| |
| |
| |
Corien Botman
door Linda Ackermans
Foto © Keke Keukelaar
Corien Botman is in 1961 in Hoorn geboren. Ze studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Leiden en volgde een vierjarige cursus ‘Schrijven voor kinderen’ bij Script+. Na haar studie Nederlands werd ze aangenomen als sportredacteur bij dagblad Het Binnenhof, waarvoor ze onder meer gezinnen interviewde waarin alle gezinsleden aan dezelfde sport doen. Daarna werkte ze twee jaar als voorlichtster voor het Watersportverbond. Voor het maandblad van deze organisatie verzorgde Botman de jeugdrubriek. Vervolgens begon ze haar eigen tekstbureau BruTaal Teksten. Als vrijwilliger gaf ze Nederlandse les aan allochtone vrouwen.
Botman debuteerde in 2003 met Leif, mijn lief. Haar tweede boek, Schaduwspits (2005), werd getipt door de Jonge Jury 2007.
| |
Werk
Thema's die in Botmans werk geregeld terugkeren zijn het gezin en het (her)vinden van een identiteit. Die twee thema's hangen met elkaar samen: een personage moet vaak zijn of haar plek zien te vinden binnen een gezin waarin strubbelingen voorkomen en relaties gespannen zijn. De gespannen relaties kunnen ook betrekking hebben op vriendschap of liefde.
Kenmerkend voor Botmans aanpak zijn de korte hoofdstukken en de relatief eenvoudige vertelwijze. In haar verhalen is meestal een ik-verteller aan het woord; alleen in Prinsenleven (2008) ervaart de lezer de
| |
| |
gebeurtenissen vanuit een hij-figuur. Tijdsprongen of perspectiefwisselingen worden duidelijk aangegeven door middel van aankondigende zinnen of het plaatsen van de naam van een personage boven een hoofdstuk. Leif, mijn lief (2003) en Hou van mij (2009) zijn geschikt voor lezers vanaf 14 jaar. Schaduwspits (2005) en Prinsenleven richten zich op een jongere lezersgroep: die van 10 tot 14 jaar. Deze boeken zijn inhoudelijk luchtiger van opzet.
Voor haar boek Schaduwspits liep Botman een voetbalseizoen mee bij de jeugdopleidingen van Ajax, ado Den Haag en de knvb. Schaduwspits gaat over het waarmaken van dromen, over het vinden van een eigen identiteit en het omgaan met verwachtingen van anderen. Het verhaal laat de onzekerheden zien van jonge mensen die koste wat kost een doel willen verwezenlijken.
De dertienjarige Milan is een voetbaltalent en wordt gescout door de jeugdselectie van Ajax. Hij twijfelt niet aan zichzelf of aan zijn toekomst: hij zal profvoetballer worden. Milans vader, die vroeger ook op professioneel niveau heeft gevoetbald, maar moest stoppen vanwege een blessure, is zo mogelijk nog fanatieker dan Milan: elke wedstrijd staat hij langs de lijn om aanwijzingen te schreeuwen, hij stelt een trainingsschema op voor in de zomervakantie (ook al hebben de trainers gezegd dat Milan zijn lichaam rust moet gunnen) en geeft zijn zoon voortdurend ‘verbeterpunten’, maar geen complimentjes.
Dwars door deze verhaallijn, waarin Milan de ik-figuur is die in de verleden tijd vertelt, loopt de geschiedenis van Freke, Milans buurmeisje. Ook zij vertelt haar verhaal in de ikvorm. Freke heeft niets met voetbal, maar wil graag bij de schoolkrant en heeft daarvoor een uitmuntend stuk nodig. Zij heeft iets te bewijzen, niet alleen aan hoofdredacteur Felix, maar ook aan haar zus Robyn en de rest van het gezin. Freke heeft altijd in de schaduw van Robyn gestaan: Robyn was mooier, slimmer en beter in alles, maar daar is Freke klaar mee. Ze wil een interview met Milan voor in de schoolkrant.
Het contact tussen de twee leidt tot een goede vriendschap en tot hevige zelfconfrontaties. Milan en Freke maken in elkaar los wat ze tot dan toe verborgen hielden. Freke zet Milan aan tot het beantwoorden van vragen die hij altijd wegwuifde. Waarom wil hij voetballen? Omdat zijn vader wil dat hij waarmaakt wat hij zelf niet kon bereiken? Andersom zet Milan Freke voor het blok: zij moet zich niet langer verschuilen, niet langer bang zijn om te laten zien wat ze kan. Allebei moeten zij uit de schaduw stappen en tonen wat ze waard zijn.
Prinsenleven is het luchtigste boek dat Botman schreef. De thema's identiteit en (strubbelingen in) het gezin komen wel aan bod, maar slechts minimaal. Ook de vertelwijze
| |
| |
is eenvoudiger dan in Botmans overige boeken: het hele verhaal staat in de hij-vorm en er worden geen tijdsprongen gemaakt. Centrale figuur is Charlie, een jongen die net in de brugklas zit en later komiek wil worden. Wanneer zijn opa overlijdt, erft Charlie zijn lot uit de Stratenloterij, waar een bedrag van zes miljoen euro op valt. Dit drijft het gezin uit elkaar. Terwijl Charlies vader zoveel mogelijk geld over de balk wil smijten, wil Charlies moeder het liefst weer ‘gewoon’ zijn. Charlie schrijft voor school een werkstuk over geld en komt tot de conclusie dat geld niet garant staat voor een fantastisch leven. Die boodschap voert de boventoon in Prinsenleven, waardoor het gegeven dat Charlie zijn eigen ideeën over geld en geluk moet ontwikkelen, binnen het ruziënde gezin wat raakt ondergesneeuwd.
In Leif, mijn lief zijn vriendschap en eerste liefde belangrijker als thema dan het gezin. Op haar vijftiende krijgt Cornelie de Roeper verkering met Seger, die zij Leif noemt, naar zijn tweede naam. Al hun vrije tijd brengen ze samen door. Op school werkt Cornelie op halve kracht, ze laat haar zwemtrainingen schieten om bij Seger te kunnen zijn en haar vriendinnen ziet ze nauwelijks nog. Vooral de relatie met haar beste vriendin Bies, die ze al kent sinds haar zesde, raakt flink bekoeld.
Bij Cornelie thuis loopt de spanning steeds hoger op als het om Seger gaat. Van haar ouders mag Cornelie niet samen met hem op vakantie. Cornelies moeder vindt dat haar dochter te veel achter Seger aanloopt en anderen verwaarloost. Bovendien hebben Cornelies ouders geen idee waar hun dochter uithangt en of ze nog wel naar school gaat. Cornelie voelt zich onbegrepen. Twee dingen weet ze zeker: ze wil niet zo zijn als haar moeder, die huiselijk, truttig en onbegeerlijk is, en ze kan van slechts één iemand op aan, en dat is Seger.
Seger woont, na een ruzie thuis waarbij hij zijn vader een knal heeft verkocht, in zijn eigen woonboot, waar Cornelie vaak blijft slapen. Seger is de eerste jongen met wie Cornelie seks heeft. Botman beschrijft geloofwaardig met hoeveel onzekerheid een eerste liefde gepaard kan gaan. Aan de gelukkige, verliefde periode komt een einde als blijkt dat Seger het met een ander meisje gedaan heeft. Alle zekerheden zijn onzekerheden geworden. Wil Cornelie Seger nog? Hoe vaak is hij met anderen naar bed geweest? Was dat fijn voor hem? Cornelie begint na te denken over haar eigen gedrag: ‘Wie ben ik als ik samen met Seger ben? Ben ik anders zonder hem?’
Het einde is open: het is voor de lezer onduidelijk of Seger en Cornelie samen verder zullen gaan. Wel zijn Cornelie en Bies weer vriendinnen: Cornelie heeft steun kunnen zoeken bij Bies en de twee zijn ver- | |
| |
volgens samen op vakantie gegaan naar Ibiza. Op dit eiland speelt het verhaalheden zich af, vanwaaruit de inmiddels zeventienjarige ik-verteller Cornelie in flashbacks vertelt over de liefdesgeschiedenis tussen haar en Seger en de vriendschap tussen haar en Bies.
De belangrijkste vraag in Leif, mijn lief is: hoe goed kun je iemand kennen en hoeveel vertrouwen moet je in een ander hebben? Het is het verhaal over een tienermeisje dat zichzelf verliest in (liefde voor) een ander en er uiteindelijk, door na te gaan wie ze zelf is, achter komt dat je altijd jezelf moet blijven en je nooit volledig moet overgeven aan een ander. In Botmans jongerenroman Hou van mij is deze boodschap ook duidelijk herkenbaar.
| |
Hou van mij
Hou van mij is de vierde titel in de Slash-reeks van uitgeverij Querido: romans die geschreven zijn op basis van het waargebeurde levensverhaal van een jongere, die optreedt als co-auteur. Botman werkte samen met de twintigjarige Yasmine van Leur. In het voorwoord vertelt Yasmine wat zij en de hoofdfiguur Monisha gemeen hebben: ‘Monisha en ik weten allebei dat er in het leven maar twee dingen vaststaan: dat je wordt geboren en dat je doodgaat. In de tussentijd zijn er mensen bij je. Mensen die je helpen en mensen die je kwetsen. Maar eigenlijk ben je altijd alleen. Je moet alles zelf doen.’
Omslag Hou van mij
De zeventienjarige Monisha heeft een moeilijke band met haar moeder, die geadopteerd is en op haar zeventiende beviel van Monisha. De twee waren altijd samen, totdat Monisha's moeder een nieuwe vriend kreeg en met hem een gezin stichtte. Monisha voelt zich aan de kant gezet. Als de thuissituatie zodanig verslechtert dat Monisha niet meer thuis wil wonen, meldt ze zich aan bij een begeleidwonenproject van Jeugdzorg.
Ze krijgt haar eigen kamer in een complex van Jeugdzorg en is daar blij mee: eindelijk heeft ze geen last meer van de ruzies thuis. Haar verdrietige,
| |
| |
eenzame gevoelens verdwijnen echter niet. Om zich minder alleen te voelen, gaat Monisha met talloze jongens naar bed. Ze zoekt bij vreemden de geborgenheid, bevestiging en liefde waar ze zo naar verlangt. Wanneer Monisha de negenentwintigjarige Lewis ontmoet, lijkt ze die liefde te krijgen. Hun relatie is echter allesbehalve ideaal: Lewis is verloofd en zijn vriendin is zwanger. Bovendien heeft hij al kinderen bij andere vrouwen. Monisha zal dus nooit écht bij Lewis kunnen horen.
Ze vraagt zich af of hij wel voor haar zou kiezen als ze zwanger zou raken. Monisha wil graag een kind. Van een baby zal ze onvoorwaardelijke liefde krijgen, een baby zal haar nooit kwetsen. Lewis zegt echter: ‘Als je zwanger bent moet je het weg laten halen’. Daarmee raakt hij een gevoelige snaar. Op haar vijftiende blijkt Monisha zwanger te zijn geraakt, waarna ze zich heeft laten aborteren. Alle niet-verwerkte pijn van destijds komt boven. Monisha's zogenaamde ‘ijsmuur’, waarachter ze haar gevoelens verbergt, breekt. Dagenlang is Monisha ziek van verdriet. Ze voelt zich niet zichzelf, maar: ‘Wie ben ik dan wel?’
Nadat ze alle gevoelens heeft verwerkt en tot zichzelf is gekomen, voelt ze zich beter: ‘Ik ben helder en licht omdat ik niet meer bang ben voor alles achter de ijsmuur. Ik ben niet meer bang dat het pijn doet, want ik heb de pijn gevoeld.’ Daarna besluit ze haar leven naar eigen zin vorm te geven. Ze zet een punt achter haar relatie met Lewis, maakt haar school af en zorgt ervoor dat ze op haar achttiende een zelfstandige woonruimte heeft gevonden. Monisha redt zich wel alleen: ze heeft zichzelf in haar zoektocht naar liefde verloren in anderen, maar heeft zichzelf hervonden en besluit over alles wat er gebeurd is: ‘het is goed zo’.
| |
Waardering
De schrijfstijl van Botman wordt in veel recensies lichtvoetig genoemd. In NRC Handelsblad meent Karel Berkhout dat de auteur in haar eerste drie romans net iets te lollig is, maar er in Hou van mij - juist door die schrijfstijl - voor zorgt dat ontroerende passages nergens sentimenteel zijn.
Hou van mij kreeg van alle boeken van Botman de meeste aandacht in de pers, waarschijnlijk doordat het verscheen in de Slash-reeks. Verschillende recensenten merken op dat de inhoud van het boek een doorsnee probleemverhaal doet vermoeden, maar dat Hou van mij zich weet te onderscheiden doordat de achtergronden diepte krijgen. De gevoelens van hoofdpersoon Monisha worden direct en overtuigend beschreven. Ondanks de ellende is het verhaal toch luchtig. Door de sobere en precieze manier waarop het is opgeschreven, blijft de vertelling overeind, ondanks het grote aantal ontwrichte personages.
| |
| |
Botmans debuut werd niet bijster goed ontvangen. Hanneke van den Berg noemde Leif, mijn lief sterk wat betreft psychologische karakterbeschrijving, maar had over de stijl hetzelfde punt van kritiek als de overige recensenten: Botman doet aan mooischrijverij en goochelt te veel met woorden om zo diepgang te suggereren. Verder vond men het verhaal voorspelbaar en ongeloofwaardig.
Prinsenleven noemden de recensenten vooral ‘leuk’: een vermakelijk boek, dat vlot leest en wel wat stof tot discussie oplevert, maar dat niet nazindert. Ook Schaduwspits kreeg in recensies de omschrijving ‘vlot’, hoewel dit boek onderhoudender wordt gevonden dan Prinsenleven. Schaduwspits zet de lezer aan het denken en geeft daarnaast een goed kijkje in de voetbalwereld.
| |
Bibliografie
Kinder- en jeugdboeken
|
Leif, mijn lief. Amsterdam, Querido, 2003. |
Schaduwspits. Amsterdam, Querido, 2005. |
Prinsenleven. Amsterdam, Querido, 2008. |
Hou van mij. Amsterdam, Querido, 2009. |
Verhalen
|
‘Ogen die wisten wat je dacht’ In: Nergens bang voor. Querido, 2006. |
Over Corien Botman
|
Hanneke van den Berg, [Over Leif, mijn lief]. In: Noordhollands Dagblad, 8-5-2003. |
Pjotr van Lenteren, Friet noch kreeft. In: de Volkskrant, 19-7-2003. [over Leif, mijn lief] |
Marita Vermeulen, Leif, mijn lief. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-9-2003. |
Jet Marchau, Schaduwspits. In: De Leeswelp, 1-12-2005. |
Thomas de Veen, Voetballen voor zijn vader. In: KidsWeek, 20-1-2006. [over Schaduwspits] |
Red., Opeens schatrijk. In: Noordhollands Dagblad, 26-1-2008. [over Prinsenleven] |
Joep van Ruiten, Levenslustig meisje worstelt en komt boven. In: Dagblad van het Noorden, 13-3-2009. [over Hou van mij] |
Thomas de Veen, In het wegloopmeidenhuis. In: KidsWeek, 20-3-2009. [over Hou van mij] |
Mirjam Noorduijn, Plopjes in de meisjesbuik. In: De Groene Amsterdammer, 15-5-2009. [over Hou van mij] |
Ger van Hoek, Hou van mij. In: De Leeswelp, 1-6-2009. |
Karel Berkhout, Lekkerder dan kip kasjmiri; Prettig openhartig over biologische vaders, opvoed-, pleeg- en stiefvaders. In: NRC Handelsblad, 24-12-2009. [over Hou van mij] |
Internet
|
www.corienbotman.nl |
www.leesplein.nl |
www.queridokinderenjeugdboeken.nl |
90 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2012
|
|