, King Kong. In: Het Parool, 29-11-1994. |
Caspar Markesteijn, Cult en cultuur voor klein en groot. In: Haarlems Dagblad, 22-12-1994. |
Luc Lannoy, King zei Kong tegen King Kong. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 1 (1995), nr. 1, blz. 3. |
Cornald Maas, Een lang en gelukkig leven vol schaakspelletjes. In: de Volkskrant, 11-3-1995. |
Bradford, Clare, Playing with father: Anthony Browne's picture books and the Masculine. In: Children's Literature in Education (1998), volume 29, nr. 2, blz. 79-96. |
Bologna - illustrators of children's books, annual 2001- Fiction, blz. 4-11. |
60 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2002
|
|