Illustratie van Sijtje Aafjes uit Met z'n tienen en 'n tante
verhalen. Door de volwassenen wordt veelal aangedrongen op een degelijke opleiding, die veel doorzettingsvermogen vereist. De beroepskeuze is een serieus onderwerp van gesprek. In
Met z'n tienen en 'n tante (1919), over het doktersgezin Merens, wil Piet theologie gaan studeren, Frida verpleegster worden en Lize onderwijzeres. De ouderloze Marianne, die in het gezin een thuis heeft gevonden, kiest voor het beroep van arts.
In Het muziekhuis volgt Bep een opleiding voor onderwijzeres, maar ze heeft weinig plezier in het leren. Na verschillende gesprekken met haar vader hierover voltooit ze de opleiding echter met succes. Greet in De meisjes Mees (1929) volgt ook een opleiding tot onderwijzeres. Ze wil die in korte tijd afronden, om haar moeder financieel te ontlasten. Ze wordt echter ziek, wat haar een studiejaar kost. Greet wil dan met de opleiding stoppen en op kantoor gaan werken. Na gesprekken met de haar omringende volwassenen ziet ze in dat haar roeping in het onderwijs ligt en niet op kantoor.
Lezen is voor veel kinderen een belangrijke vorm van vrijetijdsbesteding. Soms worden titels genoemd, zoals Stuurman Flink van F. Marryat en de sprookjes van Andersen in Het muziekhuis.
De meisjes Mees is voor een oudere leeftijdsgroep geschreven dan de twee andere boeken. In dit verhaal over Greet, Eva en Trees Mees ligt de nadruk op de ontwikkeling van de oudste twee meisjes tijdens hun verblijf in pension ‘De Schaapskooi’. De meisjes, die geen vader meer hebben, wonen hier gedurende de vijf jaren dat hun moeder als verpleegster in Indië werkt om geld te verdienen voor de opvoeding van de meisjes. Als moeder terug is, stelt ze vast dat Greet en Eva zich geestelijk hebben ontwikkeld. Greet heeft de tegenslag van haar ziekte overwonnen en voltooit haar opleiding in het onderwijs. Eva, de droomster van het gezin, is praktischer geworden. Zij is geen studiehoofd en heeft zich in het huishouden bekwaamd. Ze wil, net als