asielzoekerscentrum. Zijn liefde voor Laura komt op een heel ongelegen moment.
Het werk van politie en jeugdzorg komt in de verhalen nadrukkelijk ter sprake. Zo wordt in De gele scooter (2003) duidelijk gemaakt hoe de politie en andere hulpverleningsinstanties optreden in gevallen van aanranding of verkrachting. Naast dossiers maakt Van den Bogaart gebruik van andere vormen van research. Haar verblijf op de Zuid-Franse boerderij Al Gardo, onderdeel van de West-Brabantse jeugdzorginstelling ‘De Zuidwester’, leidde tot Duizend kilometer (2005). Daarin ontmoeten vier jongeren met verschillende achtergronden elkaar op een zorgboerderij in Zuid-Frankrijk. Het verblijf op deze boerderij, waar strenge regels gelden en waar de jongeren moeten werken, is een alternatief voor hun straf in Nederland.
Van den Bogaart schrijft in een directe stijl, waarbij ze eenvoudige en hedendaagse spreektaal gebruikt. Hierdoor, en door de overwegend korte hoofdstukken, zijn de verhalen ook geschikt voor jongeren die moeite hebben met de techniek van het lezen.
Een belangrijk kenmerk van de verhalen van Van den Bogaart is het gebruik van wisselende perspectieven. Hierdoor laat ze zien dat een gebeurtenis of situatie door de personages verschillend kan worden beleefd. In De gele scooter komen afwisselend Isis, Wies en Spike aan het woord, respectievelijk getuige, slachtoffer en dader van een aanranding. In Duizend kilometer wisselen de vier hoofdpersonen elkaar af als centrale figuur. Dit wisselende perspectief maakt duidelijk hoe de personages op elkaar reageren en wat ze van elkaar vinden. Maar ook hoezeer ze zich in elkaar kunnen vergissen, zoals blijkt wanneer Kim en Ilias door Stephan en Suzie gedwongen worden met hen te vluchten. Vermist (2007) is geschreven vanuit het perspectief van Eva, die tijdens de vakantie is ontvoerd door een campinghouder, en vanuit het standpunt van haar drie achtergebleven vriendinnen. De wisseling in perspectief draagt in belangrijke mate bij aan de spanning in de verhalen.
Ook wanneer er minder nadrukkelijk sprake is van perspectiefwisselingen confronteert Van den Bogaart haar lezers met de verschillende manieren waarop men naar een gebeurtenis kan kijken en waarop mensen ervaringen verwerken. Zo geeft Krassen (2004) inzicht in de wijze waarop Kars, zijn zus Tine en hun vader omgaan met de zelfmoord van moeder. Kars wil vooral een antwoord op het waarom en duikt in het verleden van zijn moeder om erachter te komen wat haar tot haar daad heeft gedreven.