| |
| |
| |
Tjeerd Bottema
door Conny Meijer
De illustrator Tjeerd Bottema werd op 6 februari 1884 te Langezwaag geboren. Hij stierf 8 maart 1978 te Katwijk. Nadat Bottema in Maastricht zijn akte voor onderwijzer had behaald, volgde hij zijn broer Tjerk naar Amsterdam, om zich voor te bereiden op het toelatingsexamen voor de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. In die tijd verdiende hij de kost als plateelschilder en reclametekenaar. Hij maakte toen onder andere het bekende vignet voor de R.V.S., de man en de vrouw onder de paraplu.
In 1904 behaalde hij de akte M.O.-tekenen. Daarna bekwaamde hij zich verder op de Rijksacademie, onder leiding van Allebé en Dupont. In 1907 won hij de Prix de Rome. Daardoor was hij in staat een studiereis te maken naar Italië, Frankrijk, Spanje, Marokko en Engeland.
In 1911 trouwde hij met Cornelia van Amstel. Zij vestigden zich in Laren. Hier werden twee dochters geboren, die het tekentalent van hun vader erfden. Later verhuisde de familie naar Katwijk. Hier heeft Bottema, met een onderbreking tijdens de oorlog, tot zijn dood gewoond.
| |
Werk
Bottema's voorliefde ging vooral uit naar het etsen. Het geduld en de nauwkeurigheid die voor deze kunst nodig zijn bezat hij in ruime mate. Hij hield van de bijzondere, subtiele sfeer, die kenmerkend is voor een ets.
Al tijdens zijn verblijf in Amsterdam kreeg Bottema zijn eerste opdrachten als illustrator. Hoewel hij zich in de eerste plaats etser en schilder voelde, bleef hij zijn hele leven illustreren. Daarnaast schreef hij verschillende boeken. Enkele daarvan zijn in het Fries vertaald. Vooral Een Hollandse jongen in Arizona werd enthousiast ontvangen. Het boek handelde over een Hollandse jongen die naar Amerika gaat om zijn oom te bezoeken. Hoewel Bottema nooit in Amerika was geweest, had hij zich zo goed gedocumenteerd dat hij de reis van Jan van der Meulen per trein tot in de details kon beschrijven.
Zijn grote bekendheid verwierf Tjeerd Bottema echter met zijn illustraties. Hij illustreerde boeken van bekende schrijvers als Nienke van Hichtum (Jelle van Sipke Frouwkjes), W.G. van de Hulst (Het huisje in de sneeuw, Het wegje in het koren) en Anne de Vries (Kleutervertelboek voor de Bijbelse Geschiedenis, Jaap en Gerdientje).
Zijn illustraties zijn duidelijk en kundig. Al zijn ze wisselend van sfeer, ze zijn makkelijk herkenbaar. De
| |
| |
Illustratie uit Zonneschijn van T. van Buul
zwart-wit contrasten zijn over het algemeen groot, waardoor de illustraties soms wat hard aandoen. Zijn tekeningen hebben een robuuste, soms zelfs wat plompe stijl; maar wel een stijl die aansprak, getuige de vele illustraties van zijn hand. Het meest speels en met vaart getekend zijn de kleine, ongedwongen fragmentarische tekeningetjes, zoals twee vechtende jongetjes, een speels hondje.
Bottema kreeg al vroeg waardering. D. Wouters was in Over het illustreeren van leesboeken voor kinderen (1913) vol lof over Bottema: ‘Deeze teekenaar acht ik een ideaal illustrator, die bij de techniek humor bezit, geest, levenskennis en toch bezadigdheid, zoodat zijn kunstgevoel niet tot uitbundige onbegrijpelijkheden vervalt als bij anderen soms. Bottema teekent niet een jongen, een meisje, maar dien jongen, dat meisje. Hij repeteert zich niet, noch kopieert zichzelf.’ Niet iedereen is even jubelend als Wouters. In Brood op de leesplank schrijft Jacqueline Burgers in 1977: ‘Bottema was een productief tekenaar. Hoewel hij niet van het niveau van Jetses of Isings was, hebben vele mensen de beste herinneringen aan zijn werk.’
In 1976 verscheen het boek Mijn Leven, waarin Tjeerd Bottema uitvoerig zijn leven en werken beschreef. Doordat in het boek een grote keuze uit zijn werk is opgenomen, krijgt men een uitstekend overzicht van zijn oeuvre.
Net als zijn broer Tjerk heeft Tjeerd Bottema een aantal spotprenten gemaakt. Hij werkte voor de tijdschriften De ware Jacob, Het zondagsblad van het Volk en voor It Heitelân. In het boek Mijn leven zijn enkele van deze prenten opgenomen.
| |
| |
| |
Bibliografie
Kinderboeken met tekst en illustraties van Tjeerd Bottema
|
Wondere verhalen van vader Uggelebug. Deel 1, Doove Jabik en de betooverde vogelschrik. Bussum, Van Dishoeck, 1924. Deel 2, Het avontuur van Nob, Gnob en Gnobberdebob. Bussum, Van Dishoeck, 1924. Deel 3, Het wolkewezentje en de baas van de grauwe donderwolk. Bussum, Van Dishoeck, 1925. Deel 4, Kleine Jochem en de dolle mol in 't muizehol. Bussum, Van Dishoeck, 1925. |
Karakter - kennis - kunst. Deel III. Groningen, Noordhoff, 1928. |
Van Loopertje, Piepertje en Knagertje. Groningen, Noordhoff, 1933. |
Avonturen van een Hollandschen jongen in Arizona. 's-Gravenhage, Van Goor, 1936. |
Aardolie, zigeuners en Freddie. 's-Gravenhage, Van Goor, 1955. |
Er was eens een oud vrouwtje. Een oud verhaaltje. Drachten, Laverman, 1956. (Vertalingen: Der wie ris in âld wyfke. In âld teltsje foar de Fryske bern. Drachten, Laverman, 1956. Deer waas iensen 'n oold Wieu. Een oold Fertelster foar doo friesen Bäidene. Foar Seelterlound ap Seeltersk uursät fon Hermann Janssen. Drachten, Laverman, 1960.) |
Dove Jabik en de bitsjoende fûgelskrik. Oerset troch T. Eisinga-de Groot. Drachten, Laverman, 1962. |
It aventûr fan Nob, Gnob en Gnobberdebob. Oerset troch T. Eisinga-de Groot. Drachten, Laverman, 1967. |
Keuze uit de kinderboeken met illustraties van Tjeerd Bottema
|
Joh. H. Been, De dubbelgangers. Een verhaal uit den tijd van Michiel de Ruyter. Alkmaar, Kluitman, 1929. |
T. van Buul, Zonneschijn. Leesboek voor de lagere school. Bussum, Van Dishoeck, 1906. |
Nienke van Hichtum, Jelle van Sipke Froukjes. Een schets uit het Friesche dorpsleven. 's-Gravenhage, Van Goor, 1932. |
Nienke van Hichtum, Schimmels voor de koets of... vlooien voor de koekepan? 's-Gravenhage, Van Goor, 1936. |
C.M. van Hille-Gaerthé, Onder het stroodak. Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1915. |
W.G. van de Hulst, Van Bob, Bep en Brammetje. Nijkerk, Callenbach, 1921. |
W.G. van de Hulst, Het huisje in de sneeuw. Nijkerk, Callenbach, 1924. |
W.G. van de Hulst, Het wegje in het koren. Nijkerk, Callenbach, 1929. |
Fritz Steuben, De rode storm. Een verhaal uit den eersten oorlog met de Indianen om den Ohio. 's-Gravenhage, Van Goor, 1939. |
Illustratie uit Het wegje in het koren van W.G. van de Hulst
| |
| |
Anne de Vries, Evert in turfland. Groningen, Noordhoff, 1930. |
Anne de Vries, Jaap en Gerdientje. 10 delen. 's-Gravenhage, Van Goor, 1939-1950. |
Anne de Vries, Kleutervertelboek voor de Bijbelse geschiedenis. Kampen, Kok, 1948. |
Over Tjeerd Bottema
|
D. Wouters, Over het illustreeren van leesboeken voor kinderen. Bussum, 1913. (Fotografische herdruk: Schiedam, 1977.) |
L. Bosch, Nederlandsche prentkunst sinds 1900. Utrecht, 1927. |
Albert Hahn, Caricatuur. Amsterdam, 1935. |
Tjeerd Bottema, Mijn leven. Buitenpost, 1976. (Bevat onder meer een volledige bibliografie van werken geïllustreerd door Tjeerd Bottema.) |
Jacqueline Burgers, Brood op de leesplank. Zes illustratoren in dienst van het onderwijs. Leiden, 1977. |
5 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1984
|
|