| |
| |
| |
Nicole Boumaâza
door Jet Marchau
Nicole Boumaâza is op 29 april 1949 als Nicole Ceulemans in Antwerpen geboren. Ze volgde een opleiding tot kleuterleidster aan het O.-L.-Vrouwinstituut te Berchem en werkte onder meer als kinderverzorgster, demonstratrice en hostess. Schrijven deed ze van jongs af aan. Toen ze twaalf was, begon ze aan Manuel de circusjongen, een verhaal dat ze pas jaren later, in 1979, zou voltooien.
In 1972 trouwde ze met Mohamed Boumaâza, een Marokkaanse man met wie ze vier kinderen heeft. Ze stopte met werken en wijdde zich fulltime aan haar gezin en aan het schrijverschap. Inspiratie vond ze in de cultuur en het dagelijks leven in Marokko. Voor haar debuut, Het Marokkaanse jongetje (1978), gebaseerd op de kinderjaren van haar man, kreeg ze in 1981 de Prijs van de Provincie Antwerpen. Vanwege haar autoritaire en streng islamitische echtgenoot vermeed ze alle publiciteit en openbare optredens, maar ze bleef schrijven. Er verschenen romans, verhalen in de reeks Vlaamse Filmpjes en artikelen in diverse tijdschriften. In het autobiografische Voor de lieve vrede (2004) schrijft ze vrijmoedig over haar problematische huwelijk, haar liefde voor Marokko en haar literaire gedrevenheid. Na haar scheiding behield ze de schrijversnaam Boumaâza.
Werk van Nicole Boumaâza werd diverse malen bekroond door de Kinder- en Jeugdjury's van Vlaanderen en Limburg. In 1990 kreeg ze voor Aan de andere kant van het water de Prijs van de Provincie Antwerpen en die van de stad Beringen. Behalve als schrijfster werkt ze incidenteel als beedigd vertaler voor de rechtbank. Haar boeken verschenen in het Noors, Deens, Duits, Engels, Spaans en Catalaans.
| |
| |
| |
Werk
Nicole Boumaâza schrijft bij voorkeur over kinderen die beperkt zijn in hun keuzemogelijkheden. Zij bevinden zich in een moeilijke situatie die ze met veel wilskracht proberen om te buigen in een voor hen gunstige richting. Daarbij botsen ze vaak met autoritaire vaderfiguren. Boumaâza beschrijft dit in haar romans vanuit verschillende invalshoeken. Ze besteedt veel aandacht aan de sfeertekening en de emoties van de hoofdpersonen. Haar belangrijkste doel is om lezers kennis te laten maken met de Marokkaanse cultuur en vooroordelen daarbij te ontkrachten.
Voorop staan haar verhalen over mensen in Marokko, vaak arme lieden die op zoek zijn naar kansen om vooruit te komen in het leven. In De tent van Bachir (1981) moet een Berbergezin uit armoede in de stad gaan wonen. Dit zeer tegen de zin van de jonge Bachir, die er alles voor over heeft om terug te keren naar het platteland. Krimo de schoenpoetser (1983) vertelt hoe de jonge hoofdpersoon door zijn verlangen naar een beter leven in de criminaliteit belandt. In Het huis van Baloe (1992), een mysterieus verhaal geïnspireerd op de talrijke vakanties van de schrijfster en haar gezin in Marokko, ontdekt de kleine Anissa haar innerlijke kracht.
Een ander thema betreft de positie van Marokkaanse immigranten in België. Hun zoektocht naar een beter leven leidt vaak tot conflicten tussen ouders en kinderen en tussen Marokkanen en Belgen. De problematiek van kinderen die tussen twee culturen leven, krijgt in deze verhalen volop aandacht. In De stille wereld van Yamina (1983) emigreert een Marokkaans gezin naar België, onder meer om hun doofstomme dochter meer kansen te geven. Dankzij een gespecialiseerde schoolopleiding wordt Yamina steeds zelfstandiger en dat accepteert haar vader niet. Hij wil haar uithuwelijken in Marokko. ‘Het hoofdpersonage staat symbool voor onwetendheid en onmondigheid,’ vertelt Boumaâza op haar website. ‘Deze twee gegevens hebben me aangespoord om dit boek te schrijven.’ Op verzoek van haar lezers schreef ze een vervolg, De dove van Bouassam (1996). Ook daarin moet Yamina opboksen tegen de wil van haar streng islamitische vader. In 2007 verscheen het derde deel, Yamina's doorbraak, waarin zij een schijnhuwelijk sluit met haar neef Ali en verliefd wordt op een onderwijzer van de dovenschool.
Boumaâza's verhalen over migrantenkinderen zijn met veel inleving geschreven. In de gespannen sfeer van hun Belgische thuis staan dominante vaders tegenover gefrustreerde moeders en kinderen. Hoe schrijnend de situatie ook is, Boumaâza blijft nuanceren. De houding van de agressieve vaders probeert ze te duiden vanuit hun achtergrond. Van de islam en de Marokkaanse cultuur belicht zij zowel de positieve als de negatieve kanten.
| |
| |
In Aan de andere kant van het water (1989) ontvoert een vader zijn drie kinderen naar Marokko. Zij ontsnappen en keren terug naar België, waar ze zich opgelucht overgeven aan het westerse bestaan. Dochter Nadia bezint zich echter ook op haar verblijf op het Marokkaanse platteland: ‘[-] ik zou het allemaal opschrijven, hoe het ginder is en waarom het zo is...’ In De zweep (1990) leeft de twaalfjarige Karim, die gek is op westerse popmuziek, voortdurend in angst voor de zweep van zijn Marokkaanse vader. Hoewel Boumaâza hier een uitermate negatief beeld van de vaderfiguur schetst, legt zij de jonge Karim een persoonlijke verklaring in de mond: ‘Echt waar! Die generatie zit vol wraakgevoelens. Ze voelen zich uitgebuit en minder dan de Belgen. Hun reactie uit zich in agressie.’
De vele reizen die de schrijfster als kind met haar ouders maakte, wekten haar belangstelling voor andere culturen. Ze verwerkte die onder meer in Een hond in de sneeuw (1985), dat in de bergen van Zwitserland speelt, en in het romantische De ster van Napels (1981). Het tweede gezicht van Hellas (1986) is een hedendaags verhaal waarin de Griekse mythologie meespeelt. Actuele gebeurtenissen zoals de val van de Berlijnse muur in 1989 en een grote overstroming op Corsica in 1993 inspireerden haar tot Berlijn (1991) en Ren, of ik schiet (1997). De inval van Rusland in Tsjetsjenië gaf aanleiding tot een genuanceerde visie op kindsoldaten en oorlogsslachtoffers in Een leven voor een leven (2006).
Een aantal verhalen van Boumaâza gaat over kinderen met persoonlijke problemen. In Kooi zonder tralies (1989) belicht zij de gevolgen van ongewenste zwangerschap. De vijftienjarige Gerda is door haar boze vader naar een tehuis verbannen. Zij staat haar baby af voor adoptie, maar haar vader blijft haar terugkeer naar huis afwijzen. In De schaduw van een droom (1994) ontdekt Bastiaan dat hij het product van een reageerbuisbevruchting is en een zwakzinnige tweelingbroer heeft. Hij komt in verzet en stelt zich vragen over genetische manipulatie. In de novelle In de ban van de onbekende (2002) wordt een arm Pools meisje slachtoffer van prostitutie en vrouwenhandel. Ook het gedrag van jongeren zelf nam Boumaâza op de korrel. Passionele bezitterigheid verwerkte ze in de thriller Blinde woede (1999), chatverslaving en verliefdheid gaven in 2001 aanleiding tot de luchthartige jeugdroman Cyberlief. Al deze herkenbare, realistische verhalen zijn geschreven vanuit het perspectief van jongeren. De emotionele betrokkenheid van de auteur leidt soms tot expliciet commentaar op de gebeurtenissen.
Boumaâza mengt een herkenbare problematiek met spanning en veel informatie. De rechtlijnige structuur en vlotte verteltrant van haar verhalen zorgen voor een grote toeganke- | |
| |
lijkheid. Het sterkst is zij in haar boeken over migrantenproblemen, omdat ze die van nabij kent. Het zijn verhalen die getuigen van haar gedrevenheid om tot begrip van en toenadering tot andere culturen te komen. Bij het verschijnen van haar autobiografie Voor de lieve vrede (2004) voegde ze een persoonlijk element toe: ‘Tweeëntwintig jeugdboeken heb ik uitgegeven. Mijn best verkochte ging over ontvoerde kinderen uit een gemengd huwelijk, de perfecte weergave van mijn eigen angsten.’
| |
Aan de andere kant van het water
Dit boek beschrijft de problemen in een gemengd Belgisch-Marokkaans gezin aan het eind van de twintigste eeuw. Als vader Zerouali zijn baan verloren heeft, gaat moeder tegen de zin van haar echtgenoot uit werken. Vader wordt daardoor nog tirannieker dan hij toch al was, maar de Belgische moeder stelt zich steeds assertiever op. Ze vraagt echtscheiding aan, waarop de vader zijn kinderen Nadia, Sam en Ben naar Marokko ontvoert. Ze worden ondergebracht bij familie op het platteland, het leven is er armoedig en hard. Door hun verblijf aldaar leren de kinderen de achtergrond van hun vader kennen. Maar het verlangen naar België en hun moeder blijft. Uiteindelijk slagen ze erin te ontsnappen.
Met dit boek vraagt Boumaâza begrip voor de aanpassingsproblemen van beide huwelijkspartners. Het verhaal
is geschreven in de ikvorm vanuit het standpunt van de vijftienjarige Nadia. Zij vertelt gedetailleerd over haar verblijf op het Marokkaanse platteland en kan ten slotte enig begrip opbrengen voor haar gefrustreerde vader. Terug in België bezint zij zich op de voor- en nadelen van beide culturen en weet ze ook bij haar klasgenoten begrip te kweken voor haar situatie.
| |
Waardering
De meeste waardering krijgt Boumaâza voor haar verhalen over Marokkanen in eigen land of in België. Haar beschrijving van hun situatie wordt realistisch, degelijk ge- | |
| |
documenteerd en boeiend genoemd. Over het algemeen vinden critici dat haar boeken bijdragen tot een beter begrip en aanvaarding van allochtonen. Sommige recensenten menen echter dat het negatieve beeld dat zij van de Marokkaanse vader schetst, zoals in De zweep (1990), te clichématig is. Krimo de schoenpoetser (1983) zou de ingewortelde criminaliteitsmythe en de stereotiepe beeldvorming van Noord-Afrikanen bevestigen. Aan de andere kant van het water (1989) wordt algemeen als een hoogtepunt in het oeuvre van Boumaâza gezien, omdat daarin de problematiek van de Marokkaanse immigranten genuanceerd is uitgewerkt. Haar latere probleemromans noemen critici interessant, met een goede sfeertekening en een degelijke inleving in de hoofdpersoon, maar enigszins vlak wat de andere karakters betreft. Over de schrijfstijl van Boumaâza zijn de meningen verdeeld. Hoewel vaak wordt gesproken van een vlotte, goed leesbare taal, wijzen recensenten even vaak op taalkundige slordigheden en clichés. Opmerkelijk is dat haar boeken in Nederland nauwelijks zijn besproken.
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
Voor de lieve vrede; de prijs van een huwelijk (2004) |
Jeugdboeken
|
Het Marokkaanse jongetje. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1978. |
Manuel de circusjongen. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1980. |
De tent van Bachir. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1981. |
De ster van Napels. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1981. |
Krimo de schoenpoetser. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1983. |
De stille wereld van Yamina. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1984. |
Een hond in de sneeuw. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1985. |
Het tweede gezicht van Hellas. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1986. |
Japanner over de vloer. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1986. |
Aan de andere kant van het water. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1989. |
Kooi zonder tralies. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1989. |
De zweep. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1990. |
Berlijn. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1991. |
Het huis van Baloe. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1992. |
De schaduw van een droom. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1994. |
Mijn naam is Truffel. Met illustraties van Saskia Mertens. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1995. |
De dove van Bouassam. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1996. |
Ren, of ik schiet. Met illustraties van Johan Dockx. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1997. |
Blinde woede. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1999. |
Cyberlief. Met illustraties van Ramses. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2001. |
In de ban van de onbekende. Averbode, Averbode, 2002. |
Een leven voor een leven. Met illustraties van Ramses Roelof van der Schans. Assen, Maretak, 2006. |
| |
| |
Yamina's doorbraak. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2007. |
Over Nicole Boumaâza
|
Tilly Stuckens, Huwelijk met Marokkaan ook literair vruchtbaar. In: De Standaard, 28-3-1982. |
Diane de Clopper, ‘Ik ben trots op mijn Marokkaanse naam’. In: Panorama, 25-6-1982. |
Rudi Vanschoonbeek, ‘Ik ben tegen geweld, maar ik wil de werkelijkheid niet uit de weg gaan’. In: Bubi, nr 3, 1984. (Interview) |
Etienne Claeys, Documentatiemappen van Vlaamse jeugdauteurs. Vlaamse Bibliotheekcentale, jaargang 4 (1986), aanvullingen tot 2004. |
[Anoniem], Vlaams-Marokkaanse jeugdschrijfster Nicole Boumaâza. In: De Standaard, 21-4-1989. |
Jan van Coillie, Nicole Boumaâza. In: Jeugdboekengids, juni 1991. |
Joke Linders & Marita de Sterck, Nicole Boumaâza. In: Nice to meet you: a companion to Dutch & Flemish children's literature. Dutch Trade Publishers Association; Flemish Book Trade Association, 1993, blz. 109. |
Jan van Coillie, Nicole Boumaâza. In: Schrijver gevonden. Tielt, Lannoo; Den Haag, Biblion, 1999, blz. 36-37. |
[Anoniem], Cyberlief. In: Focus Knack, 5-12-2001. |
Belle Kuijken, ‘Fahrenheit 451’, leesbevordering voor jongeren. In: De Morgen, 29-1-2003. |
Nicole Boumaâza. In: Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Houten, Fontein; Groningen, Wolters-Noordhoff, 2004, blz. 56. |
[Anoniem], En toen veranderde Daniël in Mohamed. Merksemse Nicole Boumaâza schrijft relaas over mislukt gemengd huwelijk. In: De Standaard, 8-10-2004. |
Jeugdliterom
|
Verzamelde recensies en artikelen over Nederlandstalige jeugdliteratuur. De Jeugdliterom is te vinden in iedere openbare bibliotheek. |
80 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2009
|
|