van een bepaalde historische periode of een gebeurtenis uit de geschiedenis. Dan bepaalt hij de hoofdlijn van het verhaal. ‘Ik begin altijd met een soort draaiboek. Een systeem waarbij de totale verhaallijn in de grondvorm wordt vastgelegd. In de kantlijn noteer ik de bijpassende historische gegevens.’ Daarbij gaat het vaak om gewone, dagelijkse dingen zoals: hoe zag een huis eruit, wat waren de gebruiken, wat droeg men voor kleren, wat werd er gegeten?
Nanne Bosma vindt het belangrijk dat de lezer erop moet kunnen vertrouwen dat de geschiedenis van de beschreven tijd goed wordt weergegeven. Vóór alles wil hij verhalen schrijven, die jonge mensen met belangstelling lezen. Bij het schrijven heeft hij een gemiddelde brugklas lbo-mavo voor ogen, waaraan hij zijn stijl en taalgebruik aanpast.
De meeste boeken van Bosma spelen zich af in de zeventiende eeuw, maar de auteur waagt zich ook wel eens verder terug in de tijd, zoals in Vrijheid en slavernij, dat in het jaar 1000 speelt, en De troubadour van Carcassonne, dat begint in 1244. Verraad in Dorestad speelt zich af in de tijd van Karel de Grote.