| |
| |
| |
Burny Bos
door Jos Staal
Foto: Peter Gramberg
Bernard Gerrit (Burny) Bos is op 8 april 1944 in Haarlem geboren; zijn vader was hoofd van een muloschool. Na de hbs volgde Burny Bos de kweekschool; ook zat hij korte tijd op een kunstacademie. Vervolgens werkte hij als onderwijzer, tekenleraar en cultureel werker. In 1973 kwam hij in Hilversum bij de avro-radio terecht, waar hij veel beluisterde kinderprogramma's maakte als Radio Lawaaipapegaai, Zandbakshow en Ko de Boswachtershow. In de jaren tachtig werd hij chef jeugd- en jongerenprogramma's bij de vpro. Na een conflict vestigde hij zich in 1989 onder de naam Bos Bros als zelfstandig tv- en filmproducent.
Burny Bos debuteerde in 1975 met Het boek van Ko de Boswachter. Veel van zijn verhalen verschijnen eerst in het kleutertijdschrift Bobo. Twee boeken kregen een Vlag en Wimpel: Knofje waar zit je? (1980) en Valentino de kikker (1990).
De jeugdfilm Mijn vader woont in Rio, naar een scenario van Burny Bos en regisseur Ben Sombogaart, werd in Berlijn bekroond met een Zilveren Beer, toegekend door een kinderjury. Ook ontving deze film de Persprijs van de Nederlandse Filmkritiek en de Filmzienprijs voor Beste Nederlandse Jeugdfilm van 1989. In 1996 werd Burny Bos onderscheiden met de Jantje Beton Cinekid Prijs, voor zijn inspanningen om ‘op een volwassen manier kwaliteit te brengen voor de jeugd’.
| |
Werk
Verscheidene boeken van Burny Bos komen voort uit zijn werk
| |
| |
voor film, radio en televisie. Het boek van Ko de Boswachter is een bundeling van de teksten die hij samen met Sjoerd Kuyper en Gerard Brands schreef voor de Ko de Boswachtershow. In Ko de Boswachter (1983), Beesten in het nieuws (1984) en Een boswachter in de sneeuw (1989) staan uitsluitend teksten van Burny Bos. Ze zijn volgens een vast stramien opgezet: eerst een komisch verhaal over de belevenissen van Ko de Boswachter, daarna een tekst met opmerkelijke wetenswaardigheden over het dier dat in het verhaal een rol speelde.
Eén april kikker in je bil (1977), Zand op je boterham (1978), Snap je dan niet dat dat pijn doet (1980) en Wie praat daar met de poes? (1981) zijn voortgekomen uit het programma Radio Lawaaipapegaai. De boeken bevatten los van elkaar staande verhalen rond de kleuters Els en Henkie, die in dezelfde straat wonen. De verhalen hebben vaak een open karakter; in het radioprogramma hadden ze de functie stof te leveren voor gesprekjes over de meest uiteenlopende onderwerpen: angst, ruzie, geboorte, seksualiteit, echtscheiding. Op een vriendelijke manier stellen de verhalen bestaande opvattingen en rolpatronen ter discussie. De meeste verhalen spelen in en om het huis. Af en toe dringt via de televisie ook de grote buitenwereld binnen, waardoor onderwerpen als oorlog en vrede, honger en armoede aan de orde kunnen worden gesteld. Elk verhaal eindigt met een liedje; de door Joop Stokkermans gecomponeerde muziek staat achterin. De tekeningen zijn van Wieteke van Dort, die ook aan het radioprogramma meewerkte. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig verschenen herdrukken met tekeningen van Gitte Spee en later Jan Jutte. De liedjes werden geschrapt, net als enkele teksten die intussen te gedateerd bleken, of te ver afstonden van de ervaringswereld van de beoogde doelgroep (4 tot 9 jaar).
Het eerste boek van Burny Bos dat niet uit zijn werk voor de radio voortkwam, is Knofje, waar zit je? Het bevat korte, afgeronde verhalen over de vrijgevochten kleuter Knofje, die eigenlijk Jacqueline heet. De bundel heeft een thematische eenheid: Knofje loopt weg, verstopt zich of raakt zoek. Moeder is zwanger; halverwege de bundel krijgt Knofje er een zusje bij, Elisabeth. Later verschenen Knofje en Elisabeth (1985) en De groeten van Knofje (1988). In elk deel zijn de meisjes iets ouder. In De groeten van Knofje zit Knofje op ‘de grote school’.
Je moet met me spelen (1981) Mark en Maartje (1981) en Liesje of laten we maar winkeltje gaan spelen (1983) zijn lange verhalen. Liesje's vader werkt tijdelijk in Afrika. Moeder haalt een kostganger in huis, met wie ze een verhouding begint. Als vader weer thuiskomt, hoopt Liesje vurig dat haar ouders bij elkaar blijven. In 1989
| |
| |
diende dit verhaal als basis voor de jeugdfilm Mijn vader woont in Rio. Een jaar later werkte Burny Bos het scenario om tot een nieuw boek dat dezelfde titel kreeg als de film.
Lotje Loo en Brompijp haar geheime beer (1981) en Klim maar op m'n rug zei de krokodil (1982) zijn fantasieverhalen. Het eerste boek, over een gefantaseerde beer die voor Lotje en andere kinderen problemen oplost, is gebaseerd op teksten voor de Zandbakshow.
In Oma Fladder (1981) staan de vrolijke avonturen beschreven die Dieuwertje met haar oma beleeft. Oma Fladder is een buitenbeentje: ze kan niet stilzitten, heeft rare invallen en durft alles. Een verlegen jongetje (1984) bevat in korte verhalen de belevenissen van Michiel, die liever met poppen speelt dan voetbalt. Doordat hij zo schuchter is, heeft hij het niet altijd makkelijk.
Circus Grote Meneer (1985) werd als feuilleton in Bobo gepubliceerd. Het is een lang avonturenverhaal over de zoektocht van Bonkie en haar broertje Uk naar een geheime schat. Circus Grote Meneer is de naam van het kleine rondtrekkende circus van de twee kinderen. Het wordt getrokken door Grote Meneer, een leeuw. In Bonkie en Uk (1987) werden korte verhalen over de twee circuskinderen bijeengebracht. Beide boeken zijn prachtig geïllustreerd door The Tjong Khing.
Eveneens afkomstig uit Bobo zijn
Illustratie van The Tjong Khing uit Circus Grote Meneer
de korte verhalen in Professor Koosje (1986) en Professor Koosje bolleboosje (1987). Koosje is een meisje van vijf jaar. Omdat ze zoveel weet en ook alles wíl weten, wordt ze ‘professor Koosje’ genoemd. Net als haar vader wil ze ‘dokteranders’ worden. De verwikkelingen ontstaan vooral doordat Koosje met haar eigenwijze gedrag nogal eens in botsing komt met anderen, met name haar vriendje Bob.
Burny Bos maakte verschillende boeken met illustrator Hans de Beer. De samenwerking begon toen De Beer hem vroeg te helpen bij het opschrijven van de tekst voor zijn debuut Een ijsbeer in de tropen (1987). Daarna maakten ze - naast nog enkele ijsbeerboeken - een serie verhalen
| |
| |
over de familie Mol-de-Mol. Deze vermenselijkte mollenfamilie is heel modern: moeder werkt, vader doet het huishouden en zorgt voor de tweeling Streep en Stoffer. Vaak is vader het slachtoffer in deze kolderieke verhalen, die oorspronkelijk in het tijdschrift Ouders van nu verschenen. Ze werden gebundeld in De familie Mol-de-Mol (1988) en Nieuwe avonturen van de familie Mol-de Mol (1989). De meeste verhalen zijn ook, zij het in een andere volgorde, gepubliceerd in delen uit de serie Hoera, ik kan lezen.
Overige prentenboeken van De Beer waarvoor Burny Bos de tekst schreef zijn Tetkees zoekt een baby (1989) en Valentino de kikker. Ook maakte hij samen met Hans de Beer het kinderboekenweekgeschenk van 1987, Florrie.
Buurman Bolle (1992) is gebaseerd op de gelijknamige televisieserie. Bolle is verliefd op zijn buurvrouw. Om bij haar in het gevlei te komen, stelt hij zich verschrikkelijk aan en doet hij fanatiek mee aan de spelletjes van haar kinderen. Net als de tv-serie viel het boek bij de jeugd erg in de smaak: het werd getipt door de Nederlandse Kinderjury.
| |
Mijn vader woont in Rio
De vader van Liesje werkt in Brazilië. Althans, dat zegt haar moeder. In werkelijkheid zit hij gevangen wegens smokkel van drugs. Uit schaamte en ook om Liesje te sparen, heeft moeder een ‘leugentje om bestwil’ verteld. Ze is vervreemd van haar man en begint een verhouding met Frits; ook dat houdt ze aanvankelijk voor Liesje verborgen. Als moeder een reis naar Rio steeds afhoudt, besluit Liesje in haar eentje te vertrekken.
Het boek en de gelijknamige film hebben een andere strekking dan Liesje of laten we maar winkeltje gaan spelen, waarop ze zijn gebaseerd. Het belangrijkste verschil is dat het jokken van de moeder in Mijn vader woont in Rio ingrijpender, dramatischer is, en dat aan de vader een grotere rol is toebedeeld dan in ‘Liesje’. Vader is het met de aanpak van zijn vrouw niet eens. Haar ‘leugenachtigheid’ loopt uit de hand en leidt er ten slotte toe dat Liesje zich boos en teleurgesteld voelt. In verschillende opzichten doet het verhaal denken aan Mijn vader woont in Brazilië van Thea Beckman.
| |
Waardering
De reacties op de vier boeken die voortkwamen uit Radio Lawaaipapegaai waren nogal uiteenlopend. Dolf Verroen in Bzzlletin: ‘Burny Bos schrijft vanuit zichzelf en niet vanuit een theorie. Hij observeert en gaat er, terecht, van uit dat de dingen die hem bezighouden ook kinderen bezighouden. Dit is voor een schrijver de enige manier om jonge kinderen niet te onderschatten en er in het lezen, of luisteren, volwaardige partners van te maken.’ Jan van Coillie daarentegen kon zich niet
| |
| |
aan de indruk onttrekken ‘dat er net iets teveel Bos en te weinig kleuter aan het woord is.’ (Jeugdboekengids)
Rindert Kromhout van de Volkskrant ergerde zich aan het ‘spervuur van korte zinnetjes’ in Circus Grote Meneer. Korte alinea's vormen min of meer het handelsmerk van Burny Bos; bijna elke zin laat hij op een nieuwe regel beginnen. Als het om verhalen gaat die bestemd zijn voor oudere kinderen, zoals Mijn vader woont in Rio, werkt dat volgens Lieke van Duin storend, ‘alsof kinderen van een jaar of tien geen complexe zinnen aankunnen’. Over Buurman Bolle merkte een recensent op, dat de tekst niet veel meer is dan een script. ‘Al met al komt Burny Bos over als een auteur bij wie de verhalen soms wel erg gemakkelijk uit de printer rollen en wiens radio- en televisiewerk stabieler is dan zijn kinderboeken,’ oordeelde Lieke van Duin in Trouw.
De verhalen over Ko de Boswachter zijn amusant en leerzaam tot op zekere hoogte. Het sterkst komt Burny Bos naar voren in zijn verhalen over Els en Henkie, Knofje en Professor Koosje: alledaagse belevenissen met voor kinderen herkenbare gevoelens.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
Met Gerard Brands en Sjoerd Kuyper, Het boek van Ko de Boswachter. Met illustraties van The Tjong Khing. Amsterdam, Querido, 1975. |
Eén april kikker in je bil. Muziek van Joop Stokkermans. Met illustraties van Wieteke van Dort. Den Haag, Leopold, 1977. (Radio Lawaaipapegaai) (Zevende, herziene druk met illustraties van Jan Jutte: Amsterdam, Leopold, 1993.) |
Zand op je boterham. Muziek van Joop Stokkermans. Met illustraties van Wieteke van Dort. Den Haag, Leopold, 1978. (Radio Lawaaipapegaai) |
Met A. van Hoof, De droomfabriek. Den Haag, Leopold, 1979. (Prentenboek) |
Met Peter van Campenhout, De dieren in de natuur. Den Haag, Leopold, 1979. (Prentenboek) |
Met Peter van Campenhout, Lekker buiten. Den Haag, Leopold, 1979. (Prentenboek) |
Met Peter van Campenhout, Onweer en wind. Den Haag, Leopold, 1979. (Prentenboek) |
Met Peter van Campenhout, We maken een ritje. Den Haag, Leopold, 1979. (Prentenboek) |
Knofje, waar zit je? Met illustraties van Dagmar Stam. Haarlem, Oberon, 1980. (Bobo boek) |
Snap je dan niet dat dat pijn doet. Muziek van Joop Stokkermans. Met illustraties van Wieteke van Dort. Den Haag, Leopold, 1980. (Radio Lawaaipapegaai) (Vierde, herziene druk met illustraties van Jan Jutte: Amsterdam, Leopold, 1994.) |
Je moet met me spelen. Met illustraties van Francien van Westering. Tilburg, Zwijsen, 1981. |
Lotje Lo en Brompijp haar geheime beer. Met illustraties van Patty de Roo. Den Haag, Leopold, 1981. |
Mark en Maartje. Met illustraties van Dagmar Stam. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1981. |
Oma Fladder. Met illustraties van Diet van Beek. Haarlem, Oberon, 1981. (Bobo boek) |
Wie praat daar met de poes? Muziek van Joop Stokkermans. Met illustraties van Wieteke van Dort. Den Haag, Leopold, 1981. (Radio Lawaaipapegaai) (Derde, herziene
|
| |
| |
druk met illustraties van Jan Jutte: Amsterdam, Leopold, 1994.) |
Met Philippine Heering, Bij berebeest in huis. Haarlem, J.H. Gottmer, 1982. (Prentenboek) |
Klim maar op m'n rug zei de krokodil. Met illustraties van Annemiek Borsboorm. Den Haag, Leopold, 1982. |
Ko de Boswachter. Met illustraties van Gitte Spee. Den Haag, Leopold, 1983. (Keuze uit vorige bundels.) |
Liesje of laten we maar winkeltje gaan spelen. Met illustraties van Doortje Hannig. Den Haag, Leopold, 1983. |
Beesten in het nieuws. Met illustraties van Gitte Spee. Den Haag, Leopold, 1984. (Ko de Boswachter) |
Een verlegen jongetje. Met illustraties van Dagmar Stam. Haarlem, Oberon, 1984. (Bobo boek) |
Circus Grote Meneer. Met illustraties van The Tjong Khing. Amsterdam, Querido, 1985. |
Knofje en Elisabeth. Met illustraties van Dagmar Stam. Heemstede, Big Balloon, 1985. (Bobo boek) |
Plok en de tandenborstel. Met illustraties van Gitte Spee. Tilburg, Zwijsen, 1986. (Leporello) |
Plok en het ei. Met illustraties van Gitte Spee. Tilburg, Zwijsen, 1986. (Leporello) |
Plok heeft een auto. Met illustraties van Gitte Spee. Tilburg, Zwijsen, 1986. (Leporello) |
Plok heeft een step. Met illustraties van Gitte Spee. Tilburg, Zwijsen, 1986. (Leporello) |
Plok heeft een bal. Met illustraties van Gitte Spee. Tilburg, Zwijsen, 1986. (Leporello) |
Professor Koosje. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Oberon, 1986. (Bobo boek) |
Een trui voor kip Saar. Met illustraties van Margriet Heymans. Tilburg, Zwijsen, 1986. (Kangoeroe) |
Bonkie en Uk. Met illustraties van The Tjong Khing. Haarlem, Oberon, 1987. (Bobo boek) |
Florrie. Met illustraties van Hans de Beer. Amsterdam, CPNB; Haarlem, Oberon, 1987. (Kinderboekenweekgeschenk) |
Kikker in je bil die er nooit meer uit wil. Met illustraties van Gitte Spee. Amsterdam, Leopold, 1987. (Keuze uit Eén april kikker in je bil en Wie praat er met de poes?) |
Ko en Bo naar Madagaskar. Met illustraties van Gitte Spee. Amsterdam, Leopold, 1987. |
Professor Koosje bolleboosje. Met illustraties van Ruud Bruijn. Haarlem, Oberon, 1987. (Bobo boek) |
Met Hans de Beer, Een ijsbeer in de tropen. Den Haag, De Vier Windstreken, 1987. (Prentenboek) |
De familie Mol-de-Mol. Met illustraties van Hans de Beer. Haarlem, Oberon, 1988. |
De groeten van Knofje. Met illustraties van Dagmar Stam. Heemstede, Big Balloon, 1988. (Bobo boek) |
Met Hans de Beer, Kleine ijsbeer, waar ga je naar toe? Den Haag, De Vier Windstreken, 1988. (Prentenboek) |
Een boswachter in de sneeuw. Met illustraties van Gitte Spee. Amsterdam, Leopold, 1989. |
Nieuwe avonturen van de familie Mol-de-Mol. Met illustraties van Hans de Beer. Haarlem, Oberon, 1989. |
Met Hans de Beer, Tetkees zoekt een baby. Den Haag, De Vier Windstreken, 1989. |
Met Wieteke van Dort, Wie komt er in m'n kamertje? Muziek van Joop Stokkermans. Met illustraties van Wieteke van Dort. Amsterdam, Leopold, 1989. |
Dubbeldik zand op je boterham. Met illustraties van Gitte Spee. Amsterdam, Leopold, 1990. (Keuze uit Zand op je boterham en Snap je niet dat dat pijn doet) |
Keetje en Waf-Waf. Met illustraties van Andrea Kruis. Heemstede, Big Balloon, 1990. (Bobo boek) |
Ko de Boswachter. Met illustraties van Gitte Spee. Amsterdam, Leopold, 1990. (Keuze uit Ko de Boswachter en Beesten in het nieuws.) |
Mijn vader woont in Rio. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, Leopold, 1990. (Tweede druk, als Jeugdsalamander: Amsterdam, Querido, 1995) |
Met Hans de Beer, Valentino de kikker. Den Haag, De Vier Windstreken, 1990. (Prentenboek) |
| |
| |
Het Burny Bos verhalenboek. Met illustraties van Dagmar Stam, Diet van Beek, The Tjong Khing en Ruud Bruijn. Heemstede, Big Balloon, 1991. (Bobo boek) |
Buurman Bolle. Met illustraties van Gitte Spee. Amsterdam, Leopold, 1992. |
Familie Mol-de-Mol staat er goed op. Met illustraties van Hans de Beer. Voorschoten, De Vier Windstreken, 1994. (Hoera, ik kan lezen) |
Bij de Familie Mol-de-Mol is alles oké. Bewerkt door Christine Kliphuis. Met illustraties van Hans de Beer. Voorschoten, De Vier Windstreken, 1995. (Hoera, ik kan lezen) |
Familie Mol-de-Mol zit hoog en droog. Met illustraties van Hans de Beer. Voorschoten, De Vier Windstreken, 1995. (Hoera, ik kan lezen) |
Het klein beestenboek van Ko de Boswachter. Met illustraties van Gitte Spee. Amsterdam, Leopold, 1995. (Keuze uit de bundel Ko de Boswachter uit 1990.) |
Ot Jan Dikkie! Met illustraties van Jan Jutte. Amsterdam, Leopold, 1997. |
Over Burny Bos
|
Dolf Verroen, Over Burny Bos. In: Bzzlletin, jaargang 7 (1979), nr. 64. |
Werkgroep Kinder- en jeugdlektuur, Het kinderboek vanuit een andere hoek. Den Haag, NBLC, 1980, deel 4, blz. 25-19. |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, jaargang 6, nr. 11. Den Haag, NBLC, 1981. (Wordt regelmatig bijgewerkt). |
Jan van Coillie, Burny Bos. In: Jeugdboekengids, jaargang 26 (1984), nr. 6. |
Jan van Coillie, Grote Meneer: een boek een groot circus waard. In: Jeugboekengids, jaargang 28 (1986), nr. 4. |
Rindert Kromhout, Spervuur van korte zinnetjes leidt tot taalverarming. In: de Volkskrant, 14-1-1986. (Over Circus Grote Meneer) |
Madeleine Vink en Willem Oosterbeek, Mijn vader woont in Rio: ‘Kinderen zien toch veel meer, kinderen snappen toch veel meer’. In: Film- en tv-maker, april 1989. (Interview met Ben Sombogaart) |
Lieke van Duin, Een boek naar een film naar een boek. In: Trouw, 23-5-1990. (Over Mijn vader woont in Rio) |
Ischa Meijer, Kruistocht voor het kind. In: Nieuwe Revue, 22-11-1990. (Interview) |
45 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1997
|
|