| |
| |
| |
Kevin Brooks
door Jacques Vos
Kevin Brooks is op 30 maart 1959 geboren in Exeter, Engeland. Hij studeerde psychologie en filosofie in Birmingham en Cultural Studies in Londen. Beide studies maakte hij niet af. Vervolgens was hij onder meer assistent in een crematorium, hotdogverkoper in een dierentuin, ambtenaar op een postkantoor en kaartjesverkoper op een station. Een carrière als rockmuzikant en beeldend kunstenaar liep op niets uit.
Brooks had twee passies: lezen - met name Amerikaanse thrillerschrijvers als Raymond Chandler en Lawrence Block - en schrijven. Van dit laatste wilde hij zijn beroep maken. Maar ook hiermee had hij aanvankelijk weinig succes, zijn manuscripten werden telkens afgewezen. In een laatste poging stuurde hij het manuscript van Martyn Pig (Martyn Big) naar de Engelse uitgeverij The Chicken House. Uitgever Barry Cunningham, de ‘ontdekker’ van J.K. Rowling, was meteen enthousiast en kocht het boek, samen met nog twee andere manuscripten. Martyn Pig verscheen in 2002 en werd direct een succes, ook in de Verenigde Staten. In 2003 kreeg Brooks voor het boek de prestigieuze Branford Boase Award, bovendien werd het genomineerd voor de Carnegie Medal.
Martyn Pig vormde voor Brooks de start van een succesvolle en vruchtbare schrijverscarrière, elk jaar verschijnt er minstens één jeugdroman van zijn hand. Voor Lucas ontving hij in 2004 de North East Book Award.
| |
Werk
Brooks schrijft boeken voor twaalf- à dertienjarigen, waaronder een serie over de jonge privédetective Johnny Delgado, maar hij is vooral bekend door zijn romans voor een iets oudere categorie lezers. Omdat
| |
| |
deze romans ook aantrekkelijk zijn voor volwassenen, worden ze wel aangeduid als cross-oververhalen. Het onderscheid tussen jeugdromans en gewone romans zegt Brooks weinig: ‘Ik heb maar één stem. Als ik tegen een oud vrouwtje praat, klink ik hetzelfde als wanneer ik het tegen een kind heb.’ Uit interviews blijkt dat hij zijn debuut Martyn Big niet bewust voor adolescenten heeft geschreven, wel was hij blij verrast dat deze groep zich door zijn boeken voelt aangesproken.
De hoofdpersonen in de boeken van Brooks zijn adolescenten. Hun herkenbaarheid voor de jonge lezers wordt in hoge mate versterkt doordat de verhalen geschreven zijn vanuit het ik-perspectief van de hoofdfiguur. Het consequente gebruik van dit perspectief maakt dat de verhalen een terugblik vormen op gebeurtenissen die in een nabij verleden hebben plaatsgevonden. Dit blijkt vaak al uit de openingszin: ‘Ik zag Lucas voor het eerst op een mooie julidag. Uiteraard wist ik toen nog niet wie hij was... nu ik erover nadenk, besef ik dat ik niet eens wist wat hij was’ (uit Lucas), en: ‘Ik kan me bijna niet meer voorstellen hoe het leven was voor Candy’ (uit Candy)
Brooks plaatst zijn personages niet in een veilige omgeving, zij moeten zich staande weten te houden in een harde, gewelddadige, cynische wereld. Candy is een heroïnehoer die volstrekt afhankelijk is van haar pooier. Zij kan zich niet aan zijn invloed onttrekken, zelfs niet als ze om af te kicken naar een zomerhuisje ver weg van de stad vlucht. Lucas is een vreemde, geheimzinnige jongen die zich door zijn anderszijn de rancuneuze woede van een volksgericht op de hals haalt. Ruben en Cole uit Het Dodenpad overkomt min of meer hetzelfde. De verhalen vormen een concretisering van Sartre's uitspraak ‘De hel zijn de anderen’. Met de meeste anderen gaan Brooks' personages geen relatie aan, in tegendeel: ze zijn voor hen op de vlucht, zoals Robert Smith in Aanwezig.
De hoofdpersonages zijn eenzaam in een onveilige wereld, ze moeten zelf de problemen oplossen. Steun krijgen ze slechts van een enkeling. Martyn Big heeft per ongeluk zijn vader vermoord en moet zich van het lijk ontdoen; hulp krijgt hij van zijn buurmeisje Alex. Ruben en zijn broer Cole uit Het Dodenpad halen zich de woede van dorpsbewoners op de hals als ze op zoek zijn naar de moordenaars van hun zus; ze zijn volledig op elkaar aangewezen. Robert Smith uit Aanwezig is op de vlucht voor een groep geheim agenten; hulp krijgt hij van de kordate Eddi. Veel helpt het allemaal niet: de verhalen van Brooks hebben geen happy end.
Brooks kiest bewust voor misdaad en geweld in zijn boeken. In misdaadverhalen worden volgens hem gevoelens uitvergroot die iedereen
| |
| |
kent: ‘De keuzes die mijn hoofdpersonen moeten maken zijn groteske maar geloofwaardige uitvergrotingen van meer alledaagse situaties.’ Niet de moord is het belangrijkste, maar onderliggende vragen die de hoofdpersonen zich stellen: vragen naar loyaliteit (bij wie wil ik horen? wie wil bij mij horen?) en zelfkennis (wie ben ik?).
Brooks maakt in zijn romans gebruik van verschillende genres uit de literatuur en de film en combineert die soms op een originele wijze. Lucas is vergelijkbaar met de archetypische westernheld die een stadje binnenrijdt, zijn klus klaart en aan het eind weer in de prairie of de woestijn verdwijnt. Niemand kent zijn naam of weet waar hij vandaan komt. Het Dodenpad heeft de structuur van een detectiveverhaal, maar bevat ook magisch-realistische elementen. Candy heeft componenten van een moderne Britse thriller. In Aanwezig combineert Brooks de detective met het ‘vluchtverhaal’ en sciencefiction. De hoofdpersoon moet voor een kleine operatie naar het ziekenhuis. Als hij bijkomt uit de narcose blijkt zijn lichaam allerlei zilveren draden en chips te bevatten.
Ook in zijn stijl van schrijven sluit Brooks aan bij moderne thrillers. Hij maakt veelvuldig gebruik van dialogen, geeft weinig beschrijvingen en zijn verhalen kennen snelle scènewisselingen. Opvallend is de staccato-achtige wijze van vertellen:
‘Ik ademde in en uit.
Luisterde.
Ademde in en uit.
Mijn hand trilde.
De wond bloedde.’
(Uit Aanwezig)
Soms gaat Brooks hierbij zo ver dat hij de regels van de grammatica overtreedt: ‘tussen de bosjes tussen de manshoge struiken de geur van aarde, vochtig en donker afval hout, doorns’. (Uit Candy)
Al deze boeken behoren tot het genre van de ‘coming of age story’: de adolescent die met vallen en opstaan probeert volwassen te worden.
Veel van deze kenmerken duiken ook op in Brooks' boeken voor een jongere doelgroep. Ook daarin plaatst hij zijn hoofdpersonages in een harde, moderne wereld. In het voorwoord van Johnny Delgado, privédetective vertelt de schrijver dat hij als twaalfjarige graag detectives van Raymond Chandler las, een auteur die over een wereld schreef met ongure straten en gemene mensen, een wereld vol geweld en corruptie: ‘Het was een wereld die voor zijn lezers herkenbaar was, een wereld die veel lijkt op de wereld waarin de meeste van ons leven.’
Johnny Delgado woont in een kale, lugubere stadswijk met verwaarloosde flats en pleinen. Een wijk waar gewelddadige, elkaar bestrijdende jeugdbendes actief zijn. Johnny wordt bijna het slachtoffer van de leider van een van deze bendes, Lee
| |
| |
Kirk, die hem probeert te laten opdraaien voor een door Lee gepleegde moord op een concurrerende leider.
Een welhaast nihilistisch beeld van de samenleving schetst Brooks in Het zit in de familie. De hoofdpersoon en verteller van het verhaal, Finbar Black, gaat elke zondagmiddag bij zijn gescheiden vader, grootvader en overgrootvader op bezoek. Daar zit hij met zijn familie in een oververhitte kamer tv te kijken. Op een van deze middagen worden ze gegijzeld door een meisje dat een overval heeft gepleegd en achtervolgd wordt door de politie. De vaders sluiten een compromis met het meisje: in ruil voor een deel van het geld zullen ze haar helpen ontsnappen. Zonder scrupules geven ze haar Finbar mee als onderpand. Uiteindelijk weet Finbar aan het langste eind te trekken: hij zorgt dat het meisje door de politie wordt opgepakt, de vaders raken hun deel van de buit kwijt en Finbar zelf pikt alles in.
| |
Het Dodenpad
De ik-verteller in dit verhaal is Ruben Ford (14) die met zijn moeder en broer Cole (17) op een autosloperij woont. Vader zit in de gevangenis; het gezin heeft deels een Roma-achtergrond. Ruben kan zich verplaatsten in de gedachten van anderen en ziet in visioenen gebeurtenissen die elders plaatsvinden. Op een avond voelt hij dat zijn zus Rachel wordt vermoord. De volgende
Omslag Het Dodenpad
ochtend krijgt het gezin bericht dat ze gevonden is bij de Lych Way, het pad in Dartmoor waarover in de middeleeuwen de doden werden vervoerd.
Moeder wil haar dochter begraven, maar de politie weigert het lichaam vrij te geven zolang de moordenaar niet is gevonden. Omdat Cole geen enkel vertrouwen heeft in de politie, gaan hij en Ruben naar Dartmoor om de moordenaar te zoeken. Ze stuiten op veel wantrouwen en agressie. Het plaatselijke hotel weigert hen onderdak te verschaffen, daarom nemen ze hun intrek in het huis van de vriendin van Rachel, bij
| |
| |
wie ze op bezoek was geweest. Ondanks de tegenwerking van bijna het hele dorp zetten Ruben en Cole hun speurtocht voort. Ze krijgen alleen hulp van een Roma-familie die in het dorp is neergestreken. De politie weigert hen te helpen, mogelijke getuigen doen er het zwijgen toe en de broers zien zich geconfronteerd met Quentin, een soort maffiabaas.
Ruben wordt door Quentin gevangengenomen. Brooks beschrijft heel plastisch hoe de helpers van Quentin hem behandelen: ‘Toen ik me nog steeds niet verroerde, boog hij zich voorover en gaf me een klap in mijn gezicht met de zaklamp. Mijn hoofd sloeg achterover en ik voelde een versuffende schok in mijn kaak, maar het leek geen pijn te doen. Ik slikte een dun straaltje bloed in en liet mijn blik weer terugkeren naar de vloer.’
Uiteindelijk wordt Ruben na een bloedige en gewelddadige aanval op het huis van Quentin en een achtervolging met een tankwagen door Cole en de Roma's bevrijd. Tussen de bedrijven door weten Ruben en Cole de moord op hun zus op te lossen. Haar dood blijkt een vergissing te zijn: ‘De verkeerde persoon op de verkeerde plaats’. Eindelijk kunnen de broers Rachel naar huis brengen.
In besprekingen van Het Dodenpad wordt aangegeven dat ogenschijnlijk de gewelddadige gebeurtenissen in het boek centraal staan, maar dat het verhaal in feite draait om de volwassenwording van Ruben: door de confrontatie met de harde wereld raakt hij zijn onschuldige kijk op de samenleving kwijt. Ook bij Cole doet zich een (zij het lichte) verandering voor: af en toe verliest hij zijn harde, cynische houding en laat hij gevoelens toe.
| |
Waardering
Net als in Engeland en de Verenigde Staten kreeg het debuut van Brooks in Nederland een positieve ontvangst. Judith Eiselin schreef: ‘Het aardige van Martyn Big is dat het, behalve als een verhaal over volwassenwording, leest als een detective. Maar dan wel een bijzonder goed geschreven, droogkomische detective, voor iedereen van een jaar of twaalf.’
Opvallend is dat in recensies van boeken die op dit debuut volgden, er nogal eens vergelijkenderwijs aan deze eersteling wordt gerefereerd. Over het tweede in Nederland uitgegeven boek van Brooks, Lucas, noteerde Thomas de Veen: ‘Kevin Brooks schreef eerder Martyn Big, een detective over een jongen die per ongeluk zijn vader vermoordt en dat verzwijgt voor de politie. Dat knappe debuut heeft hij nu overtroffen, met een van de mooiste boeken van deze zomer.’ De meeste critici delen dit enthousiasme voor Lucas, getuige uitspraken als: ‘Lucas is een boek dat lezers zich op hoge leeftijd nog zullen herinneren’ (Hanneke van den Berg), ‘Uiteindelijk gaat Lucas op een meesterlijke manier over
| |
| |
die gevoelens’ (Monique Snoeijen) en ‘Dit is het soort puberliteratuur waarmee bibliotheken vol zouden moeten staan’ (Pjotr van Lenteren).
Over Candy waren de meningen verdeeld. Er is waardering voor typische Brooks-kenmerken als spanning, snelheid van vertellen en de prima aansluiting bij de belevingswereld van jonge lezers. Anderzijds zijn er (soms zeer) kritische kanttekeningen. Hanneke van den Berg stelt onomwonden: ‘Maar Candy valt tegen’. Over het algemeen acht men de personages in het verhaal te vlak: de goeden zijn goed, de kwaden slecht. Ook is een aantal critici van mening dat Candy een ongeloofwaardig en irreeel verhaal is. Zo plaatst men vraagtekens bij de vlucht van een door de wol geverfd heroïnehoertje met een tamelijk onschuldige en besluiteloze puberjongen. In enkele besprekingen worden kritische opmerkingen gemaakt over Brooks' stijl in dit boek. Thomas de Veen vindt de beeldspraak soms wat kitscherig en Judith Eiselin ergert zich aan de bewust slordige zinsbouw en het gebruik van voor de hand liggende beelden.
Het Dodenpad viel een positiever onthaal ten deel. Exemplarisch is de bespreking van Peter van den Hoven. Hij meent dat Brooks zich met dit boek wat betreft spanning, stijl en geloofwaardigheid overtreft. Er zijn ook enkele kritische kanttekeningen. Karel Berkhout vraagt zich af of in Het Dodenpad het geweld niet te buitensporig is. Thomas de Veen heeft moeite met de magisch-realistische elementen (visioenen van Ruben), hij noemt dit ‘een trucje’.
Bij het verschijnen van Aanwezig waren de critici in Engeland niet erg enthousiast. Philip Ardagh vindt dat Brooks het zich te gemakkelijk heeft gemaakt, het is een routineus geschreven en gelikt boek met een onbevredigend slot. In Nederland verliep de receptie positiever, al deelt Karel Berkhout de opvatting dat Brooks het zich soms wat al gemakkelijk maakt.
Ten slotte dient opgemerkt te worden dat in veel besprekingen positief geoordeeld wordt over vertaler Wiebe Buddingh'.
| |
Bibliografie
Martyn Pig (2002): Martyn Big. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, De Harmonie, 2003. |
Lucas (2003): Lucas. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, De Harmonie, 2004. |
Bloodline (2004): Het zit in de familie. Vertaald door Han van der Vegt. Antwerpen, Facet, 2005. |
Candy (2005): Candy. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, De Harmonie, 2005. |
Met Catherine Forde, I See You Baby (2005): Een vrijkaartje naar een ander. Vertaald door Han van der Vegt. Antwerpen, Facet, 2006. |
The Road Of The Dead (2006): Het Dodenpad. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, De Harmonie, 2007. |
Johnny Delgado, private detective (2006): Johnny Delgado, privédetective. Vertaald door Willem Verhulst. Antwerpen, De Vries-Brouwers, 2007. |
| |
| |
Being (2007): Aanwezig. Vertaald door Wiebe Buddingh'. Amsterdam, De Harmonie, 2008. |
Over Kevin Brooks
|
Judith Eiselin, Tovenaars, scheer je onmiddellijk weg! Drie jeugdboeken voor overstekende volwassenen. In: NRC Handelsblad, 6-6-2003. [Over Martyn Big] |
Pjotr van Leeuwen, Volwassen worden. In: de Volkskrant, 7-8-2004. [Over Lucas] |
Judith Eiselin, ‘Ik voel me zoals toen ik vijftien was’. In: NRC Handelsblad, 20-8-2004. (Interview) |
Thomas de Veen, Cowboy op een eiland. In: KidsWeek, 23-7-2004. [Over Lucas] |
Hanneke van den Berg, Lucas is onvergetelijk. In: Haarlems Dagblad, 21-8-2004. [Over Lucas] |
Monique Snoeijen, Lucas veroorzaakt zomaar een massapsychose. In: NRC Handelsblad, 3-9-2004. [Over Lucas] |
Marja Boonstra, Finbar is de lachende derde. In: Leeuwarder Courant, 20-5-2005. [Over Het zit in de familie] |
Thomas de Veen, Candy is niet zoet. In: Kidsweek, 27-5-2005. |
Judith Eiselin, Ze is een snoepje om te zien. In: NRC Handelsblad, 24-6-2005. [Over Candy] |
Hanneke van den Berg, ‘Candy’ bizar en irreeel. In: Haarlems Dagblad, 2-7-2005. |
Ed Franck, Weerzien in Spanje. In: De Standaard, 8-9-2005. [Over Candy] |
Marja Boonstra, Joe gaat voor Candy. In: Leeuwarder Courant, 9-9-2005. |
Herman de Graaf, Het zit in de familie. In: De Leeswelp, 1-12-2005. |
Afra Botman, De pubers speuren zelf. In: Trouw, 12-5-2007. [Over Het Dodenpad] |
Thomas de Veen, Alleen haar lichaam terug. In: Kidsweek, 18-5-2007. [Over Het Dodenpad] |
Karel Berkhout, Een landschap dat personage wordt. In: NRC Handelsblad, 6-7-2007. [Over Het Dodenpad] |
Hanneke van den Berg, Gekwelde broers op zoek naar de waarheid. In: Haarlems Dagblad, 9-7-2007. [Over Het Dodenpad] |
Peter van den Hoven, Spannende boeken. In: Vernieuwing, oktober 2007, blz. 27. [Over Het Dodenpad] |
Philip Ardagh, Lost in flight. In: Guardian, 10-3-2008. [Over Aanwezig] |
Karel Berkhout, Wat maakt een mens een mens? In: NRC Handelsblad, 28-3-2008. [Over Aanwezig] |
Hanneke van den Berg, Is het een mens of een machine? In: Haarlems Dagblad, 29-3-2008. [Over Aanwezig] |
Marja Boonstra, Mama's viool. In: Leeuwarder Courant, 5-6-2008. [Over Aanwezig] |
Websites
|
www.deharmonie.nl |
www.leesplein.nl |
www.kjoek.nl |
www.gidsboekenjeugd.nl |
www.leestafel.info |
www.pluizuit.be |
78 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2008
|
|