| |
| |
| |
Piet Broos
door Richard van Schoonderwoerd
Foto: Erven Piet Broos
Piet Broos werd op 16 december 1910 in het West-Brabantse Zevenbergen geboren als zoon van de spoorwegbeambte Cornelis Broos en zijn vrouw Petronella. Samen met twee oudere zussen groeide hij op in een katholiek milieu. Door het beroep van zijn vader moest het gezin geregeld verhuizen.
De lagere school doorliep de jonge Broos in Weert, het gymnasium volgde hij aan het Klein-Seminarie van de paters franciscanen in Sittard. Een studie tot priester of missionaris trok hem niet. In 1929 ging hij weer bij zijn ouders wonen, die inmiddels naar Den Haag waren verhuisd. Daar schreef hij zich in voor de avondlessen van de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten. Ook volgde hij een schriftelijke tekencursus.
Voordat hij in militaire dienst ging, werkte Broos als winkelbediende bij de Haagse boekhandel Govers. Vanaf 1933 legde hij zich toe op het schrijven en illustreren voor jeugdbladen, kranten en uitgeverijen. In 1946 werd hij hoofdredacteur van het nieuwe jeugdtijdschrift Onze Krant, dat drie jaar bestond.
In 1940 trouwde hij met Toos Uijttenhout, dochter van een boekdrukker. Het echtpaar kreeg vier zonen en vijf dochters. In 1942 verhuisde het gezin naar Weert, waar Broos tot aan zijn dood bleef wonen. In de Tweede Wereldoorlog werd hij krijgsgevangen gemaakt en moest hij geruime tijd onderduiken. Zijn gezondheid had hierdoor erg te lijden. Na de oorlog kreeg hij al snel hartklachten.
Piet Broos overleed op 9 juli 1964 in Weert.
| |
| |
| |
Werk
Piet Broos was zowel schrijver als tekenaar. In beide metiers blonk hij uit door een sprankelende humor die getuigde van een grote fantasie. Naast zijn humoristische werk publiceerde en illustreerde hij stichtelijke verhalen. Realistische illustraties waren minder aan hem besteed. Zijn tekeningen voor Arendsoog knapt het op (1952) maken duidelijk dat daar niet echt zijn talent lag.
Broos zocht zijn weg allereerst in de katholieke hoek. Vanaf 1933 verschenen zijn verhalen met eigen tekeningen in de kinderbijlage van Katholieke Illustratie. Al gauw publiceerde hij versjes en plaatjes in het jeugdblad De Engelbewaarder. Hij ging ook verhaaltjes, versjes, puzzels en tekeningen leveren aan Nieuwe Haarlemsche Courant en Goudland, het blad voor de katholieke verkenners. Vanaf 1936 publiceerde het dagblad De Tijd zijn versjes, aangevuld met een tekening.
Nadat De Engelbewaarder was opgegaan in Okki (afkorting van Onze Kleine Katholieke Illustratie) bleef Broos tot zijn dood schrijven en tekenen voor dit weekblad, dat zich richtte op kinderen van 6 tot 8 jaar. Een bekende strip die hij voor Okki maakte, was ‘Ali Baba’. Ook aan Taptoe, bestemd voor iets oudere kinderen, werkte hij mee. Voor Onze Krant, weekblad voor de Rooms Katholieke Jeugd, maakte hij vele stripverhalen, waaronder ‘De daverende dingen van Daniël’, ‘Bulletje Rookworst’ en ‘Okkie en Knokkie’.
Tussen 1946 en 1949 verscheen De Bijbel voor de Jeugd, een reeks van 24 deeltjes met tekst van Alphons Timmermans, die door Broos werd voorzien van grote, kleurige tekeningen. De serie was uiterst succesvol en werd later in twee dikke delen opnieuw uitgebracht. Ook verscheen een schooluitgave. Broos had eveneens veel succes met de serie Kleine boeken van grote heiligen, waarvoor hij tekst en tekeningen maakte. Hiervan verschenen vanaf 1949 achttien deeltjes. De illustraties onderbouwen de tekst op een realistische, bijna journalistieke manier.
Broos had een heel eigen tekenstijl, duidelijk herkenbaar en vaak leunend op de karikatuur. Overal lag in zijn tekeningen het karikaturale op de loer. Bij verhalen over kabouters, over vrolijke en verdrietige kinderen, bij de vreemdsoortige stripfiguren. Zijn tekenstijl kenmerkt zich door vaak dunne lijntjes, getekend met een fijn pennetje. Zelf voelde hij zich beïnvloed door enkele oudere vakgenoten: van Rie Cramer bewonderde hij de decoratieve lijnen, Sijtje Aafjes waardeerde hij om haar veelzijdigheid, Willy Schermelé heeft hem beïnvloed bij het maken van zijn boekjes over de ‘pikzwarte nikkertjes’ Piempampoentje, Pompernikkel en Piepeling.
In 1942 verschenen in de Alles-in-beeld-serie van uitgeverij Helmond zijn stripverhalen ‘Zilverhoef’, ‘Jan de Lapper’ en ‘Prins en schoenmaker’. Na de oorlog publiceerde De
| |
| |
Illustratie uit Piempampoentje, Pompernikkel en Piepeling
Maas- en Roerbode zijn stripverhalen over de vrolijke muzikant Jan Pierewiet. Deze avonturen werden in boekvorm uitgebracht bij Limburgia Pers in Roermond.
Broos maakte ook prentenboeken, kleurboeken en kleurplaten, onder meer voor de uitgeverijen Helmond en Mulder & Zoon. Deze uitgaven waren heel succesvol, Mulder liet ze vertalen in het Frans, Spaans en Engels. Voor uitgeverij Helmond maakte Broos plakprentenboeken. Die bestonden uit tekstvellen met open ruimten om plaatjes in te plakken.
Net als zijn tekeningen zijn de verhalen van Piet Broos - op de typisch katholieke boekjes na - bijna zonder uitzondering grappig en zitten ze vol fantasie. Een enkele keer is de toon serieuzer, dan wordt er een wijze raad aan de jonge lezer meegegeven. Veel boeken bestaan uit een combinatie van tekst en tekeningen, soms vloeien die in elkaar over.
Zijn debuut als schrijver maakte Broos met Het rode huis (1938), een zogeheten kwartjesboek - goedkope uitgaven die werden gedrukt op papier van slechte kwaliteit. Broos maakte er zelf de illustraties bij. Het rode huis gaat over hbs-vrienden die in het oude kasteel ‘Het rode huis’ een geheime gang ontdekken. Deze wordt gebruikt door boeven die het hebben voorzien op een schat in het kasteel. Na vele verwikkelingen worden zij gepakt en vindt één van de vrienden de schat. Met het geld dat hij krijgt, kan hij gaan studeren. Na Het rode huis publiceerde Broos nog twee kwartjesboeken en illustreerde hij andere delen uit de serie.
In 1945 maakte hij het lees-prentenboek Avontuur van Keesje Holland, dat in de chaotische tijd tussen dolle dinsdag en de bevrijding speelt. Met de befaamde Nikkertjes-serie, in de
| |
| |
huidige tijd ethisch niet meer aanvaardbaar, was hij buitengewoon succesvol. Deze boeken, met grappige belevenissen van donker getinte kinderen, verschenen bij de neutrale uitgeverij H. Meulenhoff waar Broos al eerder kinderboeken had uitgebracht. Tussen 1945 en 1950 verschenen zes delen, alle voorzien van aansprekende illustraties. Het eerste deel, Piempampoentje, Pompernikkel en Piepeling, de geschiedenis van drie pikzwarte nikkertjes, had Broos geschreven tijdens zijn onderduiktijd in de oorlog. De serie kwam uit in diverse landen.
Broos werkte vaker voor niet-katholieke uitgevers en tijdschriften. Van 1938 tot 1964 leverde hij bijdragen aan het reclametijdschrift Kinder-Kompas, een uitgave van de Nationale Levensverzekerings-Bank. Voor dit blad schreef en illustreerde hij sprookjes, versjes en verhalen. Ook was hij medewerker van het vooroorlogse kindertijdschrift Zonneschijn, waarvoor hij tekeningen, raadsels en puzzels maakte. Af en toe gebruikte hij pseudoniemen, zoals Pieter van Zevenbergen, Peter Buskin en Pee-Bee. Stripverhalen voor onder meer Limburgsch Dagblad schreef hij als P. van Zevenbergen, maar bij de tekeningen zette hij zijn eigen naam.
Het is bijna onvoorstelbaar hoe veel Broos in zijn leven geschreven en getekend heeft. Zo illustreerde hij voor het R.K. Jongensweeshuis vele schoolboekjes. Heel bekend waren zijn illustraties bij de avonturen van het kleermakertje Pietje Prik, geschreven door Lea Smulders en uitgegeven bij Malmberg. Ook voor vele andere auteurs maakte hij illustraties. Wie het werk van Broos overziet, waant zich in een grote, kleurrijke fantasiewereld vol grappen en grollen, zo nu en dan afgewisseld met de ernst van een nadrukkelijk aanwezig geloof.
Vertelselboek (1950) geeft een goede indruk van wat Broos schreef en tekende voor tijdschriften. Het is een verzameling van twaalf verhaaltjes, geheel op rijm en door hem zelf geïllustreerd. In dit boek komt de veelzijdigheid en het vermogen van Broos om jonge kinderen te boeien goed tot zijn recht. De verhaaltjes gaan onder meer over maanelfjes die een reisje naar de aarde maken, Piet Konijn die wil verhuizen van de bossen naar de duinen, kabouters die schipbreuk lijden in een klomp en twee matroosjes op reis naar China.
| |
Avontuur van Keesje Holland
Dit komische verhaal uit 1945 vertelt over een dappere jongen van wie de step is afgenomen door een Duitser. Keesje laat het er niet bij zitten en beleeft vele avonturen. Hij wordt uit een vliegtuig geschoten, komt in een Engelse duikboot terecht, rijdt in een tank en laat eigenhandig een Duits oorlogsschip in de golven verdwijnen. Uiteindelijk wordt hij in Londen als held binnengehaald
| |
| |
en per vliegtuig teruggebracht naar Nederland. Precies boven zijn huis springt hij uit een parachute. Broos voorzag het verhaal van rake, humoristische tekeningen.
| |
Waardering
De verhalen en tekeningen van Piet Broos werden over het algemeen positief onthaald. Van afkeuring tijdens zijn leven is nergens sprake. Hoogstens een kritische opmerking, zoals bij Maartje de koe (1954): ‘'n Welverzorgd kinderboek, dat misschien hier en daar wat minder kinderlijk had kunnen zijn’ (De Tijd). Recensente Haya van Someren daarentegen schrijft over hetzelfde boek in De Telegraaf: ‘Eenvoudig, geestig, avontuurlijk, fantastisch en geïllustreerd met voortreffelijke tekeningen.’
De Leeuwarder Courant omschreef Dikkie Kwik (1958) als ‘een doldwaas boek waarin de lezer heel goed onderscheid zal weten te maken tussen droom en werkelijkheid’.
Opvallend is dat recensenten de grappigheid van de verhalen benadrukken, maar meestal ook aangeven dat er best wat te leren valt uit de vaak doldwaze avonturen. Joost Pollman vat het in 2005 in een artikel voor de Volkskrant als volgt samen: ‘Tussen stichtelijk en vermakelijk zit een oeuvre dat vooral een enorme charme uitstraalt en dat de relatieve onschuld heeft van de periode tussen wereldoorlog en seksuele revolutie.’
Naar de geest der tijd veranderde het beeld van de zwarte medemens en werden boeken uit de Nikkertjesserie en soortgelijke boekjes later gezien als voorbeelden van een onbevangen racisme.
| |
Bibliografie
Kinder- en jeugdboeken (keuze)
|
Het rode huis. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1938. |
Het pension van juffrouw Egel. Amsterdam, H. Meulenhoff, 1940. |
Van Bobbelneus de grote reus. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1942. |
Met Janneman naar sprookjesland. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1942. |
Piempampoentje, Pompernikkel en Piepeling. Amsterdam, H. Meulenhoff, 1945. |
Avontuur van Keesje Holland. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1946. |
De school van meester Brabbelaar. Amsterdam, H. Meulenhoff, 1948. |
Juffrouw Spits op reis. Amsterdam, Mulder & Zoon, 1948. |
Morie Jantje. Amsterdam, Mulder & Zoon, 1948. |
Nieuwe avonturen in Klapperdorp. Amsterdam, H. Meulenhoff, 1949. |
Pommie, Pruikebol en Pimpernoot. Amsterdam, H. Meulenhoff, 1950. |
Feest in het dierenpark. Amsterdam, Mulder & Zoon, 1951. |
Maartje de koe. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1954. |
Dikkie Kwik. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1958. |
Stripverhalen (keuze)
|
Jan de Lapper. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1942. |
De avonturen van Jan Pierewiet. Roermond, Limburgia Pers, 1947. |
| |
| |
Andere publicaties (keuze)
|
Bijbelplaten om te kleuren. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1941. |
Kleurboeken met versjes: Op de boerderij, Op het station, Op het vliegveld, Aan de haven. Den Haag, Van Goor, 1941. |
Kleine boeken van grote heiligen. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1949-1953. (18 delen) |
Vertelselboek. Amsterdam, Mulder & Zoon, 1950. |
Met Gaudentius Moolenaar, De Heilige Mis uitgelegd aan kinderen. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1952. |
Door Piet Broos geïllustreerd (keuze)
|
Alex Tersoest, Geheim verzet. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1946. |
Alphons Timmermans, Bijbel voor de jeugd. Helmond, Uitgeverij Helmond, 1946-1949. (24 delen) |
J. Nowee, Arendsoog knapt het op. 's-Hertogenbosch, Malmberg, 1952. |
C. Wilkeshuis, Vertelsels uit Nieuw-Lutjeputje. Lochem, De Tijdstroom, 1953. |
Lea Smulders, Pietje Prik serie. 's-Hertogenbosch, Malmberg, 1955-1964. (eerste 12 delen) |
Over Piet Broos
|
Kees Broos & Pieternel Broos & Mette Peters, Verteld en getekend door Piet Broos (1910-1964). Weert, Gemeentemuseum Weert. 2004. |
Joost Pollman, Van Jezus tot Pompernikkel. In: de Volkskrant, 15-10-2004. |
Richard van Schoonderwoerd, Piet Broos. Tussen kabouters en heiligen. In: Boekenpost, jaargang 12 (2004), nr. 74. |
Websites
|
www.geheugenvantilburg.nl |
www.lambiek.net |
96 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2014
|
|