| |
| |
| |
Jan Braamhorst
door Joke Bellemans
Jan Braamhorst is op 1 juni 1950 in Almelo geboren. Het grootste deel van zijn jeugd bracht hij door in Rotterdam. Sinds het midden van de jaren zeventig woont en werkt hij in Velp. Al in zijn jeugd tekende hij graag. Hij was gefascineerd door de illustraties van onder anderen Piet Worm en George van Raemdonck in Het boek voor de jeugd (1937) waaruit thuis werd voorgelezen. Na zijn studie aan de Pedagogische Academie behaalde hij de akte l.o.-tekenen. Liever had hij een opleiding aan de Kunstacademie gevolgd, maar zijn ouders waren daar op tegen. Braamhorst beschouwt zichzelf op illustratiegebied dan ook als autodidact. Hij heeft steeds in het onderwijs gewerkt, met name in achterstandsbuurten of op scholen voor speciaal onderwijs. In Utrecht begeleidt hij pabo-studenten en geeft als gastdocent tekenlessen. Hij illustreerde voor jeugdbladen als Okki, Taptoe en Bobo. Voor de Duitse uitgeverij Arena Verlag maakte hij het prentenboek Die schönsten Tiergeschichten (1995). Ook maakte hij illustraties voor musea, voor kwartetten van Jumbo en voor tv-programma's als de quiz Per seconde wijzer. In 1987 kreeg hij de derde prijs op een tentoonstelling van de Nederlandse Illustratoren Club (nic) in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Hij ontving deze prijs voor een illustratie in het jeugdtijdschrift Bobo bij het verhaal ‘De grote reis’ van Leonie Kooiker.
| |
Werk
Sinds eind jaren zeventig illustreert Jan Braamhorst kinderboeken. In het begin vooral verhalen van Leonie Kooiker, zoals De maanlandexpres (1984) en Bommen in de grond (1986). Zowel voor zijn illustraties in kleur als die in zwart-wit heeft hij in
| |
| |
de loop der jaren uiteenlopende technieken en materialen gebruikt. De zwart-witillustraties bouwde hij in de beginperiode op uit fijne pennenstreken. Geheimzinnige schaduwen en donkere ruimtes gaf hij weer door dicht gearceerde vlakken af te wisselen met lichtere vlakken. In Avontuur op de surfplank (1992) van Hans van Holten paste hij bij de zwart-witillustraties een andere techniek toe. In een streven naar meer helderheid mengde hij ecoline door waterverf. De illustraties zijn hierdoor vrijer, minder uitgewerkt dan voorheen.
Voor zijn illustraties met pen en inkt in Het voc-schip ‘De Halve Maan’ (1996) van Bas van Lier bestudeerde hij uitgebreid de etstechniek van Rembrandt, om zo dicht mogelijk bij de sfeer van de zeventiende eeuw, de glorietijd van de Verenigde Oostindische Compagnie, te blijven. ‘De Halve Maan’ is een fictief spiegelretourschip dat grote overeenkomsten vertoont met schepen die echt hebben bestaan, zoals ‘De Batavia’. Braamhorst slaagde er met behulp van talloze fijne pennenstreepjes in de spanning van de gebeurtenissen goed te verbeelden. Vaak wordt de
Uit Het voc-schip ‘De Halve Maan’ van Bas van Lier
| |
| |
spanning nog versterkt door het gekozen perspectief, waarbij het lijkt alsof je schuin vanuit de hoogte op de gebeurtenis neerkijkt. Bij de afbeelding van de storm is de angst bijna voelbaar: diverse zeilen zijn losgeraakt of gescheurd en de donkere golven met witte schuimkoppen slaan woest over het schip heen. De donkere lucht, weergegeven door dicht op elkaar staande streepjes, vormt een fel contrast met het witte zeildoek, wat een dreigend effect geeft.
Eveneens in de zeventiende eeuw, ditmaal op schepen van de Westindische Compagnie, speelt Piet Heyn en de Zilvervloot van Ynskje Penning, dat is uitgegeven in twee delen: Bang voor niets en niemand (1997) en De grote vangst (1997). De tekeningen in deze boeken vertonen grote overeenkomst met die uit Het voc-schip ‘De Halve Maan’. De pentekeningen in De liedmaker (2001) van Brigitte Bosman zijn strakker van opzet. De ivoorwitte achtergrond speelt hierin een grotere rol dan in de historische boeken, en er zijn minder details.
In het sfeervolle prentenboek Een barre berentocht (1992) van Leonie Kooiker staan afwisselend illustraties in kleur en in zwart-wit. Bij beide heeft Braamhorst bijzondere technieken toegepast. Voor de zwart-wittekeningen gebruikte hij een zwarte balpen. Door meer of minder stevig op de pen te drukken ontstond een verschil in hardheid van de lijnen
Uit De liedmaker van Brigitte Bosman
waarmee een ruimtelijk effect is verkregen. Voor de illustraties in kleur werkte hij met talloze laagjes scherpe kleurpotloodlijntjes, van licht naar donker. Het geheel maakt daardoor een transparante indruk.
In de boekjes voor beginnende lezers die Truus van de Waarsenburg schreef over het meisje Suus, staan de gekleurde illustraties in aquarel tegen een witte achtergrond. In Suus wil ijs (1992) heeft Braamhorst een grappig element toegevoegd dat niet is terug te vinden in de tekst. Terwijl moeder de schutting blauw verft, hangt het puntje van de staart van de poes in de verfpot. In de daarop volgende illustraties is poes steeds te zien met een blauw staartpuntje, waarmee ze vlekjes maakt. In Een meeuw in nood (2001) van Heidi Smits staat de tekst afgedrukt op een licht-getinte achtergrond, veelal het bovenste deel van de illustratie. Daar- | |
| |
onder is het tafereel afgebeeld waar het in de tekst over gaat, bijvoorbeeld Jasper en zijn moeder die op het strand een gewonde meeuw vinden.
| |
Waardering
Jan Braamhorst heeft in de loop der jaren veel waardering voor zijn werk ondervonden. De toekenning van de nic-prijs in 1987 was voor hem een stimulans. Met name de illustraties in Het voc-schip ‘De Halve Maan’ dwongen bij velen bewondering af. Zo schreef Martin Pieterse naar aanleiding van een expositie met illustraties uit dit boek: ‘Je kunt je ogen over de prenten laten dwalen en elk detail bestuderen, zoals de bouwers van de voc-schepen van weleer hun bouwtekeningen bestudeerden. Waarmee ten overvloede duidelijk wordt dat Jan Braamhorst niet een plaatje bij het verhaaltje van een ander maakt, maar als illustrator zijn eigen, zelfstandige verhaal te vertellen heeft. Een verhaal, waarvan je even rustig moet genieten.’ Selma Niewold schreef over de illustraties: ‘Waar te veel uitleg nodig zou zijn, geven de mooie pentekeningen van Jan Braamhorst houvast.’
| |
Bibliografie
Geïllustreerd door Jan Braamhorst
|
Eli Asser, Daatje en Doetje. Den Haag, Leopold, 1978. |
Leonie Kooiker, Je kunt het niet meenemen. Den Haag, Leopold, 1983. |
Leonie Kooiker, De maanlandexpres. Den Haag, Leopold, 1984. |
Leonie Kooiker, Bommen in de grond. Amsterdam, Leopold, 1986. |
Leonie Kooiker, Een sponsor voor de Boys. Groningen, Dijkstra, 1989. (Biep) |
Frank Herzen, Een kat op avontuur. Tilburg, Zwijsen, 1991. (Zoeklicht) |
Henk Hokke, Het geheim van de witte paarden. Kampen, La Riviére & Voorhoeve, 1992. |
Hans van Holten, Avontuur op de surfplank. Kampen, La Riviére & Voorhoeve, 1992. (De leeslift) |
Leonie Kooiker, Een barre berentocht. Kampen, La Riviére & Voorhoeve, 1992. |
Peter Vervloed, Slaap zacht, Mai. Tilburg, Zwijsen, 1992. (Zoeklicht) |
Truus van de Waarsenburg, Suus wil ijs. Amsterdam, Meulenhoff Educatief, 1992. |
Leonie Kooiker, Een gulden voor grootvader Zon. Tilburg, Zwijsen, 1993. (Zoeklicht) |
Kees Opmeer, Iedereen kijkt naar je. Kampen, La Riviére & Voorhoeve, 1993. |
Truus van de Waarsenburg, Suus lust het niet. Amsterdam, Meulenhoff Educatief, 1993. |
Leonie Kooiker, Grimnir met de dorre hand. Tilburg, Zwijsen, 1994. (Zoeklicht) |
Jos Lammers, Het huisdierenboek voor kinderen. Amsterdam, Ploegsma, 1994. |
Kees de Baar, Fazanten in gevaar. Amsterdam, Meulenhoff Educatief, 1996. (Leeslijn) |
Kees de Baar, Moor de kat. Amsterdam, Meulenhoff Educatief, 1996. (Leeslijn) |
Bas van Lier, Het VOC-schip ‘De Halve Maan’. Amsterdam, Ploegsma, 1996. |
Truus van de Waarsenburg, Sufkop. Amsterdam, Meulenhoff Educatief, 1996. |
Ynskje Penning, Bang voor niets en niemand, Piet Heyn en de Zilvervloot, deel 1. Kampen, Kok Educatief, 1997. (Ridderspoor) |
Ynskje Penning, De grote vangst, Piet Heyn en de Zilvervloot, deel 2. Kampen, Kok Educatief, 1997. (Ridderspoor) |
| |
| |
Heidi Smits, Dik in het gips. Den Bosch, Malmberg, 1998. (Sleuteltjes) |
Brigitte Bosman, De liedmaker. Amsterdam, Clavis, 2001. |
Heidi Smits, Een meeuw in nood. Amsterdam, Clavis, 2001. (Leesparade) |
C.G.M. van Deursen, Avontuur in de natuur. Thorn, Cyclone, 2003. |
Karen Meirik, Zeilen kun je leren. Thorn, Cyclone, 2004. |
Truus van de Waarsenburg, Suus is hip. Utrecht, Thieme Meulenhoff, 2004. (Leeslijn) |
Truus van de Waarsenburg, Suus wil in bad. Utrecht, Thieme Meulenhoff, 2004. (Leeslijn) |
Over Jan Braamhorst
|
[Anoniem], Velpse illustrator Jan Braamhorst wint prijs. In: De Gelderlander, 27-3-1987. |
Selma Niewold, Een VOC-schip bouwen. In: de Volkskrant, 22-11-1996. |
[Anoniem], Tekenen is schrappen en weglaten. In: Gronings Dagblad, mei 1997. |
Martin Pieterse, Braamhorst tekent elk vezeltje. In: De Gelderlander, mei 2000. |
Berrie van Helden, Met andere illustrator krijg je ook een ander boek. In: De Gelderlander, 5-10-2002. |
70 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2006
|
|